Regeling rechtspositie burgemeester Capelle aan den IJssel 2009

Geldend van 11-06-2009 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2009

Het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t:

  • I.

    de Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2008 in te trekken;

  • II.

    de navolgende Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2009 vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeente: de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • c.

    Rechtspositiebesluit burgemeesters: het Rechtspositiebesluit burgemeesters vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 15 juni 1994;

  • d.

    Regeling rechtspositie burgemeesters: de Regeling rechtspositie burgemeesters vastgesteld bij ministerieel besluit van 20 februari 2004;

  • e.

    Reisbesluit binnenland: het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken van 1 maart 1993 houdende vaststelling van het Reisbesluit binnenland voor burgerlijk rijkspersoneel;

  • f.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56, betreffende Reisregeling binnenland;

  • g.

    Reisbesluit buitenland: het Koninklijk Besluit van 29 juli 1994 houdende vaststelling van het Reisbesluit buitenland voor het burgerlijk rijkspersoneel;

  • h.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr, AD94/U/1011, Stcrt 181, betreffende Reisregeling buitenland; i. Gebruteerde kostenvergoeding: de vaste ambtstoelage van de burgemeester verhoogd met de verschuldigde belasting tegen een belastingtarief van 52%.

Artikel 2 Ambtstoelage burgemeester, andere kostenvergoedingen en het ter beschikking stellen van computerapparatuur en communicatieapparatuur

  • 1. De ambtstoelage van de burgemeester zoals deze is opgenomen in het Rechtspositiebesluit burgemeesters wordt gebruteerd.

  • 2. Kosten gemaakt ten behoeve van de uitoefening van het ambt van burgemeester dienen uit de ambtstoelage te worden betaald.

  • 3. De kosten van cursussen, congressen, seminars en symposia, alsmede de daarbij eventueel behorende reiskosten, komen voor rekening van de gemeente. Aan het maken van kosten voor het volgen van cursussen en het bijwonen van congressen, seminars en symposia, dient een collegebesluit ten grondslag te liggen. In het collegebesluit wordt de functionaliteit vastgelegd.

  • 4. Computerapparatuur en communicatieapparatuur worden voor de uitoefening van het ambt van de burgemeester door de gemeente in bruikleen verstrekt.

  • 5. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 6. Deze voorzieningen zijn en blijven eigendom van de gemeente. Bij beëindiging van het burgemeesterschap dienen deze onmiddellijk te worden ingeleverd en kunnen worden overgenomen tegen de boekwaarde. De voorzieningen worden afgeschreven in vier jaar.

Artikel 3 Samenstelling ambtstoelage burgemeester

  • 1. In de ambtstoelage van de burgemeester worden verondersteld in elk geval te zijn begrepen de kosten voor:

    • a.

      vakliteratuur;

    • b.

      excursies;

    • c.

      bureaukosten en porti;

    • d.

      contributies en lidmaatschappen;

    • e.

      ontvangsten thuis;

    • f.

      representatie;

    • g.

      zakelijke giften.

  • 2. Voor het vaststellen van de hoogte van de ambtstoelage wordt verwezen naar de jaarlijkse circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in relatie tot het Rechtspositiebesluit burgemeesters.

  • 3. De feitelijke kosten die voor de kostensoort "representatie" over een kalenderjaar hoger zijn dan de vaste ambtstoelage kunnen achteraf bij de gemeente worden gedeclareerd. De gemeentesecretaris beoordeelt de bovenmatige representatiekosten.

  • 4. Voor de kostenpost representatie zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel dient het declaratieformulier "bovenmatige representatiekosten" te worden ingediend.

Artikel 4 Reiskosten burgemeester binnenland

  • 1.

    De burgemeester wordt, naast de ambtstoelage met toepassing van artikel 32 van het 'Rechtspositiebesluit burgemeesters', artikel 6 van de 'Regeling rechtspositie burgemeesters' de keuze geboden gebruik te maken van een vaste vergoeding, een variabele vergoeding of een vergoeding voor de gemaakte kosten bij het reizen met het openbaar vervoer.

  • 2.

    De keuze wordt voor het kalenderjaar gemaakt en kan niet gedurende het jaar worden gewijzigd.

  • 3.

    Voor de hoogte van de variabele vergoeding is het aantal gereden kilometers bepalend. Het bijhouden van een kilometerregistratie en rittenadministratie is vanuit fiscaal oogpunt noodzakelijk. De variabele vergoeding is bedoeld voor reiskosten gemaakt met de eigen auto waarbij een maximum geldt van 2.100 kilometer per jaar.

  • 4.

    De vaste vergoeding is volledig belast. Hierbij is de burgemeester niet verplicht een kilometerregistratie en rittenadministratie bij te houden.

  • 5.

    Als het maximum aantal te declareren kilometers per jaar wordt verreden is de variabele vergoeding even hoog als de vaste vergoeding.

  • 6.

    Ter beoordeling van de gemeentesecretaris kunnen kosten van het gebruik van een taxi binnen de gemeente op grond van representativiteit of veiligheid worden vergoed.

  • 7.

    Overige reiskosten binnen de gemeente komen, behoudens het bepaalde in het eerste tot en met het zesde lid van dit artikel, niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 8.

    De kosten voor het gebruik van een taxi die ten behoeve van de dienst buiten de gemeente worden gemaakt en waarvan de functionaliteit van de reis kan worden aangetoond, worden vergoed.De gemeentesecretaris beoordeelt de functionaliteit van de reis.

  • 9.

    Aan de burgemeester die ten behoeve van de dienst gebruik maakt van een eigen motorvoertuig buiten de gemeente en waarvan de functionaliteit van de reis kan worden aangetoond, wordt een vergoeding per afgelegde kilometer toegekend die is berekend overeenkomstig de bepalingen van het 'Reisbesluit binnenland', 'Rechtspositiebesluit burgemeesters'.

Artikel 5 Buitenlandse dienstreis burgemeester

  • 1.

    De burgemeester die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken heeft hiervoor toestemming nodig van het college. De gemeenteraad wordt via een collegebesluit op de hoogte gesteld.

  • 2.

    De burgemeester die het voornemen van een buitenlandse reis voorlegt aan het college verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de omvang en aard van het gezelschap en de geraamde hoogte van de kosten.

  • 3.

    Een verslag wordt van iedere reis opgesteld en alle buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 4.

    Het meereizen van de partner van de burgemeester is alleen toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de uitnodigende partij en tevens het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner moet bij de aanvraag worden betrokken.

  • 5.

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is wel toegestaan, maar moet bij de aanvraag worden betrokken.

  • 6.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis met vakantiedagen is toegestaan mits dit is opgenomen in de aanvraag. De extra verblijfkosten komen volledig voor rekening van de burgemeester, tenzij blijkt dat de kosten door de verlenging van de reis substantieel lager zijn geworden.

  • 7.

    De burgemeester ontvangt voor de ter uitvoering van zijn functie noodzakelijk te maken buitenlandse reizen een volledige vergoeding overeenkomstig het Reisbesluit buitenland en deReisregeling buitenland, met inachtneming van de aard en de redelijkheid van deze kosten.

  • 8.

    In geval van een buitenlandse reis kan aan de burgemeester een voorschot worden verstrekt, eventueel in buitenlandse valuta. Dit voorschot wordt binnen een maand na het plaatsvinden van een buitenlandse reis verrekend door middel van een declaratieformulier.

Artikel 6 Citeertitel en ingangsdatum

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2009.

  • 2.

    De regeling treedt in werking met de dag van zijn vaststelling en werkt terug tot 1 januari 2008.

Capelle aan den IJssel, 2 juni 2009.

Het college van burgemeester en de wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt. J.J. van Doorne.

Toelichting op de Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2008

Op 17 december 2001 is door de gemeenteraad vastgesteld de Verordening kostenvergoedingen lokaal bestuur 2001. In deze verordening was vastgelegd de eind 2000 landelijk vastgestelde systematiek voor de kostenvergoedingen aan burgemeesters, wethouders, raads- en commissieleden. Het doel van deze verordening was tweeledig: het vastleggen van de nieuwe systematiek van kostenvergoedingen en het vastleggen van alle daarmede samenhangende meer specifiek met de Capelse situatie verbonden zaken.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft bij circulaire van 17 mei 2006, gewijzigd bij circulaire van 7 juli 2006, aan alle gemeenten toegezonden een modelverordening. Het doel van de modelverordening is het vastleggen van de geldelijke voorzieningen voor wethouders, raadsleden en commissieleden. Daarbij zijn de Gemeentewet en de rechtspositiebesluiten door wethouders en raadsleden als uitgangspunten gehanteerd. De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 is vastgesteld in de vergadering van de raad van 12 februari 2007. De modelverordening van de VNG heeft geen betrekking op burgemeesters.

Om reden dat in de Verordening kostenvergoedingen lokaal bestuur 2001 de burgemeester wel was opgenomen, is in het aan de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 ten grondslag liggende collegeadvies met zoveel woorden opgenomen dat een verordening ter vaststelling zal worden aangeboden waarin de rechtspositie van de burgemeester ter zake van de kostenvergoeding is vastgelegd.

In de vergadering van 9/10 juli 2007 heeft de raad vastgesteld de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007. Aan dit besluit heeft ten grondslag gelegen de circulaire van de VNG van 29 maart 2007 inhoudende de tweede wijziging van de voorbeeldverordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007. In deze circulaire van de VNG wordt ten aanzien van de burgemeester gesteld dat deze hun arbeidsvoorwaarden nagenoeg geheel ontlenen aan het Rechtspositiebesluit burgemeesters en de (ministeriele) Regeling rechtspositie burgemeesters. Dat neemt volgens de circulaire niet weg dat in de sfeer van de uitvoering nadere regelgeving ontbreekt. Het is evenwel mogelijk om in het college afspraken te maken over een overeenkomstige toepassing van daarvoor in aanmerking komende zaken zoals die voor wethouders in de verordening worden vastgesteld.

De onderhavige Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2009 is derhalve nadrukkelijk niet gebaseerd op een modelregeling van de VNG. Deze regeling is vastgesteld onder intrekking van de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 25 maart 2008 vastgestelde Regeling rechtspositie burgemeester gemeente Capelle aan den IJssel 2008. De wijziging van de Regeling rechtspositie burgemeesters in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 december 2008 is de aanleiding geweest voor het vaststellen van de onderhavige regeling.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 zijn de begripsbepalingen van de regeling opgenomen. Een nieuwe begripsbepaling is de Regeling rechtspositie burgemeesters, vastgesteld bij ministerieel besluit van 20 februari 2004.

Artikel 2 Ambtstoelage burgemeester, andere kostenvergoedingen en het ter beschikking stellen van computerapparatuur en communicatieapparatuur

Met ingang van 1 januari 2001 is het stelsel van de onkostenvergoedingen ingrijpend gewijzigd. Sinds deze datum is de ambtstoelage van de burgemeester belast. De gebruteerde kostenvergoeding is opgenomen in de bijlage bij de circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 december 2000, kenmerk BW2000/103039. Per 1 januari 2001 zijn de componenten fax/pc en cursussen/congressen overgeheveld naar de gemeentelijke bedrijfsvoering. Dit houdt bijvoorbeeld in dat facturen voor cursussen en congressen direct door de gemeente worden voldaan. Voor wat betreft de computer-apparatuur geldt dat ten behoeve van de uitoefening van het ambt van burgemeester door de gemeente ICT-voorzieningen in bruikleen worden verstrekt. Zowel een laptop als een printer worden in bruikleen gegeven. De printer kan tevens dienst doen als scanner en fax, voor opslag, het opvragen en/of uitwisselen van data en informatie kan gebruik worden gemaakt van het netwerk van de gemeente.

Het uitgangspunt van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is dat de gemeente de voor de uitoefening van het ambt benodigde communicatieapparatuur ter beschikking stelt. Aan de burgemeester wordt een mobiele telefoon in bruikleen verstrekt. Voor de functie-uitoefening zal nauwelijks gebruik worden gemaakt van de privé-telefoon.

Artikel 3 Samenstelling ambtstoelage burgemeester

In lid 1 van artikel 3 van de regeling is aangegeven welke kostensoorten geacht worden in de ambtstoelage te zijn begrepen. In het Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994 wordt terzake de volgende toelichting gegeven.

De procentuele verdeling van de verschillende componenten die zijn opgenomen in de ambtstoelage kunnen als volgt worden weergegeven:

representatie 40%

vakliteratuur 4%

contributies, lidmaatschappen 13%

bureaukosten, porti 4%

zakelijke giften 13%

ontvangsten 25%

excursies 1%.

Representatie:

Onder representatie wordt verstaan koffie, thee, hapjes, drankjes, etentjes met zakelijke relaties en dergelijke. Ook behoren tot deze categorie de noodzakelijke kosten die de partner maakt in verband met de functie-uitoefening door de politieke ambtsdrager. Voorbeelden zijn uitgaven en (reis)kosten verbonden aan bezoeken van zieken, bejaarden, 100-jarigen, en het bijwonen van georganiseerde activiteiten, bijeenkomsten en recepties. Kosten voor representatieve kleding, zowel voor de burgemeester als (eventueel) voor de partner, vallen hier niet onder. Dit geldt zowel voor de kosten van aanschaf als voor reiniging of reparatie en dergelijke. Overigens kan de burgemeester voor kleding geen aparte vergoeding krijgen.

Vakliteratuur:

Uitgaven voor (abonnementen voor) vakliteratuur, losbladige uitgaven, naslagwerken.

Contributies, lidmaatschappen:

Lidmaatschap vakbond, belangenvereniging, beroepsvereniging, bestuurdersvereniging en dergelijke. Contributie en afdrachten aan de politieke partij, contributie voor gezelligheidsverenigingen, Rotary en dergelijke vallen hier niet onder. Onder contributies, lidmaatschappen valt niet de contributie voor het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). Gelet op het belang van het genootschap voor de ambtsvervulling, is overeengekomen dat deze contributie voor de burgemeester direct door de gemeente wordt voldaan.

Bureaukosten, porti:

Pennen, potloden, papier, zakelijke agenda en dergelijke. Tevens de kosten voor het verzenden van post en het kopiëren van stukken.

Zakelijke giften:

Hieronder vallen giften die de politieke ambtsdrager louter als zodanig doet en die men als privépersoon niet zou hebben gedaan, aan inzamelingsacties, collectes en dergelijke (in de regel voor plaatselijke en/of regionale doeleinden). Giften aan een politieke partij of verkiezingscampagne vallen hier niet onder.

Ontvangsten:

Deze betreffen de kosten verbonden aan ontvangsten in de eigen woning die direct verband houden met de uitoefening van het ambt in het eigen huis (consumptieve verstrekkingen en dergelijke).

Excursies:

Excursies waaraan wordt deelgenomen ten behoeve van de uitoefening van het politieke ambt (eventueel inclusief reis- en verblijfkosten).

Het in het vierde lid van artikel 3 bedoelde declaratieformulier "bovenmatige representatiekosten" is als bijlage bij de onderhavige regeling gevoegd.

Artikel 4 Reiskosten burgemeester binnenland

Overeenkomstig artikel 32 van het Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994, artikel 6 van de Regeling rechtspositie burgemeesters heeft de burgemeester met ingang van 1 januari 2008 de keuze om te kiezen voor een vaste vergoeding, een variabele vergoeding of een vergoeding voor de kosten van het openbaar vervoer. De keuze moet voor het kalenderjaar worden gemaakt en kan niet meer gedurende het

jaar worden gewijzigd.

Indien de burgemeester kiest voor de vaste vergoeding ontvangt de burgemeester voor vervoer binnen de gemeente, indien gebruik wordt gemaakt van een personenauto, een vaste vergoeding die afhankelijk is van de oppervlakte van de gemeente. Voor een gemeente tot 50 vierkante kilometer, zoals Capelle aan den IJssel bedraagt deze vergoeding € 64,75 per maand.

De burgemeester kan ook kiezen voor een vergoeding op basis van het aantal gereden kilometers. Voor de hoogte van de jaarlijkse vergoeding is het aantal daadwerkelijk gereden kilometers bepalend met een maximum van 2.100 kilometer op jaarbasis. De vergoeding per gereden kilometer bedraagt 37 cent.

Hiervan is 19 cent per gereden kilometer onbelast. Het bijhouden van een kilometerregistratie en rittenadministratie is, alleen bij de variabele vergoeding vanuit fiscaal oogpunt noodzakelijk. Bij de vaste vergoeding is dit niet verplicht. Als het maximum aantal te declareren kilometers per jaar wordt verreden is

de variabele vergoeding even hoog als de vaste vergoeding. Het verschil tussen beide vergoedingen is dan uitsluitend fiscaal.

Behoudens vergoeding van de kosten van een taxi als bedoeld in het derde lid van dit artikel komen geen andere reiskosten voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 5 Buitenlandse dienstreis burgemeester

De in dit artikel vastgelegde regeling voor een buitenlandse dienstreis van de burgemeester komt overeen met hetgeen over dit onderwerp is vastgelegd voor de wethouder in artikel 24 van de Verordening rechtspositie wethouders-, raads- en commissieleden 2007.