Regeling vervallen per 01-10-2015

Verordening Rekenkamerfunctie Capelle aan den IJssel 2014

Geldend van 31-07-2014 t/m 30-09-2015

Intitulé

Verordening Rekenkamerfunctie Capelle aan den IJssel 2014

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelezen het voorstel van burgemeester en griffier;

overwegende, dat nodig is over te gaan tot het instellen van een Rekenkamer Capelle aan den IJssel, gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Verordening Rekenkamerfunctie Capelle aan den IJssel 2014.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamer: de rekenkamerfunctie in de zin van artikel 81oa van de Gemeentewet;

  • b.

    orgaan: ieder bestuursorgaan van de gemeente;

  • c.

    organisatie: de ambtelijke organisatie van de gemeente;

  • d.

    betrokkene / betrokkenen: degene(n) wiens taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest.

  • e.

    directeur: de directeur van de Rekenkamer zoals bedoeld in artikel 4;

  • f.

    begeleidingsgroep: de begeleidingsgroep Rekenkamer zoals bedoeld in artikel 3;

  • g.

    griffie: de griffie van de gemeente;

  • h.

    de overeengekomen periode: het tijdvak van 1 juli 2014 tot 1 oktober 2015.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een Rekenkamer.

  • 2.

    De Rekenkamer heeft één lid, dat wordt aangeduid met de titel “directeur van de RekenkamerCapelle aan den IJssel”, en één plaatsvervangend lid, dat wordt aangeduid met de titel“plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer Capelle aan den IJssel”.

  • 3.

    De directeur en de plaatsvervangend directeur zijn niet ondergeschikt aan enig orgaan van degemeente.

Artikel 3 Begeleidingsgroep Rekenkamer

  • 1.

    Er is een begeleidingsgroep voor de Rekenkamer, die bestaat uit drie door de raad uit zijnmidden aangewezen leden.

  • 2.

    De begeleidingsgroep onderhoudt de contacten tussen de raad en de Rekenkamer.

  • 3.

    De griffie treedt op als ambtelijk secretaris van de begeleidingsgroep.

Artikel 4 Benoeming lid en plaatsvervangend lid

  • 1.

    Tot lid van de Rekenkamer wordt - gedurende de overeengekomen periode - benoemd dedirecteur van de Rekenkamer Rotterdam.

  • 2.

    Tot plaatsvervangend lid van de Rekenkamer wordt - gedurende de overeengekomen periode - benoemd de teamleider beleidsonderzoek van de Rekenkamer Rotterdam.

  • 3.

    Ten aanzien van het lid en het plaatsvervangend lid is artikel 81g van de Gemeentewet vanovereenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat het lid en plaatsvervangende lid of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van het lid en/of plaatsvervangend lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van deRekenkamer;

    • c.

      c.wanneer het lid en/of het plaatsvervangend lid bij onherroepelijk geworden rechterlijkeuitspraak wegens misdrijf is/zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel isopgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      d.indien het lid en/of het plaatsvervangend lid onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraakonder curatele is/zijn gesteld, in staat van faillissement is/zijn verklaard, surseance vanbetaling heeft/hebben verkregen of wegens schulden is/zijn gegijzeld.

  • 3.

    Het lid en/of het plaatsvervangend lid van de Rekenkamer kunnen door de raad wordenontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Nevenfuncties

  • 1.

    Het lid en het plaatsvervangend lid zijn niet tevens bestuurder van of persoon in dienst van eenpubliekrechtelijk samenwerkingsverband waarin de gemeente deelneemt.

  • 2.

    Het lid en het plaatsvervangend lid vervullen geen nevenfuncties waarvan de uitoefeningongewenst is met het oog op een goede vervulling van het lidmaatschap.

  • 3.

    Het lid en het plaatsvervangend lid maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen.

  • 4.

    Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het derde lidbedoelde functies bij de griffie.

Artikel 7 Budget van de Rekenkamer

  • 1.

    De Rekenkamer wordt voor de overeengekomen periode door de raad een budget beschikbaargesteld ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Onderdeel van dit budget vormt de vergoeding van het lid dan wel het plaatsvervangend lid.

  • 3.

    De Rekenkamer is bevoegd binnen het haar voor de overeengekomen periode beschikbaargesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 4.

    Het lid bepaalt hoe de uitgaven uit het budget worden verantwoord en stelt de raad in kennis vande wijze van verantwoording.

  • 5.

    De Rekenkamer verantwoordt de baten en lasten die in het kader van zijn taakuitoefening zijnontstaan in het jaarverslag als bedoeld in artikel 185, derde lid van de Gemeentewet.

Artikel 8 Onderzoeksplan

  • 1.

    Uiterlijk 1 oktober 2014 legt de Rekenkamer - gehoord de begeleidingsgroep - eenonderzoeksplan ter kennisname aan de raad voor.

  • 2.

    Het onderzoeksplan bevat tenminste twee concrete onderwerpen die binnen deovereengekomen periode leiden tot afgeronde onderzoeken.

Artikel 9 Overige bevoegdheden

  • 1.

    De Rekenkamer kan, voor zover dat naar haar oordeel ten behoeve van het onderzoek gewenstis en voor zover daartoe wettelijk gerechtigd, zonder toestemming alle plaatsen betreden van hetbetrokken orgaan dan wel de organisatie.

  • 2.

    Organen dan wel de organisatie dienen, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, binnen tweeweken te reageren op verzoeken van de Rekenkamer.

  • 3.

    Indien informatie wordt verlangd van externen, beijvert de gemeentelijke organisatie zich voor de toegankelijkheid van deze informatie.

Artikel 10 Rapportage

  • 1.

    De Rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, binnen een termijn van twee weken hun zienswijze op de nota van bevindingen aan deRekenkamer kenbaar te maken.

  • 2.

    Na ambtelijke hoor- en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 1 formuleert de Rekenkamer haar conclusies en aanbevelingen in een concept-onderzoeksrapport.

  • 3.

    De Rekenkamer stelt het betrokken orgaan in de gelegenheid om, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, binnen een termijn van twee weken, zijn zienswijze op het concept-onderzoeksrapport kenbaar te maken. Het betrokken orgaan deelt, tenminste mee: a. welke aanbevelingen worden overgenomen; of b. indien aanbevelingen niet worden overgenomen, de motivering waarom aanbevelingen niet worden overgenomen.

  • 4.

    De griffie verzorgt de coördinatie van de reacties van het betrokken orgaan. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de Rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief onderzoeksrapport opwaarin de resultaten van haar onderzoek en de aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijnopgenomen.

  • 5.

    De onderzoeksrapporten van de Rekenkamer zijn openbaar. Op grond van de belangengenoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de Rekenkamer rapporten dieaan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

Artikel 11 Behandeling door de raad

  • 1.

    1.De griffie vormt voor de Rekenkamer het eerste aanspreekpunt voor praktischeaangelegenheden.

  • 2.

    Een onderzoeksrapport van de Rekenkamer wordt door de directeur schriftelijk aangeboden aan de raad.

  • 3.

    Na ontvangst van het rapport zendt de griffie het rapport onverwijld door naar alle raadsleden.

  • 4.

    De Rekenkamer wordt zo spoedig mogelijk na toezending van het onderzoeksrapport aan deraad in de gelegenheid gesteld het rapport toe te lichten in een vergadering van eenraadscommissie en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 5.

    De griffie verzorgt de agendering van de onderzoeksrapporten voor de raad en zijn commissies.

  • 6.

    Ten behoeve van de raadsbehandeling wordt door de griffie een raadsvoorstel opgesteld metconceptraadsbesluit. Het conceptbesluit bevat indien van toepassing een opdracht aan hetonderzochte orgaan en/of betrokkenen om binnen een door de raad te stellen termijn met eenplan van aanpak ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen te komen.

  • 7.

    De raad behandelt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk, waarbij als uitgangspunt eentermijn wordt gehanteerd van uiterlijk drie maanden na publicatie van het rapport.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Rekenkamerfunctie Capelle aan den IJssel 2014.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking en geldt voor deperiode tot 1 oktober 2015.

  • 3.

    De verordening Gemeentelijke Rekenkamer 2008 wordt ingetrokken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 7 juli 2014,

de griffier, de voorzitter,