Regeling vervallen per 01-01-2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2010

Geldend van 04-02-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2010

Het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

gelet op het bepaalde in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2010

besluit:

in te trekken:

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009

vast te stellen het:

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2010

Hoofdstuk 1 Bepalingen over het persoonsgebonden budget

Artikel 1.1 Verstrekking PGB

Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

Artikel 1.2 Uitsluitingsgronden PGB

Verstrekkingen als PGB vindt niet plaats indien;

  • a.

    op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoongebonden budget;

  • b.

    op het moment dat bekend is dat de aanvrager eerder misbruik heeft gemaakt van een PGB;

  • c.

    op het moment dat de aanvrager ernstige schulden heeft of in een traject voor schuldsanering zit;

  • d.

    een algemene voorziening een passende oplossing biedt;

Artikel 1.3 Nadere voorwaarden PGB

De voorwaarden voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget en de uitbetaling van een financiële tegemoetkoming worden nader uitgewerkt in de beleidsregels.

Artikel 1.4 PGB sportrolstoel

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een persoonsgebonden budget. De hoogte van dit persoonsgebonden budget staat gelijk aan de kosten van de goedkoopst adequate oplossing.

Artikel 1.5 Verantwoording PGB

  • a. De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steekproefsgewijs plaats.

  • b. Het college verzoekt schriftelijk om alle relevante informatie met betrekking tot de besteding van het persoonsgebonden budget. Deze gegevens moeten na het verzoek van het college binnen drie weken in het bezit van het college te zijn.

Artikel 1.6 Verstrekking financiële tegemoetkoming

Bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming dient eerst een offerte te worden overlegd. Aan de hand van deze offerte wordt een voorlopige beschikking vastgesteld. Nadien dient de gerechtigde een nota te overleggen. Aan de hand van deze nota wordt de definitieve beschikking vastgesteld. Op deze wijze wordt gecontroleerd of de verstrekte financiële tegemoetkoming besteed is aan een noodzakelijke voorziening.

Artikel 1.7 Instandhoudingskosten

  • a. Een PGB voor roerende zaken wordt verhoogd met vijf procent van het persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten indien het gaat om een voorziening die, indien het in natura wordt verstrekt, wordt aangekocht door de gemeente.

  • b. Indien het gaat om een voorziening die, indien het in natura wordt verstrekt, wordt gehuurd door de gemeente wordt het PGB niet verhoogd met instandhoudingskosten.

Hoofdstuk 2 Bedragen

Artikel 2.1 De eigen bijdrage en het eigen aandeel

Overeenkomstig artikel 2.5 en 2.6 van de verordening wordt de eigen bijdrage of het eigen aandeel berekend op basis van de maximale grenzen benoemd in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006, 450).

Artikel 2.2 Hoogte PGB hulp bij het huishouden

  • a. Het PGB voor huishoudelijke hulp bestaat uit het gemiddelde bedrag dat de gecontracteerde zorgaanbieders in 2008 in rekening brengen bij de gemeente;

  • b. Voor huishoudelijke hulp 1 bedraagt het PGB in 2009 € 15,00;

  • c. Voor huishoudelijke hulp 2 bedraagt het PGB in 2009 € 21,70;

  • d. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 2.3 Hoogte PGB/financiële tegemoetkoming woonvoorziening

De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

Artikel 2.4 Hoogte verhuiskostenvergoeding

De hoogte van de tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 2601,-.

Artikel 2.5 Bezoekbaar maken

Een woonvoorziening voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling betreft slechts het bezoekbaar maken tot een bedrag van maximaal € 1560,-.

Artikel 2.6 Werkzaamheden gereed

Op het moment dat er sprake is van een woningaanpassing van meer dan € 1040,- dient de gerechtigde van het persoonsgebonden budget het college op de hoogte te stellen van het feit dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

Artikel 2.7 Verstrekking financiële tegemoetkoming

Op het moment dat er sprake is van een financiële tegemoetkoming wordt de financiële tegemoetkoming pas verstrekt als in het niet voor vergoeding in aanmerking komende deel wordt voorzien.

Artikel 2.8 Aanpassing woonwagen of woonschip

Als de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten niet meer dan € 1040,-.

Artikel 2.9 Huurderving

Een aangepaste woonruimte komt pas voor een persoonsgebonden budget in verband met huurderving in aanmerking als de woning voor minimaal € 5202,-- is aangepast.

Artikel 2.10 Vergoeding van m2

Het aantal vierkante meters dat in aanmerking komt voor vergoeding uit een persoonsgebonden budget bedraagt maximaal:

Soort vertrek

Bij aanbouw

Bij uitbreiding

Woonkamer

30

6

Keuken

10

4

1 persoonsslaapkamer

10

4

2 persoonsslaapkamer

18

4

Toiletruimte

2

1

Badkamer

-wastafelruimte

2

1

-doucheruimte

3

2

entree/hal/gang

5

2

Berging

6

4

Artikel 2.11 Afschrijvingstermijn

De meerwaarde van de woning is gelijk aan de kosten van de woningaanpassing. De meerwaarde

van een woning die het gevolg is van een getroffen woonvoorziening dient volgens het volgende afschrijvingsschema te worden terugbetaald; 10% per jaar.

Artikel 2.12 PGB vervoersvoorziening

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen voor de korte afstand (o.a scootermobiel) wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 2.13 Vergoeding auto/taxi

  • a. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto, taxi of vervoer door derden bedraagt € 924,-;

  • b. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een bruikleenauto bedraagt

    € 604,-;

  • c. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt

    € 1372,-.

Artikel 2.14 PGB rolstoel

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 2.15 Terugvordering

Indien een voorziening waarvoor een PGB is versterkt binnen de budgetperiode niet meer wordt gebruikt, blijft terugvordering achterwege indien de restwaarde van de voorziening minder is dan € 100,-.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 CIZ

Op het moment dat de gemeente Coevorden de advisering en dienstverlening niet voor eigen rekening neemt wordt dit opgedragen aan het CIZ.

Artikel 3.2 Wmo-loket

Alle aanvragen lopen via het Wmo-loket.

Artikel 3.3 Afstemming

Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van

de aanvrager wordt bij het onderzoek en het advies aandacht besteed aan;

  • a.

    de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

  • b.

    de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

  • c.

    de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

  • d.

    de psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

  • e.

    de sociale omstandigheden van de aanvrager.

Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Coevorden op 26 januari 2010.

Burgemeester, Secretaris,