Regeling vervallen per 09-07-2013

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Buren

Geldend van 01-10-2004 t/m 08-07-2013

Intitulé

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Buren

De raad van de gemeente Buren, 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Buren 

Gelet op de Wet werk en bijstand(Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers(Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(Ioaz). 

Overwegende dat op grond van artikel 8, eerste lid onder a Wwb, artikel 35 Ioaw en artikel 35 Ioaz de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het ex artikel 7 Wwb, artikel 34 Ioaw en artikel 34 Ioaz bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. 

Besluit:Vast te stellen de verordening Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Buren.

Hoofdstuk 1 Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Buren

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Wwb: de Wet werk en bijstand.

  • 2 IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

  • 3 IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

  • 4 WSW: Wet sociale werkvoorziening.

  • 5 Wet Rea: Wet reïntegratie arbeidsgehandicapten.

  • 6 ANW: Algemene nabestaandenwet.

  • 7 Voorzieningen: voorzieningen bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de Wwb en beschreven in deze verordening.

  • 8 Bijstandsgerechtigde: persoon jonger dan 65 jaar die bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan ontvangt.

  • 9 Uitkeringsgerechtigde: persoon jonger dan 65 jaar die bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan ontvangt; dan wel een uitkering ontvangt op grond van de IOAW of de IOAZ.

  • 10  Niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon bedoeld in artikel 6 onder a. van de Wwb.

  • 11 Algemeen geaccepteerde arbeid: iedere vorm van betaalde arbeid, niet zijnde werk in de WSW en werk dat gewetensbezwaren oproept.

  • 12 Duurzame arbeid: algemeen geaccepteerde arbeid die over een periode van tenminste zes maanden wordt verricht en geen gesubsidieerde arbeid is.

  • 13 College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Buren.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1 De doelgroep van deze verordening zijn de personen jonger dan 65 jaar,

    • a.

      bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de Wwb, of

    • b.

      bedoeld in artikel 6 aanhef en onder a van de Wwb, of

    • c.

      die een uitkering ontvangen op grond van de IOAW of de IOAZ.

  • 2 Niet tot de doelgroep behoort:

    • a.

      de persoon die geen uitkeringsgerechtigde is en die onderwijs of een beroepsopleiding volgt als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000 of in hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, en

    • b.

      de persoon die een kind is als bedoeld in artikel 7, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de Algemene Kinderbijslagwet.

Artikel 3 Taak gemeente

  • 1 Het college draagt zorg voor het aanbieden van voorzieningen aan personen behorende tot de doelgroep in het kader van ondersteuning bij arbeidsinschakeling gericht op de kortste weg naar duurzame arbeid. Het college stelt vast welke voorziening voor personen uit de doelgroep het meest geschikt is om het beoogde doel te behalen.

  • 2 Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht, stelt de gemeenteraad jaarlijks bij het vaststellen van de gemeentebegroting het budget beschikbaar.

  • 3 De voorzieningen die de gemeente in het kader van ondersteuning bij arbeidsinschakeling voor een persoon uit de doelgroep inzet, worden vastgelegd in een beschikking/trajectplan.

Artikel 4 Rechten en plichten deelnemer

  • 1 De persoon uit de doelgroep is verplicht naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden.

  • 2 De persoon uit de doelgroep kan aanspraak maken op ondersteuning bij arbeidsinschakeling ten behoeve van het realiseren van de, naar het oordeel van het college, kortste weg naar duurzame arbeid. Het college bepaalt hoe deze aanspraak wordt ingevuld.

  • 3 Een persoon uit de doelgroep aan wie een voorziening zoals bedoeld in artikel 7 van deze verordening wordt aangeboden, is verplicht gebruik te maken van deze voorziening.

  • 4 Een persoon uit de doelgroep aan wie een medische keuring op basis van de Wet Rea of de WSW wordt aangeboden, is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 5 Onverminderd andere verplichtingen, voortvloeiend uit wet- of regelgeving, geldt voor een persoon die deelneemt aan of deelgenomen heeft aan een voorziening de verplichting:

    • a.

      alle inlichtingen te verstrekken aan het college over de passendheid en de voortgang van de voorziening en wijzigingen in zijn persoonlijke situatie die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de aanspraak op ondersteuning en de noodzaak van voortzetting van een voorziening, daaronder in ieder geval begrepen wijzigingen in woonplaats, wijzigingen met betrekking tot gezondheidssituatie of arbeidshandicaps en wijzigingen met betrekking tot nevenwerkzaamheden of neveninkomsten;

    • b.

      zijn medewerking te verlenen aan onderzoeken over de inhoud, passendheid, voortgang en uitvoering van de voorziening;

    • c.

      naar vermogen uitvoering te geven dan wel mee te werken aan de onderdelen van de voorziening;

    • d.

      na te laten alles dat de realisatie van het doel van de voorziening belemmert.

  • 6 Als een persoon zijn verplichtingen krachtens het derde lid of het vijfde lid niet nakomt, kan het college beslissen dat zijn aanspraak op iedere voorziening vervalt.

Artikel 5 Niet-uitkeringsgerechtigden en ANW-ers

  • 1 Niet-uitkeringsgerechtigden van 23 jaar en ouder en mensen met een uitkering op grond van de ANW van 23 jaar en ouder kunnen aanspraak maken op ondersteuning bij arbeidsinschakeling ten behoeve van het realiseren van de, naar het oordeel van het college, kortste weg naar duurzame arbeid.

  • 2 Het college stelt de aanspraken en de voorzieningen vast, die beschikbaar zijn voor personen behorende tot de groepen bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6 Criteria ontheffing arbeidsplicht

  • 1 Het college kan met inachtneming van artikel 9 tweede lid van de Wwb, onderscheidenlijk artikel 37a van de IOAW en de IOAZ bepalen dat aan belanghebbende tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, ontheffing wordt verleend van de in artikel 4 eerste lid en artikel 4 derde lid van deze verordening genoemde verplichtingen:

    • a.

      indien de combinatie van zorg en arbeid of de combinatie van zorg en voorziening niet mogelijk is voor alleenstaande ouders;

    • b.

      indien belanghebbende om psychische dan wel medische redenen niet in staat is om te werken.

  • 2 Ontheffing van de arbeidsplicht wordt slechts voor een door het college vast te stellen periode verleend en met inachtneming van de criteria in de Beleidsnotitie Reïntegratie.

  • 3 Op basis van een herbeoordeling kan het college besluiten een ontheffing na afloop van de vastgestelde periode te verlengen.

Artikel 7 Voorzieningen

  • 1 Het college kan een persoon behorende tot de doelgroep (laten) begeleiden bij het zoeken naar en verwerven van arbeid, alsmede bij het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling. Het college geeft binnen de kaders van deze verordening verdere uitwerking aan de aard van de voorzieningen.

  • 2 De voorzieningen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:

    • a.

      kortdurende ondersteuning bij arbeidsinschakeling;

    • b.

      langdurige ondersteuning bij arbeidsinschakeling;

    • c.

      gesubsidieerde arbeid;

    • d.

      sociale activering.

  • 3 Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van arbeidsinschakeling van personen uit de doelgroep onder andere door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van een werkritme, maatschappelijke participatie en/of het bevorderen van sociale - en zelfredzaamheid.

  • 4 Scholing kan onderdeel uitmaken van de voorzieningen in tweede lid. Daarnaast kan het college ook scholing als zelfstandige voorziening aanbieden.

  • 5 Het college kan voor de uitvoering van voorzieningen afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en reïntegratiebedrijven.

Artikel 8 Afweging

  • 1 Bij de afweging welke voorziening het meest geschikt is voor welk persoon uit de doelgroep, worden de mogelijkheden en belemmeringen van de persoon en het belang van de gemeente tegen elkaar afgewogen. Daarbij houdt het college rekening met de zorgtaken van alleenstaande ouders voor hun kinderen. Hiernaast speelt de situatie op de arbeidsmarkt een rol.

  • 2 De alleenstaande ouder kan pas deelnemen aan een voorziening zoals bedoeld in artikel 7 indien een passende kinderopvangvoorziening beschikbaar is.

Artikel 9 Handhaving

  • 1 Als een persoon die deelneemt aan of heeft deelgenomen aan een voorziening, zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4 niet nakomt of niet is nagekomen, kan het college de door hem in het kader van die voorziening ten behoeve van deze persoon gemaakte kosten terugvorderen.

  • 2 Als een bijstandgerechtigde zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4 niet is nagekomen of niet nakomt, kan het college de uitkering verlagen, conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wwb.

  • 3 Als een persoon die een uitkering ontvangt op grond van de IOAW of de IOAZ, zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4 niet nakomt, kan het college de uitkering verlagen, conform hetgeen hierover is bepaald in artikel 20 van de IOAW en de IOAZ.

Artikel 10 Beëindiging

  • 1 Het college kan de voorziening beëindigen:

    • a.

      als een persoon die deelneemt aan een voorziening, zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4, dan wel zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 9 van de Wwb, niet nakomt;

    • b.

      als een persoon die deelneemt aan een voorziening niet meer tot de doelgroep bedoeld in artikel 2 behoort;

    • c.

      indien het college een andere voorziening aanbiedt;

    • d.

      als een persoon die deelneemt aan een voorziening neveninkomsten heeft, die naar oordeel van het college betekenen dat hij in staat is zonder voorziening een plaats te vinden of te behouden op de arbeidsmarkt.

  • 2 Wanneer een voorziening beëindigd is en niet het beoogde doel heeft gehad, kan het college besluiten enige tijd geen nieuwe voorziening aan te bieden aan de betrokkene.

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2 Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Beleid

Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Buren".

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt inwerking op 1 oktober 2004.

Artikel 15 Intrekking bestaande verordeningen

Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de volgende verordeningen en nota"s ingetrokken:

  • 1.

    de Verordening subsidiebeleid WIW, vastgesteld op 8 oktober 2002;

  • 2.

    de Verordening loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen Wiw, vastgesteld op 9 maart 1999;

  • 3.

    de Nota uitstroombeleid gemeente Buren, vastgesteld op 18 december 2001.

  • 4.

    de beleidsnotitie Nug en Anw, vastgesteld door burgemeester en wethouders op 28 januari 2003;

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van ...De griffier, de voorzitter,G. van Droffelaar drs. K.C. Tammes

Toelichting 1 Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

In de Wet werk en bijstand (Wwb) is de verplichting opgenomen tot het opstellen van een gemeentelijke reïntegratieverordening. In de verordening legt de gemeente de rechten en plichten van klanten vast. Met de komst van de Wwb verdwijnt de landelijke wet- en regelgeving over reïntegratie zoals vastgelegd in de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (I/D-regeling). Voor de uitvoering van reïntegratiebeleid krijgt de gemeente een ongedifferentieerd budget als onderdeel van het Fonds Werk in Inkomen (FWI). De gemeenteraad heeft hiermee de mogelijkheid een eigen, lokale, invulling te geven aan het reïntegratiebeleid.In het Burense Beleidsnotitie Reïntegratie zijn hiervoor voorstellen ontwikkeld. Onderhavige verordening is een vertaling van het tot nu toe geformuleerde reïntegratiebeleid. Er is voor gekozen geen uitgebreide invulling te geven aan het in te zetten instrumentarium voor toeleiding naar werk. Verwezen wordt naar (jaarlijkse) beleidsvoorstellen hieromtrent. Dat biedt de gemeente de mogelijkheid om gedurende de rest van 2004 en in de loop van 2005 concrete instrumenten te ontwikkelen aan de hand van de zich voordoende praktijk.In de reïntegratieverordening is het volgende geregeld:De artikelen 3 en 4 leggen de verplichtingen van college en belanghebbende vast. Belangrijk is dat de gemeente Buren ervoor kiest om het uitgangspunt van de wet dat een persoon uit de doelgroep aanspraak kan maken op een voorziening, nadrukkelijk te vertalen als recht op ondersteuning bij toeleiding naar werk. Dat laat onverlet dat het in alle gevallen de gemeente is die bepaalt welke vorm deze ondersteuning krijgt. De gemeente wil dát instrument inzetten dat ervoor zorgt dat de betreffende persoon zo snel mogelijk duurzaam aan het werk is.In de artikelen 6, 7 en 8 wordt beschreven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan haar wettelijke taak. Dat gebeurt door individueel maatwerk te leveren of door mensen voor wie betaald werk vooralsnog geen optie is, tijdelijk te ontheffen van de plicht tot arbeidsinschakeling.Verder biedt artikel 7 de mogelijkheid het reïntegratiebeleid nader te ontwikkelen aan de hand van de actuele situatie op de arbeidsmarkt. Het onderdeel handhaving is nader uitgewerkt in artikel 9. Indien nakoming van de reïntegratieverplichting niet kan worden afgedwongen door verlaging van de uitkering, kan tot terugvordering van de gemaakte kosten voor reïntegratie worden overgegaan.