Regeling vervallen per 05-11-2013

Verordening delegatiebesluit Coevorden 2006

Geldend van 10-07-2008 t/m 04-11-2013

Intitulé

No. 2006/360.

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 juni 2006, nr. 360;

overwegende, dat als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet dualisering medebewindsbevoegdheden (Stb. 2005, nr. 530), besluiten tot delegatie van een bevoegdheid van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders met ingang van het tijdstip van inwerkintreding van deze wet van rechtswege zijn vervallen (artikel LXXIII, lid 2);

dat het gewenst is te voorzien in vaststelling van een nieuwe verordening waarin bestuursbevoegdheden door de raad naar het college worden gedelegeerd;

gelet op het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet, de Wet openbaarheid van bestuur, de Mediawet en de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet op de ruimtelijke ordening; Winkeltijdenwet, de Wet vervoer gevaarlijk stoffen, artikel 1:3a van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

Vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening delegatiebesluit 2006

Artikel 1

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, onder de voorwaarde dat in de eerstvolgende raadsvergadering mededeling wordt gedaan.

Artikel 2

Het college oefent de bevoegdheid uit tot toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3

[Vervallen]

Artikel 4

Burgemeester en wethouders oefenen de bevoegdheid ingevolge artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening uit ten behoeve van de verwezenlijking van een project.

Artikel 5

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het beslissen op planschadeverzoeken die zijn ingediend op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zoals die luidde tot 1 september 2005 en die zijn ingediend voor 1 september 2005.

Artikel 6

  • 1. Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge de Mediawet en de Wet op de telecommunicatievoorzieningen tot:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan het Commissariaat voor de media of een lokale

      omroepinstelling aan de wettelijke eisen voldoet;

    • b.

      het instellen van een programmaraad.

  • 2. Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge

    • a.

      de verordening programmaraad Castel-Noord tot het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de programmaraad Castel-Noord;

    • b.

      het reglement Consumenten-/programmaraad N.V. RENDO tot het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de consumenten-/ en programmaraad van de NV Rendo.

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders oefenen de bevoegdheid uit tot het uitvoeren van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Coevorden en de daaraan verbonden nadere regelingen ten behoeve van de griffier en de medewerkers van de griffie, behoudens voor zover het betreft:

    • -

      het nemen van besluiten met betrekking tot aanstelling, overplaatsing, schorsing of het ontslag van de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • -

      het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie.

    • -

      het verlenen van vakantie en verlof aan de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • -

      besluiten met betrekking tot de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • -

      het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie.

  • 2. De voorbereiding van de in lid 1 bedoelde besluiten ten aanzien van de griffier die zijn voorbehouden aan de raad, wordt namens de raad uitgevoerd door de burgemeester.

  • 3. De raad en het college kunnen de griffier machtigen ten behoeve van medewerkers van de griffie bevoegdheden namens hen uit te oefenen voor zover dat in de dagelijkse uitvoering van de arbeidsvoorwaardenregeling gebruikelijk is.

Artikel 8

Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge artikel 20a Wegenverkeerswet 1994 tot het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kommen.

Artikel 9

Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge artikel 18, eerste lid Wet vervoer gevaarlijk stoffen tot het aanwijzen van wegen of weggedeelten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening delegatiebesluit Coevorden 2006”.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Coevorden, gehouden op 11 juli 2006,

de griffier,

de voorzitter.

Toelichting

Algemeen

In een groot aantal medebewindswetten (wetten ter uitvoering waarvan medewerking van gemeentelijke bestuursorganen wordt gevraagd) worden bestuurstaken aan het college toebedeeld. Het gaat hierbij om 77 wetten met medebewindsbevoegdheden. In de bijlage is daarover nadere informatie opgenomen. Enkele bestuursbevoegdheden zijn in de Gemeentewet al bij het college gelegd (artikel 160 Gemeentewet). Onder bestuursbevoegdheden moeten bijvoorbeeld worden verstaan het verlenen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen, het verlenen van subsidies, het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Na inwerkingtreding van de Wet dualisering medebewindsbevoegdheden zijn enkele bestuursbevoegdheden bij de gemeenteraad gebleven. De wetgever heeft enkele uitzonderingen gemaakt op de regel dat bestuursbevoegdheden door het college worden uitgeoefend. Het gaat hierbij om beslissingen waarbij het belang van een sterke democratische legitimatie van de uitoefening van een bepaalde bevoegdheid door de wetgever groot geacht wordt. Vooral bij bevoegdheden met een principieel of levensbeschouwelijk karakter zal zulks aan de orde zijn.

De raad blijft bijvoorbeeld bevoegd als het gaat om besluiten omtrent prostitutie, kansspelen, ongeklede recreatie, onteigeningsbesluiten, zondagsopenstelling winkels.Ten aanzien van deze bevoegdheden blijft de raad overigens bevoegd om met gebruikmaking van artikel 156 Gemeentewet deze te delegeren aan het college. Ook blijft het mogelijk in een verordening de uitoefening van deze bevoegdheden nader te regelen en de uitvoering daarvan op te dragen aan het college. De zondagsopenstelling voor winkels is bijvoorbeeld reeds geregeld in de verordening winkeltijden Coevorden 1998.

In de 2e helft van 2006 zal nader onderzoek en rapportage volgen over de vraag of in het kader van de doorontwikkeling van het dualisme ook andere (autonome)bestuursdaden voor delegatie van de raad naar het college in aanmerking komen.

In voorkomende gevallen kan via de actieve informatieplicht van het college de raad geïnformeerd worden over de wijze waarop (onderdelen van) het delegatiebesluit wordt uitgevoerd, zo daartoe in concrete situaties aanleiding mocht bestaan.

Artikel 1

Delegatie van deze bevoegdheid was ook opgenomen in het delegatiebesluit 2003.

Artikel 2

Ingevolge de inspraakverordening beslist ieder bestuursorgaan voor zijn eigen bevoegdheden over de wijze waarop belanghebbenden worden betrokken bij de voorbereiding van nieuw beleid. Vanuit zowel dualistisch als juridisch oogpunt ligt het voor de hand de toepassing van afdeling 3:4 Awb met name waar het gaat over de voorbereiding van bestuursbesluiten waar bezwaar- en beroep tegen open staat, over te laten aan het college. Hierbij wordt mede gewezen op de taak ingevolge artikel 160 lid 1 sub c. van de Gemeentewet. Op grond daarvan berust de bevoegdheid tot het voorbereiden en uitvoeren van beslissingen van de raad in beginsel bij het college.

Artikel 3

Vervallen als gevolg van de inwerkingtreding van de algemene subsidieverordening Coevorden 2006.

Artikel 4

Gewijzigd als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 01-07-2008

Artikel 5

Delegatie van deze bevoegdheid was ook opgenomen in het separaat genomen delegatiebesluit. Dit sloot aan op de afzonderlijk in werking getreden wijziging van de WRO. Daarin is de bevoegdheid tot het beslissen op planschadeverzoeken bij het college gelegd.

Artikel 6

Delegatie van deze bevoegdheid was ook opgenomen in het delegatiebesluit 2003. Aanvullend daarop worden ook de overige bevoegdheden van de Mediawet (toets aan de wettelijke bepalingen van de lokale omroep) bij het college gelegd. In het verleden heeft één keer eerder een dergelijke toets via het college plaatsgevonden.

Artikel 7

Delegatie van deze bevoegdheid was ook opgenomen in het delegatiebesluit 2003.

Artikel 8 en 9

In voorliggende verordening zijn de bestuursbevoegdheden ten aanzien van het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kommen (art. 20a Wegenverkeerswet 1994); het aanwijzen van wegen of weggedeelten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (art. 18, eerste lid Wet vervoer gevaarlijk stoffen) gedelegeerd aan het college. Met name praktische overwegingen vormen hiervoor aanleiding. De grenzen van de bebouwde kommen zijn in het verleden reeds aangewezen. In de praktijk gaat het veelal om actualisering/wijziging in verband met uitvoering van nieuwbouwplannen. Gemeentewet artikel 156

  • 1.

    De raad kan aan het college, een door hem ingestelde bestuurscommissie en een deelraad bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

  • 2.

    De raad kan in ieder geval niet overdragen de bevoegdheid tot:

    • a.

      de instelling van een rekenkamer, bedoeld in artikel 81a, of het bij verordening stellen van regels voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie, bedoeld in artikel 81oa;

    • b.

      de instelling van een onderzoek, bedoeld in artikel 155a, eerste lid;

    • c.

      de vaststelling of wijziging van de begroting, bedoeld in artikel 189;

    • d.

      de vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 198;

    • e.

      het stellen van straf op overtreding van de gemeentelijke verordeningen;

    • f.

      de vaststelling van de verordeningen, bedoeld in artikelen 212, eerste lid, 213, eerste lid, en 213a, eerste lid;

    • g.

      de aanwijzing van een of meer accountants, bedoeld in artikel 213, tweede lid;

    • h.

      de heffing van andere belastingen dan de belastingen, genoemd in artikel 225, de precariobelasting, de rechten, genoemd in artikel 229, de rechten waarvan de heffing geschiedt krachtens andere wetten dan deze wet en de heffing, bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 3.

    De bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen, door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven, kan de raad slechts overdragen voor zover het betreft de vaststelling van nadere regels met betrekking tot bepaalde door hem in zijn verordeningen aangewezen onderwerpen.

  • 4.

    De artikelen 139, tweede lid, 140 en 141 zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit dat wordt genomen op grond van het eerste lid.

  • 5.

    Het tweede lid, aanhef en onder a, e en f, en het derde lid zijn niet van toepassing op de overdracht van bevoegdheden aan een deelraad.