Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)

Geldend van 04-02-2004 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2004

Intitulé

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)

De raad van de gemeente Castricum

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 18 november 2003

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het advies van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelenbeleid d.d. 2 december 2003;

besluit vast te stellen de:

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;c. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.d. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1 Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2 Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3 Geen inspraak wordt verleend:a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1 Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, behoudens het gestelde in lid 2.

  • 2 Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen, mits deze procedure niet in strijd is met het gestelde in lid 1 dan wel met enige andere wettelijke bepaling.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1 Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2 Het eindverslag bevat in elk geval:a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3 Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4 De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2004.

Artikel 7 Vervallen oude verordeningen

De inspraakverordeningen van de voormalige gemeenten Akersloot, Castricum en Limmen, vastgesteld bij raadsbesluit van respectievelijk 2 februari 1995 (laatstelijk gewijzigd 13 april 2000), 25 november 1993 en 17 mei 2001 vervallen van rechtswege op 1 januari 2004.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Castricum.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Castricum op 17 december 2003
De voorzitter,                            De griffier,
 
A. Emmens-Knol                    drs. B. Fink