Beleidsregels bijzondere bijstand

Geldend van 04-10-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand

Beleidsregels bijzondere bijstand

Samenvatting

De gemeenteraad heeft een taakstelling vastgesteld om vanaf 2015 € 100.000,- te bezuinigen op het product bijzondere bijstand. Daarnaast heeft de regering vanaf 2012 een structurele verlaging van het budget van € 190.000,- doorgevoerd. Dit alles maakt het nodig om op de bijzondere bijstand een bezuiniging door te voeren.

Een werkgroep bijzondere bijstand heeft de vele aspecten met betrekking tot de bijzondere bijstand beoordeeld op noodzaak, voorliggende voorzieningen, gebruik, kosten, jurisprudentie, etc. en een voorstel aan het college van burgemeester en wethouders uitgebracht op welke onderdelen van de bijzondere bijstand een aanpassing van het beleid mogelijk dan wel nodig is.

Uw college heeft op 26 juni 2012 de notitie "Beleidsregels bijzondere bijstand" met de daarin opgenomen voorstellen in principe vastgesteld. De notitie is vervolgens ter consultatie aan de gemeenteraad voorgelegd. De commissie Dienstverlening en Economie heeft in zijn vergadering van 4 september 2012 met de notitie "Beleidsregels bijzondere bijstand" en de daarin opgenomen voorstellen ingestemd, behoudens punt 15. ‘indirecte studiekosten’. Met betrekking tot dit punt zijn in de collegebrief van 7 september 2012 een aantal vragen beantwoord en is het aanvankelijke voorstel om de bijstandsregeling voor indirecte studiekosten in te trekken, gewijzigd.

Bij het onderzoek is veelal naar het beleid van de gemeente Rotterdam gekeken. Waar mogelijk vindt aansluiting op dit beleid plaats.

In deze notitie komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen met betrekking tot de bijzondere bijstand aan de orde.

Onderwerp Pagina

  • 1.

    Inleiding 2

  • 2.

    Draagkracht 3

  • 3.

    Drempel 5

  • 4.

    Aanvraagtermijn periodieke kosten 5

  • 5.

    Inrichtingskosten 5

  • 6.

    Prijzengids 8

  • 7.

    Categoriale bijzondere bijstand voor personen van 65 jaar en ouder 8

  • 8.

    Medische voorzieningen en behandelingen en medicijnen 9

  • 9.

    Eigen bijdrage GGZ 12

  • 10.

    Tandartskosten 12

  • 11.

    Brillen en contactlenzen 13

  • 12.

    Babyuitzet 15

  • 13.

    Langdurigheidstoeslag 16

  • 14.

    Kinderopvang sociaal medische indicatie 17

  • 15.

    Indirecte studiekosten 17

  • 16.

    Eigen bijdrage rechtsbijstand en griffierechten 18

  • 17.

    Legeskosten verblijfsvergunningen 19

  • 18.

    Bewijsstukken 19

  • 19.

    Ingangsdatum 20

  • 20.

    Financiële toelichting 20

  • 21.

    Samenvattende voorstellen 21

De Cliëntenraad van Sociale Zaken heeft in zijn vergadering van 30 mei 2012 positief advies uitgebracht over de voorstellen, behoudens het gestelde onder punt 4, in deze notitie.

1.Inleiding

Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat een persoon bijzondere noodzakelijke kosten moet maken. Als hij voor deze kosten geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening (bijvoorbeeld de zorgverzekering) en deze uitgaven ook niet (volledig) uit zijn eigen inkomen en/of vermogen kan betalen, kan daarvoor bijzondere bijstand worden verstrekt.

De bijzondere bijstand is een openeindregeling en opgenomen in de Wet werk en bijstand (hierna WWB). De afdeling Sociale Zaken voert deze wet uit.

De gemeenteraad heeft vanaf 2015 een taakstelling vastgesteld om € 100.000,- te bezuinigen op het product bijzondere bijstand. Daar komt bij dat de regering de gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen vanaf 1 januari 2012 heeft genormeerd op maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 WWB). Voor de gemeente betekent dit vanaf 2012 een structurele verlaging van € 190.000,-. Dit alles maakt het noodzakelijk op de bijzondere bijstand een bezuiniging door te voeren. In januari 2012 is hiervoor een werkgroep bijzondere bijstand samengesteld.

De werkgroep bestaat uit een unithoofd Inkomen, senior beleidsadviseur, beleidsadviseur, casemanager Inkomen, kwaliteitsmedewerker en een medewerker bezwaar en beroep. Ondanks een onderbesteding op het product bijzondere bijstand over 2011 is de prognose dat de uitgaven over 2012 weer hoger zullen liggen dan over 2011.Bij punt 20. treft u een financiële toelichting aan.

De werkgroep bijzondere bijstand heeft de vele aspecten met betrekking tot de bijzondere bijstand beoordeeld op noodzaak, voorliggende voorzieningen, gebruik, kosten, jurisprudentie, etc.

De gemeente Rotterdam heeft het afgelopen jaar een forse bezuinigingsoperatie ondergaan. Dit heeft ook zijn weerslag gehad op de bijzondere bijstand. Uit onderzoek blijkt dat de gemeente Rotterdam de vergoeding van sommige bijzondere bijstandskosten drastisch heeft verlaagd, soms zelfs twee keer in een jaar. Achter deze verlaging ligt niet altijd een (beleidsmatige) onderbouwing, doch is slechts alleen sprake van een bezuiniging. Waar de gemeente Rotterdam soms een hogere vergoeding verstrekt, geeft Capelle aan den IJssel een lagere vergoeding en omgekeerd. Daarbij moet ook aangetekend worden dat Rotterdam sowieso een ruimhartiger beleid had dan Capelle aan den IJssel, zodat zij meer redenen had om te bezuinigen dan Capelle aan den IJssel. In deze notitie zal blijken dat Rotterdam op sommige onderdelen nog steeds een ruimhartiger beleid voert dan Capelle aan den IJssel.

Het is noodzakelijk om de samenhang van het gehele bijzondere bijstandsbeleid in ogenschouw te nemen, waardoor het niet mogelijk is om ‘zo maar’ het beleid van een andere gemeente te volgen.

Vermeldenswaardig is dat de gemeente Capelle aan den IJssel vanaf 2009 bij de gemeente Rotterdam is aangesloten met de collectieve zorgverzekering voor mensen met een minimuminkomen. Dit betekent dat Capelse burgers met een laag inkomen dezelfde collectieve zorgverzekering kunnen afsluiten als Rotterdammers.

De werkgroep bijzondere bijstand heeft dit alles in ogenschouw genomen en goed afgewogen op welke onderdelen van de bijzondere bijstand een aanpassing van het beleid mogelijk is. Daarbij is ook gekeken of vergoedingen of hoogtes van vergoedingen in deze tijd nog wel reëel en financieel verantwoord zijn. Een effectieve uitvoering door de afdeling Sociale Zaken, zoals de controle van bewijsstukken, is ook bezien door de werkgroep. U treft over dit alles voorstellen aan.

Per onderwerp treft u een beschrijving aan van het huidige beleid en worden voorstellen voor aanpassing, handhaving of afschaffing gedaan. Een kostenbesparing per product aangeven is nauwelijks mogelijk, omdat het gebruik per jaar nogal fluctueert en het een openeindregeling betreft. Kostensoorten van de bijzondere bijstand die niet in deze notitie worden beschreven zijn wel door de werkgroep beoordeeld, maar worden relatief weinig verstrekt of drukken nauwelijks op het product bijzondere bijstand, bijvoorbeeld warme maaltijden voor ouderen. De werkgroep heeft ook geen aanleiding gezien om voor deze kosten een wijzigingsvoorstel te doen. Het zou te omvattend zijn om al deze onderwerpen te beschrijven en voorstellen uit te brengen om dit beleid ongewijzigd te handhaven.

De Cliëntenraad van Sociale Zaken heeft in zijn vergadering van 30 mei 2012 positief advies uitgebracht over de voorstellen, behoudens het gestelde onder punt 4, in deze notitie. De commissie Dienstverlening en Economie heeft in zijn vergadering van 4 september 2012 met deze notitie en de voorstellen ingestemd, behoudens punt 15. ‘indirecte studiekosten’. Met betrekking tot dit punt zijn in de collegebrief van 7 september 2012 een aantal vragen beantwoord en is het aanvankelijke voorstel om de bijstandsregeling voor indirecte studiekosten in te trekken, gewijzigd.

2.Draagkracht

Vervallen

3.Drempel

Vervallen

4.Aanvraagtermijn periodieke kosten

Vervallen

5.Inrichtingskosten

Vervallen

6.Prijzengids

Vevallen

7.Categoriale bijzondere bijstand voor personen van 65 jaar en ouder

Vervallen

8.Medische voorzieningen en behandelingen en medicijnen

Vervallen

9.Eigen bijdrage GGZ

Dit onderdeel is onder voorbehoud. Per 1 januari 2012 is door de regering een bezuiniging ingeboekt op de eigen bijdrage GGZ. In het Lenteakkoord dat door het CDA, VVD, D66, GroenLinks en de ChristenUnie is aangeboden aan de regering is de eigen bijdrage (deels) geschrapt. Bij het opstellen van deze notitie is bekend dat de eigen bijdrage GGZ wordt verzacht om zo de toegang tot deze zorg voor kwetsbare groepen te garanderen. Nog niet bekend is hoe dit wordt geëffectueerd. Mocht de eigen bijdrage in zijn geheel komen te vervallen dan is er ook geen noodzaak om bijzondere bijstand te verstekken.

Geestelijke gezondheidszorg (ggz) werd tot voor kort grotendeels vergoed uit de basisverzekering. Kleinere eigen bijdrages waren meestal afgedekt via een aanvullende verzekering.

Om de groei van de uitgaven in de zorg af te remmen heeft het kabinet voor 2012 een aantal maatregelen genomen in de vergoeding van de geestelijke gezondheidszorg.

Nieuw in 2012 is onder meer een wettelijke eigen bijdrage voor de tweedelijns ggz zorg van maximaal 200 euro per jaar. Deze wettelijke eigen bijdrage is overigens volledig verzekerd in de huidige collectieve zorgverzekering van de gemeente.

Daarnaast kan sprake zijn van (kleine) eigen bijdrages (bijvoorbeeld bij de eerstelijnszorg) die niet door een zorgverzekeraar worden vergoed. Ook zullen personen die niet collectief verzekerd zijn tegen deze kosten aanlopen.

Ook wordt bij een opname van langer dan een maand in een inrichting een eigen bijdrage in rekening gebracht van € 145,- per maand. Ook deze eigen bijdrage wordt vanuit de collectieve zorgverzekering vergoed.

Omdat het voor de betreffende personen al een hoge drempel is om van deze vorm van hulpverlening gebruik te maken en de drempel door de eigen bijdrage alleen maar hoger is geworden, wordt voorgesteld om bijzondere bijstand te verstrekken in de eigen bijdrage geestelijke gezondheidszorg.

Het is uitermate belangrijk dat deze personen niet “afglijden” in de maatschappij en noodzakelijke behandelingen worden voortgezet. Bij de kosten voor opname in een inrichting moet de persoonlijke woon- en leefsituatie alsmede het inkomen en vermogen van de klant in ogenschouw worden genomen. Afhankelijk hiervan kan bezien worden of een vergoeding via de bijzondere bijstand mogelijk is of dat de eigen bijdrage zelf betaald moet worden.

In de praktijk vindt bijstandsverlening voor deze kosten al vanaf 1 januari 2012 plaats.

10.Tandartskosten

Vervallen

11.Brillen en contactlenzen

Vervallen

12.Babyuitzet

Vervallen

13.Langdurigheidstoeslag

Vervallen

14.Kinderopvang sociaal medische indicatie

De kosten voor kinderopvang bij sociaal medisch indicatie doen zich voor in het geval bij de ouder lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperkingen aanwezig zijn of als een kind op grond van sociaal-medische problematiek kinderopvang nodig heeft om zich goed en gezond te kunnen ontwikkelen.

Deze kosten komen voor bij kinderen tot 4 jaar (=datum aanvang basisonderwijs) en komen niet via de Wet Kinderopvang voor vergoeding in aanmerking. Daar zijn ze van uitgesloten. Ondanks dat er slechts een kleine hoeveelheid klanten hiervan gebruik maakt, zijn de kosten heel hoog. Over 2011 is er € 142.612,- aan uitgegeven. De kosten blijven op nota uitbetaald worden.

De gemeente Rotterdam verleent ook een vergoeding voor deze kosten. De werkgroep is van mening dat deze bijstandsverstrekking overeind moet blijven in het belang van het kind en de ouder(s). Het gaat veelal om schrijnende (gezins)situaties waar een dergelijke kinderopvang noodzakelijk is. De noodzaak wordt vastgesteld door de medisch adviseur van de gemeente. De gemeente Rotterdam vraagt voor deze kosten advies op bij de GGD. Bij afhandeling van bezwaarschriften vraagt de gemeente nu soms ook al advies op bij de GGD. De werkgroep is van mening dat de GGD op dit vakgebied over meer specialisme beschikt en stelt voor de noodzaak voor de kosten in het vervolg te laten vaststellen door een medisch advies van de GGD.

15.Indirecte Studiekosten

De gemeente beschikt over een individuele bijzondere bijstandsregeling voor indirecte studiekosten voor kinderen van 9 tot 18 jaar. Het gaat om kosten voor:

  • ·

    schoolfonds (ook wel school- of ouderbijdrage genoemd);

  • ·

    schoolreisjes, excursies en werkweken;

  • ·

    door de school voorgeschreven extra kleding, zoals een overall, schort of sportkleding.

De bijdrage is € 50,- per jaar voor kinderen vanaf 9 jaar op het basisonderwijs en € 125,- per jaar voor kinderen tot 18 jaar op het voortgezet onderwijs.

Naast deze regeling beschikt de gemeente over de minimaregeling DOE MEE. Op basis van deze regeling kan een vergoeding worden verkregen voor activiteiten op het gebied van sport, cultuur en recreatie. In de vergadering van de commissie Dienstverlening en Economie van 5 september 2012 zijn vragen gesteld in hoeverre sprake is van ‘dubbelingen’ in beide regelingen voor wat betreft de te vergoeden kosten.

In de collegebrief van 7 september 2012 is aangegeven dat alleen sprake is van een ‘dubbeling’ waar het gaat om de vergoeding van schoolreisjes, schoolexcursies en werkweken.

Op 29 mei 2012 heeft uw college besloten om de DOE MEE-regeling voor het schoolseizoen lopend van 1 augustus 2012 tot 1 augustus 2013 voort te zetten met € 250,- per kind per jaar en de inkomensgrens voor deze regeling te bepalen op 110% van het minimumloon. Dit laatste vloeit voort uit per 1 januari 2012 in werking getreden wetgeving van het Rijk. Voorheen bedroeg de inkomens-grens 120% van het minimumloon. In de collegebrief van 7 september 2012 is voorts aangegeven dat de informatie in de brochure over de DOE MEE-regeling die eind juli 2012 aan de doelgroep is toegezonden, niet voldoende zorgvuldig is geweest. Uit deze informatie zou namelijk geconcludeerd kunnen worden dat Sociale Zaken voor ouderbijdragen en boekengeld op grond van een andere regeling een vergoeding zou kunnen verstrekken. Opgemerkt wordt dat boekengeld directe studiekosten betreffen, die niet door Sociale Zaken mogen worden vergoed. Voor boekengeld en andere schoolkosten dient een beroep te worden gedaan op regelingen die door het Rijk worden uitgevoerd. Dit geeft dan ook aanleiding om - op basis van een onderzoek naar de diverse voorliggende voorzieningen van het Rijk voor diverse schoolkosten - te bezien of er nog aanleiding is om nog via een bijzondere bijstandsregeling schoolgerelateerde kosten te vergoeden.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid en redelijkheid is er aanleiding om de bestaande bijzondere bijstandsregeling voor indirecte studiekosten tot vooralsnog 1 augustus 2013 (einde van het lopende schooljaar) te handhaven maar voornoemde ‘dubbeling’ met betrekking tot de vergoeding van schoolreisjes, schoolexcursies en werkweken per 1 oktober 2012 te schrappen.

16. Eigen bijdrage rechtsbijstand en griffierechten

Vervallen

17. Legeskosten verblijfsvergunningen

Vervallen

18. Bewijsstukken

Vervallen

19. Ingangsdatum

Voorgesteld wordt de ingangsdatum van voornoemde voorstellen op 1 oktober 2012 te bepalen. Dit betekent dat het nieuwe beleid van toepassing is op nieuwe aanvragen om bijstand die op of na 1 oktober 2012 worden ingediend.

Bij lopende periodieke bijzondere bijstand gaan deze beleidsregels in aan het begin van een nieuwe draagkrachtperiode.

Na uw besluit zal uitgebreid intern en extern over deze wijzigingen worden gecommuniceerd.

21.Samenvattende voorstellen

2. Draagkracht

Vervallen

3 Drempel

Vervallen.

4. Aanvraagtermijn periodieke kosten

Vervallen.

5. Inrichtingskosten

Vervallen

6. Prijzengids

Vervallen

7. Categoriale bijzondere bijstand voor personen van 65 jaar en ouder

Vervallen

8. Medische voorzieningen en behandelingen en medicijnen

Vervallen

9. Eigen bijdrage GGZ

  • ·

    Eigen bijdrage geestelijke gezondheidszorg (ggz) voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking laten komen.

  • ·

    Afhankelijk van de persoonlijke woon- en leefsituatie en het inkomen en vermogen van de klant bij opname in een inrichting beoordelen of bijstand mogelijk is voor de maandelijkse eigen bijdrage.

10. Tandartskosten

Vervallen

11. Brillen en contactlenzen

Vervallen

12. Babyuitzet

Vervallen

13 Langdurigheidstoeslag

Vervallen

14. Kinderopvang sociaal medische indicatie

  • ·

    Beleid bijzondere bijstand kosten kinderopvang sociale medische indicatie handhaven.

  • ·

    Medische en sociale noodzaak voor deze kosten laten vaststellen door een advies van de GGD.

15. Indirecte studiekosten

  • ·

    De bestaande bijzondere bijstandsregeling voor indirecte studiekosten tot vooralsnog 1 augustus 2013 (einde van het lopende schooljaar) handhaven;

  • ·

    Bij aanvragen om bijzondere bijstand in indirecte studiekosten die worden ingediend op of na 1 oktober 2012 geen bijzondere bijstand meer verlenen voor schoolreisjes, schoolexcursies en werkweken;

  • ·

    Aan de hand van een in te stellen onderzoek naar de diverse voorliggende voorzieningen van het Rijk voor diverse schoolkosten, in het voorjaar van 2013 een besluit nemen over eventuele voortzetting van de bijzondere bijstandsregeling voor indirecte studiekosten per 1 augustus 2013

16. Eigen bijdrage rechtsbijstand en griffierechten

Vervallen

17. Legeskosten verblijfsvergunningen

Vervallen

18. Bewijsstukken

Vervallen

19. Ingangsdatum

·De ingangsdatum van deze beleidswijzigingen bepalen op 1 oktober 2012. Op aanvragen om bijstand die op of na 1 oktober 2012 worden ingediend het nieuwe beleid van toepassing verklaren. Bij lopende periodieke bijzondere bijstand gaan deze beleidsregels in aan het begin van een nieuwe draagkrachtperiode.