Parkeerverordening Westdijk

Geldend van 25-01-2007 t/m heden

Intitulé

Parkeerverordening Westdijk

De raad van de gemeente Bunschoten

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2006;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;

gezien het advies van de verkeerscommissie van 26 september 2006;

besluit vast te stellen de volgende verordening 'Parkeerverordening Westdijk'

Afdeling 1 Definities en begripsomschrijvingen

Artikel A

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RW 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb.459;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RW 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het on-middellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • e.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

  • f.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • g.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend

Artikel E

  • 1.

    Een vergunning wordt voor ten hoogste een jaar verleend.

  • 2.

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel F

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • f.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de 'vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • g.

    om redenen van openbaar belang.

Afdeling III Verbodsbepalingen

Artikel G

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:

  • a. op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel H

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV Strafbepaling

Artikel I

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel J

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel K

Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Parkeerverordening Westdijk'.

Artikel L

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders bij openbaar besluit bekend te maken datum.

  • 2.

    Vergunningen welke zijn verleend krachtens de 'Parkeerverordening Westdijk' worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007
De voorzitter, De griffier,
M.v.d. Groep A.S.Dijkstra