Regeling vervallen per 15-03-2019

Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2005

Geldend van 16-03-2006 t/m 14-03-2019

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2005

No. 2006/313

Verordening

de raad van de gemeente Coevorden

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2005

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    Rekenkamercommissie:

    de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • B.

    Doelmatigheid of efficiency:

    het streven om met een zo beperk mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • C.

    Doeltreffendheid of effectiviteit:

    de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • D.

    Extern lid:

    een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, tweede lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen;

  • E.

    Intern lid:

    een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, derde lid door de raad uit zijn midden is aangewezen;

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie;

  • 2. De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden: drie externe leden en twee interne leden.

  • 2. De drie externe leden wijst de raad van buiten de kring van zijn leden aan op voordracht van een selectiecommissie voor een periode van drie jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie een keer worden herbenoemd voor de duur van een gelijke periode.

  • 3. De twee interne leden wijst de raad van binnen de eigen kring van zijn leden aan op voordracht van een selectiecommissie voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad.

  • 4. De leden zoals bedoeld in het tweede lid leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring of belofte) af:

    “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!

    (Dat verklaar en beloof ik!)”

  • 5. De rekenkamercommissie benoemt uit haar midden één van de drie externe leden genoemd in het tweede lid als voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het contact onderhouden met de gemeenteraad, ambtelijke organisatie, pers en naburige rekenkamers. Hij stuurt de ondersteunende medewerkers van de rekenkamer aan.

Artikel 2.3 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1. In vergaderingen van de Rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2. Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend

  • 3. Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een intern lid eindigt:

    • A.

      op eigen verzoek;

    • B.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad, dan wel deel gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend;

    • C.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de Rekenkamercommissie te vervullen.

  • 2. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • A.

      op eigen verzoek;

    • B.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie;

    • C.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • D.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De externe leden van de Rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 2.5 Verboden handelingen

  • 1. Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, van zijn functie ontslaan.

  • 2. Leden overleggen aan de raad halfjaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 2.6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden respectievelijk de voorzitter ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden, overeenkomstig de vergoeding aan de leden, respectievelijk de voorzitter van de commissie rechtsbescherming.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. De rekenkamercommissie kiest onderwerpen voor haar onderzoek en legt dit jaarlijks vast in een onderzoeksprogramma.

  • 2. Alvorens de rekenkamercommissie het onderzoeksprogramma vaststelt biedt zij de raad de mogelijkheid om schriftelijk advies te geven over de vast te stellen onderzoeksonderwerpen.

  • 3. Nadat deze adviezen ontvangen zijn motiveert de rekenkamercommissie haar keuze om een bepaald advies wel te verwerken in het onderzoeksprogramma en andere adviezen niet.

  • 4. De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksvragen vast.

  • 5. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie zal naast het verplichte jaarverslag minimaal één keer per jaar een voortgangsrapportage ter informatie naar de raad sturen.

  • 3. De rekenkamercommissie beoordeelt verder zelf of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op

    grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis

    is gekomen.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9. Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 7) en na het bestuurlijk hoor en wederhoor (zie lid 8) formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 10. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Medewerker / onderzoeker rekenkamer

  • 1. De griffier staat de rekenkamercommissie terzijde bij de uitvoering van haar taak.

  • 2. De medewerker legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan (de voorzitter van) de rekenkamercommissie.

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 aan B & W voor te stellen (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3. De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in

    artikel 5 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Paragraaf 5 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • A.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.6 zijn toegekend aan de externe leden van de rekenkamercommissie;

    • B.

      onderzoeksmedewerkers;

    • C.

      externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • D.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2005.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 14 februari 2006.
, voorzitter.
, griffier.