Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Coevorden

Geldend van 19-06-2008 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 13-05-2008

Intitulé

Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Coevorden

Geconsolideerde tekst van de verordening

No. 2008/525

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2008,

bijlagenr. 525;

overwegende dat het gewenst is de regels op het gebied van de onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid aan te passen;

gelet op artikel 213a van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Coevorden

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Begroting:

    document waarin de beleidsvoornemens zijn vastgelegd.

    De voornemens zijn vertaald in een overzicht van alle voor een bepaald kalenderjaar te verwachten inkomsten en uitgaven.

    Bij de gemeente is dit de programmabegroting.

  • b.

    Doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • c.

    Doeltreffendheid:

    de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • d.

    Jaarstukken:

    verantwoordingsdocument over de realisatie van de door de raad in de begroting vastgelegde beleidsvoornemens.

    Bij de gemeente bestaan de jaarstukken uit de jaarrekening en het jaarverslag.

  • e.

    Thema:

    Een afgebakend onderdeel van het door het college gevoerde bestuur.

Hoofdstuk 2 Het onderzoek

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

Het college verricht jaarlijks onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van minimaal één thema.

Artikel 3 Onderzoeksprogramma:

  • 1. Het college zendt ieder jaar voor 1 september een onderzoeksprogramma ter kennisname aan de raad en de rekenkamer van de in het erop volgende jaar te verrichten interne onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid.

  • 2. In het onderzoeksprogramma wordt van het interne onderzoek globaal aangegeven:

    • a.

      de achtergrond van het thema;

    • b.

      de motivatie van de keuze van het thema.

    • c.

      welke budgetten beschikbaar zijn voor de uitvoering van het onderzoek.

Hoofdstuk 3 Informatievoorziening en rapportage

Artikel 4 Informatievoorziening

In de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken informeert het college de raad over de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

  • 1. De resultaten van het onderzoek worden vastgelegd in een rapport. Het rapport bevat tevens een analyse van de onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen. Het college stelt het rapport vast.

  • 2. Het college zendt het rapport, na vaststelling, ter kennisname aan de raad.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Coevorden 2004” vastgesteld door de raad op 11 november 2003, wordt met ingang van

1 januari 2008 ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking 1 januari 2008.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:

“Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Coevorden”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 13 mei 2008

, voorzitter.

, griffier.

TOELICHTING

Memorie van toelichting

In deze memorie van toelichting is per artikel aangegeven wat er gewijzigd is in de verordening en waarom dit is gewijzigd.

De wijzigingen bevinden zich binnen de kaders van de Gemeentewet. Artikel 213a schrijft het volgende voor:

  • 1.

    Het college verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur.

    De raad stelt bij verordening regels hierover.

  • 2.

    Het college brengt schriftelijk verslag uit aan de raad van de resultaten van de onderzoeken.

  • 3.

    Het college stelt de rekenkamer of, indien geen rekenkamer is ingesteld, personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen, tijdig op de hoogte van de onderzoeken die hij doet instellen en zendt haar, onderscheidenlijk hen, een afschrift van een verslag als bedoeld in het tweede lid.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In artikel 1 wordt de volgende wijziging aangebracht:

lid c. wordt toegevoegd:

Onder een thema wordt een afgebakend onderdeel van het door het college gevoerde bestuur verstaan.

Voorbeelden van een dergelijk thema zijn accommodatiebeleid, grondbeleid en reïntegratiebeleid.

Dit lid wordt toegevoegd omdat het college voornemens is zich te gaan richten op themagericht onderzoek in het kader van doelmatigheid en doeltreffendheid.

Daarnaast wordt de naamgeving van het artikel veranderd van ‘definities’ naar ‘begripsomschrijving’. Dit is conform de naamgeving die in het kader van de interne richtlijnen wordt gehanteerd.

Hoofdstuk 2 Het onderzoek

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

Huidig artikel 2 Onderzoeksfrequentie komt te vervallen. Hiervoor komt de volgende inhoud in de plaats:

Het college verricht jaarlijks onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van minimaal één thema.

Het voorstel tot wijziging wordt om de volgende redenen gedaan:

  • -

    middels het doen van themaonderzoek worden ook de afdelingen en de bedrijfsvoering geraakt. Hierdoor worden als het ware twee vliegen in één klap geslagen waardoor extra doelmatig en doeltreffend gewerkt wordt;

  • -

    in de huidige situatie wordt al veel aan onderzoek gedaan (in het kader van rechtmatigheid door de gemeente en de accountant. Daarnaast is er de gemeentelijke rekenkamer die ook diverse onderzoeken uitvoert);

  • -

    het kaderstellende budget om onderzoeken uit te kunnen voeren is van een beperkte omvang. Om deze reden worden onderzoeken in samenwerking met de gemeenten Emmen en Borger-Odoorn uitgevoerd;

  • -

    om een goed en gedegen onderzoek uit te kunnen voeren is het beter één kwalitatief goed onderzoek in plaats van meerdere onderzoeken, waarbij wellicht op de kwaliteit ingeboet moet worden: Kortom kwaliteit voor kwantiteit.

Artikel 3 Onderzoeksprogramma

Allereerst hebben is de titel van het artikel veranderd in onderzoeksprogramma.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee documenten:

  • 1.

    Het onderzoeksprogramma:

    De aankondiging van het onderzoek in het daaropvolgende jaar.

  • 2.

    Het onderzoeksplan:

    Dit is een detailuitwerking van het in het onderzoeksprogramma aangekondigde onderzoek. Dit dient als ‘handleiding’ om het onderzoek goed te kunnen uitvoeren. Dit is als ware het plan van aanpak.

In lid 1 wordt de datum van toezending veranderd in 1 juli in plaats van 1 april. Deze nieuwe datum is afgestemd met de rekenkamer. De onderzoeken die zij willen gaan uitvoeren kunnen zij zodoende afstemmen op de onderzoeken die het college gaat doen.

Daarom is in dit lid nu ook vermeld dat het onderzoeksprogramma aan de rekenkamer wordt gezonden.

Lid 2 en 3 zijn samengevoegd (m.a.w. lid 3 is nu 2c geworden)

Daarnaast wordt in het ‘onderzoeksprogramma’ de achtergrond van het gekozen thema en de motivatie van de keuze opgenomen.

In het onderzoeksplan wordt per onderzoek aangegeven:

  • -

    het object;

  • -

    de reikwijdte;

  • -

    de onderzoeksmethode;

  • -

    de doorlooptijd;

  • -

    de wijze van uitvoering.

In de oude verordening was opgenomen dat deze informatie gepresenteerd werd aan de raad. Deze elementen worden nu opgenomen in het onderzoeksplan. Dit heeft als reden dat de uitwerking hiervan op het tijdstip van het aanbieden van het onderzoeksprogramma nog niet bekend is. Het onderzoeksplan wordt in een later stadium, vlak voor de start van het onderzoek, geschreven.

Hoofdstuk 3 Informatievoorziening en rapportage

Artikel 4 Informatievoorziening

De naam van het artikel is aangepast omdat het hier niet om een rapportage over de voortgang gaat, maar over de informatievoorziening richting de raad. Inhoudelijk is dit artikel ook op deze wijze aangepast.

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

Elk rapport moet, naast een analyse van de onderzoeksresultaten, ook conclusies en aanbevelingen bevatten. De onderzoeken hebben immers tot doel om verbeteringen in de organisatie te bewerkstelligen. Hoe deze aanbevelingen vervolgens worden geïmplementeerd hangt af van het ‘soort’ aanbeveling. Wel staat vast dat de aanbevelingen opgepakt.

Nu is ook opgenomen dat het rapport na vaststelling en ter kennisname aan de raad wordt gezonden. Het eventuele plan van verbetering en de eventuele organisatorische maatregelen zijn om deze reden uit het artikel verwijderd.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding

Wij willen de verordening met terugwerkende kracht in laten treden op 1-1-2008, omdat wij dan middels ons huidige onderzoeksprogramma voldoen aan de eisen die de verordening stelt.