Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR36189
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR36189/1
Regeling vervallen per 01-01-2016
Financiële verordening gemeente Coevorden
Geldend van 19-06-2008 t/m 31-12-2015
Intitulé
Financiële verordening gemeente CoevordenGeconsolideerde tekst van de verordening
No. 2008/523
De raad van de gemeente Coevorden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 24 april 2008,
bijlagenr. 523;
overwegende dat;
het gewenst is op hoofdlijnen regels te stellen voor het financieel beleid, de financiële organisatie en financieel beheer;
de gemeenteraad streeft naar deregulering;
regelingen eenvoudig van aard dienen te zijn.
gelet op artikel 212 van de gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende:
Financiële verordening gemeente Coevorden
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
administratie:
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van de gemeente Coevorden en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
- b.
begroting:
document waarin de beleidsvoornemens zijn vastgelegd. De voornemens zijn vertaald in een overzicht van alle voor een bepaald kalenderjaar te verwachten inkomsten en uitgaven. Bij de gemeente is dit de programmabegroting.
- c.
financiële beheershandelingen:
handelingen die betrekking hebben op die handelingen waaruit financiële gevolgen voortkomen die als baten en lasten en/of balansmutaties in de jaarrekening dienen te worden verantwoord;
- d.
financieringsbeheer:
de (beleids)uitvoering van de financieringsfunctie, binnen de kaders van de gemeenteraad;
- e.
financieringsfunctie (treasury):
de functie die alle activiteiten omvat die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's;
- f.
interne verwerkingskosten:
de verscheidene interne kosten die behoren bij het verwerken van een product;
- g.
jaarstukken:
verantwoordingsdocument over de realisatie van de door de raad in de begroting vastgelegde beleidsvoornemens. Bij de gemeente bestaan de jaarstukken uit de jaarrekening en het jaarverslag.
- h.
rechtmatigheid:
een rechtmatigheidoordeel over de financiële beheershandelingen van de gemeente;
- i.
rendementoptimalisatie:
het optimaliseren van de opbrengst van een economische activiteit.
Hoofdstuk 2 Financiën
Artikel 2 Financieel beleid
-
1. Het college draagt zorg voor een:
- a.
nota financieel beleid, de nota stelt kaders met als uitgangspunt verantwoord financieel beleid;
- b.
nota reserve- en voorzieningenbeleid, de nota behandelt tenminste: de vorming en besteding van reserves en voorzieningen en de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen;
- c.
nota activabeleid, de nota behandelt tenminste: afschrijvingsmethodieken en termijnen van immateriële vaste activa en materiële vaste activa met economisch en maatschappelijk nut;
- d.
nota grondbeleid, de nota behandelt tenminste: de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente, de verwerving en uitgifte van gronden en de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden;
- e.
nota lokale heffingen, de nota behandelt tenminste: de mate van kostendekkendheid van heffingen;
- f.
nota weerstandsvermogen, de nota bevat tenminste een norm voor het weerstandsvermogen;
- g.
nota verbonden partijen, de nota behandelt tenminste: wanneer en hoe deelgenomen wordt in verbonden partijen.
- a.
-
2. De nota's als bedoeld in lid 1 worden eens in de vier jaar vastgesteld door de raad.
Artikel 3 Financieringsfunctie
-
1. Het college stelt een financieringsstatuut vast, waarin zorgvuldig financieringsbeheer uitgangspunt is.
-
2. In het financieringsstatuut worden tenminste nadere regels opgenomen over de volgende onderwerpen:
- a.
het aantrekken en uitzetten van financiële middelen;
- b.
de duurzame toegang tot financiële markten;
- c.
het beheersen van de financiële risico’s;
- d.
de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- e.
rendementoptimalisatie van de beschikbare liquiditeiten.
- a.
-
3. Het college zendt het financieringsstatuut ter kennisname aan de raad.
Hoofdstuk 3 Planning en control
Artikel 4 Perspectiefnota
-
1. Het college biedt uiterlijk 1 juni de perspectiefnota aan met de kaders en richtlijnen voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.
-
2. De perspectiefnota gaat in op de actualisatie van het bestuursprogramma, het nieuwe beleid en bevat een meerjareninvesteringsplan en het financieel meerjarenperspectief;
-
3. De raad stelt de perspectiefnota uiterlijk 15 juli vast.
-
4. De raad bepaalt aan de hand van de nota bedoeld in lid 1 of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.
Artikel 5 Programmabegroting
De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast voor de komende raadsperiode.
Artikel 6 Bestuursrapportages
-
1. Het college rapporteert de raad minimaal twee keer per jaar door middel van bestuursrapportages.
-
2. De inrichting van de bestuursrapportages sluit aan bij de programmabegroting.
-
3. De rapportages gaan in ieder geval in op significante afwijkingen, zowel wat betreft baten als lasten, de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten.
Artikel 7 Jaarstukken
Het college legt in het jaarstukken de verantwoording af over de uitvoering van de programma's.
Hoofdstuk 4 Financiële organisatie
Artikel 8 Financiële organisatie
Het college draagt zorg voor:
- a.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie;
- b.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van rechten ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.
Artikel 9 Interne controle
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 10 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente intern geleverde producten en verleende diensten.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 11 Intrekking oude verordening
De financiële verordening gemeente Coevorden vastgesteld bij raadsbesluit 12 december 2006 wordt ingetrokken.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Coevorden”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 13 mei 2008
, griffier.
, voorzitter.
Memorie van toelichting
Inleiding
In het kader van het project 'heroverweging in de basis' zijn de financiële kaders uitgewerkt in diverse nota's. Een goed moment om ook de financiële verordening tegen het licht te houden. Hierbij zijn de kaderstellende rol van de raad en de wens van de raad om te dereguleren als uitgangspunten genomen.
De modelverordening van de VNG is niet als leidraad gehanteerd, omdat deze niet aansluit bij de gewenste situatie in Coevorden (de VNG geeft zelf ook aan dat er velerlei varianten mogelijk zijn) en hierin veel wettelijk geregelde zaken zijn opgenomen. Op het gebied van financiën zijn deze geregeld in de Gemeentewet (GW) en in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
De begroting en jaarstukken zijn bijvoorbeeld ingevolge de GW voorgeschreven stukken, de inhoud is bepaald in het BBV.
Artikel 212 van de Gemeentewet ziet er als volgt uit:
- 1.
De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.
- 2.
De verordening bevat in ieder geval:
- a.
regels voor waardering en afschrijving van activa;
- b.
grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b, alsmede, voor zover deze wordt geheven, voor de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
- c.
regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.
- a.
Artikelgewijze toelichting
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Financiering decentrale overheden (Fido), het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. De begrippen uit de verordening worden in artikel 1 van de verordening gedefinieerd.
Hoofdstuk 2 Financiën
Artikel 2 Financieel beleid
Dit artikel geeft de raad de mogelijkheid om middels de vaststelling van nota’s op belangrijke financiële aspecten van financieel beleid de kaders te geven. De nota financieel beleid is de kapstok voor de overige nota’s.
In de nota’s worden (veel uitgebreider dan in de voorgaande verordening) de kaders aangegeven waarbinnen de financiële functie uitgevoerd moet worden. Onderwerpen die eerst in de verordening werden geregeld (bijvoorbeeld: activabeleid) worden nu uitgeschreven in een beleidsnota.
Artikel 3 Financieringsfunctie
De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet de expliciete bepaling dat de financiële verordening hierover regels voor het beleid en de organisatie bevat. In artikel 3 wordt invulling aan deze wettelijke plicht gegeven.
Een gemeente kan binnen de beperkte ruimte die de Wet Fido biedt kiezen voor strakkere of ruimere kaders.
De financieringsfunctie is grotendeels een uitvoeringsaangelegenheid. Wel is het belangrijk dat de raad de vinger aan de pols houdt. Daarom is gekozen voor een financieringsstatuut, waarin zorgvuldig financieringsbeheer uitgangspunt is, dat door het college wordt vastgesteld. De raad geeft aan welke onderwerpen in elk geval worden behandeld in het statuut. Het statuut wordt ter kennisname aan de raad verzonden.
Hoofdstuk 3 Planning en control
De artikelen in dit hoofdstuk bevatten bepalingen over de inrichting van de begroting, jaarstukken en andere cyclische stukken. In het BBV worden heel specifieke regels gesteld voor het opstellen en vaststellen van de begroting en jaarstukken.
De indeling van de programma’s worden bij aanvang van iedere raadsperiode door de raad vastgesteld. Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het college de producten aan de programma’s toewijst.
Artikel 4 Perspectiefnota
Het is voor een gemeente niet verplicht een perspectiefnota vast te stellen.
In de Perspectiefnota vindt de integrale beleidsafweging plaats. Het belangrijkste doel is om inzicht te krijgen in de gevolgen die het nieuwe beleid gaat hebben voor de meerjarenbegroting van het nieuwe dienstjaar. Er wordt aangegeven of deze effecten een structureel (meerjarig) of een incidenteel effect hebben op deze begroting.
Artikel 5 Programmabegroting
Op grond van artikel 189 Gemeentewet berust het budgetrecht bij de raad. De raad neemt uiteindelijk de beslissing welke bedragen zij voor taken en activiteiten in de begroting beschikbaar stelt. Gedurende het begrotingsjaar kan de raad op grond van artikel 192 GW besluiten nemen tot wijziging van de begroting. De gemeente kan slechts uitgaven doen voor de bedragen die hiervoor op de begroting zijn gebracht (vierde lid artikel 189 Gemeentewet).
De raad kan kiezen op welk niveau hij budgetten beschikbaar stelt. Hij kan er voor kiezen een budget voor een samenstel van activiteiten beschikbaar te stellen.
Artikel 6 Bestuursrapportages
Net zoals bij de perspectiefnota is een gemeente niet verplicht gebruik te maken van bestuursrapportages.
Bij de bestuursrapportage rapporteert het college afwijkingen in de voortgang van de uitvoering van het beleid. Dit kunnen afwijkingen in voortgang, doel of middelen zijn.
Artikel 7 Jaarstukken
De jaarstukken bestaan uit de jaarrekening en het jaarverslag, zij vormen het sluitstuk van de gemeentelijke planning en controlcyclus. Door middel van deze jaarstukken legt het college verantwoording af aan de raad over het in het voorgaande jaar gevoerde beleid op programmaniveau.
Hoofdstuk 4 Financiële organisatie
Artikel 8 Financiële organisatie
Artikel 8 geeft de uitgangspunten voor de financiële organisatie. Volgens het eerste lid letter a van artikel 160 Gemeentewet is het college bevoegd regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente. Het college wordt onder letter a en b van het artikel uit de verordening opgedragen bepaalde van deze regels die de financiële organisatie betreffen, vast te leggen in besluiten.
Deze regels heeft het college vastgelegd in het financieringsstatuut.
Artikel 9 Interne controle
De accountant toetst jaarlijks of de gemeenterekening een getrouw beeld geeft van de gemeentelijke financiën en of de (financiële) beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen. Artikel 9 draagt het college op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of voorafgaand aan de accountantscontrole de gemeente zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten en lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen.
Artikel 10 Kostprijsberekening
Artikel 212 Gemeentewet bepaalt in het tweede lid, letter b dat de verordening in ieder geval bevat de grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de samenstelling van de kostprijs van de diensten waarvoor prijzen en heffingen in rekening worden gebracht. In artikel 10 van de verordening staan de kaders voor de bepaling van de kostprijzen van de gemeentelijke diensten.
De kostprijs bestaat uit de directe kosten en de indirecte kosten die direct met de dienst samenhangen.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
Dit artikel zorgt ervoor dat de oude verordening wordt ingetrokken.
Artikel 12 Inwerkingtreding
De verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 212 Gemeentewet ingestelde verordening.
Artikel 13 Citeertitel
In dit artikel is de naam opgenomen, waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening wordt verwezen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl