Regeling vervallen per 01-01-2019

Wijzigingsvoorstellen verordening voorzieningen huisvesting onderwijs

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2018

Intitulé

Wijzigingsvoorstellen verordening voorzieningen huisvesting onderwijs

Hoofdstuk 1 Inleiding

De geldende "Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs" in Buren dateert uit 1999.Door gewijzigde wet en regelgeving de laatste jaren moet de Verordening op een aantal onderdelen aangepast worden. Voor een deel betreft dit technische/ redactionele wijzigingen en voor een deel betreft dit wijzigingen in beoordelings/toekenningscriteria.De belangrijkste wijzigingen betreffen:

  • a.

    aanpassing van de verordening aan de AWB (bepaalde begrippen worden anders benoemd)

  • b.

    aanpassing aan de wet dualisering gemeentebestuur ("burgemeester en wethouders" wordt vervangen door "college")

  • c.

    de groepsgrootteverkleining is in de huidige verordening nog niet verwerkt;

  • d.

    bepalingen met betrekking tot de spoedprocedure (niet het college maar de raad is bevoegd)

  • e.

    onderwijskundige vernieuwingen

  • f.

    normeringen onderhoud

  • g.

    prognoses

Hieronder volgt een opsomming van alle wijzigingen die voortgekomen zijn uit de toetsing van de geldende huisvestingsverordening in de gemeente Buren, aan de meest recente verordening van de VNG (medio 2005), Dit voor wat betreft de onderdelen die betrekking hebben op het Primair Onderwijs.

Hoofdstuk 2 Overzicht van wijzigingen

Deel B 1

85. De gehele methode in paragraaf 1.1 is gewijzigd. De volledige tekst is vervangen door:Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor de huisvestingsbehoefte. Het bepalen van de huisvestingsbehoefte als gevolg van een aanvraag voor opneming op het programma, is afhankelijk van de vraag of een voor blijvend gebruik bestemde voorziening dan wel een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening wordt toegekend. Ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening voor een basisschool wordt voor de bepaling van de ruimtebehoefte van de school uitgegaan van de formule onder a. Ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening voor een basisschool wordt voor de bepaling van de ruimtebehoefte van de school uitgegaan van de formule onder b. De formatie die aan basisscholen wordt toegekend is opgebouwd uit de bestanddelen formatie onderbouw (A), formatie bovenbouw (B), kleine scholentoeslag (C) en schoolgewicht (D).

  • 1.

    Formule ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening voor een basisschool:G = (A + B + C) / 179 Waarbij: G= de ruimtebehoefte van de school uitgedrukt in een aantal groepen. Het verkregen getal G wordt rekenkundig afgerond op een geheel aantal groepen. A= het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar dat op 1 oktober voorafgaande aan elk jaar waarop de prognose betrekking heeft op de school zal zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met 9. Het verkregen getal A wordt niet afgerond. B= het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder dat op 1 oktober voorafgaande aan elk jaar waarop de prognose betrekking heeft op de school zal zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met 6,17. Het verkregen getal B wordt niet afgerond. C= 280 minus (het totaal aantal leerlingen dat op 1 oktober voorafgaande aan elk jaar waarop de prognose betrekking heeft op de school zal zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met 2,06). Indien de uitkomst van deze berekening negatief is, wordt de factor C op 0 bepaald. Het verkregen getal C wordt niet afgerond.

  • 2.

    Formule ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening voor een basisschool: G = (A + B + C + D) / 179 + E + 0,5 F Waarbij:

G= de ruimtebehoefte van de school uitgedrukt in een aantal groepen. Het verkregen getal G wordt rekenkundig afgerond op een geheel aantal groepen. A=

  • a.

    het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar dat op de meest recente teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 9.

  • b.

    (indien de formatie opnieuw wordt berekend bij een toename van het aantal leerlingen zoals bedoeld in het Formatiebesluit WPO) het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar dat op de datum van de meest recente telling op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 9. Het verkregen getal wordt niet afgerond.

B =

  • a.

    het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder dat op de meest recente teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 6,17.

  • b.

    (indien de formatie opnieuw wordt berekend bij een toename van het aantal leerlingen zoals bedoeld in het Formatiebesluit WPO) het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder dat op de datum van de meest recente telling op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 6,17. Het verkregen getal wordt niet afgerond.

C =

  • 1.

    280 minus (het totaal aantal leerlingen dat op de meest recente teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 2,06).

  • 2.

    (indien de formatie opnieuw wordt berekend bij een toename van het aantal leerlingen zoals bedoeld in het Formatiebesluit WPO) 280 minus (het totaal aantal leerlingen dat op de datum van de meest recente telling op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 2,06). Indien de uitkomst van deze berekening negatief is, wordt de factor C op 0 bepaald. Het verkregen getal wordt niet afgerond.

D =

  • a.

    som van de gewichten op basis van het totaal aantal leerlingen dat op de meest recente teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, verminderd met 9% van het totaal aantal leerlingen dat op de meest recente teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven. Het verkregen getal wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. Dit gehele getal wordt vervolgens vermenigvuldigd met 3,2.

  • b.

    (indien de formatie opnieuw wordt berekend bij een toename van het aantal leerlingen zoals bedoeld in het Formatiebesluit WPO) som van de gewichten op basis van het totaal aantal leerlingen dat op de datum van de meest recente telling op de school is ingeschreven, verminderd met 9 % van het totaal aantal leerlingen dat op de datum van de meest recente telling op de school is ingeschreven. Het verkregen getal wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. Dit gehele getal wordt vervolgens vermenigvuldigd met 3,2. Indien de uitkomst van deze berekening negatief is, wordt de factor D op 0 bepaald. Het verkregen getal wordt niet afgerond.

E = aanvullende formatie op grond van bijzondere omstandigheden, toegekend op basis van artikel 120, vijfde lid van de Wet op het primair onderwijs. F = het aantal formatieplaatsen onderwijsachterstandenbestrijding dat door de gemeente wordt bekostigd vanuit de specifieke uitkering; 86. Door de gewijzigde methode voor het bepalen van de ruimtebehoefte is ook de berekening van de ruimtebehoefte voor gymnastiekruimten gewijzigd. Daardoor is paragraaf 1.2 vervangen door:Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep 6-12-jarigen wordt maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed (conform artikel 38 en 39 van de verordening). Het aantal groepen is afhankelijk van het aantal formatieplaatsen. Ten behoeve van de bepaling van het aantal formatieplaatsen wordt uitgegaan van de formule G = (A + B + C + D) / 179 De componenten G, A, B, C en D zijn identiek aan de componenten zoals opgenomen in de formule voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen in bijlage III, deel B, onder 1.1. Voor het bepalen van het aantal groepen 6-12 jarigen wordt aangesloten bij het normatieve overzicht 'splitsing aantal groepen leerlingen' zoals weergegeven in tabel 5. Tabel 5 Splitsingstabel aantal groepen leerlingen (G) (nieuw)Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal groepen leerlingen (G) in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening. Aangezien de groepsgrootteverkleining in een aantal stappen wordt doorgevoerd, is in de tabel voor verschillende jaren de splitsing in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen gegeven. Vanaf 2002 wordt uitgegaan van de volledige doorvoering van de groepsgrootteverkleining.

Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

46

14

32

47

14

33

48

15

33

49

15

34

50

15

35

Voor de vaststelling van de structurele noodzaak van een nieuwe accommodatie voor een basisschool, wordt het aantal groepen bepaald door het aantal leerlingen dat op 1 oktober voorafgaand aan elk jaar waarop de prognose, als bedoeld in bijlage II, betrekking heeft op de school zal zijn ingeschreven; 87. Aan deel B is paragraaf 1.3 toegevoegd:1.3 Bepaling aantal groepen ten behoeve van (uitbreiding van) eerste aanschaf onderwijsleerpakket en meubilair.Basisschool De inrichting van een basisschool bestaat uit de volgende componenten:

  • a.

    onderwijsleerpakket

  • b.

    meubilair

a. onderwijsleerpakket Ten behoeve van de bepaling van de omvang van de voor blijvend gebruik bestemde voorziening, dan wel de voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening eerste aanschaf van het onderwijsleerpakket, dan wel uitbreiding van de eerste aanschaf van het onderwijsleerpakket, wordt voor de bepaling van het aantal groepen uitgegaan van de onderstaande formule: G = (A + B + C + D) / 179 + E De componenten G, A, B, C, D en E zijn identiek aan de componenten zoals opgenomen in de formule voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen in bijlage III, deel B, onder 1.1. b. meubilair Ten behoeve van de bepaling van de omvang van de voor blijvend gebruik bestemde voorziening, dan wel de voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening eerste aanschaf van het meubilair, dan wel uitbreiding van de eerste aanschaf van het meubilair, wordt voor de bepaling van het aantal groepen uitgegaan van de onderstaande formule: G = (A + B + C) / 179 De componenten G, A, B en C zijn identiek aan de componenten zoals opgenomen in de formule voor permanent gebruik bestemde voorzieningen in bijlage III, deel B, onder 1.1.';

Deel C 2

88. In paragraaf 1.1 is 'waarvoor huisvesting langer dan vijftien jaar noodzakelijk is' is vervangen door 'waarvoor huisvesting ten minste vijftien jaar noodzakelijk is' (2x);89. In 1.1 is na 'Uitbreiding van het gebouw vindt plaats indien........sec het gebouw' toegevoegd: 'Een toeslag voor een afzonderlijk speellokaal wordt toegekend indien de omvang van de goedgekeurde voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen nieuwbouw, vervangende nieuwbouw, uitbreiding dan wel uitbreiding ter vervanging van een bestaand gebouw, de vijfde groep omvat. Indien de voorziening in de huisvesting een uitbreiding dan wel een uitbreiding ter vervanging van een bestaand gebouw betreft, geldt tevens als voorwaarde dat het bestaande gebouw geen speellokaal bevat. Een tweede toeslag voor een afzonderlijk speellokaal wordt toegekend indien de omvang van de goedgekeurde voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen nieuwbouw dan wel vervangende nieuwbouw de veertiende groep omvat';90. In 1.2 is 'langer dan vier jaar en korter dan vijftien jaar' vervangen door 'ten minste vier jaar en korter dan vijftien jaar' (5x);91. In 1.2 is na 'het aantal groepen wordt bepaald ....de ruimtebehoefte' toegevoegd: 'Een tijdelijke voorziening voor één groep extra ten behoeve van een speellokaal wordt toegekend indien de omvang van de goedgekeurde voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen nieuwbouw, vervangende nieuwbouw, uitbreiding dan wel uitbreiding ter vervanging van een bestaand gebouw, de vijfde groep omvat. Indien de voorziening in de huisvesting een uitbreiding dan wel een uitbreiding ter vervanging van een bestaand gebouw betreft, geldt tevens als voorwaarde dat het bestaande gebouw geen speellokaal bevat. Een tweede tijdelijke voorziening voor één groep extra ten behoeve van een speellokaal wordt toegekend indien de omvang van de goedgekeurde voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen nieuwbouw dan wel vervangende nieuwbouw de veertiende groep omvat';92. In 1.3 is in de tweede alinea 'de omvang van de ..... wordt bepaald door' vervangen door 'voor een basisschool wordt de omvang ...... bepaald door';93. In 1.3 wordt aan 'laatst bekende teldatum' toegevoegd: [of: meest recente teldatum] (2x);94. In 1.3 wordt aan de tweede en derde alinea toegevoegd 'het aantal groepen wordt bepaald zoals beschreven in paragraaf 1.3 van deel B van deze Bijlage';95. Na de derde alinea van 1.3 is toegevoegd 'Voor een basisschool wordt een toeslag onderwijsleerpakket tweede speellokaal toegekend indien er sprake is van een uitbreiding met een tweede speellokaal. Voor een basisschool wordt een toeslag meubilair tweede speellokaal toegekend indien er sprake is van een uitbreiding met een tweede speellokaal';96. Na de vierde alinea van 1.3 is toegevoegd 'De omvang van de goedgekeurde voor blijvend gebruik bestemde voorziening aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen wordt bepaald door de verschiloppervlakte tussen het aantal genormeerde m2 bvo behorend bij de minimumnormen zoals deze golden voor 1 januari 2003 en het aantal genormeerde m2 bvo behorend bij de minimumnormen (zie bijlage III, deel A) bij het aantal groepen dat bepaald is aan de hand van de bepaling van de omvang van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening zoals beschreven in deel B van deze bijlage: 'Wijze van bepalen van de ruimtebehoefte' met als maximum het aantal groepen van de school waarvoor de school over permanente huisvesting beschikt';

Deel D 3

97. Aan lid 1, het derde punt is toegevoegd: 'vanaf de veertiende groep een tweede speellokaal met een minimum netto oppervlakte van 84 m2'; Bijlage IV, deel A 98. In de inleiding van hoofdstuk 1, is in de eerste opsomming 'onderhoud' vervangen door 'aanpassing';99. In de inleiding van hoofdstuk 1, is 'de in dit hoofdstuk opgenomen normbedragen zijn gebaseerd op het prijspeil van 1 juli 1996 .........opgenomen in hoofdstuk 4 vervangen door 'De in dit hoofdstuk opgenomen normbedragen zijn bijgesteld ten behoeve van de vergoedingen voor 2005. De bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil van 1 juli 2004 en voorzien van het MEV-indexcijfer voor 2005 (-3,82 % voor de huisvestingsvoorzieningen nieuwbouw en uitbreiding en 2,07 % voor onderhoud, eerste inrichting en klokuurvergoeding gymnastiek). De systematiek van prijsbijstelling en indexering is opgenomen in hoofdstuk 4';100. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de bouwkosten van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.1 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Vaste voet (incl. twee groepen)

€ 657.444,47

Elke volgende groep

€ 128.623,55

101. Bij toeslag paalfundering is '(inclusief twee groepen)' vervangen door '(inclusief twee respectievelijk vier groepen)';102. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de paalfundering van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.1 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

 

1<15

15<20

>=20

Vaste voet (incl. twee groepen)

€ 9.256,07

€ 13.462,64

€ 21.490,36

Elke volgende groep

€ 1.874,47

€ 3.170,53

€ 5.674,59

103. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor een extra speellokaal van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.1 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Geen paalfundering nodig

€ 100.662,68

Lengte paalfundering 1<15 meter

€ 102.129,11

Lengte paalfundering 15<20 meter

€ 103.143,50

Lengte paalfundering >=20 meter

€ 105.102,72

104. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor sloopkosten wordt bepaald, zijn in 1.1 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Permanente bouw

€ 5.108,33

Tijdelijke bouw

€ 2.555,25

105. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de bouwkosten voor de uitbreiding van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.2 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Vaste voet

€ 92.828,36

Bedrag per groep

€ 148.803,53

106. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de paalfundering voor de uitbreiding van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.2 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

 

1<15

15<20

>=20

Vaste voet

€ 4.155,37

€ 5.419,30

€ 8.694,54

Per groep

€ 657,55

€ 1.704,28

€ 3.445,45

107. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor een afzonderlijk speellokaal bij de uitbreiding van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.2 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Geen paalfundering nodig

€ 116.455,47

Lengte paalfundering 1<15 m

€ 116.969,46

Lengte paalfundering 15<20 m

€ 117.788,79

Lengte paalfundering >=20 m

€ 119.151,99

108. Aan paragraaf 1.2 is na de tabel met de bedragen ter vergoeding van een afzonderlijk speellokaal het volgende toegevoegd:In geval van uitbreiding met alleen een speellokaal zonder gelijktijdige toekenning van een ander lokaal, wordt voor een basisschool de vergoeding op basis van de volgende bedragen bepaald:  

Overzicht vergoedingen

Geen paalfundering nodig

€ 209.253,54

Lengte paalfundering 1<15 m

€ 215.251,84

Lengte paalfundering 15>=20 m

€ 216.561,79

Lengte paalfundering >20 m

€ 217.625,07

109. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de kosten van een tijdelijke voorziening nieuwbouw als hoofdlocatie/uitbreiding van een permanente hoofdlocatie van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.3 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

 

 

(zonder paalfundering)

Vast bedrag

€ 38.207,07

€ 37.853,91

Bedrag per groep

€ 75.113,97

€ 70.811,93

Toeslag eerste groep

€ 18.778,36

€ 17.703,12

Toeslag hoofdlocatie

€ 150.227,39

€ 141.623,86

110. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de kosten van een uitbreiding van een tijdelijke voorziening van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.3 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Vast bedrag

€ 21.476,50

€ 17.245,10

Bedrag per groep

€ 78.706,97

€ 76.733,07

111. In 1.3 staat dat in plaats van de huur voor een noodlokaal te vergoeden op basis van genormeerde huurvergoedingen deze net als de huur een bestaand gebouw op basis van werkelijke kosten vergoed wordt, de gehele tekst is daarom vervangen door: 'Naast aankoop kan een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw ook worden gehuurd. In principe zijn er twee typen huur mogelijk: huur van een noodlokaal en huur van een bestaand gebouw. Beide soorten huur worden vergoed op basis van werkelijke kosten (zie deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten)';112. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.4 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Aantal groepen

OLP

Meubilair

Totaal

2

40.182,79

 23.983,30

 64.166,10

3

45.726,96

 32.228,96

 77.955,92

4

56.903,29

 40.732,64

 97.635,93

5

62.651,29

 48.978,79

 111.630,08

Elke volgende groep

6.086,06

 5.753,96

 11.840,02

Toeslag tweede speellokaal

793,44

 5.503,40

 6.296,84

 113. De titel van paragraaf 1.5 'onderhoud' wordt vervangen door 'aanpassing' en de gehele tekst is vervangen door:Alle aanpassingen met uitzondering van de aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen worden vergoed op basis van werkelijke kosten (zie deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten).Aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingenVoor een basisschool wordt de normvergoeding bepaald op basis van de verschiloppervlakte tussen het aantal genormeerde m2 bvo behorend bij de minimumnormen zoals deze golden voor 1 januari 2003 en het aantal genormeerde m2 bvo behorend bij de minimumnormen (zie bijlage III, deel A) bij het aantal groepen dat bepaald is aan de hand van de bepaling van de omvang van de permanente ruimtebehoefte van de school (uitgedrukt in groepen). De bedragen zijn inclusief een component voor de eerste inrichting. Wanneer het bevoegd gezag van een basisschool ervoor kiest om als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen in de aanpassingen te voorzien door het op de capaciteit van een gebouw in mindering brengen van een leegstaand lokaal, wordt op het hieronder bepaalde bedrag € 52.182,76 in mindering gebracht.  

Vergoeding school voor basisonderwijs

 Aantal groepen

 

 2

€ 52.182,76 

 3

 € 67.092,11

 4

 € 82.001,47

 5

 € 96.910,83

 6

 € 111.820,19

 7

 € 126.729,55

 8

 € 141.638,91

 9

 € 156.548,27

 10

 € 171.457,63

 11

 € 186.366,99

 12

 € 201.276,34

 13

 € 216.185,70

 Volgende groep

 € 14.909,36

 114. In 1.6 zijn de vergoedingen van de bouwkosten voor de nieuwbouw van een gymnastiekzaal met een BVO van 455 m2 vervangen door € 705.292,92 (op het schoolterrein) respectievelijk € 719.557,89 (op afzonderlijk terrein);115. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de paalfundering van de gymnastiekzaal van een basisschool wordt bepaald worden in 1.6 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Paallengte 1<15 meter

€ 14.186,18

Paallengte 15<20 meter

€ 19.556,40

Paallengte >20 meter

€ 27.466,10

116. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor uitbreiding van een gymnastiekzaal van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.6 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Uitbreiding met 112 t/m 120 m2

€ 163.865,90

Uitbreiding met 120 t/m 150 m2

€ 199.201,51

117. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor de paalfundering van een uitbreiding van een gymnastiekzaal van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.6 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

 

Paallengte 1<15m

€ 6.350,91

€ 7.941,22

Paallengte 15<20m

€ 11.000,13

€ 13.746,63

Paallengte >=20m

€ 17.984,02

€ 22.480,02

118. De bedragen op basis waarvan de vergoeding voor onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw, de materiële instandhouding alsmede een vergoeding voor vervanging en aanpassing van onderwijsleerpakket en meubilair van de gymnastiekzaal van een basisschool wordt bepaald, zijn in 1.6 vervangen door: 

Overzicht vergoedingen

Tot 1987

 

 

- < 90 m2

€ 2.450,93

€ 297,79

- 90-130 m2

€ 3.144,94

€ 376,84

- 130-170 m2

€ 3.438,76

€ 406,67

- 170-190 m2

€ 3.281,66

€ 444,95

- 190-230 m2

€ 3.142,95

€ 490,19

- > 230 m2

€ 3.557,08

€ 548,35

Vanaf 1987

 

 

- >= 252 m2

€ 2.824,28

€ 498,64

119. De laatste alinea 'onderhoud' van paragraaf 1.6 is komen te vervallen;

Deel B 4

120. In deel B is onder het hoofdstuk 'Europese aanbesteding', 'ECU' vervangen door 'euro';

Deel C 5

121. 'de vergoeding, die een bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, voor (voortgezet) speciaal onderwijs alsmede voor voortgezet onderwijs voor het onderwijsgebruik van een lokaal, niet zijnde een gymnastiekruimte, betaalt voor het onderwijsgebruik van een lokaal, niet zijnde een gymnastiekruimte, een vergoeding' is vervangen door 'Een bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, voor (voortgezet) speciaal onderwijs, voor voortgezet onderwijs alsmede een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs betaalt voor het onderwijsgebruik van een lokaal, niet zijnde een gymnastiekruimte, een vergoeding';

Nieuwe Bijlage 6

122. Aan paragraaf 2.4 is als lid a toegevoegd 'als eerste de voorziening aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen aan een gebouw dat aangepast wordt waarbij het aantal groepen leerlingen het hoogst is', daardoor schuift alles 1 lid door en wordt lid a dus b enz.;123. In het oude lid b (nieuw c) is aan 'vaklokalen/speellokalen' toegevoegd 'gymnastiekruimten'.

Overzicht van wijzigingen in de modelverordeningOp 22 juli 1998 zijn met kenmerk OCSR/803596 wijzigingen van de modelverordening verstuurd. Deze betreffen met name de, voornamelijk redactionele, wijzigingen als gevolg van de invoering van de inwerkingtreding van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (WEC) en de Wet onderwijs in allochtone levende talen (OALT).

Verder wordt de mogelijkheid om een toeslag meubilair als gevolg van groepsgrootteverkleining aan te vragen toegevoegd. Tenslotte wordt een aantal overgangsbepalingen geschrapt. In de bijlage bij deze ledenbrief staan de wijzigingen per artikel opgenomen.

21 maart 1999In de handreiking groepsgrootteverkleining en onderwijshuisvesting van 21 maart 1999 met als kenmerk OCSR/1999001440 wordt ook een aantal wijzigingen van de modelverordening behandeld.

9 augustus 1999Op 9 augustus 1999 zijn met kenmerk OCSR/1999004252 weer een aantal wijzigingen van de modelverordening verspreid. Het betreft de volgende onderwerpen.

Programma van eisen voor prognoses. Het is niet langer verplicht om een bepaald prognoseprogramma te gebruiken, daarom is een aantal verwijzingen geschrapt. Ook wordt geadviseerd het Programma van eisen voor prognoses vast te stellen. Hierin staan rekenregels aan de hand waarvan prognoses gemaakt dienen te worden.

Capaciteitsbepaling onderwijsgebouwen. Er wordt een mogelijkheid geboden voor het college om de capaciteit van een schoolgebouw naar beneden bij te stellen. Hiermee kan worden voorkomen dat medegebruik moet worden beëindigd bij groei van de school.

1 september 2000 In de ledenbrief van 1 september 2000 met als kenmerk SEC/OC/2000003355 worden de volgende wijzigingen besproken. In het basisonderwijs zijn er drie wijzigingen. Ten eerste is er een nieuwe formule voor het bepalen van het aantal groepen in het basisonderwijs. Hierin is rekening gehouden met de groepsgrootteverkleining. Ten tweede wordt nu ook bij de berekening van het aantal klokuren gymnastiek in het basisonderwijs rekening gehouden met de groepsgrootteverkleining. Ten derde wordt het mogelijk om vanaf de veertiende groep een tweede speellokaal toe te kennen.

In de Handreiking van 31 juli 2000 met als kenmerk SEZ/2001003205 wordt het nieuwe RBM nader uitgewerkt. De laatste wijziging betreft de invoering van de euro. In de bijlagen bij deze ledenbrief staan de exacte gevolgen voor de modelverordening.

2 oktober 2001 Wijzigingen modelverordening van 2 oktober 2001 met als kenmerk SEC/2001003936. De belangrijkste wijziging is dat de beoordeling van aanvragen met een spoedeisend karakter voortaan door de gemeenteraad dient te gebeuren.

De aanvraag kan nog steeds bij het college ingediend worden, maar de gemeenteraad dient een beschikking af te geven. Hiermee wordt aangesloten bij de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). Een andere wijziging is dat het onderscheid tussen een toekenning van volledige eerste inrichting en een toeslag meubilair wordt geschrapt. In het voortgezet onderwijs zijn een aantal wijzigingen ter verduidelijking van een bepaling doorgevoerd.

16 augustus 2002 De belangrijkste wijzigingen in de ledenbrief van 16 augustus 2002 met als kenmerk SEZ/2002002750 hebben betrekking op onderwijskundige vernieuwingen. Ook is de modelverordening aangepast aan de derde tranche van de Awb. Dit betreft met name redactionele wijzigingen.

6 augustus 2003 De wijziging van de modelverordening van 6 augustus 2003 met als kenmerk SEZ/2003002708 bevat de volgende drie onderdelen:

  • 1.

    Aanpassing van het ruimtebehoeftemodel voor het voortgezet onderwijs wordt aangepast aan de onderwijskundige vernieuwingen

  • 2.

    Vereenvoudiging van de systematiek van de vaststelling van de bedragen voor eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair (voortgezet) speciaal onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs.

  • 3.

    Introductie van de nevenvestiging in het speciaal onderwijs als gevolg van de invoering van de Regeling leerlinggebonden financiering.