Regeling vervallen per 01-01-2012

Spaarloonreglement gemeente Capelle aan den IJssel 2007

Geldend van 10-07-2007 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 24-04-2007

Intitulé

Spaarloonreglement gemeente Capelle aan den IJssel 2007

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Werkgever : de gemeente Capelle aan den IJssel;

medewerker : de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1 sub a van de CAR;

spaarloon : ieder, overeenkomstig de bepalingen van deze regeling op het bij de gemeente genoten brutosalaris, ingehouden en op de spaarloonrekening van de medewerker gestort bedrag;

spaarloonrekening : de bij de spaarinstelling ten name van de medewerker geopende rekening, waarop de gemeente het spaarloonbedrag stort;

vrije rekening : de door de medewerker aangewezen rekening;

spaarinstelling : de Rabobank Rotterdam;

echtgeno(o)t(e) : degene zoals bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel 2 Deelneming

  • 1.

    De deelname aan de spaarloonregeling is vrijwillig. De medewerker die ervoor kiest om aan de spaarloonregeling deel te nemen, kan in datzelfde jaar geen gebruik maken van de levensloopregeling.

    Het is de medewerker wel toegestaan om in één kalenderjaar uit beide regelingen geld op te nemen.

  • 2.

    Deelname staat open voor iedere medewerker die op 1 januari van enig jaar in dienst is en waarbij op 1 januari van dat jaar de algemene heffingskorting wordt toegepast.

Artikel 3 Procedure

  • 1.

    Om toe te treden tot de regeling dient de medewerker het aanmeldingsformulier in te dienen.Hierdoor wordt de werkgever gemachtigd periodiek een bepaald bedrag in te houden van het brutoloon en dit bedrag te storten op de spaarloonrekening.

  • 2.

    Om toe te kunnen treden tot de regeling dient de medewerker daarnaast een verklaring te ondertekenen waarin de medewerker verklaart te voldoen aan de door de wetgever gestelde voorwaarden voor deelname aan de spaarloonregeling.

  • 3.

    De medewerker geeft een vast spaarbedrag per vier weken, per maand, per jaar of anderszins op, met inachtneming van het wettelijk vastgestelde maximum1.

  • 4.

    Deelname aan de spaarloonregeling in enig kalenderjaar staat open voor medewerkers die in dat kalenderjaar reeds op 1 januari in dienst zijn.

  • 5.

    Wijziging van het spaarbedrag is mogelijk, op voorwaarde dat de medewerker minstens een maand tevoren de gemeente hiervan in kennis stelt.1 Per kalenderjaar mag maximaal € 613,-- belastingvrij gespaard worden (peildatum 2007).

Artikel 4 Deelnameformulier en identificatie

Bij indiening van het deelnameformulier door de medewerker is de werkgever verplicht:

  • a.

    de identiteit van de deelnemer vast te stellen aan de hand van een geldig identiteitsbewijs;

  • b.

    het door de medewerker overgelegde originele identiteitsbewijs te controleren op echtheid engeldigheid;

  • c.

    de door de deelnemer ingevulde (identificatie)gegevens op het deelnameformulier te controleren en indien deze gegevens niet juist en/of onvolledig zijn deze door de medewerker te laten wijzigen dan wel te laten aanvullen, zodat deze gegevens juist en volledig conform het bepaalde in de Wet identificatie bij dienstverlening op het deelnameformulier zijn vastgelegd;

  • d.

    een deugdelijk fotokopie te vervaardigen van het originele geldig identiteitsbewijs aan de hand waarvan de deelnemer is geïdentificeerd, en op de fotokopie de tekst te vermelden “kopie van origineel, gezien op …….…… door ……………” waarbij de datum van identificatie en de handtekening van de gemeente ingevuld en geplaatst moet worden en

  • e.

    het deelnameformulier samen met de fotokopie toe te sturen naar de spaarinstelling.

Artikel 5 Blokkering

Alle in enig kalenderjaar op de spaarloonrekening gestorte bedragen moeten, gerekend vanaf het tijdstip van storting, gedurende vier volle kalenderjaren onafgebroken en onbezwaard op de spaarloonrekening hebben uitgestaan, tenzij het bedrag wordt besteed ten behoeve van een in artikel 6 genoemd bestedingsdoel.

Artikel 6 Erkende bestedingsdoelen

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5 kunnen de tegoeden, die korter dan vier volle kalenderjaren op de spaarloonrekening hebben uitgestaan, met goedkeuring van de spaarinstelling geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen, indien de opname wordt aangewend in verband met:

    • a.

      de aankoop van een eigen woning, die de medewerker als hoofdverblijf gaat gebruiken;

    • b.

      de voldoening van premies of koopsommen verschuldigd ingevolge een overeenkomst vanlevensverzekering gesloten door de medewerker of diens echtgeno(o)t(e), mits wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 7;

  • c.

    de voldoening van premies voor lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.124, onderdeel b en 3.125, eerste lid, onderdelen a, c en d van de Wet op de inkomstenbelasting 2001, mits wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 8;

  • d.

    de door de medewerker vrijwillig betaalde premies ingevolge een pensioenregeling;

  • e.

    de start van een eigen onderneming, mits de medewerker beschikt over een beschikking van de Belastingdienst waaruit blijkt dat de medewerker activiteiten heeft gestart waardoor hij vermoedelijk winst uit onderneming zal gaan genieten;

  • f.

    de compensatie van bezoldiging, die niet is genoten door de medewerker als gevolg van de opname van onbetaald verlof, of gedeeltelijk onbetaald verlof;

  • g.

    het bekostigen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning en cursussen, congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke gevolgd door de medewerker ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking;

  • h.

    de uitgaven van belegging in effecten, mits wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 9 of

  • i.

    de uitgaven voor kosten van kinderopvang zoals bedoeld in artikel 16c Wet op de loonbelasting.

    • 2.

      De medewerker die in bovenstaande gevallen wenst te beschikken over het spaarloon dient hiertoe schriftelijk bewijs te overleggen aan de spaarinstelling.

Artikel 7 Premies kapitaalverzekeringen

De spaartegoeden, die korter dan vier volle kalenderjaren op de spaarloonrekening hebben uitgestaan, kunnen met goedkeuring van de spaarinstelling geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen, indien de opname wordt aangewend ter voldoening van premies of koopsommen verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering gesloten door de medewerker of diens echtgeno(o)t(e).

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de premies zijn geen pensioenpremies;

  • b.

    de verzekering is gesloten door de medewerker of diens partner;

  • c.

    de verzekering is gesloten op het leven van de medewerker en/of op het leven van diens partner en/of op het leven van diens kinderen voor wie hij recht heeft op kinderbijslag of die zelf recht hebben op studiefinanciering;

  • d.

    de verzekering is een levensverzekering in de zin van artikel 1, lid 1 onderdeel b van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;

  • e.

    de verzekering is gesloten bij een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1, lid 1 onderdeel g van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;

  • f.

    voor zover het tijdstip van de uitkeringen niet wordt bepaald door het overlijden van de verzekerde, voorziet de uitkering in een looptijd van ten minste vier jaar en

  • g.

    de polis maakt onbezwaard deel uit van het vermogen van de werknemer of diens partner.

Artikel 8 Lijfrentepremies

De spaartegoeden, die korter dan vier volle kalenderjaren op de spaarloonrekening hebben uitgestaan, kunnen met goedkeuring van de spaarinstelling geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen, indien de opname wordt aangewend ter voldoening van premies voor lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.124, onderdeel b en 3.125, eerste lid, onderdelen a, c en d van de Wet op de inkomstenbelasting.

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de premies zijn geen pensioenpremies;

  • b.

    de premies zijn door de medewerker zelf verschuldigd;

  • c.

    de lijfrente mag niet eerder ingaan dan in het vijfde jaar nadat de premies zijn voldaan;

  • d.

    de polis moet onbezwaard deel uitmaken van het vermogen van de medewerker of zijn/haarechtgeno(o)t(e);

  • e.

    de verzekering is gesloten bij een toegelaten verzekeraar.

Artikel 9 Belegging in effecten

  • 1. De spaartegoeden, die korter dan vier volle kalenderjaren op de spaarloonrekening hebben uitgestaan, kunnen met goedkeuring van de spaarinstelling geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen, indien de opname wordt aangewend voor belegging in effecten. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      de aan- en verkoop geschieden door bemiddeling van de spaarinstelling of de werkgever;

    • b.

      de spaarinstelling of de werkgever verzorgt de bewaring van de effecten en

    • c.

      de effecten mogen gedurende de spaartermijn van vier jaar niet worden bezwaard.

  • 2. Bij verkoop van de effecten binnen de spaartermijn van vijf jaar, dient de opbrengst - tot het bij aankoop ten laste van de spaarloonrekening opgenomen bedrag - onverwijld op de spaarloonrekening te worden teruggestort.

Artikel 10 Rente

Door de spaarinstelling wordt aan iedere medewerker over het tegoed op diens spaarloonrekening een rente vergoed, die zij voor deze inleggingen heeft vastgesteld. Deze rente zal tezamen met de spaartegoeden, die vier volle kalenderjaren hebben uitgestaan, automatisch worden overgeboekt naar de door de medewerker opgegeven vrije rekening.

Behorende bij kenmerk nummer: M42/2486 pagina: 4

Artikel 11 Saldo-opgaven

De spaarinstelling zal uiterlijk in de maand februari van elk jaar aan iedere deelnemer een opgave zenden van de mutaties op zijn speciale spaarrekening in het voorgaande jaar, de in dat jaar gekweekte rente en de grootte van het spaartegoed per 31 december van dat jaar. Overzichten van deze saldo-opgaven zullen door de bank aan de directie van de werkgever worden gezonden.

Artikel 12 Overboeking naar vrije rekening

Uiterlijk in de maand februari van elk jaar zal het spaarloon, dat gedurende vier kalenderjaren op de speciale spaarrekening heeft uitgestaan, naar de door de medewerker opgegeven vrije rekening.

Artikel 13 Overdraagbaarheid

Het is de medewerker niet toegestaan zijn rechten en vorderingen uit hoofde van de spaarloonrekening bij de spaarinstelling geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen en op die rechten en vorderingen beperkte rechten ten behoeve van derden te vestigen.

Artikel 14 Beëindiging van de deelneming

  • 1. Deelname aan deze regeling eindigt bij:

    • a.

      beëindiging van de dienstbetrekking;

    • b.

      overlijden;

    • c.

      schriftelijke opzegging van deelname door de medewerker;

    • d.

      deelname aan een levensloopregeling;

    • e.

      faillissement van de deelnemer;

    • f.

      het van toepassing verklaren op de medewerker van een wettelijke schuldsaneringsregeling;

    • g.

      beslaglegging ten laste van de medewerker;

    • h.

      uitsluiting door college van burgemeester en wethouders wegens cessie of bezwaring.

  • 2. Indien de deelneming eindigt, kan de medewerker de spaarloonrekening aanhouden, waarbij de bepalingen van deze regeling onverminderd van kracht blijven.

  • 3. Bij opheffing van de spaarloonrekening rekent de werkgever af met de belastingdienst, waarna het dan resterende bedrag als nettoloon aan de medewerker wordt uitgekeerd.

Artikel 15 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin dit reglement niet of niet in redelijkheid voorziet, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd te beslissen.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement kan worden aangehaald als:

    “Spaarloonreglement gemeente Capelle aan den IJssel 2007”.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van 10 juli 2007 en heeft terugwerkende kracht tot1 januari 2007.

Capelle aan den IJssel, 24 april 2007.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt. J.J. van Doorne.