Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening tot instelling van de regionale programmaraad 2003

Geldend van 09-07-2003 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening tot instelling van de regionale programmaraad 2003

De raad van de gemeente Bunschoten;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 april 2003, nr....

gelet op artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet, op de Tijdelijke referendumwet en op de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening tot instelling van de regionale programmaraad 2003

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Deze verordening regelt de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de regionale programmaraad voor de gemeenten Amersfoort, Bunschoten, Leusden en Soest.

  • 2.

    Deze programmaraad is genaamd "Regionale Programmaraad Kabeltelevisie en -radio" en wordt ingesteld door de gemeenten Amersfoort, Bunschoten, Leusden en Soest.

HOOFDSTUK II TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 2 Taken/bevoegdheden

  • 1.

    De programmaraad heeft tot taak de beheerder van het kabelnet te adviseren over de samenstelling van het wettelijk basispakket welke bij krachtens artikel 22e van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen uitzendt naar alle aangeslotenen op het kabelnet.

  • 2.

    In zijn advisering gaat de programmaraad uit van een pluriforme samenstelling van het pakket omroepprogramma's, rekening houdend met de in de gemeenten levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften.

  • 3.

    Van het advies van de programmaraad kan alleen om zwaarwichtige redenen worden afgeweken door de beheerder van het kabelnet.

  • 4.

    De programmaraad kan bovendien vrijblijvend adviseren over de samenstelling van het standaardpakket dat de beheerder van het kabelnet aanbiedt.

HOOFDSTUK III SAMENSTELLING EN WERKWIJZE

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De programmaraad is samengesteld uit 12 leden afkomstig uit de volgende zes groeperingen, die geacht worden representatief te zijn voor de in artikel 1 genoemde gemeenten voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen:

    • -

      ouderen;

    • -

      vrouwen;

    • -

      jongeren;

    • -

      levensbeschouwelijke organisaties;

    • -

      cultuur en sport;

    • -

      allochtonen.

  • 2.

    Eens in de acht jaar wordt aan het begin van een raadsperiode bepaald welke 3 van de 12 beschikbare plaatsen voor elk van de in artikel 1 genoemde gemeenten beschikbaar is ten behoeve van de benoeming van een lid. Uitgangspunt is dat de door een gemeente te benoemen 3 leden afkomstig zijn uit 3 verschillende groeperingen, als bedoeld onder lid 1.

  • De hieronder bedoelde verdeling van plaatsen over de vier gemeenten wordt door het lot bepaald en uitgevoerd door een notaris.

  • 3.

    De gemeenteraad uit elk der betrokken gemeenten wijst 3 leden aan conform de toewijzing uit lid 2, woonachtig in de betrokken gemeente; de leden moeten ook aangesloten zijn op het kabelnet.

  • 4.

    Het lidmaatschap eindigt zodra het lid niet meer woonachtig is in de betrokken gemeente.

  • 5.

    Bij aftreden/vertrek van een lid, afkomstig uit één van de betrokken gemeenten, wordt door de gemeenteraad van dezelfde gemeente in de vacature voorzien. Het nieuw aan te wijzen lid is afkomstig uit dezelfde groepering als het vertrekkende lid.

Artikel 4 Zittingsduur

De zittingsperiode van de leden van de programmaraad valt samen met die van de gemeenteraad. De aftredende leden kunnen eenmalig voor een periode van vier jaar worden herbenoemd.

Artikel 5 Voorzitter

De leden van de programmaraad kiezen uit hun midden een voorzitter.

Artikel 6 Secretaris

  • 1.

    De voorzitter van de programmaraad wijst één van de leden aan als secretaris.

  • 2.

    De secretaris draagt zorg voor het bijeenroepen van de programmaraad, verslaglegging en verwoording van adviezen.

  • 3.

    De secretaris ontvangt voor zijn werkzaamheden per vergadering tweemaal de onkostenvergoeding die is vastgesteld voor het bijwonen van vergaderingen.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1.

    De programmaraad vergadert zo dikwijls als de voorzitter respectievelijk de beheerder van het kabelnet dit nodig acht, maar tenminste twee maal per jaar. De vergaderingen worden door de secretaris tijdig openbaar bekend gemaakt.

  • 2.

    De vergaderingen worden in het openbaar gehouden, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of een particulier belang door openbare behandeling zou worden bevoordeeld of geschaad. De deuren worden gesloten als de voorzitter of twee leden dit verzoeken. De programmaraad beslist daarna welke onderwerpen in een openbare en welke in een besloten vergadering worden behandeld.

  • 3.

    De leden van de gemeenteraad kunnen via de secretaris van de programmaraad inzage hebben in stuken waaromtrent door de programmaraad geheimhouding is opgelegd.

  • 4.

    Convocaties met bijbehorende stukken worden tenminste veertien dagen voordat een vergadering zal plaatshebben aan de leden toegezonden.

  • 5.

    De programmaraad beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt geen advies uitgebracht.

  • 6.

    Er kunnen alleen beslissingen worden genomen indien tenminste 7 leden aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 7.

    In het geval van verhindering om een vergadering bij te wonen geven de leden daarvan tevoren kennis aan de secretaris.

HOOFDSTUK IV OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 8 Onkostenvergoeding

Voor het bijwonen van vergaderingen van de programmaraad ontvangen leden een onkostenvergoeding van € 50,- per vergadering, met een maximum van vier vergaderingen per jaar. Iedere van de in artikel 1 genoemde gemeenten betaalt deze onkostenvergoeding voor de drie door haar benoemde leden. De dubbele onkostenvergoeding voor de secretaris wordt verdeeld over de vier gemeenten.

Artikel 9 Inlichtingen

De regionale programmaraad verstrekt het gemeentebestuur alle gewenste inlichtingen over het voorgaande jaar.

Artikel 10 Aanvullingen/wijzigingen

Aanvullingen en of wijzigingen van deze verordening worden aangebracht door de betrokken gemeenteraden, op voorstel van burgemeester en wethouders, gehoord de regionale programmaraad.

Artikel 11

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, besluiten de betrokken colleges.

HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als verordening tot instelling van de regionale programmaraad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van zes weken na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2003
de griffier, de voorzitter,