Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2016

Geldend van 19-11-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2016

Afdeling: Middelen

Nr.: 1014073f

De raad van de gemeente Bunschoten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015, nr. 1014070;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2016

Artikel 1 Begripsomschrijving

GBLT:

het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus – Tricijn te Zwolle

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het door of vanwege de gemeente periodiek of incidenteel ophalen van huishoudelijke afvalstoffen;

  • b.

    voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats;

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 2, gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De rechten bedoeld in de hoofdstukken 1.2 en 1.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, stortpas of andere schriftuur.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste deel van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste deel van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4. De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 5,00 bedraagt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in de hoofdstukken 1.2 en 1.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2. Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende kalenderjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.

  • 3. Andere aanslagen dan die genoemd in het eerste en tweede lid, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.

  • 4. In afwijking van het derde lid geldt voor aanslagen, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder of gelijk is aan € 20,00, dat het verschuldigde bedrag moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld;

  • 5. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de rechten bedoeld in hoofdstukken 1.2 en 1.3 van de tarieventabel:

    • a.

      contant worden betaald. Hiertoe moeten voorafgaand aan het daadwerkelijke storten c.q. halen, de benodigde stortpassen c.q. knippen bij de centrale balie op het gemeentehuis worden aangeschaft;

    • b.

      ingeval op verzoek van de aanbieder het recht voor het storten van het afval, in afwijking van artikel 8.4.a, achteraf in rekening wordt gebracht middels toezending van een schriftelijke kennisgeving van het verschuldigde bedrag, binnen 1 maand na de dagtekening van die kennisgeving.

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten in hoofdstuk 1.2 en 1.3 in de bij deze verordening behorende tarieventabel nadere regels geven.

  • 2. Het dagelijks bestuur van GBLT kan met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten in hoofdstuk 1.1 in de bij deze verordening behorende tarieventabel nadere regels geven.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten in hoofdstuk 1.2 en 1.3 in de bij deze verordening behorende tarieventabel nadere regels geven.

  • 2. Het dagelijks bestuur van GBLT kan met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten in hoofdstuk 1.1 in de bij deze verordening behorende tarieventabel nadere regels geven.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2015’ van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2016’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van

10 december 2015

de griffier,
E.Hoogstraten
de voorzitter,
M. v.d. Groep

Bijlage Tarieventabel

behorende bij de ‘Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2016’.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

1.1.1 Het recht voor het door of vanwege de gemeente periodiek ophalen van huishoudelijke afvalstoffen bedraagt per belastingjaar:

  • a.

    voor een uit meer dan twee personen bestaande huishouding € 165,00;

  • b.

    voor een uit twee personen bestaande huishouding € 150,72;

  • c.

    voor een uit één persoon bestaande huishouding € 140,76.

1.1.2 Het aantal personen waaruit de huishouding bestaat wordt beoordeeld naar de situatie op het tijdstip van ontstaan van de belastingplicht.

1.1.3 Het recht als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één of meer éxtra kliko’s:

  • a.

    bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra kliko € 40,92;

  • b.

    bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra kliko € 123,00.

Hoofdstuk 1.2 Achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op verzamelplaats

1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt het recht voor het achterlaten van grof huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats, indien het betreft:

a.

puin

€ 12,60 per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan;

b.

bouw/sloopafval

€ 37,80 per 0,5 m3of een gedeelte daarvan;

c.

overig grof huishoudelijk afval

€ 2,10 per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan.

1.2.2 De tarieven vermeld in artikel 1.2.1 worden verhoogd met € 10,00 administratiekosten, indien betaling op verzoek van de aanbieder achteraf middels een factuur plaatsvindt.

Hoofdstuk 1.3 Halen van overig grof huishoudelijk afval

1.3.1 Voor het halen van overig grof huishoudelijk afval bedraagt het recht € 2,05 per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan, verhoogd met € 12,00 per ophaalbeurt.

Behoort bij raadsbesluit van 10 december 2015

De griffier van Bunschoten,

E.Hoogstraten

Toelichting behorende bij de ‘Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2016’

UITLEG TARIEFSOPBOUW HOOFDSTUK 1.1 TARIEVENTABEL

Basistarief eénpersoons-, tweepersoons- of meerpersoonshuishoudens

De situatie op 1 januari (of bij het begin van de belastingplicht) is bepalend tot welke categorie men wordt gerekend. Veranderingen van het aantal bewoners in de loop van het jaar hebben geen invloed op de hoogte van de aanslag. Aan de hand van de hiervoor geschetste situatie wordt men aangeslagen voor het basistarief reinigingsrecht voor een éénpersoons-, tweepersoons- of meerpersoonstarief.

Waarom is er sprake van verschillende basistarieven?

Eénpersoons- en tweepersoonshuishoudens bieden gemiddeld minder afval aan dan meerpersoonshuis-houdens. Het voert vanuit efficiency oogpunt te ver om hier afzonderlijke klikopakketten voor aan te bieden met kleinere kliko’s. Zij krijgen daarom hetzelfde basispakket kliko’s als meerpersoonshuishoudens aangeboden tegen een lager tarief.

Voor het basistarief mag men (maximaal) beschikken over het volgende basispakket aan kliko’s

  • -

    een 140 liter Groente-, Fruit en Tuinafvalkliko (GFT);

  • -

    een 240 liter restafvalkliko;

  • -

    een 140 of 240 liter papierkliko, en;

  • -

    een milieubox.

Scholen, kerken, verenigingen en overige niet-woningen niet zijnde bedrijven

  • -

    Bedrijven mogen geen gebruik maken van de ophaalservice van de gemeentelijke reinigingsdienst

    omdat zij bedrijfsafval produceren en geen huishoudelijk afval;

  • -

    Scholen, kerken, verenigingen en overige niet-woningen worden aangemerkt als meerpersoons-

huishoudens die huishoudelijk afval aanbieden. Voor deze categorie geldt dat zij de optie hebben om over twee extra GFT- en/of restafvalkliko’s te beschikken binnen het basispakket zonder bijkomende kosten.

Tabel: basispakketten, basistarieven en toeslagen voor extra kliko’s boven geldende basispakket

Type huishouden

GFT-kliko

(bruin)

Restafvalkliko

(grijs)

Papierkliko

(blauw)

Milieubox

Tarief 2016

Rein.recht

Éénpersoonshuishouden

1

1

1

1

€ 140,76

Tweepersoonshuishouden

1

1

1

1

€ 150,72

Meerpersoonshuishouden

1

1

1

1

€ 165,00

Meerpersoonshuishouden

– scholen, kerken, verenigingen en overige niet woningen (geen bedrijven)

maximaal 4 (*)

1

1

€ 165,00

Toeslag boven het geldende basispakket voor een:

– extra GFT-kliko (bruin)

1

€ 40,92

– extra restafvalkliko (grijs)

1

€ 123,00

(*) = hiervan is in ieder geval 1 kliko een GFT-kliko

Behoort bij raadsbesluit van 10 december 2015

De griffier van Bunschoten,

E.Hoogstraten