Beleidsregel Bomenbeleid gemeente Bunschoten 2018-2023

Geldend van 20-12-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Bomenbeleid gemeente Bunschoten 2018-2023

afbeelding binnen de regeling

Vastgesteld door de Raad, 1 november 2018

Samenvatting

Het voorliggende ‘Bomenbeleid gemeente Bunschoten 2018-2023’ is een actualisatie van de huidige beleidsnotitie ‘Waardevolle bomen en bomenstructuren’, najaar 2013. De ervaringen die de afgelopen 5 jaar zijn opgedaan met de beleidsnota en de groencommissie zijn hierin verwerkt en heeft geresulteerd in een compleet bomenbeleid.

In dit beleidsstuk wordt onderscheid gemaakt tussen gemeentelijke ‘waardevolle bomen’, waardevolle boomgroepen, ‘waardevolle boomstructuren’ en overige gemeentelijke bomen.

Particuliere bomen worden in dit beleidsstuk buiten beschouwing gelaten.

Criteria en hanteerbare normen worden omschreven omtrent het beoordelen en toewijzen van (waardevolle) bomen en bomen in waardevolle boomstructuren.

Wanneer een boom, boomgroep of boomstructuur voldoet aan de opgestelde criteria, wordt deze opgenomen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ en/of de kaart ‘Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren gemeente Bunschoten’.

Doordat het gemeentelijk bomenbestand nooit ‘statisch’ is en hierdoor altijd onderhevig is aan veranderingen, wordt eens in de vijf jaar de kaart en gemeentelijke ‘Bomenlijst’ herzien en opnieuw vastgesteld.

Voor de overlast van gemeentelijke bomen zijn criteria omschreven hoe om te gaan met kapverzoeken van burgers. Hierbij wordt ingegaan op de meest voorkomende vormen van hinder. Vormen van hinder als ‘schaduwwerking’ en gezondheidsklachten mens en dier worden hierbij nader uitgewerkt.

Voor de inrichting, ontwerp en beheer van gemeentelijke bomen worden de landelijke richtlijnen van het Norminstituut Bomen gehanteerd. De richtlijnen van het Norminstituut Bomen zijn een bundeling van normen, toetsbare kwaliteitseisen en resultaatsverplichtingen, gericht op werkzaamheden rond en met bomen. Het doel hierbij is om een gedegen kwaliteitsborging te bieden voor bomen in de openbare ruimte.

Als eigenaar van gemeentelijke bomen in de openbare ruimte, heeft de gemeente de zorgplicht voor het goed beheren en onderhouden van deze bomen. Om juridisch aantoonbaar te maken dat gemeente Bunschoten zijn gemeentelijke bomen onderhoud en visueel controleert op veiligheid en kwaliteit, worden de bomen periodiek gekeurd door middel van een boomveiligheidscontrole. Hiermee voldoet de gemeente aan zijn zorgplicht.

De gemeente streeft naar een divers bomenbestand, waardoor de impact van een ziekte of plaag binnen het gemeentelijk bomenbestand beperkt kan blijven. Helaas zijn ziekten en plagen niet altijd te voorkomen. De meest voorkomende ziekten en plagen bij bomen binnen gemeente Bunschoten zijn omschreven en hoe te behandelen. De essentakkensterfte is een landelijke ziekte en heeft zich ook binnen gemeente Bunschoten geopenbaard. Waardevolle boomstructuren zijn aangetast. In dit beleid is een plan van aanpak opgenomen hoe de komende jaren omgegaan wordt met de essentakkensterfte.

1. Inleiding

1.1 Aanleiding, doelstelling

Binnen gemeente Bunschoten staan diverse bomen. Van jong tot oud, van groot tot klein.

Bomen leveren een belangrijke bijdrage aan het groene karakter van de buitenruimte. Het zijn kenmerkende elementen in een snel veranderende omgeving. Bomen zorgen niet alleen voor een aantrekkelijk straatbeeld. Ze brengen ook verkoeling, schaduw, filteren schadelijke stoffen uit de lucht, vangen regenwater op, verminderen (hitte)stress en nog veel meer. Kortom, bomen zijn onmisbaar en van essentieel belang voor een gezonde leefomgeving voor mens en dier.

In 2013 is de beleidsnotitie ‘Waardevolle bomen en bomenstructuren’ vastgesteld. Het doel hierbij was om criteria en hanteerbare normen te geven om (waardevolle) bomen en/of boomstructuren te beoordelen, te behouden en te versterken. Tevens zijn criteria opgenomen om verzoeken tot vellen van bomen te beoordelen.

In 2013 is met de beleidsnotitie ook een gemeentelijke ‘Bomenlijst’ met waardevolle bomen en boomstructuren binnen gemeente Bunschoten vastgesteld. Bomen zijn levende organismen en daarom is een ‘Bomenlijst’ nooit statisch. Mutaties binnen het bomenbestand als gevolg van bouwactiviteiten, uitval door bijvoorbeeld ziekte of de wens om een waardevolle boom en boomstructuren toe te voegen, zorgen voor wijzigingen op de lijst. Om de bomenlijst actueel te houden, dient deze minimaal eens per vijf jaar te worden geactualiseerd. De ervaringen die de afgelopen 5 jaar zijn opgedaan met de huidige beleidsnotitie en de groencommissie zijn verwerkt. Het beleid is geactualiseerd en de opgedane ervaring heeft geresulteerd in een aantal aanvullende paragrafen over boomveiligheid, ziekten en plagen, hoe om te gaan met gezondheidsklachten bij mens en dier en wordt het gebruik van het handboek Norm Instituut Bomen verder toegelicht. Dit heeft geresulteerd tot een compleet bomenbeleid getiteld “ Bomenbeleid gemeente Bunschoten 2018-2023”.

1.2 Gehanteerde werkwijze

Voor het schrijven van dit beleid is gebruik gemaakt van de informatie uit:

  • Groenbeleidsplan gemeente Bunschoten 2015-2025;

  • Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten;

  • Relevant beleid (landelijk niveau) voor lokale wet- en regelgeving;

  • Topografische gegevens;

  • Kaart- en veldstudie;

  • Norminstituut Bomen;

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de waardevolle bomen binnen gemeente Bunschoten. Een globale impressie (inclusief foto-overzicht) van aanwezige bomen wordt gegeven evenals de criteria (in directe relatie met de APV) met betrekking tot waardevolle bomen.

In hoofdstuk 3 worden de aanwezige waardevolle boomstructuren beschreven (inclusief foto-overzicht). Beoordelingscriteria worden aangereikt en op basis daarvan worden een aantal boomstructuren voorgesteld om vast te stellen als ‘waardevolle boomstructuur’.

Hoofdstuk 4 beschrijft de omgang met de overige gemeentelijke bomen in relatie tot klachten van burgers. Van de 10 genoemde ‘overlastpunten’ worden ‘schaduwwerking’ en ‘gezondheidsklachten mens en dier’ nader uitgewerkt. Voorts wordt aangegeven hoe omgegaan wordt met een verzoek tot kappen.

In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op richtlijnen voor ontwerp, inrichting en beheer van gemeentelijke bomen. Onderwerpen als het toepassen van de richtlijnen van het Norminstituut Bomen en boomveiligheidscontrole worden omschreven.

Hoofdstuk 6 beschrijft hoe om te gaan met ziekten en plagen van gemeentelijke bomen. De essentakkensterfte wordt hierbij nader uitgelicht.

In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan over de financiële middelen die benodigd zijn voor de instandhouding, beheer en onderhoud van bomen binnen gemeente Bunschoten.

Ten slotte volgen 5 bijlagen:

  • bijlage 1: Kaart waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren;

  • bijlage 2: Gemeentelijke ‘Bomenlijst’ met waardevolle bomen en boomgroepen;

  • bijlage 3: samenhang met beleid, wet en regelgeving. Opgenomen is de voor deze beleidsnotitie relevante informatie;

  • bijlage 4: Processchema verzoek vellen houtopstanden. Wanneer is een kapaanvraag omgevingsvergunningplichtig? Op basis van welke criteria wordt een verzoek afgewezen of toegewezen;

  • bijlage 5: Beoordelingsformulier verzoek vellen houtopstand.

2. Waardevolle bomen

Vanuit het belang tot instandhouding van het gemeentelijk bomenbestand wordt in dit hoofdstuk de waardevolle bomen binnen de gemeente nader beschreven. Tevens worden de criteria toegelicht wanneer een boom in aanmerking komt voor op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’. Onder de waardevolle bomen vallen tevens boomgroepen. Boomstructuren worden in hoofdstuk 3 nader omschreven.

2.1 Impressie waardevolle bomen

Historisch

[Afbeelding-002]Op basis van afbeeldingen uit de 18e en 19e eeuw (zie onderstaande afbeeldingen) wordt aangenomen dat vooral in de historische kern van Bunschoten bomen in de openbare ruimte aanwezig zijn geweest. Gedeelten van de Dorpsstraat kenden in het verleden een beplanting van uitgegroeide bomen, waarschijnlijk bestaande uit linden of iepen. Van het vissersplaatsje Spakenburg zijn geen historische gegevens over de aanwezigheid van bomen terug te vinden. Op basis hiervan lijken bomen en beplantingen hier geen rol van betekenis te hebben gespeeld.

afbeelding binnen de regeling

Bunschoten, historische afbeeldingen met bomen in het dorpsgezicht.

Heden

In de gemeente zijn op diverse locaties volwassen bomen aanwezig die een zeer belangrijke groene karakteristieke bijdrage leveren binnen hun (stedelijke) omgeving. Op enkele plaatsen zijn bomen van recentere datum aanwezig die potentie hebben om en bij verdere gezonde groei in de toekomst als waardevol kunnen worden beoordeeld.

Binnen het bomenbestand zijn geen bomen opgenomen die in het Landelijk Register van Monumentale Bomen voorkomen.

Karakteristiek aan het bomenbestand zijn de bomensingels langs de hoofdwegen en watergangen, deze vormen het “groene raamwerk”. Daarnaast worden in de gemeente Bunschoten veel knotwilgen toegepast en een grote diversiteit aan boomsoorten.

2.2 Criteria waardevolle bomen

De artikelen in de APV vormen de basis waarop een boom of houtopstand als waardevol wordt beoordeeld. Een nadere uitwerking van de in artikel 4:11 opgenomen weigeringsgronden (opgenomen in bijlage 3 van dit beleidsstuk) voor een omgevingsvergunning, kan ook worden gehanteerd bij het bepalen of een boom, boomstructuur of houtopstand als waardevol kan worden aangemerkt en een plaats zou kunnen krijgen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’.

De onderstaande criteria maken het mogelijk een (potentieel) waardevolle boom of boomgroep binnen de gemeente te beoordelen.

  • 1.

    Hoofdcriterium: leeftijd. De boom is ouder dan 35 jaar en heeft een minimale levensverwachting van 10 jaar.

Daarnaast geldt minimaal 1 van de volgende criteria:

  • 2.

    (APV 4:11, lid 2a) Natuurwaarde: bij de boom is vastgesteld dat deze (eenmalig of duurzaam) plaats biedt aan de in de wet natuurbescherming benoemde beschermde dier- of plantensoorten.

  • 3.

    (APV 4:11 lid 2b) Landschappelijke waarde (ruimtelijke betekenis): de boom is door leeftijd en/of verschijning significant onvervangbaar voor het landschappelijk karakter van de omgeving en daardoor van gemeentelijk belang. Hieronder vallen ook bomen met een landschappelijke snoeivorm (‘knotboom’).

  • 4.

    (APV 4:11 lid 2 c en 2d) Beeldbepalende waarde (ruimtelijke betekenis): de boom is door zijn verschijning beeldbepalend en onvervangbaar voor het karakter van het stad- of dorpsschoon en daardoor van gemeentelijk belang. Hieronder vallen ook bomen:

    • a.

      die zijn opgenomen in een waardevolle boomstructuur of een bomengroep;

    • b.

      (APV 4:11 lid 2f) bomen die de leefbaarheid van hun standplaats significant positief beïnvloeden;

    • c.

      bomen van een bijzondere soort of variëteit (‘dendrologisch waardevolle boom’);

  • 5.

    (APV 4:11 lid 2e) Cultuurhistorische waarde en betekenis: de boom is waardevol vanwege het navolgende aspect:

    • a.

      herdenkingsboom; geplant ter gelegenheid van een belangrijke gebeurtenis (bijvoorbeeld geboorte van een prins of prinses, een huwelijk, een jubileum). Uitsluitend bij herdenkingsbomen vervalt het hoofdcriterium van een minimum leeftijd van 35 jaar;

    • b.

      boom met een bijzondere snoeivorm zoals een leiboom (geleid langs een lattenwerk of in vrije vorm) of een kunstsnoeivorm;

    • c.

      bijzondere groeivorm als gevolg van natuurlijke oorzaken, bijvoorbeeld tweestammig, meerstammig of een ‘bomenboeket’.

    • d.

      adoptieboom: de boom is geadopteerd en geniet daardoor speciale aandacht van één of meerdere personen, instellingen of organisaties.

Wanneer aan het hoofdcriterium en minimaal 1 van bovenstaande criteria wordt voldaan kan een boom of boomgroep worden toegevoegd aan de gemeentelijke ‘Bomenlijst’.

2.3 Inventarisatie waardevolle bomen

In 2013 is een eerste aanzet gedaan voor het opstellen van een gemeentelijke bomenlijst, met als doel om deze verder te ontwikkelen. Om potentieel waardevolle bomen in beeld te brengen wordt bij de boomveiligheidscontrole (uitgevoerd door een extern bureau), de bomen naast veiligheid, ook beoordeeld of een boom (of boomgroep) volgens de gehanteerde criteria in aanmerking komt om op te nemen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’. Op basis van de inventarisatie gegevens maakt de gemeente zelfstandig een deskundige selectie van de bomen door deze opnieuw te toetsen aan de criteria. Na goedkeuring wordt de boom op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ geplaatst.

2.4 Gemeentelijke ‘Bomenlijst’

Solitaire bomen en bomen in boomgroepen

De gemeentelijke ‘Bomenlijst’ (bijlage 2) is de weergave van de meest recente gemeentelijke waardevolle bomen binnen gemeente Bunschoten. Hieronder vallen solitaire bomen, maar ook bomen in boomgroepen. De gemeentelijke ‘Bomenlijst’ wordt aan de gemeenteraad aangeboden, waarna deze de lijst vaststelt.

Doordat het bomenbestand nooit ‘statisch’ is, zal een inventarisatie van het bomenbestand in de toekomst wenselijk blijven. De lijst dient in de regel minimaal eens per 5 jaar te worden geactualiseerd. In bijlage 1 worden alle waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren op een overzichtskaart weergegeven.

Boomstructuren

Voor de bomen in boomstructuren binnen de gemeente wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van dit beleidsstuk. Deze categorie bomen wordt daarin nader uitgewerkt.

Bomen in particulier eigendom

Waardevolle bomen in particulier eigendom zijn in dit beleid niet opgenomen.

2.5 Kapverzoek bomen op gemeentelijke ‘Bomenlijst’

Hoe om te gaan dient te worden met kapverzoeken van bomen die op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’, wordt verwezen naar paragraaf 4.8 van dit beleidsstuk.

Foto-overzicht

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Visie groenstructuurkaart 2015-2025

3. Waardevolle boomstructuren

Waardevolle groenstructuren, bestaande uit bomen, bevinden zich in de gemeente voornamelijk langs historische, ruimtelijke of infrastructurele lijnen. Het betreft de volledige boomstructuur over de volle breedte van het straat- of wegprofiel, inclusief eventueel aanliggende fietspaden, bermen en trottoirs, tenzij anders benoemd. Om als groenstructuur te functioneren dient een duidelijk verband te bestaan tussen de onderlinge plantafstand en de toegepaste boomsoort. Ook het stamtal is van belang. Een minimum van 5 in lijn staande bomen kan als boomstructuur worden opgevat. Bij een boomstructuur wordt niet naar de individuele boom gekeken, maar naar het geheel. De boomstructuren zijn gemeentelijk eigendom.

3.1 Impressie boomstructuren

Binnen gemeente Bunschoten zijn een aantal boomstructuren aanwezig. Deze zijn onder te verdelen in boomstructuren met een:

  • Cultuurhistorische betekenis;

  • Ruimtelijke betekenis;

  • Verkeersgeleidende betekenis.

afbeelding binnen de regeling

Cultuurhistorische betekenis

De gemeente beschikt over twee karakteristieke en cultuurhistorisch waardevolle structuren: de ringvormige stadsgracht en de centrale Dorpsstraat. Beiden zijn vrijwel geheel voorzien van een begeleidende boombeplanting. Gezien vanaf de stadsgracht ligt de hoger gelegen Dorpsstraat (gelegen op een zandrug) goed waarneembaar in het landschap. Dit bebouwingslint kent een duidelijke karakteristiek van her en der aanwezige volwassen bomen, waarvan de kronen boven de daken uitsteken en daar een waardevol groen accent aan toevoegen. Het ‘bomenlint’ vormt momenteel een rechte lijn. Deze start bij de Veenestraat, vervolgens via de Dorpsstraat, de Molenstraat/Koningin Wilhelminastraat vervolgend via de Spuistraat/Kerkstraat, dan via het Spuiplein langs de Oude Schans, uiteindelijk doorlopend naar de Westdijk. Hoofdboomsoort is hier de linde, relatief vaak in leivorm gesnoeid, hier en daar vrij uitgroeiend. Daarnaast komen een aantal volwassen platanen voor. Op enkele locaties dragen één of meerdere volwassen, vrij uitgegroeide particuliere bomen, zoals paardenkastanjes, bij aan het boombeeld. De gracht tussen Molenstraat en Koningin Wilhelminastraat, doorlopend als Spuistraat/Kerkstraat in Spakenburg vertoont een karakteristiek en gesloten beeld van vleugelnoten.

Ruimtelijke betekenis: schermgroen

De moderne uitvalswegen zijn in beide kernen voor een gedeelte met bomen beplant, die naast een verkeersgeleidende functie (beschreven in de volgende alinea) ook betekenis hebben als ‘schermgroen’. Daarnaast bestaat het schermgroen ook uit groenstroken langs de gehele westzijde, zowel de bebouwing als de industriegebieden. Het afzomen met één of meerdere rijen bomen zorgt voor een duidelijk contrast van de compacte bebouwingskern ten opzichte van het omliggende open weidelandschap. Daarnaast ‘verzachten’ de groene contouren de scherpe overgang tussen bebouwing en weidegebied. Naast opgaande laanbomen (met name essen) zijn ook knotwilgen toegepast, bijvoorbeeld aan de Verlengde Oostsingel.

Apart vermeldenswaardig is de boomstructuur van het buurtschap Zevenhuizen. Bij deze hoofdzakelijk agrarische bebouwingsas verleent de ‘bomentunnel’ samenhang tussen de weg en de aanliggende bebouwing.

Verkeersgeleidende betekenis

Tegelijk met de nieuwbouwwijken zijn in de gemeente ruime ontsluitingswegen aangelegd. Hierlangs zijn groenstructuren in de vorm van laanbomen aangebracht, die als visuele geleiding dienen bij het wegprofiel. Een goed voorbeeld hiervan vormt de Westsingel. Inmiddels zijn de volwassen bomen duidelijk onderdeel van de groenstructuren in de gemeente. De verkeersgeleidende en visueel regelende functies worden uitgeoefend zoals bij aanleg bedoeld is. Bij verschillende entrees van de wijk zijn de entrees benadrukt met een bomenrij.

3.2 Criteria waardevolle boomstructuren

In het groenbeleidsplan is de algemene groenstructuur, waaronder de bomen, van de gemeente in beeld gebracht. Voor het bomenbeleid wordt de ‘Visie groenstructuurkaart 2015 – 2025’ als leidraad gebruikt voor het vaststellen van de nader te bepalen waardevolle boomstructuren. Aanvullende beoordelingscriteria voor waardevolle boomstructuren zijn, of deze een cultuurhistorische, ruimtelijke of verkeersgeleidende betekenis hebben.

Bij de beoordeling en vaststellen van een waardevolle boomstructuur wordt de volledige boomstructuur over de volle breedte van het straat- of wegprofiel, inclusief eventueel aanliggende fietspaden, bermen en trottoirs meegenomen, tenzij anders aangegeven.

Waardevolle boomstructuren worden aangemerkt als hoofddragers van de ruimtelijke structuur en zijn daarmee van gemeentelijk belang en vormen het “groene raamwerk” van het dorp.

3.3 Vastgestelde waardevolle boomstructuren

Boomstructuren kunnen met de voorgaande criteria worden beoordeeld op het belang voor de gemeente. In 2013 zijn onderstaande groenstructuren, bestaande uit bomen, vastgesteld als waardevolle boomstructuren:

  • Veenestraat (Bunschoten);

  • Dorpsstraat (Bunschoten);

  • Stadsgracht (Bunschoten);

  • Rengersweg plus aangrenzende gedeelte Nicolaas Beetsstraat (Bunschoten);

  • Westsingel (Bunschoten);

  • Bikkersweg (Bunschoten);

  • Frans Jacobsweg (Bunschoten);

  • Zwaluw/Merel (Bunschoten, langs de waterkant);

  • Watersnip (Bunschoten, langs de waterkant);

  • Scholekster (Bunschoten, langs de waterkant);

  • Groen van Prinsterersingel tot Oude Bocht (Spakenburg);

  • Molenstraat/Koningin Wilhelminastraat (Spakenburg);

  • Spuistraat/Kerkstraat tot Broerswetering/Sluisweg (Spakenburg);

  • Oude Schans (Spakenburg);

  • Westdijk (Spakenburg);

  • Prinses Irenestraat/Kluver en Schouw (Spakenburg);

  • Oostsingel tot Sluisweg (Spakenburg);

  • Witte de Withstraat – Berkenstraat/Bachlaan – Gerbrandysingel (Spakenburg);

  • Zevenhuizerstraat, vanaf de zuidelijke gemeentegrens tot nummer 285 (Zevenhuizen), een rij knotwilgen (t.h.v. huisnr. 273 t/m 279) zijn opgenomen in de ‘Waardenkaart Kleine Landschapselementen’ van de provincie Utrecht.

De boomstructuur aan de Zuiderzeelaan was opgenomen als waardevolle boomstructuur. De kwaliteit van de boomstructuur is echter de laatste jaren afgenomen en de verwachting is dat deze verder gaat afnemen. Een vervangingsplan is daarom gewenst. Om deze reden wordt de boomstructuur niet meer als waardevol aangeduid. In de toekomst kan deze boomstructuur weer aangemerkt worden als waardevol.

3.4 Aanvulling waardevolle boomstructuren

In de beleidsnotitie ‘Waardevolle bomen en bomenstructuren’ zijn onderstaande boomstructuren benoemd als potentieel waardevolle boomstructuren. Op basis van de criteria benoemd in paragraaf 3.2, komen deze boomstructuren binnen de gemeente in aanmerking om op te nemen als waardevolle boomstructuur:

  • Schipperskamp (langs waterkant)

  • Heemstedesingel;

  • Oostelijke randweg.

Bij de laatste beoordeling van bomen in waardevolle boomstructuren, komen de volgende boomstructuren in aanmerking om op te nemen als waardevolle boomstructuur:

  • Beethovenlaan (waterkant);

  • Huismus (langs waterkant) en Wilde Zwaan (doortrekken van huidige waardevolle boomstructuur (Zwaluw/Merel);

  • Burgwal (vanaf kruising Dorpsstraat, eerste zeven bomen);

  • Kleine pol (boomstructuur completeren langs ringvormige Stadsgracht).

In bijlage 1 worden alle waardevolle boomstructuren in kaart weergegeven.

3.5 Kapverzoek bomen waardevolle boomstructuur

Hoe om te gaan dient te worden met kapverzoeken van bomen die vallen onder de waardevolle boomstructuur, wordt verwezen naar paragraaf 4.8 van dit beleidsstuk.

Foto-overzicht

Enkele waardevolle boomstructuren

afbeelding binnen de regeling

4. Overlast gemeentelijke bomen

Dit hoofdstuk behandelt het specifieke aspect ‘overlast’ met betrekking tot gemeentelijke bomen. Particuliere bomen worden buiten beschouwing gelaten. De afweging omtrent het al dan niet weghalen van hinderlijke bomen in particulier eigendom en op particuliere grond dient door de burger zelfstandig te worden gemaakt. Nadere achtergronden over het gemeentelijke beleid (gedeelte huidige APV) en beleid, wet- en regelgeving op landelijk niveau zijn opgenomen in bijlage 3 van dit beleid.

4.1 Wat is hinder?

Volgens Van Dale heeft ‘hinderlijk’ meerdere betekenissen. Wordt ‘hinderlijk’ betrokken op bomen dan kunnen de volgende betekenissen worden gegeven: ‘belemmerend, lastig, storend, wrevel of ergernis verwekkend, irritant’. Of een bepaalde eigenschap van een boom hinderlijk is, is een persoonlijke beleving. Wat de één als zeer hinderlijk ervaart, wordt door een ander niet als hinderlijk ervaren en geaccepteerd als een normaal verschijnsel.

4.2 Onrechtmatige hinder

Overlast kan als onaangenaam worden aangemerkt, maar dat wil niet zeggen dat dit altijd als maatschappelijk onbetamelijk handelen, mag worden beschouwd. Volgens het burgerlijk wetboek is niet elke hinder onrechtmatig. Buren hebben nu eenmaal het nodige ongemak van elkaar te dulden. Hinder wordt pas onrechtmatig wanneer daardoor de grenzen van hetgeen maatschappelijk nog betamelijk is worden overschreden (artikel 5.37 Burgerlijk Wetboek, zie bijlage 3). Openbare bomen vallen volgens de Hoge Raad niet onder het burenrecht indien de gemeente blijk geeft van een belangenafweging tussen het particulier belang bij de verwijdering van de bomen en de aan de overheid toevertrouwde belangen als het stads- of dorps- en landschapsschoon, natuurbehoud of de verkeersveiligheid.

4.3 Omgang met hinder

Burgers blijken de volgende vormen van hinder van bomen te ondervinden:

  • 1.

    schaduwwerking;

  • 2.

    bladval of takval;

  • 3.

    bloei (pluizen, blaadjes);

  • 4.

    vruchten;

  • 5.

    zaailingen (opschot jonge bomen vanuit zaad);

  • 6.

    dood hout;

  • 7.

    luizen (‘druipen’);

  • 8.

    opdruk van verhardingen door wortels;

  • 9.

    gezondheidsklachten door mens en dier;

  • 10.

    overhangende takken.

Bovenstaande argumenten zijn geen redenen om een boom te vellen. Aanhoudende klachten van burgers kunnen echter wel aanleiding zijn om de situatie nader te onderzoeken. Wellicht kunnen beheermaatregelen worden genomen om de knelpunten te verhelpen.

In de volgende paragraven worden punt 1. ‘Schaduwwerking’ en punt 9. ‘Gezondheidsklachten mens en dier’ nader toegelicht.

4.4 Schaduwwerking

Schaduwwerking kan betekenen:

  • 1.

    onvoldoende lichttoetreding door schaduw in de woning

  • 2.

    onvoldoende lichttoetreding door schaduw in de (achter)tuin.

1. Onvoldoende lichttoetreding door schaduw in woning

Landelijk worden in veel ‘Boomstructuurplannen’ richtlijnen gegeven voor de afstanden tussen gevels en bomen. Omdat de toepassing van deze afstanden leidt tot een minimum aan klachten kunnen deze richtlijnen in de gemeente Bunschoten worden overgenomen c.q. gehandhaafd.

Voor de te hanteren richtlijnen in dit beleid wordt verwezen naar het handboek Norminstituut Bomen, artikel 1.25 en overzicht artikel 1.25, waarin richtlijnen worden gegeven voor maatvoering ontwerpnormen.

Veel bestaande situaties voldoen niet aan deze richtlijnen van het Norminstituut Bomen. Uit jurisprudentie is evenwel gebleken dat onvoldoende lichttoetreding tot de woning niet als onrechtmatig wordt aangemerkt wanneer het zonlicht een belangrijk deel van de dag toegang heeft tot de gevel. De enige uitzondering om een boom te kappen vanwege onvoldoende lichttoetreding is wanneer er juridisch kan worden bepaald dat er sprake is van een ‘onrechtmatige’ situatie.

Volgens het bouwbesluit kan door wijzigingen op aangrenzende percelen de lichttoetreding in de woning nooit onder het daglichtniveau komen. Voldoende lichttoetreding in de woning wordt namelijk uitsluitend bekeken vanuit het eigen perceel (pand). Er wordt niet gekeken naar de aangrenzende percelen.

Desondanks kan er wel een aantal aanbevelingen worden gedaan om de (vermeende) overlast door schaduw te verminderen:

  • vervangen of verplaatsen van bomen in combinatie met herinrichting;

  • vervangen bestaande bomen door kleinere soorten of bomen met een lossere en ijlere kroon;

  • door de onderlinge afstand tussen de bomen te vergroten, bijvoorbeeld door om en om een boom te verwijderen, het ‘dunnen’;

  • het uitlichten van de kroon of het extra hoog opkronen (alleen geschikt voor bomen met een losse kroon);

  • toepassen van speciale snoeivormen zoals snoei in leivorm en kandelaberen.

Het nemen van één van de hierboven genoemde maatregelen zorgen er wel voor dat de druk op gemeentelijk onderhouds- en renovatiebudgetten toeneemt. Het advies met de aanbevelingen worden voorgelegd aan de groencommissie.

2. Onvoldoende lichttoetreding door schaduwwerking in de (achter)tuin

Het hanteren van de in de eerdere tabellen genoemde richtlijnen evenals de landelijke richtlijnen van het Norminstituut Bomen heeft tot gevolg dat bomen in nieuwe situaties niet te dicht bij huizen komen te staan waardoor voldoende lichttoetreding in de tuin (zowel voor- als achtertuin) wordt gegarandeerd.

Landelijk gelden er geen wettelijke normen voor de bezonning van woningen en tuinen. Wel bestaat er een door TNO gestelde minimumnorm, ‘De lichte norm’: “Er is sprake van voldoende daglicht-toetreding wanneer sprake is van ten minste twee mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari tot 21 oktober (gedurende 8 maanden) in een leefruimte.” De minimumnorm voor bezonning van tuinen dient per locatie te worden bepaald.

Uit jurisprudentie blijkt dat de aanwezigheid van bomen die een deel van de dag de zon uit te tuin wegnemen niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt. Het behoort nu eenmaal tot het algemeen aanvaarde ‘ongemak’ dat men van elkaar heeft te dulden. Dit betekent dat niet op elk moment van de dag de zon in de tuin hoeft te schijnen en ook niet dat elk stuk van de tuin dagelijks door de zon moet worden beschenen. Desondanks kunnen bovenstaande aanbevelingen ook in deze situatie genomen worden om (vermeende) overlast door schaduw te beperken.

Zonnepanelen en/of zonnecollectoren

Het plaatsen van zonnepanelen en/of zonnecollectoren (of schotelantennes) op particulier terrein is voor de gemeente geen reden om over te gaan tot het verwijderen, of ingrijpend snoeien van een boom of bomen. Ook bomen leveren een belangrijke bijdrage aan het milieu en het leefklimaat. Wanneer bomen mogelijk te dicht bij de gevel staan kan een verzoek tot vellen worden ingediend. Bij expliciete verzoeken kan de groencommissie hierin adviseren.

4.5 Gezondheidsklachten mens en dier

Hoe om te gaan met klachten van inwoners die overlast ervaren van een boom in relatie met gezondheidsklachten laat zich moeilijk vastleggen door middel van beleidsregels. De ernst van de klacht is sterk afhankelijk van het individu in relatie tot zijn omgeving. Is er een verband tussen de gezondheidsklachten en boom en kan dit worden aangetoond? Wat is de duur van de klacht en is deze te voorkomen? Hieronder zijn drie uitgewerkte voorbeelden. Bij expliciete verzoeken kan de groencommissie adviseren.

1.Allergie (hooikoorts)

Gedurende de bloeifase ontwikkelt een boom pollen (=stuifmeel). Mensen kunnen een allergie hebben of ontwikkelen voor pollen. Dat kan als hinderlijk worden ervaren, gezien het leidt tot gezondheidsklachten in de vorm van niezen, kriebelende en tranende ogen of benauwdheid. Pollen verspreiden zich door de lucht. Op winderige dagen worden deze pollen over grote afstand verspreid. Het verwijderen van één of enkele bomen in een directe omgeving van een inwoner met allergie klachten heeft na genoeg geen invloed op de hoeveelheid pollen in de lucht. De gemeente honoreert daarom geen verzoek tot kap vanwege allergieklachten.

2.Eikenprocessierups

De gemeente is actief bezig om het overlastprobleem van de eikenprocessierups zo veel mogelijk te beperken. Zodra de eerste nesten worden waargenomen, monitort de gemeente de eiken op eikenprocessierups. Bewoners kunnen een melding doen wanneer men een nest gesignaleerd heeft. Gemeente Bunschoten zorgt ervoor dat deze nesten worden weggehaald. Dit wordt door een externe partij gedaan, gespecialiseerd in eikenprocessierups bestrijding. Bomen waar een nest zit of gezeten heeft worden voorzien van een waarschuwingslint met een opdruk die aangeeft dat er sprake is van de eikenprocessierups. Gezien de eikenprocessierups in een bepaald deel van het jaar voor overlast zorgt (en dit ook weersafhankelijk is) en de gemeente Bunschoten de rups actief bestrijdt, geeft het geen aanleiding om de boom te verwijderen.

3.Giftige planten in relatie tot dieren

Sommige dieren kunnen gevoelig zijn voor bepaalde stoffen die in vruchten en/of bladeren van bomen zitten. Dit kan ertoe leiden dat een dier ziek wordt en hiertegen behandeld dient te worden. Of een dier daadwerkelijk ziek wordt is afhankelijk van de soort beplanting, de hoeveelheid van inname en de gevolgen daarvan. Gezien de klacht per dier kan verschillen, de klachten relatief weinig voorkomen, en de eigenaar van een dier ook een eigenverantwoording dient te nemen, zal de gemeente een verzoek tot kap vanwege gezondheidsrisico bij een dier afwijzen.

4.6 Groencommissie

De groencommissie adviseert het college bij kapaanvragen voor bomen;

  • 1.

    die voorkomen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’,

  • 2.

    bij kapaanvragen van bomen die tussen de 1-2 meter van de erfgrens staan

  • 3.

    en geeft advies in gevallen waarin het bomenbeleid niet in voorziet.

De groencommissie bestaat uit de voorzitter (wethouder), ambtenaar beleidsmedewerker openbare ruimte, 2 burgerleden en 1 onafhankelijk boomadviseur en ambtelijke ondersteuning (secretariaat).

De groencommissie is in 2014 aangesteld. De groencommissie komt 2 tot maximaal 6 keer per jaar bijeen, afhankelijk van het aantal aanvragen.

4.7 Honoreren kapverzoek gemeentelijke boom of bomen

Op basis van de voorgaande paragrafen worden onderstaande criteria toegepast om een verzoek tot kap vanwege overlast van een gemeentelijke boom te honoreren. Belangrijk: dit geldt voor bomen die niet zijn opgenomen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ of die geen onderdeel vormen van een vastgestelde waardevolle boomstructuur.

Een kapverzoek wordt gehonoreerd als:

  • De boom op onvoldoende afstand staat van de oorspronkelijke gevel.

    Dit wordt berekend door de huidige kroondiameter op basis van de meest recente luchtfoto’s op te meten. De breedte van de kroon wordt vermenigvuldigd met de factor 0.6. (factor 0,6 is conform de normsystematiek van het Norminstituut bomen). De uitkomst is de minimale afstand die de boom dient te hebben vanaf hart boom tot de gevel.

    Daarnaast wordt ook naar de verwachte toekomstige kroonbreedte gekeken. Wanneer de kroondiameter naar verwachting niet groter wordt, zal bij de berekening de huidige kroondiameter aangehouden worden.

    Wanneer de boom in kroondiameter nog zal toenemen, zal bij de berekening de verwachte kroondiameter aangehouden worden.

  • De afstand vanuit het hart van de boom tot de oorspronkelijke erfgrens minder is dan 1 meter. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor vormbomen zoals bijvoorbeeld leibomen. Voor alle andere bomen met een afstand tussen 1 en 2 meter adviseert de groencommissie. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor de straatbomen bij bedrijventerrein Haarbrug-Zuid. Deze dienen behouden te blijven.

  • Door een extern adviseur kan worden bewezen dat de boom of bomen bijvoorbeeld gedurende de gehele dag het zonlicht wegnemen uit de aangrenzende tuin en waarbij het toepassen van beheermaatregelen niet voldoende effect heeft (‘onrechtmatige situatie’).

In bijlage 4 is een ‘Processchema verzoek vellen houtopstand’ bijgevoegd. Deze brengt de te ondernemen stappen schematisch in beeld. In bijlage 5 is het ‘beoordelingsformulier verzoek vellen houtopstanden’ welke team Beheer & Realisatie Openbare Ruimte toepast om te bepalen of het verzoek gegrond is.

Opmerking: afhankelijk van het aantal te honoreren verzoeken tot het kappen van bomen kan de gemeente deze werkzaamheden gefaseerd uitvoeren zodat deze afgestemd zijn op het beschikbaar budget en een uitvoerbare planning.

Afhankelijk van de situatie dient de te vellen boom vervangen te worden voor een andere boom wanneer:

  • de te vellen boom beeldbepalend is voor zijn omgeving;

  • er geen of weinig bomen in de directe omgeving aanwezig zijn;

  • de overlast oplosbaar is door het toepassen van een andere grootte en / of boom soort;

  • overlast is oplosbaar door de (nieuwe) boom te verplaatsen naar een andere locatie;

  • de boom vormt onderdeel van groep, rij of structuur.

4.8 Handhaving en bescherming bomen op gemeentelijke ‘Bomenlijst’ en waardevolle boomstructuren

Voor het kappen van bomen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ en/of waardevolle boomstructuren zal zonder uitzondering (dus ook de gemeente zelf) via het digitale omgevingsloket (zie bijlage 3: Wabo) een ‘omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand’ moeten worden aangevraagd. De aanvraag omgevingsvergunning zal slechts na zorgvuldige afweging en bij zeer zwaarwegende argumenten worden toegewezen. Zwaarwegende argumenten kunnen onder andere zijn:

  • de boom levert gevaar op voor de veiligheid van de directe omgeving (personen, gebouwen, goederen);

  • de boom verkeert in een onomkeerbaar slechte conditie waardoor deze snel aftakelt.

  • bij zeer uitzonderlijke situaties, kan het college, afwijken van het beleid wanneer een boom op onvoldoende afstand van de oorspronkelijke gevel staat en met de afweging van het advies van de groencommissie. Bij deze uitzonderlijke situatie is er sprake ongewenste combinatie van type boom en locatie waar de boom tot wasdom groeit.

Een nader boomtechnisch onderzoek door een daarin gespecialiseerd, extern adviesbureau kan deel uitmaken van de afwegingsprocedure bij een aangevraagde omgevingsvergunning. Mede op basis van de uitgebrachte rapportage kan een zorgvuldige afweging worden gemaakt om een omgevingsvergunning toe- of af te wijzen.

Noodkap

Een aparte categorie wordt gevormd door de zogenaamde ‘noodkap’. Dit betreft alle bomen die door stormschade, blikseminslag of een versnelde aantasting door een boomziekte, volgens deskundig oordeel een direct en ontoelaatbaar hoog risico oplevert betreft veilheid en schade. Deze bomen dienen zo spoedig mogelijk te worden gekapt om het ontstane risico weg te nemen. Het achteraf aanvragen van een omgevingsvergunning voor noodkap is zinloos en kan achterwege blijven. Het vergunningsplichtige object is verdwenen, waardoor een objectieve beoordeling op dat moment niet meer kan plaatsvinden.

Beheermaatregelen

Nadrukkelijk kan worden gesteld dat voor bomen op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ en waardevolle boomstructuren door de gemeente te nemen structuurversterkende beheermaatregelen (waaronder dunning of vervanging) vanuit de opgestelde meerjarenplanning te allen tijde blijven toegestaan.

4.9 Communicatie naar burgers bij uitvoering verwijderen van bomen

Bij het honoreren van een kapverzoek wordt de aanvrager per brief op de hoogte gebracht wanneer de boom/bomen verwijderd wordt. Andere bewoners uit de buurt worden hier niet van op de hoogte gebracht tenzij het om meerdere bomen gaat in de straat. Bij het kappen van groot aantal bomen worden de inwoners geïnformeerd via de gemeente pagina.

5. Ontwerp, Inrichting en beheer van gemeentelijke bomen

Bij (her)inrichtingsplannen is het belangrijk om goede richtlijnen te hebben om gemeentelijke bomen op de juiste plek toe te passen. Welke boomsoort is toepasbaar, welke kroonvorm wordt toegepast, is er voldoende ondergrondse ruimte aanwezig. Hierbij wordt een afweging gemaakt om een boom op de juiste plek te zetten en om in de toekomst op de juiste manier te beheren. Voor het ontwerp, inrichting en beheer van gemeentelijke bomen hanteert gemeente Bunschoten de landelijke systematiek van het Norminstituut Bomen (NiB), verwerkt in het ‘Handboek bomen 2018’.

5.1 Handboek bomen 2018 Norminstituut Bomen

Het door het NiB uitgegeven ‘Handboek Bomen 2018’ voorziet de gemeente van een landelijk gestandaardiseerde systematiek met betrekking tot het ontwerp en beheer van bomen. De gemeente is sinds juni 2013 licentiehouder en mag het Handboek Bomen 2018 voor de openbare ruimte van toepassing verklaren binnen de aangegeven licentie voorwaarden.

De richtlijnen van het NiB zijn een bundeling van normen, toetsbare kwaliteitseisen en resultaatsverplichtingen ontwikkelt vanuit een brede coalitie in de bomenvakwereld, die betrekking hebben op de uitvoering van werkzaamheden in, rond en met bomen. Het doel is een gedegen kwaliteitswaarborg te bieden voor bomen in de openbare ruimte. Het Handboek Bomen kent een gedeelte ‘Ontwerp & Realisatie’, ‘Beheer & Zorgplicht’ en ‘Inventarisatie, Taxatie & Onderzoek’.

Toepassen richtlijnen Norminstituut Bomen

De richtlijnen van het NiB gelden voor nieuwe situaties. Met behulp van deze richtlijnen zal de gemeente verder werken aan het ontwikkelen, versterken en behouden van een gezond en duurzaam bomenbestand.

Bestaande bomen die niet op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ zijn opgenomen of geen onderdeel zijn van een vastgestelde ‘Waardevolle bomenstructuur’ en die door burgers als overlast gevende bomen worden ervaren, worden bij een verzoek tot kap beoordeeld op de richtlijnen van het NiB.

Voor de waardevolle bomen en waardevolle boomstructuren gelden de NiB-richtlijnen niet, omdat deze bomen door hun status al de hoogste beschermingsfactor hebben.

Wanneer de gemeente in de directe omgeving van een boom van de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ of binnen een waardevolle boomstructuur beheermaatregelen dient te treffen, zal per locatie nader worden vastgesteld of het mogelijk is de NiB-richtlijnen toe te passen en kan dit aanleiding zijn om in de toekomst deze structuren om te vormen of te vervangen.

5.2 Beheer en onderhoud gemeentelijke bomen

Gemeente Bunschoten is eigenaar van alle bomen welke in de openbare ruimte aanwezig zijn en is daarvoor ook verantwoordelijk. De gemeente heeft dan ook de zorgplicht om de gemeentelijke bomen te beheren en te onderhouden.

Wanneer er sprake is van schade, die ontstaan is door een tak die uit een boom is gewaaid, of een boom die omgevallen is, dient de eigenaar aan te tonen te hebben voldaan aan de zorgplicht.

Om juridisch aantoonbaar te maken dat gemeente Bunschoten zijn gemeentelijke bomen onderhoud en visueel controleert op veiligheid en kwaliteit (en zo voldoet aan de algemene zorgplicht), worden de bomen periodiek gekeurd door middel van een boomveiligheidscontrole.

Boomveiligheidscontrole

Ieder jaar wordt een boomveiligheidscontrole door middel van de VTA-methode (Visual Tree Assessment) uitgevoerd voor een kwart van de gemeentelijke bomen binnen gemeente Bunschoten. Met de VTA methodiek worden de bomen visueel beoordeeld op biologische en mechanische symptomen die duiden op (verborgen) gebreken. Na iedere 4 jaar zijn alle gemeentelijke bomen gecontroleerd waarna het proces zich weer herhaald.

De boomveiligheidscontrole wordt bij voorkeur in de maand september uitgevoerd (i.v.m zichtbaarheid eventuele zwamaantastingen en schimmel van vruchtlichamen). De controle mag alleen uitgevoerd worden door een vakbekwaam personeel met aantoonbare kennis en ervaring. Binnen het gemeentepersoneel zijn een aantal ambtenaren bevoegd om boomveiligheidscontroles uit te voeren. Gezien de omvang van het werk en onafhankelijkheid, wordt de boomveiligheidscontrole door een externe partij uitgevoerd. Werkzaamheden als het controleren van risico- en attentiebomen, monitoren van zieke bomen zoals bijvoorbeeld de essen t.b.v. de essentakkensterfte, worden door het eigen personeel jaarlijks uitgevoerd.

Bomen die uit de controle extra aandacht nodig hebben, de zogenoemde risico- en attentiebomen, worden ieder jaar gecontroleerd.

De uitkomsten van de boomveiligheidscontrole, de VTA rapportage, worden beoordeeld en op basis hiervan wordt een onderhoudsplan opgesteld en uitgevoerd. Indien er sprake is van een acuut gevaar, of onveilige situaties, kan over gegaan worden tot een noodkap. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 4.8 in dit beleidsstuk.

Registreren van boomgegevens

Voor het registreren van onder andere de VTA gegevens, wordt gebruik gemaakt van een gemeentelijk beheersysteem (GBI 6). In het gemeentelijk beheersysteem staan alle gemeentelijke bomen verwerkt en hebben een uniek boomnummer. Per boom, worden alle VTA, onderhoudsgegevens en logboeken hierin bijgehouden en verwerkt.

6. Ziekten en plagen

Bij aanleg van een boomstructuur wordt vaak gekozen om één soort boom per structuur toe te passen, zodat een uniform en herkenbaar beeld ontstaat in een boomstructuur. Ervaringen in het land hebben aangetoond dat hier grote risico’s aan vastzitten. Mede door de klimaatverandering komen ziekten en plagen uit andere landen ons land binnen. Wat vroeger onmogelijk leek dat in bepaalde boomsoorten in ons land ziekten of plagen ontstaan, wordt dit nu toch waarheid. Als gevolg hiervan, worden boomstructuren bestaande uit één soort, zeer kwetsbaar als een ziekte of plaag toeslaat bij een bepaalde boomsoort. Hierdoor kan een belangrijke boomstructuur in korte tijd ernstig worden aangetast of zelfs verdwijnen.

Voor veel ziekten en plagen zijn (nog) geen bestrijdingsmethoden voorhanden. Hierdoor is het belangrijk om als beheerder de recente ontwikkelingen bij te houden en indien mogelijk adequaat te reageren.

Het preventief tegengaan van ziekten en plagen heeft de voorkeur boven het bestrijden.

Om de kwetsbaarheid te verkleinen wordt bij nieuwe aanplant binnen gemeente Bunschoten een evenwicht gezocht in herkenbare en uniforme uitstaling van de boomstructuur (Bijvoorbeeld door het toepassen van bomen met vergelijkbare kroonvorm en hoogte) en diversiteit van verschillende gezonde en/of resistente boomsoorten.

Binnen gemeente Bunschoten komen onderstaande ziekten en plagen voor in het gemeentelijk bomenbestand. Per boomsoort wordt aangegeven hoe hier mogelijk tegen gehandeld kan worden.

Plagen

Boomsoort

Risico’s/

Schaden

Behandeling tegen plaag

Kastanjemineer-mot

Paardenkastanje

Verdwijnen bladmoes, stagnerende groei

Verwijderen van blad in de herfst (overwinteringsplek van de pop)

Luis

Lindes

Honingdauw, plak op auto’s en verharding

Op bepaalde locaties gebruik van knoflookextracten (behandeling niet overal toepasbaar ivm kosten en effectiviteit)

Eikenprocessie-rups

Eik

Brandharen in rupsfase, aangevreten blad

Bij constatering van nesten in een boom (periode mei-juli), wordt deze door een gespecialiseerd bedrijf verwijderd

Pollen

ABC bomen (esdoorn/berk/ haagbeuk)

Allergie bij mensen

Niet mogelijk

Ziekten

Boomsoort

Risico’s/

Schaden

Mogelijkheden preventieve behandeling

Paardenkastanje

bloedingsziekte

Paardenkastanje

Afsterven en scheuren in de stam, waardoor secundaire aantasting mogelijk is

Monitoren, infecties voorkomen d.m.v. ontsmetten gereedschap

Massaria

Plataan

Afsterven van onderste takken waardoor takbreuk wordt vergroot

Regelmatige controle, en aangetaste takken verwijderen

Essentakken-sterfte

Es

Afsterven van de boom

Monitoren en ernstig aangetaste bomen verwijderen

De essentakkensterfte is momenteel een actueel en landelijk probleem. De ziekte heeft zich ook binnen Bunschoten geopenbaard. Belangrijke structuren zijn aangetast. In dit hoofdstuk zal verder ingegaan worden hoe de gemeente omgaat met deze ziekte.

6.1 Essentakkensterfte

De essentakkensterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. De boom verzwakt hierdoor ernstig. De schimmel verspreidt zich via sporen over grote afstanden in de lucht. Er is vooralsnog geen effectieve, praktisch uit te voeren bestrijdingsmethode voor de schimmel. Bij aanhoudende en zware aantasting sterft uiteindelijk de gehele boom af.

afbeelding binnen de regeling

Binnen gemeente Bunschoten staan ongeveer 25% van het totale bomenbestand uit het geslacht Es. Ongeveer 90% van deze essen heeft de variëteit Fraxinus excelsior (gewone es). Deze variëteit is het meest vatbaar voor de essentakkensterfte.

De essen staan in meerdere waardevolle boomstructuren, namelijk:

  • Stadsgracht;

  • Rengersweg;

  • Irenestraat;

  • Westsingel;

  • Oostelijke randweg (nog jonge aanplant);

  • Zevenhuizerstraat.

6.2 Algemene verwachting

Op de korte termijn is er niets voorhanden om de verspreiding aan te pakken. Het staat daarmee vast dat de ziekte zich nog verder gaat verspreiden, waarbij de impact op het essenbestand groot zal zijn.

Gezien de ontwikkelingen van de laatste jaren, zijn de kosten met de aantallen die de komende jaren gaan uitvallen niet op te vangen met regulier onderhoudsbudget. Vanuit de kadernota is er extra geld beschikbaar gekomen om:

  • de waardevolle structuren ook daadwerkelijk te kunnen behouden;

  • acceptabel veiligheidsniveau te kunnen handhaven;

  • onvoorziene onderhoudskosten financieel op te kunnen vangen;

  • onvoorziene eenmalige maatregelen (vervanging) financieel op te kunnen vangen;

  • de praktische uitvoering werkbaar te houden.

6.3 Plan van aanpak

Voor het beheer en het vervangen van de essen heeft gemeente Bunschoten een aantal criteria, richtlijnen en maatregelen ingevoerd. Dit zijn:

Criteria tot het nemen van het kapmaatregelen:

  • Essen die verkeren in onomkeerbare slechte conditie worden verwijderd.

  • Essen die gevaar opleveren voor de veiligheid van de directe omgeving (personen, gebouwen of goederen) worden verwijderd.

Beheermaatregelen:

  • De essen worden met ingang van 1 januari 2017 jaarlijks gecontroleerd op veiligheid en conditie.

Richtlijnen eenmalige maatregelen:

  • De toekomstverwachting van de ziekte is nog onduidelijk, daarom wordt er voorlopig geen es meer aangeplant;

  • Individuele boom zo snel mogelijk vervangen voor een nieuwe boom;

  • Bij (waardevolle) boomstructuren of bomenrijen worden de bomen niet 1-op-1 vervangen. Team Beheer & Realisatie Openbare Ruimte zal per situatie een afweging maken om een deel van de gezonde/ veilige bomen te laten staan en de gekapte bomen nog niet vervangen of de rij in zijn geheel te vervangen. Bij een waardevolle structuur wordt de groencommissie geïnformeerd en om advies gevraagd;

  • Bij de boomkeuze streven naar diversiteit en kwalitatieve groeiruimte waardoor gebouwd wordt aan een gezond, vitaal en duurzaam bomenbestand.

Communicatie

Het is duidelijk dat er de komende jaren zowel individuele als complete boomstructuren vervangen moeten worden. De communicatie met de bewoners zal hierin zeer zorgvuldig gedaan moeten worden. Hiervoor zal een communicatieplan worden opgesteld.

7. Financiële middelen

Hieronder is een overzicht zichtbaar van de budgetten voor het beheer, behouden en versterken van het gemeentelijke bomenbestand. Met uitzondering van het budget ‘uitvoeren bomenbeleid’ en het budget ‘Kappen en Vervangen Essen’ is er een regulier onderhoudsbudget beschikbaar.

Omschrijving van de budgetten

Budget per jaar

Regulier budget onderhoud bomen (jaarlijkse snoeironde)

€ 40.000,--

Regulier budget licentiekosten Norminstituut Bomen

€ 2.650,--

Regulier budget Groencommissie

€ 2.750,--

Regulier uitvoeren VTA en nader onderzoek

€ 9.600,--

Bestrijden ziekten en plagen (o.a. Eikenprocessierups en luis)

€ 25.000,--

subtotaal

€ 80.000,--

Investering 2018-2019 (Totaal € 70.000,-- voor Kappen en Vervangen Essen

€ 35.000,--

Investering 2016-2019 uitvoeren bomenbeleid (Totaal € 60.000,-- voor kappen en vervangen van bomen)

€ 15.000,--

subtotaal

€ 50.000,--

Totaal per jaar

€ 130.000,--

In 2018 is actief begonnen met het vervangen van zieke Essen. Afhankelijk van hoe het ziekteproces verloopt, is de verwachting de komende jaren voldoende budget te hebben. Mocht de ziekte zich grilliger ontwikkelen dan verwacht zal via de kadernota extra budget worden aangevraagd.

Voor het uitvoeren van het bomenbeleid is geen regulier budget opgenomen. Bij het vaststellen van het bomenbeleid is het verzoek aan de raad om voor de kadernota 2020 structureel €15.000,- beschikbaar te stellen voor het kappen en vervangen van ‘overlast’ bomen en waar mogelijk nieuwe bomen aan te planten.

Bijlage 1 Kaart waardevolle bomen en boomstructuren

Topografische kaart met daarop aangegeven de waardevolle bomen, boomgroepen en waardevolle boomstructuren.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Gemeentelijke ‘Bomenlijst’

Uniek boom

nr.

Bomennaam

Standplaats

Jaar van aanplant (geschat)

Locatie

Opvallende waarde:

• Beeldbepalend

• Grootte/ leeftijd

• Soort

• Groeivorm

• Boomgroep

Foto

108201

108191

108198

108202

108200

Gewone es (Fraxinus excelsior)

Eik

(Quercus robur)

Gras JVA 1960

Boomgroep van 5 bomen bij Wieringervlaak

Beeldbepalende boomgroep, grootte, leeftijd, groeivorm

afbeelding binnen de regeling

107494

107500

107502

107498

107491

Hollandse Linde

(Tilia x europaea “Pallida”)

gras JVA 1970

Boomgroep bij Medemblikker Span

Beeldbepalende boomgroep van 5 bomen.

afbeelding binnen de regeling

107511

107509

107507

107510

107512

107508

Gewone es

(Fraxinus excelsior)

Hollandse Iep

(ulmus hollandica ‘Commelin’)

Valse acacia

(Robinia pseudoacacia)

Gras JVA 1960, 1980, boomgroep van 7 bomen op de Enkhuizer Zand

Beeldbepalende boomgroep

afbeelding binnen de regeling

104187

104189

104184

104186

104181

108480

Gewone es

(Fraxinus excelsior)

Hollandse Linde

(Tilia x europaea “Pallida”)

gras JVA 1960

Boomgroep bij Harderwijker bank

Beeldbepalende boomgroep van 6 bomen.

afbeelding binnen de regeling

104204

104202

104203

104201

104206

108497

Amerikaanse Linde

(Tilia americana)

gras JVA 1950 en 1970

Boomgroep bij Geldersman

Beeldbepalende boomgroep van 6 bomen.

afbeelding binnen de regeling

103627

103622

103625

103647

103679

103653

103670

Plataan

(Platanus hispanica)

gras JVA 1965

Boomgroep bij Straussweg 11-29

Beeldbepalende boomgroep van 7 bomen.

afbeelding binnen de regeling

103621

103635

103634

Plataan

(Platanus hispanica)

gras JVA 1965

Boomgroep bij Straussweg 18-28

Beeldbepalende boomgroep van 3 bomen.

afbeelding binnen de regeling

108673

108674

108672

Zwarte populier

(Populus nigra ‘Vereecken’)

gras JVA 1955

Boomgroep van 3 populieren langs de vijver in het strausspark

boomgroep van 3 bomen.

Lokaal dendrologisch waardevol. Er staan weinig populieren in de gemeente, zeker niet van deze omvang.

afbeelding binnen de regeling

107433

107419

107439

Moeraseik

(Quercus palustris)

gras JVA 1950, 1965 en 1970

Boomgroep bij Jan Schoutenplantsoen

Beeldbepalende boomgroep van 3 bomen.

afbeelding binnen de regeling

108103

108099

108094

Haagbeuk

(Carpinus betulus)

gras JVA 1970

Boomgroep bij Oostsingel

Beeldbepalende boomgroep van 3 bomen.

afbeelding binnen de regeling

107555

107534

107540

107546

107547

107556

Zilveresdoorn

Acer saccharinum ‘Laciniatum Wieri’

gras JVA 1950, 1965 en 1970

Boomgroep bij Plantsoen tegenover Rikkert Jacobsstraat 1-15

Beeldbepalende boomgroep van 6 bomen.

afbeelding binnen de regeling

Uniek boom

nr.

NL naam

Weten-schappelijke naam

Stand- plaats

Jaar van aanplant (geschat)

Locatie

Opvallende waarde:

• Beeldbepalend

• Grootte/ leeftijd

• Boomsoort

• Groeivorm

Foto

106026

Plataan

Platanus hispanica

gras JVA 1975

Bij Bachlaan 69

Grootte, beeldbepalend

afbeelding binnen de regeling

106009

Vleugelnoot

Pterocarya fraxinifolia

gras JVA 1975

Bij Händelsingel 16

Beeldbepalend, Grootte, leeftijd

afbeelding binnen de regeling

104917

Esdoorn

Acer saccharinum ‘Born Gracious’

gras JVA 1980

Bij P. Potterstaat 1

Beeldbepalend, soort

afbeelding binnen de regeling

106312

Vederesdoorn

Acer negundo

gras JVA 1960

Bij Beatrixstraat 20

Beeldbepalend

soort

afbeelding binnen de regeling

108435

Linde

Tillia americana ‘Nova’

gras JVA 1988

Bij gemeentehuis

Gedenkboom Koningin Beatrix 50 jaar

afbeelding binnen de regeling

105654

Linde

Tillia europaea

gras JVA 2003

Bij gemeentehuis

Gedenkboom geboorte prinses Amalia

afbeelding binnen de regeling

108703

Koningslinde

Tilia x europaea ‘Pallida’

gras JVA 2013

Bij gemeentehuis

Gedenkboom kroning Koning Willem Alexander

afbeelding binnen de regeling

108622

Linde

Tillia x europaea

gras JVA 2000

Bij Bachlaan 107

Gedenkboom millenniumwisseling

afbeelding binnen de regeling

104661

Linde

Tillia x europaea

Beplant-ingsvak JVA 2000

Bij Nijkerkerweg 2

Gedenkboom millenniumwisseling

afbeelding binnen de regeling

109040

Doodsbeen-derenboom

Gymnocladus dioicus

Gras JVA 2017

Naast parkeerplaats gemeentehuis

Gedenkboom 500 jaar reformatie

afbeelding binnen de regeling

102930

Plataan

Platanus hispanica

Gras JVA 1975

Op de speelplaats Bizetstraat zuid (achterzijde huisnummers 13-19)

Beeldbepalend voor deze speelplaats en omliggend plantsoen.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Samenhang beleidsnotitie met beleid, wet- en regelgeving

3.1 Huidige APV, gemeentelijk bomenbeleid

In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn regels opgenomen voor het grondgebied van de gemeente. Ten aanzien van de bescherming van houtopstanden zijn in de APV van de gemeente Bunschoten (5-4-2018) in hoofdstuk 4, afdeling 3, de volgende artikelen opgenomen:

Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden

Artikel 4:10 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      houtopstand; hakhout, een houtwal of een of meer bomen;

    • b.

      hakhout; een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen

  • 2.

    In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de houtopstanden te vellen of te doen vellen die staan vermeld op de Bomenlijst.

  • 2.

    De vergunning kan worden geweigerd op grond van:

    • a.

      de natuurwaarde van de houtopstand;

    • b.

      de landschappelijke waarde van de houtopstand;

    • c.

      de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

    • d.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

    • e.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • f.

      de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand

  • 3.

    Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.

Landelijke wet- en regelgeving:

3.2 Burgerlijk Wetboek boek 5. Zakelijke rechten.

Titel 4: bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven.

Artikelen 37, 42, 43, 44 en 45.

Artikel 37

De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.

 

(artikelen 38 tot en met 41 betreffen omgang met water en zijn niet opgenomen)

Artikel 42

  • 1.

    Het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde afstand bedraagt voor bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de heesters en heggen een halve meter, tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten.

  • 3.

    De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen die niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen de erven.

  • 4.

    Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van de schade, ontstaan na het tijdstip waartegen tot opheffing van die toestand is aangemaand.

Artikel 43

Onder muur wordt in deze en de volgende titel verstaan iedere van steen, hout of andere daartoe geschikte stof vervaardigde, ondoorzichtige afsluiting.

Artikel 44

  • 1.

    Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.

  • 2.

    Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toeëigenen.

Artikel 45

Vruchten die van de bomen van een erf op een naburig erf vallen, behoren aan hem wie de vruchten van dit laatste erf toekomen.

3.3 Omgevingsvergunning Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Op 1 oktober 2010 zijn 25 bestaande vergunningstelsels vervangen door 1 stelsel, de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo). Voor burgers en bedrijven is het vanaf dat moment mogelijk om via 1 overzichtelijke procedure en bij 1 bevoegd gezag toestemming te vragen voor activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving, zoals het kappen van één of meerdere bomen die krachtens algemene artikelen in de APV beschermd zijn of, meer specifiek, vermeld worden op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’.

Alleen de eigenaar van een boom kan een ‘omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand’ aanvragen. Een omgevingsvergunning kan integraal worden aangevraagd via de website www.omgevingsloket.nl. Na behandeling van de aanvraag volgt één besluit, te nemen door het college van B&W in de rol van dagelijks bestuur. Handhaving met betrekking tot de omgevingsvergunning vindt plaats door het bevoegd gezag, in veel gevallen de gemeente.

De gemeente is verplicht om voor haar bomen op de ‘Bomenlijst‘ een omgevingsvergunning aan te vragen als ze besluit dat een boom moet verdwijnen. Burgers die het met zo'n besluit niet eens zijn, hebben dus altijd het recht tegen dit besluit in bezwaar te gaan.

 

Wanneer een burger een klacht heeft over een gemeentelijke boom en deze wil laten kappen, dan kan hij daarvoor een verzoek bij de gemeente indienen. De gemeente bepaalt met eigen beleid hoe ze omgaat met dergelijke verzoeken van bewoners en instanties. In elk geval dient te worden getoetst of de boom is opgenomen op de ‘Bomenlijst’ en dus automatisch omgevingsvergunningplichtig is. Voorts dient een toetsing te worden verricht aan de hand van de in de APV opgenomen weigeringsgronden met betrekking tot kappen. Ook dient het gestelde in de Flora- en faunawet (zie: 3.4) bij de afweging te worden meegenomen.

De gemeente kan ook beslissen niet aan het verzoek tot kappen tegemoet te komen. Het aan de burger mee te delen besluit dient altijd onderbouwd te worden met argumenten en in twijfelgevallen, met een advies van een extern boomdeskundige.

De uiteindelijke beoordeling is aan het college. Als de gemeente na zorgvuldige weging besluit om op het kapverzoek in te gaan, wordt in het geval van omgevingsvergunningplichtige bomen een aanvraagprocedure gestart.

Bij verzoeken die niet rechtstreeks in het beleid zijn voorzien kan advies ingewonnen worden bij de groencommissie.

 

Wanneer bomen worden gekapt (of moedwillig zo ernstig worden beschadigd dat kap onvermijdelijk is) kan de gemeente, naast aangifte doen bij de politie, op grond van de artikelen in de Algemene Plaatselijke Verordening een (financiële) herplantplicht opleggen. De hoogte van het te compenseren bedrag en/of de boomwaarde wordt bepaald conform de landelijke richtlijnen van het Norminstituut Bomen (NiB). Dit is nader uitgewerkt in het handboek Bomen 2018.

Tevens bestaat de mogelijkheid de veroorzaker aansprakelijk te stellen.

 

Overigens heeft het achteraf indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning geen zin. Het vergunningsplichtige object is verdwenen, waardoor een objectieve beoordeling op dat moment niet meer kan plaatsvinden.

3.4 Wet natuurbescherming

Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) van kracht. Deze wet vervangt drie wetten. Het gaat hierbij om:

  • Natuurbeschermingswet 1998;

  • Boswet;

  • Flora- en Faunawet.

De Wet natuurbescherming ziet toe op het behoud en de versterking van de biodiversiteit – de verschillende soorten planten en dieren en hun leefgebieden. Ook ondervangt de Wnb zoveel mogelijk de nadelige effecten van het gebruik van de natuur. Vanaf de invoering van de Wnb bepalen de provincies wat wel en niet mag in de natuur en zijn deze verantwoordelijk voor de vergunningen en ontheffingen.

 

De provincie Utrecht beoordeelt meldingen en aanvragen en verleent ontheffingen in het kader van de Wnb en de Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017. De RUD Utrecht handhaaft het naleven van de wet en regels.

 

Bij ontwikkelingen en groenbeheer rond bomen en/of houtopstanden in de gemeente bestaat de verplichting om de huidige natuurwaarden te inventariseren, daaronder vallen met name de aanwezigheid van beschermde soorten evenals vaste voedsel-, rust- of verblijfplaatsen van fauna. Ook dienen de schadelijke gevolgen die soorten kunnen ondervinden bij de uitvoering van werkzaamheden in beeld te worden gebracht. Voor werkzaamheden zoals het snoeien en rooien van bomen en/of houtopstanden houdt dit veelal in dat deze niet uitgevoerd kunnen worden als er vogels in de bomen broeden.

Over het algemeen houden groenbeheerders een periode van 15 maart tot 1 augustus aan waarin geen (grootschalige) ruimtelijke ingrepen met betrekking tot bomen en/of houtopstanden worden uitgevoerd.

Voorts kan het betekenen dat bomen en/of houtopstanden die als rust- of verblijfplaats dienen van vogels of vleermuizen simpelweg niet gekapt mogen worden. Voor uitvoering van werkzaamheden die strijdig zijn met de Wnb, dient een ontheffing te worden aangevraagd.

 

Een gemeente kan besluiten zich ten aanzien van het uitvoeren van werkzaamheden aan bomen en/of houtopstanden te houden aan de Gedragscode Bestendig Beheer Groenvoorzieningen van de Vereniging Stadswerk.

 

De gemeente Bunschoten hanteert deze gedragscode bij de werkzaamheden aan bomen en/of houtopstanden.

Houtopstanden buiten de bebouwde kom

Wanneer buiten de bebouwde kom houtopstanden, bomen of beplanting verwijdert gaat worden, die deel uitmaken van een houtopstand met een oppervlakte van meer dan 10 are, of van een rijbeplanting van meer dan 20 bomen, dan verplicht de Wet natuurbescherming om een melding voor kap in te dienen bij de provincie. Dit dient minstens 4 weken voor kap te gebeuren. De provincie kan indien noodzakelijk een kapverbod opleggen voor bijzondere beplantingen.

 

De grond waarop gekapte bomen hebben gestaan, dienen opnieuw beplant te worden (herplantplicht). Ontheffing van de herplantplicht wordt uitsluitend verleend voor het realiseren van open natuur met een hoge biodiversiteit. In bepaalde gevallen is het mogelijk om de herbeplanting elders te doen. Ook dit vereist een aanvraag.

 

Het vellen van bomen kan vaak voor omwonenden een gevoelig onderwerp zijn. De provincie en gemeente hecht er waarde aan dat het voornemen tot vellen zoveel mogelijk in afstemming met belanghebbenden plaats vindt. Bij belanghebbenden kan gedacht worden aan buren, maar ook aan lokale verenigingen met belangen in natuur, cultuur of landschap.

 

Voor nadere informatie omtrent de Wet natuurbescherming, wordt verwezen naar de website van provincie Utrecht.

3.5 Landelijk register monumentale bomen

De Bomenstichting, sinds 2012 gevestigd te Amsterdam, beheert het Landelijk Register van Monumentale Bomen. Hierin zijn bomen opgenomen die volgens de Bomenstichting van nationaal belang zijn. Het betreft zowel gemeentelijke bomen als bomen in eigendom van derden. Het gaat dan in veel gevallen om bomen met een (zeer) hoge leeftijd, een bijzondere waarde of beeldbepalende functie voor de omgeving. Het landelijk register van monumentale bomen heeft geen juridische status maar kan wel als basis dienen voor een gemeentelijke waardevolle bomenlijst. Vice versa kan het voorkomen dat een waardevolle boom zowel op de gemeentelijke ‘Bomenlijst’ als in het landelijk register is opgenomen.

 

De gemeente Bunschoten bezit geen monumentale bomen, waardoor er automatisch ook geen bomen aanwezig zijn die op deze landelijke lijst vermeld staan.

Bijlage 4 Processchema verzoek vellen houtopstanden

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5 Beoordelingsformulier verzoek vellen houtopstand

afbeelding binnen de regeling