Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsverordening gemeente Capelle aan den IJssel 2002

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 14-11-2206 t/m 31-12-2015

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel

gelet op het bepaalde in artikel 3.1. van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg en de Ondernemingsraad;

B E S L U I T

Vast te stellen de navolgende

BEZOLDIGINGSVERORDENING GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL 2002

I Begripsbepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening en de op grond van deze verordening door burgemeester en wethouders vastgestelde regelingen wordt verstaan onder:

CAR:

De Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

ambtenaar:

de ambtenaar in de zin van de CAR;

De werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar Burgerlijk Recht is aangegaan;

salaris:

het salaris als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR;

bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c. van de CAR;

uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid onder o van de CAR;

schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR, opgenomen in bijlage II en IIa van die regeling;

maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een salarisschaal;

h. diensttijduitloop:

een salarisbedrag dat de ambtenaar, ingedeeld in één van de salarisschalen 1 tot en met 5 van bijlage II van de CAR, op grond van vervulde dienstjaren kan worden verleend, nadat het maximumsalaris van de schaal is bereikt;

betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1; eerste lid onder b, van de CAR;

functiewaarderingsonderzoek

het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

k. functionele schaal:

het bij de functie behorende schaalniveau dat wordt vastgesteld met toepassing van de Procedureregeling functiebeschrijving en –waardering 1992;

l. aanloopschaal:

de schaal voorafgaand aan de functionele schaal;

m. uitloopschaal:

de schaal, direct volgend op de functionele schaal;

n. personeelsbeoordeling:

een beoordeling als bedoeld in het vigerende Beoordelingsreglement 1991 van de Gemeente Capelle aan den IJssel;

o. conversietabel:

de tabel waarin de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen is vastgelegd;

p. volledige betrekking;

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR;

q. overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR;

II Salaris

Recht op salaris

Artikel 2

Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat.

Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Aanstelling in aanloopschaal/functionele schaal/uitloopschaal

Artikel 3

Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversietabel de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

De waardering van de functie wordt uitgedrukt in de functionele schaal.

De ambtenaar kan bij indiensttreding direct in de functionele schaal worden aangesteld.

In afwijking van het vierde lid kan de ambtenaar, die nog niet voldoet aan de gestelde eisen, in de aanloopschaal worden aangesteld.

In afwijking van het vierde lid kan een ambtenaar, die in bijzondere mate voldoet aan de gestelde eisen worden aangesteld in de uitloopschaal.

Een aanstelling in de uitloopschaal is niet mogelijk in de functie van gemeentesecretaris en directeur.

Gebroken tijdvakken

Artikel 4

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking

Artikel 5

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 6

De salarissen van de ambtenaren waarvan het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR.

Bepaling salarisschaal

Artikel 7

Vanaf 1 april 1996 zijn de bijlagen II of IIa van de CAR als volgt van toepassing op de ambtenaar:

bijlage II is per 1 april 1996 van toepassing op:

die ambtenaar die ook op 31 maart 1996 reeds een salaris genoot op grond van deze bijlage, dan wel in dienst van een andere werkgever een salaris genoot op grond van bijlage II van de CAR, tenzij op grond van het gestelde onder b, tweede gedachtestreepje, bijlage IIa op de ambtenaar van toepassing is;

bijlage IIa is van toepassing op:

de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking in de zin van de CAR aanvaardt zonder direct daaraan voorafgaand een betrekking in de zin van de CAR te hebben vervuld, en

de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking in de zin van de CAR aanvaardt, waarbij een betrekking mede als nieuw wordt aangemerkt ingeval een bestaande aanstelling of arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd als gevolg van een wijziging in de uit te voeren taken, direct voorafgegaan door een andere betrekking in de zin van de CAR, waarbij aan die nieuwe betrekking een beter salarisperspectief is verbonden.

Vanaf 1 april 1997 geschiedt de overgang van een der schalen uit bijlage II van de CAR naar een der schalen uit bijlage IIa van de CAR op de navolgende wijze:

de ambtenaar met een salaris op grond van een der schalen uit bijlage II en die reeds vóór 1 april 1997:

het maximum heeft bereikt van die schaal, en

binnen die betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal,

gaat per 1 april 1997 een salaris ontvangen op basis van het hoogste bedrag van de overeenkomende schaal ingevolge bijlage IIa;

de ambtenaar met een salaris op grond van een der schalen uit bijlage II en die op een datum gelegen op of na 1 april 1997:

het maximum heeft bereikt van die schaal, en

binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal op de datum van het bereiken van het maximum van de schaal,

gaat met ingang van die datum een salaris ontvangen op basis van het hoogste bedrag van de overeenkomende schaal ingevolge bijlage IIa.

Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid als bedoeld onder hoofdstuk 7 van de CAR met betrekking tot aanspraken bij ziekte dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR, kan geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

Periodieke verhoging

Artikel 8

Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkende uit een ten aanzien van de ambtenaar vastgestelde personeelsbeoordeling, aanleiding bestaat.

De diensttijduitloop wordt voor de eerste maal toegekend drie jaren nadat het maximumsalaris van de functionele schaal is bereikt en vervolgens om de twee jaren tot het maximum van de diensttijduitloop is bereikt.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging of meer periodieke salarisverhogingen tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

Het toekennen van een of meer periodieke verhogingen als genoemd in lid 1 blijkt uit een ten aanzien van de ambtenaar vastgestelde personeelsbeoordeling.

Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald .

Geen periodieke verhoging

Artikel 10

Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 8 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

Het achterwege laten van een periodieke verhoging blijkt uit een ten aanzien van de ambtenaar vastgestelde personeelsbeoordeling.

Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, die met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht wordt toegekend

Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 11

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 7 tweede lid onder a. en bijlage II van de CAR, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 7 tweede lid onder b. en bijlage IIa van de CAR , het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

Naast de in het vorige lid genoemde periodieke verhoging bij bevordering naar de hogere schaal, kan toekenning van een of meer periodieke verhogingen plaatsvinden.

Voor zover nodig zal – in afwijking van het eerste lid onder a – de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 8 in de schaal waarin de ambtenaar is ingedeeld.

Een bevordering van de aanloopschaal naar de functionele schaal blijkt uit een vastgestelde personeelsbeoordeling. Als voorwaarde voor bevordering naar de functionele schaal geldt de kwalificatie van voldoende functioneren.

Indien de ambtenaar zeer goed of uitstekend de betrekking vervult, blijkende uit een ten

aanzien van de ambtenaar vastgestelde personeelsbeoordeling, en volgens het maximum van de voor hem geldende functionele schaal wordt bezoldigd, kunnen burgemeester en wethouders de ambtenaar bevorderen naar de uitloopschaal.

Een bevordering naar de uitloopschaal is niet mogelijk voor de functie van gemeentesecretaris en directeur.

III Instrumenten van flexibele beloning

Gratificatie

Artikel 12

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele herkenbare prestatie voor de gemeente heeft geleverd, kan aan hem op grond van een schriftelijk gemotiveerd voorstel een eenmalige beloning in de vorm van een gratificatie worden toegekend.

De hoogte van de gratificatie bedraagt minimaal € 230,-- netto.

Indien er sprake is van een meer dan bijzondere prestatie kan dit bedrag met 2½ worden vermenigvuldigd. Bij een uitzonderlijke prestatie kan het bedrag met 5 worden vermenigvuldigd.

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende herkenbare prestatie voor de gemeente heeft geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

De hoogte van de gratificatie als bedoeld in het derde lid bedraagt minimaal €230,- netto.

Incentives

Artikel 13

Aan een ambtenaar die in bijzondere situaties zich extra heeft ingezet dan wel extra werk heeft verricht kan een incentive worden toegekend.

De waarde van de incentive is niet hoger dan € 230,-- netto.

Tijdelijke persoonlijke toelage

Artikel 14

Aan een ambtenaar die extra of zwaardere werkzaamheden verricht die niet behoren tot de normale vervulling van de door hem beklede functie, wordt gedurende een tijdvak van maximaal twee jaar een tijdelijke toelage toegekend.

Aan een ambtenaar die een andere, hoger bezoldigde functie waarneemt, wordt gedurende de periode van de waarneming een tijdelijke toelage toegekend.

De in het eerste en tweede lid bedoelde toelage wordt slechts toegekend indien de betreffende werkzaamheden gedurende tenminste een aaneengesloten periode van dertig kalenderdagen zijn verricht. De in het eerste en tweede lid bedoeld toelage kan ook worden toegekend indien een ambtenaar het maximum van de uitloopschaal heeft bereikt.

De tijdelijke toelage genoemd in het eerste lid kan met ten hoogste een jaar worden verlengd.

De in het eerste lid bedoelde toelage is gelijk aan het bedrag van één tot maximaal drie periodieke verhogingen binnen de salarisschaal van de betrokken ambtenaar.

De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt indien de extra of zwaardere werkzaamheden komen te vervallen, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Arbeidsmarkttoelage/ Behoudtoelage

Artikel 15

Aan de ambtenaar, die een functie gaat vervullen of reeds vervult, die door burgemeester en wethouders na overleg met de Ondernemingsraad is aangewezen als zijnde moeilijk vervulbaar, kan om redenen van werving of behoud van voldoende gekwalificeerd personeel een toelage worden toegekend.

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

Aan de toekenning is de voorwaarde verbonden dat burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat het in het belang van de gemeente is dat de ambtenaar de functie gaat bekleden. Bij toekenning van de toelage bij behoud dient bij de beoordeling te blijken dat de ambtenaar tenminste voldoende tot goed functioneert.

De toelage kan worden ingetrokken als uit beoordeling blijkt dat de betreffende ambtenaar niet tenminste voldoende tot goed functioneert.

De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 10% van het salaris van de betrokken ambtenaar.

De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum.

Geen afbouwregeling en samenloop

Artikel 16

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld onder hoofdstuk III wordt geen afbouwregeling toegepast.

Een samenloop van de instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in dit hoofdstuk is niet mogelijk.

Nadere regels

Artikel 17

Burgemeester en wethouders kunnen in overeenstemming met het Georganiseerd Overleg en met instemming van de Ondernemingsraad nadere regels stellen omtrent de toepassing van de instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 15.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Overwerkvergoeding

Artikel 18

a. De ambtenaar die werkzaamheden in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke

arbeidsduur, ontstaan door onvoorziene omstandigheden of pieken boven de normale werkbelasting, komt in aanmerking voor vergoeding van overwerk.

Onder feitelijke arbeidsduur wordt verstaan de arbeidsduur die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld.

Voor vergoeding van overwerk komen in aanmerking ambtenaren die worden gesalarieerd overeenkomstig het maximum van de functionele schaal 11 en de lagere schalen.

In principe worden de uren waarop is overgewerkt gecompenseerd in tijd en wordt de toeslag in geld uitbetaald.

De vergoeding is gelijk aan het bruto uurloon dat geldt voor de betrokken ambtenaar en wordt verhoogd met een percentage afhankelijk van de uren waarop overwerk wordt verricht .

Dit percentage bedraagt:

50% van maandag 00.00 uur tot vrijdag 24.00 uur

75% van zaterdag 00.00 uur tot zaterdag 24.00 uur.

100% van zondag 00.00 uur tot zondag 24.00 uur.

Erkende feestdagen worden gelijkgesteld aan de vergoeding zoals deze geldt op een zondag.

Indien de vergoeding in tijd niet in tijd kan worden gecompenseerd, vindt een totale

compensatie in geld plaats.

Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat het niet in het belang van de dienst is dat de overwerkvergoeding in tijd en geld plaatsvindt, dan wordt de totale vergoeding in geld uitbetaald.

Dit artikel is niet van toepassing op overwerk dat voortvloeit uit verplichtingen in het kader van de Rampenwet, en door of namens burgemeester en wethouders aangewezen werkzaamheden in tijden van oorlog, oorlogsgevaar, of andere buitengewone omstandigheden.

Burgemeester en wethouders regelen afzonderlijk de vergoeding voor zodanig overwerk.

Toelage onregelmatige dienst

Artikel 19

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 functioneel van bijlage IIa, behorende bij de CAR en voor wie werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de CAR, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR.

De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

25% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

50% voor de uren op zaterdag en de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur.

100% voor de uren op zondag en op de nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, de Hemelvaartsdag, de tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de koningin wordt gevierd.

Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Inconveniëntentoelage

Artikel 20

Een inconveniëntentoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in de Regeling inconveniënten van de gemeente Capelle aan den IJssel.

Toelage Beschikbaarheiddienst

Artikel 21

Een toelage beschikbaarheidtoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in de Verordening toelage beschikbaarheidsdienst gemeente Capelle aan den IJssel 2002.

Afbouw toelage

Artikel 22

Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 19, 20 en 21 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 19 en

de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 19, 20 en 21 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende tenminste 3 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in artikel 19, 20 en 21 – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

V Overige bepalingen

Onvoorziene gevallen

Artikel 23

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders in overeenstemming met het Georganiseerd Overleg en met instemming van de Ondernemingsraad een bijzondere regeling.

Slotbepalingen

Artikel 24

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003 en kan worden aangehaald als de

Bezoldigingsverordening gemeente Capelle aan den IJssel 2002.

De “Bezoldigingsverordening 1985, zoals vastgesteld door de raad op 4 november 1985

en zoals sindsdien gewijzigd, en het daarmee verband houdende gehanteerde beleid

en/of regelingen wordt ingetrokken.

De medewerkers die met toepassing van de Bezoldigingsverordening 1985 en het

daarmee verband houdende gehanteerde beleid ten tijde van de inwerkingtreding van

de Bezoldigingsverordening gemeente Capelle aan den IJssel 2002 recht hadden op

bevordering naar de uitloopschaal behouden dit recht volgens de daarvoor

overeenkomstig de Bezoldigingsverordening 1985 gehanteerde criteria tot uiterlijk

1 januari 2008.

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris, de burgemeester,

Kruijt. J.J. van Doorne.