Regeling vervallen per 22-09-2011

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Capelle aan den IJssel 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 21-09-2011

Intitulé

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Capelle aan den IJssel 2006

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de marktcommissie;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

b e s l u i t

  • I.

    de Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Capelle aan den IJssel 2001 in te trekken per 1 januari 2006;

  • II.

    de navolgende verordening vast te stellen:

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Capelle aan den IJssel 2006

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Indeze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2 van deze verordening vastgestelde dag, tijd en plaats;

    • b.

      marktterrein: de weg, als bedoeld in artikel 1 van de APV 2006, die bij of krachtens artikel 1.2 van deze verordening is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

    • c.

      standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats;

    • d.

      vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • e.

      dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

    • f.

      een bijzondere dagplaats : de standplaats die per marktdag beschikbaar kan worden gesteld ten behoeve van een evenement, promotieactiviteit of andere de toeloop naar de markt bevorderende activiteit;

    • g.

      standwerkerplaats : de standplaats(en) die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

    • h.

      standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen. Het betreft een artikel dat niet regulier op de markt verkrijgbaar is;

    • i.

      vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats;

    • j.

      meeloper: marktkooplieden die geen vaste standplaats op de markt hebben;

    • k.

      meeloperslijst: registratie van gegadigden voor toewijzing van een dagplaats, waarin de gegevens betreffende naam, adres, woonplaats en bewijzen van bekwaamheid per meeloper staan vermeld;

    • l.

      standwerkerslijst: registratie van gegadigden voor toewijzing van een standwerkerplaats,

      waarin de gegevens betreffende naam, adres, woonplaats en bewijzen van bekwaamheid

      per standwerker staan vermeld;

    • m.

      wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

    • n.

      anciënniteitenlijst : de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats

      gerangschikt in volgorde van de datum, waarop voor het eerst een vaste plaats is

      toegewezen

    • o.

      marktmeester/toezichthouder : een door het college aangewezen ambtenaar, belast met

      de zorg voor de dagelijkse gang van zaken op de markt;

    • p.

      branche-indeling : de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste

      plaatsen per artikelengroep;

    • q.

      college : het college van burgemeester en wethouders;

    • r.

      levenspartner : de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam

      samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert.

  • 2. In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt, de vrouwelijke wordt geacht erin begrepen te zijn.

Artikel 1.2 Dag, tijd, plaats en inrichting van de markten; branche-indeling

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

  • a.

    de dag in de week waarop de markt gehouden wordt;

  • b.

    de tijden waartussen de handel plaats mag hebben;

  • c.

    het marktterrein;

  • d.

    het aantal standplaatsen;

e de afmetingen van de standplaatsen;

f de opstelling en indeling van de markt;

g.welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkerplaats.

2 Het college kan voor de markt vaststellen:

a een lijst met artikelengroepen (branches); en

b een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 1.3 De marktcommissie

  • 1. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren betreffende marktaangelegenheden.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen omtrent onderwerpen aangaande de markt, die niet zijn geregeld in deze verordening, dan wel nadere uitwerking betreffen van deze verordening.

Artikel 1.5 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 1.6 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

HOOFDSTUK 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 2.2 Toewijzing van een standplaats

Een vergunning voor het innemen van een standplaats wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager geen natuurlijk persoon is;

  • b.

    de aanvrager niet handelingsbekwaam is;

  • c.

    de aanvrager niet voldoet aan de wettelijke vereisten op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • d.

    het maximum aantal standplaatsen is bereikt;

  • e.

    in het verleden een vergunning op grond van artikel 4.2 van deze Verordening (dan wel een gelijksoortige bepaling in eerdere Marktverordeningen) van de aanvrager is ingetrokken.

Artikel 2.3 Intrekking en wijziging vergunning

  • 1. De vergunning voor het innemen van een standplaats wordt ingetrokken:

  • a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

  • b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • c. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d. indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e. indien de houder of zijn rechtsverkrijgende dit verzoekt;

  • f. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 2.4 Inhoud vergunning

In een vergunning voor een standplaats wordt in ieder geval opgenomen:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • f.

    of en welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan; en

  • g.

    of en welke kook-, bak- en overige apparatuur is toegestaan.

Artikel 2.5 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1. Het college schrijft geen aanvragers meer in op de wachtlijst;

  • 2. De wachtlijst vervalt per 1 januari 2007.

Artikel 2.6 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de vanaf heden gefixeerde wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • d.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

Artikel 2.7 Inschrijving op de anciënniteitenlijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven.

Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.8 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1. Vrijkomende vaste plaatsen op de markt worden in beginsel twee maal per jaar toegewezen. Een vrijgekomen vaste plaats fungeert tot de toewijzing als hieronder bedoeld als dagplaats, dan wel na aanwijzing als hieronder bedoeld als tijdelijke plaats;

  • 2. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a. de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitenlijst;

  • b. tot 1 januari 2007 degene die zich op de wachtlijst voor de vrijkomende branche heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst;

  • c. tot 1 januari 2007 wijst het college, na overleg met de marktcommissie, degene aan die in aanmerking komt voor de opengevallen plaats, op voordracht van de selectiecommissie, indien er geen gegadigde voor deze branche op de wachtlijst staat;

  • d. vanaf 1 januari 2007 wijst het college, na overleg met de marktcommissie, degene aan die in aanmerking komt voor een opengevallen vaste plaats op de markt, op voordracht van de selectiecommissie;

Artikel 2.9 De selectiecommissie

  • 1. De selectiecommissie draagt zorg voor werving van kandidaten, rekening houdend met het branchepatroon op de markt en maakt uit de aanmeldingen een beredeneerde voordracht van gegadigden voor de opengevallen standplaats;

  • 2. De selectiecommissie bestaat uit 5 leden (en 2 plaatsvervangende leden), waarvan tenminste 3 leden vergunninghouder zijn en maximaal 2 leden ambtenaar zijn bij de gemeente; De leden van de selectiecommissie zijn in verschillende branches werkzaam.

  • 3. Indien een lid van de selectiecommissie werkzaam is in de branche waarvoor een nieuwe kandidaat wordt gezocht of indien er sprake is van familie of zakelijke relaties met een kandidaat, wordt zijn plaats ingenomen door een plaatsvervangend lid;

  • 4. De kosten, die gemoeid zijn met het werven en aanwijzen van (aspirant-)vergunninghouders, worden bestreden uit de marktgelden;

  • 5. Het college kan bepalen dat van de voordracht van de selectiecommissie of de aanwijzing door de marktcommissie wordt afgeweken.

  • 6. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de selectiecommissie.

Artikel 2.10 Overschrijving vergunning

  • 1. In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder;

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of echtgenoot van de vergunninghouder vergunning voor deze vaste plaats vergunning krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder op de Capelse markt heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd;

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld;

  • 4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.11 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een dagvergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen;

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen aan gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór het aanvangstijdstip van de markt aanmelden bij de marktmeester en geregistreerd staan op de meeloperlijst;

  • 3. Bij de toewijzing van dagplaatsen wijst de marktmeester de dagplaats in eerste instantie toe aan een meeloper die artikelen verkoopt van een branche die niet op de markt vertegenwoordigd is en in tweede instantie aan een meeloper die werkzaam is in dezelfde branche als de niet-aanwezige vergunninghouder en in derde plaats door loting.

  • 4. Het is niet toegestaan zich te laten registreren op zowel de meeloperlijst als op de standwerkerlijst.

Paragraaf 4 Standwerkerplaatsen

Artikel 2.12 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1. Het college wijst per marktdag door middel van loting, twee dagen voor aanvang van de markt, één of twee standwerkers aan, die plaats mogen nemen op de markt;

  • 2. Men kan zich uitsluitend telefonisch aanmelden bij het informatiecentrum van de gemeente voor deze loting uiterlijk tot de dinsdag voorafgaande aan de marktdag tot 12.00 uur. De deelnemers aan de loting worden in volgorde van aanmelding door de marktmeester op een lijst genoteerd. Na loting, die plaats zal hebben op dinsdag voor 17.00 uur, deelt de marktmeester aan allen die aan de loting hebben meegedaan, mee of zij al dan niet zijn ingeloot;

  • 3. Standwerkers dienen het door hen te verkopen artikel direct bij de aanmelding voor de loting bekend te maken;

  • 4. Tot de loting voor standwerkerplaatsen worden slechts toegelaten degenen die geregistreerd staan op de standwerkerlijst;

  • 5. Om voor een standwerkervergunning in aanmerking te komen dient te worden voldaan aan de vereisten zoals genoemd in artikel 2.2 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats;

  • 6. Het college kan een maximum stellen aan het aantal uit te geven (voorlopige) standwerkervergunningen;

  • 7. Het is een ingeschrevene op de meeloperlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerplaats. Eveneens is het niet toegestaan om op de markt bijgestaan te worden door iemand die aan bovengenoemde loting heeft deelgenomen;

  • 8. Een standwerkerplaats mag slechts éénmaal op drie achtereenvolgende marktdagen door dezelfde standwerker worden ingenomen;

  • 9. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting;

  • 10. Per marktdag worden maximaal twee standwerkerplaatsen toegewezen;

  • 11. Het college kan per marktdag één standwerkerplaats (bij voorkeur de plaats nabij de Ierse Pub) uitgeven voor een bijzondere dagplaats, anders dan als standwerkerplaats;

  • 12. Een standwerker wordt van de standwerkerlijst verwijderd indien hij gedurende de looptijd van zijn dagvergunning niet ten genoegen van het college heeft aangetoond bij voortduring als standwerker op de warenmarkt te hebben opgetreden;

  • 13. Een standwerkervergunning kan onmiddellijk worden ingetrokken in geval de standwerker:

  • a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

HOOFDSTUK 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven;

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan;

  • 3. De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.12, negende lid bij de marktmeester heeft aangemeld.

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder van een vaste plaats neemt ten minste éénmaal per twee weken en ten minste tien maal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt;

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college, op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem:

  • a. tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen;

  • b. vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon, mits deze persoon voldoet aan de eisen, zoals gesteld in artikel 2.2.

  • 2. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere zes maanden een geneeskundige verklaring van een onafhankelijke arts, niet zijnde zijn huisarts, aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

Artikel 3.5

Legitimatie en identiteitvergunninghouder

De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn bedrijfsnaam en telefoonnummer aan te geven.

Artikel 3.6

Tijdstip innemen standplaats/aan- enafvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren;

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college een vergunninghouder toestaan om uiterlijk vanaf 06:00 uur de standplaats in te nemen overeenkomstig nader vast te stellen beleidsregels;

  • 3.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen;

  • 4.

    De marktmeester kan van deze verplichting ontheffing verlenen, bij slechte weersomstandigheden;

  • 5.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk een half uur voor aanvangstijd van de markt heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt;

  • 6.

    Het bepaalde in het vijfde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

HOOFDSTUK 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening kan worden bestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 kan het college een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

  • 1. Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerker van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten van de loting gedurende maximaal twee jaar, direct aansluitend op de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 2. In geval van zeer ernstig wangedrag kan verwijdering van de meeloperlijst of standwerkerlijst voor onbepaalde tijd plaatsvinden.

Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering

verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan de marktmeester, indien hij dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 4.5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 4.6 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de Marktverordening van 8 oktober 2001 blijven - indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken;

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Marktverordening van 8 oktober 2001, blijven - indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd is verstreken of totdat zij worden ingetrokken;

  • 3. Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn;

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening van 8 oktober 2001 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 4.8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2006;

Artikel 4.9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Marktverordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 december 2005,
de griffier, de voorzitter,

Toelichting op de Marktverordening 2006

Vooraf

In de onderstaande toelichting wordt vooral ingegaan op de wijzigingen ten opzichte van de in oktober 2001 vastgestelde marktverordening 2001. Omdat bij de marktverordening 2001 geen toelichting was bijgevoegd worden ook –waar nodig- ongewijzigde artikelen van een toelichting voorzien.

De door het college vastgestelde beleidsregels, gebaseerd op de Marktverordening 2001, blijven onverkort van kracht. Het betreffen dat de beleidsregels in zake:

  • 1.

    de stormankers;

  • 2.

    de marktcommissie.

Daarnaast wordt de beleidsregel branchebesluit, vanwege de daarin opgenomen wijzigingen opnieuw ter besluitvorming aan het college voorgelegd (op basis van artikel 1.2 lid 2). De uitwerking van artikel 1.2 wordt eveneens in een door het college vast te stellen beleidsregel opgenomen (op basis van artikel 1.2 lid 1).

Artikel 1.1

Aan de begrippenlijst zijn ten opzichte van de Marktverordening 2001 de volgende begrippen toegevoegd:

Meeloper, meeloperlijst, standwerkerlijst en selectiecommissie. Dit laatste begrip is opgenomen omdat met de vaststelling van deze Verordening wordt bepaald dat de wachtlijst voor de centrummarkt per 1 januari 2007 ophoudt te bestaan en dat toewijzing van vaste standplaatsen aan nieuwe vergunninghouders geschiedt door middel van een sollicitatieprocedure. Hiermee houden de kooplieden en gemeente gezamenlijk in de hand wie waren op de markt mag verkopen, zodat de op de markt aangeboden kwaliteit, variëteit en service behouden of verbeterd kan worden.

De begrippen meeloper en meeloperregistratie zijn voor de volledigheid toegevoegd. Voor de omschrijving van het begrip marktmeester is de begripsomschrijving uit het N.V.M-Model-marktreglement overgenomen.

Aan het begrip standwerker wordt toegevoegd dat het moet gaan om de verkoop van een artikel dat niet regulier op de markt verkrijgbaar is.

Artikel 1.2

Per apart besluit kan het college de dag, tijdstippen en plaats van de weekmarkten bepalen, met in acht name van de Winkeltijdenwet.

Artikel 2.5 nieuw

Om de kwaliteit van de markt te bewaken wordt de wachtlijst per 1 januari 2007 afgeschaft. Vanaf het moment van het vaststellen van deze verordening worden geen namen meer aan de wachtlijst toegevoegd.

Het jarenlang staan op een wachtlijst is geen criterium meer voor de toewijzing van een vaste standplaats. Kwaliteit van geleverde waren en service, klantvriendelijkheid e.d. zijn criteria die de in te stellen selectiecommissie zal hanteren om nieuwe kandidaten te werven en selecteren voor opengevallen plaatsen op de markt.

Artikel 2.6

De redactie is aangepast op het vervallen van de wachtlijst per 1 januari 2007.

Artikel 2.8

In dit artikel wordt bepaald hoe de opengevallen standplaatsen worden toegewezen. Maximaal tweemaal per jaar worden vrijgekomen plaatsen toegewezen.

Allereerst mogen de al op markt staande kooplieden op grond van hun anciënniteit hun keus op die plek laten vallen (lid 2a). Tot 1 januari 2007 wordt het oude systeem met de wachtlijst gehanteerd (lid b). Na die tijd gaat de selectiecommissie werven en selecteren.

Artikel 2.9

Uiteraard kan de selectiecommissie bij het doen van haar voordracht gebruik maken van de namen die op de voormalige wachtlijst stonden, maar dit is niet noodzakelijk (evenmin levert de plaats op de voormalige wachtlijst nog enige rechten op). Bij de werving wordt de gewenste kwaliteit, variëteit en service omschreven (lid 1).

In dit artikel wordt de samenstelling van de commissie bepaald. De commissie bestaat uit 5 leden, waarvan er maximaal 2 personen in dienst van de gemeente zijn. De plaatsvervangend leden zijn eveneens vergunninghouder (lid 2).

Deze bepaling is opgenomen om belangenverstrengeling zoveel als mogelijk is te voorkomen (lid 3).

De kosten van werving (bijvoorbeeld het plaatsen van een advertentie) worden via de marktgelden bekostigd (lid 4).

De voordracht van de selectiecommissie wordt ter kennis gebracht van de marktcommissie (zij kan haar wensen en bedenkingen ten aanzien van de voordracht of de gevolgde procedure kenbaar maken) en daarna ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Het college, indien zij instemt met de voordracht, verleent de vergunning (mandaat unit Handhaving en Vergunningen).

De werkwijze van de selectiecommissie zal nader bepaald moeten worden, evenals de termijnen waar zij zich aan moeten houden en de verhouding tot de marktcommissie. Een en ander zal door middel van een beleidsregel worden vastgesteld door het college.

Artikel 2.10

In dit artikel wordt bepaald dat een kind van de vergunninghouder die overlijdt of arbeidsongeschikt wordt en aan de overige vereisten voor de vergunning voldoet het recht krijgt de standplaats van zijn ouder in te nemen (dus niet alleen het recht op een willekeurige plaats, maar het recht op de standplaats die zijn ouder in nam).

Artikel 2.11

In verband met het vervallen van de wachtlijst zal een meelopersregistratie moeten plaats hebben. Om in aanmerking te komen voor een dagplaats dient men geregistreerd te staan op deze lijst.

In lid 3 wordt de volgorde van toewijzing bepaald. De volgorde van inschrijving op deze lijst is bepalend, indien er meerdere kandidaten zijn die voldoen aan het criterium ‘artikelen die normaliter niet op de markt verkocht worden’. Kan de dagplaats niet worden toegewezen of resteren er nog dagplaatsen dan wordt de plaats toegewezen aan geregistreerde meelopers in dezelfde branche als de niet-aanwezige vergunninghouder (eveneens in volgorde van inschrijving op de meeloperlijst). Resteren er dan nog steeds dagplaatsen, dan wordt overgegaan tot loting.

Artikel 2.12

Ook dit artikel is gewijzigd onder andere als gevolg van het afschaffen van de wachtlijst. Om te voorkomen dat meerdere standwerkers zich in de ochtend aanmelden en onverrichte zaken naar huis moeten keren (hetgeen de nodige commotie kan veroorzaken), wordt vanaf heden gewerkt met een lotingsysteem (lid 1).

Tot de dinsdag voorafgaande aan de marktdag kan men zich aanmelden voor deze loting, onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer en te verhandelen goed of goederen (lid 2 en 3). Standwerkers dienen te beschikken over een door het college afgegeven vergunning die maximaal één jaar geldig is (lid 4).

De marktmeester bepaalt of men in aanmerking komt voor loting (voldoen aan het criterium voor standwerker, zie lid 4. 5 en 7).

De loting heeft in beginsel plaats op een dinsdagmiddag en geschiedt door een gemeenteambtenaar, niet zijnde de marktmeesters en de uitslag van de loting wordt nog dezelfde middag aan degenen die zich hebben aangemeld meegedeeld (lid 2).

Om de variëteit op de markt zoveel mogelijk recht te doen is bepaald dat een standwerker slechts één maal in de drie weken met zijn artikel op de markt mag verschijnen (lid 8).

Gelet op het feit dat er steeds minder ‘’echte standwerkers’’ zijn in ons land en gelet op het aantal plaatsen dat fysiek beschikbaar is, wordt het aantal standwerkerplaatsen gemaximeerd op 2 (lid 10). Ook kan per marktdag bepaald worden dat één van de twee beschikbare standwerkerplaatsen wordt uitgegeven als bijzondere dagplaats ten behoeve van een evenement, promotieactiviteit of andere de toeloop naar de markt bevorderende activiteit (ijscoman, verkoop van poffertjes etc.) (lid11)

Standwerkers kunnen de markt zeer verlevendigen, waarmee extra toeloop naar de markt wordt bevorderd. Aan standwerkers worden dan ook andere eisen gesteld dan aan de overige vergunninghouders.

De standwerkers dienen zich te onderscheiden door gedrag (aansprekende uiteenzetting) en het te verhandelen artikel (wordt niet elders op de markt verhandeld). Indien men niet optreedt als standwerker heeft men geen recht op een standwerkerplaats en wordt derhalve, na het verlopen van de huidige vergunning, geen nieuwe meer verstrekt. Tegen een dergelijke beslissing van het college kan de betreffende persoon bezwaar en beroep aantekenen (lid 12).

Tot slot wordt bepaald dat de standwerkervergunning per direct kan worden ingetrokken bij wangedrag of wanprestatie. Een dergelijke intrekking heeft onmiddellijke verwijdering van de markt tot gevolg.

Indien de vergunning wordt ingetrokken betekent dit dat deze persoon geruime tijd (maximaal twee jaar, zie artikel 4.3) geen vergunning meer kan verkrijgen.

Artikel 3.3, lid 2

In de Marktverordening 2001 moest een plotselinge verhindering, na melding aan de marktmeester, ook nog eens schriftelijk aan het college worden meegedeeld. Deze schriftelijke verplichting is vervallen.

Artikel 3.4, lid 2

Volgens de Marktverordening 2001 moest elke 3 maanden een geneeskundige verklaring worden overlegd. Deze termijn is verlengd naar eenmaal per half jaar.

Artikel 4.3

Dit artikel is aangepast vanwege de nieuwe systematiek van toewijzen standwerkerplaatsen (loting) en is verzwaard door toevoeging van lid 2: schorsing voor onbepaalde tijd bij zeer ernstig wangedrag.