Regeling vervallen per 16-06-2023

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Capelle aan den IJssel 2014

Geldend van 01-08-2014 t/m 15-06-2023

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Capelle aan den IJssel 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Verordening leerlingenvervoer Gemeente Capelle aan den IJssel 2014 en de bijbehorende toelichting, hierna te noemen de Verordening;

overwegende dat:

  • -

    het vervoeren en begeleiden van leerlingen van huis naar school en terug in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de ouders/verzorgers;

  • -

    bij de beoordeling en toekenning van een vervoersvoorziening op grond van de verordening wordt bekeken en beoordeeld welk vervoer passend is en daarbij de specifieke mogelijkheden en onmogelijkheden van het kind centraal staan;

  • -

    voor het toepassen van de verordening en de bijbehorende toelichting bij het behandelen van aanvragen voor een voorziening leerlingenvervoer noodzakelijk is om een aantal concrete zaken in beleidsregels vast te leggen;

b e s l u i t :

de volgende beleidsregels vast te stellen

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Capelle aan den IJssel 2014

Artikel 1 Eigen vervoer

Eigen vervoer kan behalve per motorvoertuig (auto) of fiets ook plaatsvinden per motorrijtuig (zoals scootmobiel, brommer).

Artikel 2 Routeplanner

Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres maakt het college gebruik van de ANWB-routeplanner auto en fiets, optie kortste route.

Artikel 3 Hoogbegaafdenonderwijs

Hoogbegaafdenonderwijs wordt in het kader van passend onderwijs gezien als onderdeel van het aanbod van reguliere basisscholen.

Aanvragen voor leerlingenvervoer naar hoogbegaafdenonderwijs buiten de gemeente worden in beginsel afgewezen, tenzij blijkt dat alle dichterbijgelegen basisscholen niet toegankelijk zijn voor de betreffende leerling.

Artikel 4 Wachtlijst school

Indien er sprake is van een wachtlijst op de dichtstbijzijnde toegankelijke school, moeten de ouders/verzorgers daarvan een verklaring overleggen aan het college. Een vervoersvoorziening kan dan worden toegekend naar een andere school.

Artikel 5 Uitbetaling vervoersvoorziening

Artikel 5 Uitbetalingvervoersvoorziening

De toegekende vervoersvoorziening wordt in het geval van openbaar vervoer, vervoer per fiets en eigen vervoer door de gemeente bevoorschot voor het hele schooljaar of het resterende deel daarvan.

Artikel 6 Structurele handicap

Onder structurele handicap wordt in aanvulling op een lichamelijke, verstandelijke en zintuiglijke handicap ook een psychiatrische beperking verstaan. Met structureel wordt bedoeld langer dan drie maanden.

Artikel 7 Ernstige benadeling van het gezin

Van ernstige benadeling van het gezin kan sprake zijn als ouders/verzorgers er op geen enkele wijze in slagen om zelf of met behulp van derden (de begeleiding van) het vervoer van hun kind te organiseren.

Zij dienen dat aan te tonen/aannemelijk te maken door een schriftelijke verklaring van een (bedrijfs)arts of een lokale professional op het gebied van zorg en hulpverlening, bijvoorbeeld een psycholoog. Het college kan een onafhankelijk (medisch) adviseur inschakelen om de situatie te beoordelen.

Artikel 8 OV- vergoeding

In het geval een tegemoetkoming in de kosten van het openbaar vervoer wordt verstrekt, is de hoogte van de tegemoetkoming gelijk aan de kosten van een OV-(jeugd)schooljaarabonnement. Voor het bepalen van de hoogte wordt gerekend met het door de OV-vervoerder vastgestelde kilometerprijs (het OV-chiptarief).

Artikel 9 Fietsvergoeding

De hoogte van de fietsvergoeding wordt berekend per kilometer, is afgestemd op artikel 4, lid b van de Reisregeling binnenland en wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 10 Eigen bijdrage

Voor het bepalen van de hoogte van het drempelbedrag wordt gerekend met het door de OV-vervoerder vastgestelde kilometerprijs (het OV-chiptarief).

Door deze te vermenigvuldigen met de afstand waarover de eigen bijdrage verschuldigd is en het aantal dagen waarop naar school moet worden gereisd, wordt het verschuldigde bedrag aan eigen bijdrage verkregen.

Artikel 11 Vervoer naar stage

Als er sprake is van een stage onder voorwaarden zoals genoemd in de toelichting op artikel 3 van de verordening, dan bestaat er aanspraak op leerlingenvervoer.

In dat geval wordt voor het vervoer van en naar het stageadres beoordeeld welke vervoersvoorziening het meest passend is.

Dit kan betekenen dat een leerling naar school gaat met aangepast vervoer, en in staat wordt geacht om op de fiets naar zijn stageadres te gaan.

Artikel 12 Aangepast vervoer van en naar opvangadres

Leerlingenvervoer is in beginsel uitsluitend bedoeld voor vervoer van de plek waar het kind structureel en feitelijk verblijft naar school. Buitenschoolse opvang en/of andere opvangadressen vallen daar in principe buiten.

In uitzondering op de regeling is aangepast vervoer mogelijk indien:

  • -

    het kind gebruik maakt van aangepast vervoer,

  • -

    het gezin afhankelijk is van voor- en/of naschoolse opvang,

  • -

    voor- en/of naschoolse opvang structureel en op vaste dagen plaatsvindt, en

  • -

    de opvang plaatsvindt in aansluiting op reguliere schooltijden en

  • -

    het opvangadres zich in de gemeente Capelle aan den IJssel bevindt.

Artikel 13 Twee verblijfsadressen

Leerlingenvervoer voor kinderen die twee verblijfsadressen hebben is mogelijk indien er sprake is van een regelmatige verdeling en aantoonbare afwisseling tussen beide ouders/verzorgers in de zorg voor het kind.

Artikel 14 Vervoer naar Internationale Schakelklas (ISK)

Voor het vervoer naar een Internationale Schakelklas (ISK-VO) wordt in principe voor de duur van maximaal één schooljaar een vervoersvoorziening toegekend.

Artikel 15 Crisis(uithuis)plaatsingen

Indien er sprake is van een plotselinge uithuisplaatsing van een kind uit een andere gemeente in een pleeggezin of gezinsvervangend tehuis in Capelle aan den IJssel of vice versa is leerlingenvervoer naar de oorspronkelijke school van het kind gedurende een periode van maximaal zes weken mogelijk, mits de school zich in een straal van maximaal 30 km van het verblijfsadres in Capelle aan den IJssel bevindt.

Artikel 16 Combineren van vervoersvoorzieningen/maatwerk

In het kader van het bevorderen van de zelfredzaamheid van leerlingen en de mogelijke overgang van naar een andere vervoersvoorziening kunnen voor een beperkte periode meerdere vervoersvoorzieningen worden toegekend. Hiervoor zullen met ouders/verzorgers in individuele gevallen afspraken worden gemaakt.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeerartikel

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 augustus 2014 en kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Capelle aan den IJssel 2014’.

Capelle aan den IJssel, 22 juli 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt. A.J. Hartnagel, loco.

Toelichting

Artikel 2:

Het door deze routeplanner aantal uitgerekende kilometers is voor het college het uitgangspunt bij de beoordeling van een aanvraag voorziening leerlingenvervoer.

Artikel 3:

Steeds vaker wordt er behoefte geuit aan het onderwijs voor hoogbegaafden. Het onderwijs voor hoogbegaafden, wordt vrijwel altijd gegeven op reguliere basisscholen, bijvoorbeeld door het creëren van aparte groepen. Zij vallen daardoor onder de Wet op het primair onderwijs.

Binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs waaronder de gemeente Capelle aan den IJssel valt, wordt bijvoorbeeld gewerkt met plusklassen voor leerlingen die extra uitdaging nodig hebben. In deze klassen krijgen kinderen een deel van de week extra aanbod. Naast de plusklassen kan voor deze leerlingen door de reguliere basisschool bij het betreffende samenwerkingsverband een extra arrangement worden aangevraagd (bijvoorbeeld voor thuisondersteuning).

Artikel 4:

Indien de wachtlijst bij de dichtstbijzijnde toegankelijke school oplost gedurende het schooljaar waarin het leerlingenvervoer is toegekend, blijft het recht op de toegekende vervoersvoorziening naar de andere school voor het betreffende schooljaar bestaan. Voor het daaropvolgende schooljaar wordt de aanvraag opnieuw beoordeeld.

Artikel 5:

Indien een leerling gedurende het schooljaar het schoolbezoek beëindigt of anderszins de situatie van de aanvrager verandert en er geen recht meer bestaat op de toegekende voorziening, zal terugbetaling worden gevraagd van het te veel bevoorschotte bedrag.

Artikel 6:

Op grond van wetgeving vervalt indien er sprake is van een structurele handicap het afstandscriterium zoals benoemd in artikel 10, lid 1 en lid 2 en is er geen sprake van een eigen bijdrage of drempelbedrag zoals omschreven in artikel 14 en 15.

Bij het beoordelen van een aanvraag leerlingenvervoer is het van belang om te bepalen of een leerling, ondanks zijn structurele handicap, kan (leren) fietsen of gebruik kan (leren) maken van het openbaar vervoer, hetzij zelfstandig, hetzij met begeleiding.

Om dit te beoordelen kan nader (medisch) onderzoek nodig zijn. Dit onderzoek wordt in opdracht van het college uitgevoerd, zo nodig door het opvragen van advies bij een onafhankelijke instantie.

In sommige situaties kan het kind, met behulp van een training en/of tijdelijke begeleiding, ook leren zelfstandig naar school te gaan.

Artikel 7:

Hoe moeilijk de organisatie van het vervoer voor ouders/verzorgers ook kan zijn, uit jurisprudentie blijken er voor de rechter vrijwel geen redenen te zijn om de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers voor het vervoer over te dragen aan de gemeente. In principe wordt er bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het gegeven dat er meerdere kinderen naar verschillende scholen gaan, er sprake is van een eenoudergezin, of dat een baan van de ouders/verzorgers begeleiding naar school niet mogelijk maakt.

Indien ouders/verzorgers aangeven een probleem te hebben bij het begeleiden van hun kind, kan de gemeente ondersteunen bij het zoeken en vormgeven van deze begeleiding. Bijvoorbeeld door te verwijzen naar, of in gesprek te gaan met, verschillende zorg- en hulpverlenende instellingen die een rol zouden kunnen spelen bij het begeleiden. Te denken valt aan vrijwilligerswerk, MEE, maatschappelijk werk.

Indien uitgesloten is dat begeleiding niet zelfstandig, ofwel met voorliggende mogelijkheden, te organiseren is, kan de gemeente overgaan tot het aanbieden van aangepast vervoer.

Ouders/verzorgers dienen in dat geval een schriftelijke verklaring te overleggen. Het college kan bij de beoordeling van de door ouders/verzorgers aangedragen schriftelijke verklaring advies inwinnen bij een onafhankelijke instantie.

Artikel 10:

Eigen bijdrage

Drempelbedrag

Inkomensafhankelijke bijdrage

(Speciaal) Basisonderwijs

Ja, tot de kilometergrens.

Ja, indien de dichtstbijzijnde school zich op meer dan 20 kilometer van woning bevindt.

Nee, indien er sprake is van een structurele handicap.

Nee, indien er sprake is van een structurele handicap.

Wordt per kind in rekening gebracht.

Wordt per gezin in rekening gebracht.

Artikel 12:

Vervoer van het opvangadres naar het woonadres is in geen enkel geval mogelijk. Van ouders/verzorgers wordt verwacht dat zij het kind zelf ophalen van het opvangadres.

Artikel 13:

Ouders/verzorgers dienen afzonderlijk een vervoersaanvraag in te dienen bij de betreffende gemeente voor de dagen dat het kind bij hen verblijft. Indien het twee verschillende gemeenten betreft, hanteert elke gemeente haar eigen verordening en regels.

In Capelle aan den IJssel geldt bij de beoordeling van een aanvraag dat:

de school vanaf één van de verblijfsadressen bezien de dichtstbijzijnde school is, én

de school, indien niet de dichtstbijzijnde school vanaf het verblijfsadres in Capelle aan den IJssel bezien, binnen een straal van 30 kilometer ligt van het verblijfsadres in Capelle aan den IJssel.

Artikel 14:

Indien verblijf in een schakelklas langer dan één schooljaar noodzakelijk blijkt te zijn vanwege het taalniveau van de leerling, dient een schriftelijke verklaring van de betreffende school te worden overlegd. Op basis hiervan kan de vervoersvoorziening worden gecontinueerd.

Artikel 15:

Gedurende de periode van zes weken moet duidelijk worden waar de leerling definitief gaat wonen.

Onderzocht zal worden of, indien van toepassing, de ‘oude’ gemeente bereid is een financiële bijdrage te leveren voor het vervoer van ‘haar’ leerling.