Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsregeling Coevorden 2012

Geldend van 24-11-2012 t/m 31-12-2015

Intitulé

Bezoldigingsregeling Coevorden 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

overwegende dat met betrekking tot de beloningsmogelijkheden voor de medewerkers een regeling dient te worden vastgesteld, waarin een verbinding is gelegd tussen de beloning en de uitkomst van de beoordeling van het functioneren, resultaten en prestaties van medewerkers en waarin aansluiting is gezocht bij de Regeling HR-gesprekken gemeente Coevorden 2010:

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 3, artikel 3:1:1, lid 2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) gemeente Coevorden, het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel 160 van de Gemeentewet;

mede gelet op de bereikte overeenstemming met de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 4 oktober 2012;

b e s l u i t:

vast te stellen de “Bezoldigingsregeling gemeente Coevorden 2012”

Algemene bepalingen

Artikel 3:1:1:1 Bezoldigingsregeling

Voor gevallen, waarin de artikelen 3:1:1:2 tot en met 3:3:1:27 niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 3:1:1:2 Nadere begripsbepaling

  • a. ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

    • 2.

      de werknemer in de zin van artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

  • b. salaris:

    het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

  • c. uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

  • d. schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden, opgenomen in bijlage II a van die regeling;

  • e. maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f. bezoldiging: de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

  • g. betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

  • h. conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • i. volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden;

  • j. overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden.

Artikel 3:1:1:3

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3:1:1:4

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 3:1:1:5

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 3:1:1:6

  • 1. De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in de bijlage II a van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, het bedrag opgenomen in dit lid bedoelde regeling behorende bijlage.

  • 2. Voor de functie van gemeentesecretaris geldt, dat de bezoldiging plaatsvindt volgens de salarisschaal, welke direct gelegen is onder de schaal zoals die geldt voor de burgemeester.

Artikel 3:1:1:7 Salarisbedragen

  • 1. De toepassing van bijlage II a van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, lid 3 en 4 van genoemde arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal , zijnde de functieschaal.

  • 3. (vervallen)

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 5. Zonder voorafgaand ontslag kan voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal. Een verlaging kan wel plaatsvinden bij;

    • a.

      bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid;

    • b.

      bij wijze van disciplinaire straf danwel;

    • c.

      herplaatsing tijdens de reïntegratiefase voorafgaand aan ontslag als bedoeld in

      artikel 10:d5 CAR-UWO op grond van artikel 8:6 CAR-UWO.

  • 6. Indien sprake is van herplaatsing tijdens de reintegratiefase voorafgaand aan ontslag als bedoeld in artikel 10:d5 CAR-UWO vindt, ingeval er sprake is van ontslag op grond van artikel 8:6 CAR-UWO, een afbouw plaats van het bruto verschil van het hogere salaris behorende bij de huidige functieschaal (persoonlijke emolumenten zijn hierbij niet van toepassing) naar de lagere schaal behorende bij de nieuwe functie. Deze afbouw vindt plaats gedurende een periode van zes maanden na aanstelling in de nieuwe functie, te weten 2 maanden 75%, 2 maanden 50% en 2 maanden 25%.

Artikel 3:1:1:8 Salaris bij indiensttreding

  • 1. Bij indiensttreding kent de werkgever de medewerker het salaris toe, dat in de op zijn functie betrekking hebbende functieschaal salarisschaal is vermeld bij periodiek 0.

  • 2. Ingeval daartoe naar het oordeel van de werkgever aanleiding bestaat, kan van het bepaalde in het vorige lid worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, niet zijnde hoger dan het maximumsalaris van de betreffende functieschaal salarisschaal. Argumenten hiervoor zijn gelegen in:

    • -

      het hebben van aantoonbare relevante werkervaring;

    • -

      de aansluiting van het aangetoonde salaris van de vorige dienstbetrekking ten opzichte van de huidige dienstbetrekking.

  • 3. Indien de medewerker bij indiensttreding naar verwachting nog niet volledig voldoet aan de eisen die de functie stelt, wordt hij ingeschaald in de aanloopschaal. Inschaling in de aanloopschaal is alleen mogelijk indien de verwachting bestaat dat er binnen afzienbare tijd, maximaal 2 jaar wordt voldaan aan de gestelde eisen.

  • 4. De medewerker blijft in de aanloopschaal ingeschaald tot hij aan de voorwaarden voldoet waarbij recht ontstaat op inschaling in de functieschaal, blijkens een beoordeling met minimaal de uitkomst normaal/goed. De voorwaarden voor overgang naar de functieschaal zijn opgenomen in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst. Bij bevordering naar de functieschaal zijn de bepalingen uit artikel 3:1:1:12 van deze regeling van toepassing.

Artikel 3:1:1:9 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de medewerker wordt, na een vastgestelde beoordeling in het kader van de HR-gesprekcyclus met de uitkomst normaal/goed, binnen de voor hem geldende salarisschaal jaarlijks verhoogd tot de volgende naast hogere periodiek.

    Dit geldt niet voor de medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal al heeft bereikt.

  • 2. De salarisverhoging wordt toegekend voor de eerste maal met ingang van 1 april na datum indiensttreding.

  • 3. Het tijdstip waarop als gevolg van lid 2 van dit artikel voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van de werkgever aanleiding bestaat.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het tweede lid vindt bij indiensttreding of bevordering op of na 1 januari, per 1 april daaropvolgend geen periodieke verhoging plaats.

  • 5. De diensttijd die als medewerker in tijdelijke dienst wordt doorgebracht en die onmiddellijk gevolgd wordt door een vaste aanstelling of arbeidsovereenkomst, komt in aanmerking voor een beoordeling en de daaruit voortvloeiende salarisconsequentie als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 3.1.1.10 Extra periodieke verhoging

  • 1. Aan de medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaalschaal nog niet heeft bereikt en die naar het oordeel van de werkgever blijk heeft gegeven van langdurig uitstekend functioneren, kan één extra periodiek binnen de voor hem geldende salarisschaal worden toegekend.

  • 2. Toekenning vindt plaats op basis van de uitkomst van jaarlijkse beoordeling. Deze moet twee achtereenvolgende jaren uitstekend zijn

Artikel 3:1:1:11 Niet toekennen periodieke verhoging

Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of inzet van de medewerker, blijkend uit een beoordeling, in het kader van de jaarlijkse HR-gesprekcyclus, met de uitkomst onvoldoende, wordt de periodieke salarisverhoging als bedoeld in artikel 3:1:1:9 achterwege gelaten. Over de gevolgen voor het salaris wordt de medewerker zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld, in elk geval voor de datum waarop de salarisverhoging zou zijn ingegaan

Artikel 3:1:1:12 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1.

    Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal eerst vastgesteld op het eersthogere bedrag in die nieuwe schaal.

  • 2.

    Het salaris zoals bepaald in lid 1 wordt verhoogd met de toekenning van een extra periodiek.

Flexibele en incidentele waardering

Artikel 3.1.1.13 Periodieke toelage

  • 1. Aan de medewerker die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt en die naar het oordeel van de werkgever blijk heeft gegeven van uitstekend functioneren, kan een tijdelijke periodieke toelage worden toegekend. Toekenning vindt plaats op basis van de uitkomst van jaarlijkse beoordeling. Deze moet twee achtereenvolgende jaren uitstekend zijn.

  • 2. De periodieke toelage bedraagt 3% van het bruto maandsalaris van de medewerker.

  • 3. De periodieke toelage wordt toegekend voor een periode van één jaar en wordt maandelijks uitbetaald. Verlenging van deze periode met één jaar is mogelijk bij een volgende, aansluitende beoordeling met de uitkomst uitstekend.

  • 4. Wanneer het functioneren van de medewerker het daaropvolgende jaar wederom als uitstekend wordt beoordeeld, wordt de periodieke toelage verhoogd naar 6% van het maximumbedrag van de functieschaal van de medewerker. Na een volgende beoordeling met de uitkomst uitstekend wordt dit percentage verhoogd naar 9%.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in lid 3, kan het recht op de periodieke toelage voortijdig worden beëindigd als daarvoor naar het oordeel van de werkgever bijzondere redenen zijn.

  • 6. De toelage is gekoppeld aan het functioneren in de functie en mensblad waarin de medewerker is benoemd.

Artikel 3.1.1.14 Incidentele waardering

  • 1.

    De werkgever kan, in geval van bijzondere of extra prestaties van de medewerker, besluiten tot het toekennen van een incidentele waardering.

  • 2.

    Voorwaarde voor toekenning is dat het algemeen functioneren van de medewerker in ieder geval normaal/goed is.

  • 3.

    De incidentele waardering kan o.a. bestaan uit:

    • a.

      een eenmalige verhoging van het persoonsgebonden budget (PB) van de medewerker tot het fiscaal toegestaan maximum;

    • b.

      een eenmalige waardering, waarbij de werkgever de hoogte en vorm bepaald binnen het jaarlijks vastgesteld budget.

Arbeidsmarktpositie

Artikel 3.1.1.15 Arbeidsmarkttoelage en bindingspremie

  • 1. Aan de medewerker kan een arbeidsmarkttoelage dan wel bindingspremie worden toegekend.

  • 2. Aantoonbare problemen bij het werven, of in dienst houden van voldoende gekwalificeerd personeel voor een bepaalde functie met een specifieke opdracht zijn redenen om bedoelde toelage of premie toe te kennen. Voorwaarde voor toekenning van de bindingspremie is dat er een bewezen meerwaarde is voor de organisatie.

  • 3. De werkgever beslist over de feitelijke toekenning aan individuele medewerkers.

    Hij houdt bij de toekenning van een bindingspremie rekening met de vraag of het functioneren van betrokkene voldoende is om toekenning te rechtvaardigen.

  • 4. De werkgever kan aan de toekenning van de bindingspremie voorwaarden verbinden.

  • 5. De hoogte van de maandelijkse toelage of premie bedraagt als regel 10% tot 15% van het geldende bruto maandsalaris. Een toegekende toelage of premie wordt meegenomen in de berekeningsgrondslag.

  • 6. De toelage of premie wordt toegekend voor een tijdvak van maximaal drie jaar en eindigt in ieder geval op de bij toekenning vastgestelde datum danwel wanneer de situatie waarop de toelage is gebaseerd dit niet langer rechtvaardigd.

  • 7. Wanneer de situatie van de arbeidsmarkt waarop de arbeidsmarkttoelage is gebaseerd nog

    steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid worden toegekend.

Artikel 3:1:1:16 tm 3:1:1:18

(vervallen)

Artikel 3:1:1:19 Mobiliteitspremie

Teneinde interne en externe mobiliteit te bevorderen, kan een mobiliteitspremie worden toegekend.

Artikel 3:1:1:20 Vervallen arbeidsmarkttoelage/bindingspremie

(vervallen)

Artikel 3:1:1:21 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 3:1:1:12 tot en met 3:1:1:19.

Artikel 3:1:1:22 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 3:1:1:12 tot en met 3:1:1:19 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Artikel 3:1:1:23 Consignatievergoeding

  • 1. Aan de ambtenaar die buiten de werktijden die voor hem gelden krachtens een werktijdregeling als bedoeld in artikel 4:2:1:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden, ingevolge een schriftelijke aanwijzing van het bevoegd gezag zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2. De toelage bedraagt per uur bereikbaarheid en beschikbaarheid:

    • a.

      5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag;

    • b.

      10% voor de uren op zaterdag en zondag en op de feestdagen

      met dien verstande dat genoemde percentages voor de functie van opzichter worden berekend over het maximum salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij salarisnummer 11 van salarisschaal 7 en voor de overige functies over het maximum salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij salarisnummer 11 van salarisschaal 4.

  • 3. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 3:1:1:24 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden.

Artikel 3:2:1:25 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 10, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden.

Artikel 3:3:1:26 Toelage onregelmatige dienst

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden.

  • 2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      30% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      45% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1,derde lid van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van schaal 3.

  • 3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

  • 4. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 3:3:1:27 Afbouwtoelage

  • 1. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 3:1:1:22 en 3:2:1:25 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 3:1:1:15, en

    • b.

      de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 3:1:1:22 en 3:1:1:25 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar 60 jaar of ouder, en wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 3:1:1:24, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 3:1:1:24 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijke voor de aanvang van die toelage gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijk onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 3:1:1:24 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5. Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regelen vast.

Artikel 3:5:1:1 Ambtsjubileumgratificatie

  • 1.

    In afwijking van artikel 3:5:1 UWO wordt aan de ambtenaar die gedurende 12½ jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, een gratificatie toegekend overeenkomende met 25% van de bezoldiging en van de vakantietoelage  waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft. Aan de ambtenaar die gedurende 25 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, wordt een gratificatie toegekend overeenkomende met 75% van de bezoldiging en van de vakantietoelage waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft. De ambtenaar die gedurende 35 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, ontvangt een gratificatie overeenkomende met 125% van de bezoldiging en van de vakantietoelage waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft. Aan de ambtenaar, die wordt ontslagen:

    • -

      op grond van artikel 8:4;

    • -

      op grond van artikel 8:5 bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer;

    • -

      op grond van artikel 8:11 indien en voorzover het een volledig ontslag betreft;

      en die indien het ontslag niet had plaatsgevonden het voor een gratificatie vereiste aantal dienstjaren binnen vijf jaren na de ontslagdatum had kunnen vervullen, wordt een proportionele gratificatie toegekend. Deze proportionele gratificatie wordt berekend door het bedrag waarop recht zou hebben bestaan indien het vereiste aantal dienstjaren zou zijn vervuld, te vermenigvuldigen met een breuk. Daarvan wordt de teller gevormd door het feitelijk geheel of gedeeltelijk vervulde aantal dienstjaren, waarbij naar boven wordt afgerond op hele maanden: de noemer is het aantal dienstjaren dat vervuld had moeten zijn om voor de gratificatie in aanmerking te komen. De op grond van het vorenstaande berekende bedragen worden naar boven afgerond op een veelvoud van vijf euro.

  • 2.

    Bij gedeeltelijk ontslag wordt de ambtsjubileumgratificatie berekend naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag wordt verleend.

Slotbepalingen

Artikel 3.8.1.1. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Bezoldigingsregeling gemeente Coevorden 2012”.

Artikel 3.8.1.2. Inwerkingtreding

De “Bezoldigingsregeling gemeente Coevorden 2012” treedt in werking de dag na bekendmaking van deze regeling.

Artikel 3.8.1.3. Intrekking

De “Bezoldigingsverordening gemeente Coevorden” 1998 en het “Beloningsreglement gemeente Coevorden 2000”, worden met de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Artikel 3.8.1.4 Evaluatie

Uiterlijk 2 jaar na inwerkingtreding evalueert het college van burgemeester en wethouders de werking van deze regeling. Het college betrekt daarbij de doeltreffendheid en de effecten van de regeling.

Coevorden,

Burgemeester en wethouders van Coevorden ,

de secretaris, de burgemeester,

M.N.J. Broers B.J.Bouwmeester