Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Coevorden 2012

Geldend van 27-11-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Coevorden 2012

No. 2012/979

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, bijl.nr. 979;

overwegende dat het gewenst is in aanvulling op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 nadere eisen te stellen aan de inrichting van peuterspeelzalen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Coevorden

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Binnenspeelruimte

  • 1. Elke groep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.

  • 2. De binnenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      Voor ieder kind is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar

    • b.

      Elke groepsruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

    • c.

      Elke groepsruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Artikel 3 Buitenspeelruimte

  • 1. De peuterspeelzaal beschikt over aangrenzende buitenspeelruimte.

  • 2. De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      Voor ieder aanwezig kind is ten minste 3 m² bruto oppervlakte buitenspeelruimte beschikbaar;

    • b.

      De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar;

    • c.

      De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Artikel 4 Toezicht

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders ziet toe op de naleving van de bij wet en bij deze verordening gestelde regels.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst de directeur van de GGD aan als toezichthouder.

Artikel 5 Onderzoek door de toezichthouder

  • 1. De toezichthouder onderzoekt na een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, binnen een redelijke termijn, of de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 2. Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 3. Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 6 Vastleggen onderzoeksresultaten

  • 1. De toezichthouder rapporteert over de bevindingen van het onderzoek op de wijze als bedoeld in artikel 2.21 lid 1 tot en met 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 2. De toezichthouder stelt burgemeester en wethouders in kennis van de vaststelling van het rapport.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Coevorden 2012

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2012.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.