Regeling vervallen per 01-01-2015

Financiële verordening gemeente Buren 2012

Geldend van 28-03-2012 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Financiële verordening gemeente Buren 2012

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    afdeling : elke organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • 2.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Buren en ten behoeve van de verantwoording die moet worden afgelegd.

  • 3.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn van de financiële handelingen met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en relevante collegebesluiten.

  • 4.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen dan wel gegeven een bepaalde hoeveelheid inzet van middelen het realiseren van zoveel mogelijkprestaties.

  • 5.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

  • 6.

    majeure projecten: incidentele projecten/investeringen (niet zijnde vervangingsinvesteringen) welke een forse financiële en/of formatieve inspanning vergen en een belangrijke bijdrage leveren aan het voorzieningenniveau van een kern of de hele gemeente.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Kadernota

  • 1 Het college biedt de raad in de eerste helft van het jaar een Kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.

  • 2 De raad stelt de Kadernota voor het zomerreces vast.

  • 3 In de Kadernota komen de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde:

    a. concept programma’s:

       - bestuur en burger

       - openbare orde en veiligheid

       - openbare ruimte, vervoer en infrastructuur

       - lokale economie

       - onderwijs

       - maatschappelijke voorzieningen

       - werk en inkomen

       - milieu

       - wonen

    b. concept paragrafen:

       - weerstandsvermogen en risicomanagement

       - financiering

       - grondbeleid

       - wet maatschappelijke ondersteuning (wmo)

    c. toelichting op de financiële positie voor de komende 4 jaar

    d. inventarisatie van nieuw beleid

    e. overzicht van vervangingsinvesteringen

    f.  financiële  kaders en uitgangspunten

    g. reken- en belastingentarieven.

     

Artikel 3 Programma’s en paragrafen

  • 1 De raad benoemt de programma’s en de paragrafen en stelt de indeling ervan vast.

  • 2 Per programma wordt de volgende informatie gepresenteerd:

    • a.

      de doelenboom

    • b.

      de geldende kaderstellende- en beleidsnota’s

    • c.

      de beoogde maatschappelijke effecten

    • d.

      de uit te voeren prestaties en indicatoren

    • e.

      de lasten en baten onderverdeeld naar beheerproducten

    • f.

      het verloop van reserves en voorzieningen

    • g.

      nieuw beleid

    • h.

      kengetallen

  • 3 Per paragraaf wordt de volgende informatie gepresenteerd:

    • a.

      de doelenboom

    • b.

      de beoogde maatschappelijke effecten

    • c.

      inleiding en nadere toelichting.

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1 De financiële kaders en uitgangspunten worden gedurende het begrotingsjaar uniform toegepast op alle voorkomende en tussentijdse investeringen, projecten en andere plannen ongeacht de looptijd dan wel het moment van uitvoering.

  • 2 Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringsbedrag weergegeven.

  • 3 In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4 In de bijlage subsidies bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in ieder geval een overzicht van de subsidies aan instellingen en ondernemingen.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1 Met het vaststellen van de begroting autoriseert de raad de totale lasten en de totale baten per programma alsmede het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2 Het college meldt overschrijdingen op budgetten en investeringskredieten normaliter via de bestuursrapportage tenzij de aard van de overschrijding eerdere melding noodzakelijk maakt.

  • 3 Indien de aard van de overschrijding eerdere melding noodzakelijk maakt, voegt het college hierbij, indien van toepassing, een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van beleid.

  • 4 De raad stelt bij de vaststelling van de jaarlijkse begroting de investeringen voor dat begrotingsjaar vast. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke investeringen in het begrotingsjaar hij op een later tijdstip in een apart voorstel nader bij besluitvorming wil vaststellen.

  • 5 Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vóór het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met structurele dekking aan de raad voor. 

Artikel 6 Bestuursrapportage

  • 1 Het college informeert de raad door middel van bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier en de eerste acht maanden van het begrotingsjaar.

  • 2 De inrichting van de bestuursrapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3 De rapportages gaan in op afwijkingen met zowel een financieel effect als, wanneer daarvoor aanleiding is met een maatschappelijk effect.

    De 1e Burap is met name een beleidsmatige rapportage en bestaat in ieder geval uit de onderwerpen:

    - financiële afwijkingen per beheerproduct

    - stand van zaken van de grondexploitatie

    - stand van zaken majeure projecten

    - stand van zaken van de post onvoorzien

    - de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

    In de 2e Burap wordt naast de onderwerpen uit de 1e Burap verantwoording afgelegd over:

    - de realisatie van de beleidsdoelen en relevante beheersdoelen

    - de stand van zaken van de investeringskredieten

    - de bedrijfsvoering

  • 4 In de bestuursrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting verklaard.

    - Bij een beheerproduct met een totaalbudget van < € 250.000,- maken we melding bij een afwijking van minimaal 10%;

    - Bij een beheerproduct met een totaalbudget van > € 250.000,- maken we melding bij een afwijking van minimaal € 25.000,-;

    - Voor investeringen en projecten hanteren we dezelfde grenzen als bij beheerproducten alleen dan per investering en per project.

  • 5 Van de financiële afwijkingen in het begrotingsjaar maken we op programmaniveau een begrotingswijziging.

  • 6 De raad stelt de bestuursrapportages en de bijbehorende begrotingswijziging vast.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 7 Waardering

  • 1 Immateriële activa worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 2 Kosten voor het afsluiten van geldleningen wor¬den direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3 De materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur.

    Activa met economisch nut en een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 4 Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief.

  • 5 Onder investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut worden ondermeer verstaan investeringen in de aanleg van nieuwe wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken.

  • 6 Voor het afschrijven van nieuwe vaste activa worden de termijnen gehanteerd zoals vermeld in de bijlage “Afschrijvingstabel vaste activa” die onderdeel uitmaakt van deze verordening.

  • 7 In het jaar waarin de investering wordt gedaan vindt geen afschrijving plaats en wordt de rekenrente voor 50% berekend.

Artikel 8 Reserves en voorzieningen

  • 1 Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves

  • 2 Bij een voorstel voor de instelling van een reserve of voorziening wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel;

    • b.

      de voeding;

    • c.

      de maximale hoogte;

    • d.

      de maximale looptijd.

  • 3 De jaarrekening bevat een aparte bijlage “Reserves en Voorzieningen” met daarin per reserve/voorziening de onder 2 genoemde onderdelen en de actuele omvang.

  • 4 Een bestemmingsreserve valt vrij wanneer een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet leidt tot een investering. Het vrijvallende deel wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1 Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2 Uitgangspunten voor kostentoerekening zijn:

    - verdeelsystematiek moet eenvoudig zijn;

    - 1 verdeelsleutel, te weten aantal medewerkers per afdeling;

    - kosten die we direct kunnen toerekenen worden ook direct toegerekend;

    - er is een hoog en laag afdelingstarief;

    - er wordt gewerkt met nacalculatie.

     

  • 3 Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 4  De omslagrente voor de renteberekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij de begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen.

  • 5 Het percentage omslagrente wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1 De raad stelt jaarlijks voorafgaand aan het heffingsjaar de hoogte van de gemeentelijke belastingen, heffingen en tarieven vast.

  • 2 Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van de geraamde respectievelijk werkelijke inkomsten die voortvloeien uit de belastingen, heffingen en tarieven.

Artikel 11 Financieringsfunctie

  • 1 Doelstellingen van het treasurybeleid

    • a.

      Het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

    • b.

      Het voeren van een risicomijdend treasurybeheer om het gemeentelijk vermogen te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s;

    • c.

      Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido en Wet Ruddo en de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut;

    • d.

      Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    • e.

      Het genereren van informatie ter ondersteuning van het te voeren treasurybeleid en de af te leggen verantwoording over het gevoerde beleid.

  • 2 Uitgangspunten van treasury

    • a.

      Leningen en/of garanties worden uitsluitend verstrekt of leningen worden uitsluitend aangetrokken wegens de “publieke taak”;

    • b.

      De gemeente kan middelen uitzetten indien deze uitzettingen een risicomijdend karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico;

    • c.

      Het is niet toegestaan middelen aan te trekken met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten.

  • 3 Rapportage – en beslismomenten.

    • a.

      In de paragraaf Financiering van de begroting stelt de raad het rentebeleid voor het betreffende begrotingsjaar vast. Dit op basis van een rentevisie en een meerjarige liquiditeitenprognose.

    • b.

      De raad stelt de rentevisie indien nodig bij aan de hand van informatie in de bestuursrapportages.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 12 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen.

  • b.

    Het verstrekken van informatie over ontwikke¬lingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoorts.

  • c.

    Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskre¬dieten en voor het maken van kostencalculaties.

  • d.

    Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappe¬lijke effecten van het gemeentelijke beleid.

  • e.

    Het afleggen van verantwoording over de recht¬matigheid, de doelmatigheid en de doeltreffend¬heid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevan¬te wet- en regelgeving.

  • f.

    De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13 Interne controle

  • 1 Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen;

  • 2 Op basis van een jaarlijkse risico analyse draagt het college  zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van processen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de informatievoorziening en de rechtmatigheid van financiële handelingen;

  • 3 Het college legt het controleprotocol en het normenkader ter vaststelling voor aan de raad.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen. 

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 15 Financiële organisatie

Het college zorgt voor:

  • a.

    Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen.

  • b.

    Een adequate scheiding van taken, functies, be¬voegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd.

  • c.

    De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • d.

    De regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende in¬formatievoorziening van de financieringsfunctie.

  • e.

    Het jaarlijks aan de raad voorleggen van een actualisatie van de beheerplannen:

- wegen - riolering - groen - openbare verlichting - onderhoud gebouwen - civiele kunstwerken - grondexploitaties

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 28 maart 2012 en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

  • 2 Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Buren 2009 vastgesteld door de raad op 28 april 2009. 

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam 'Financiële verordening gemeente Buren 2012".

Afschrijvingstabel vaste activa 1