Regeling vervallen per 21-12-2012

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Geldend van 01-01-2003 t/m 20-12-2012

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Verzoek om ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    Als een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 3.

    Voor bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen, moties of andere bijstand kan een raadslid zich wenden tot de griffier. Als de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, een of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Weigeringsgronden

Artikel 2

  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Beslissing burgemeester bij weigering

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Beslissing burgemeester op klacht

Artikel 4

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2.

    Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Registratie verleende ambtelijke bijstand

Artikel 5

  • 1.

    De griffier zorgt voor registratie van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in

    artikel 1, lid 3, zodat bekend is;

    • a.

      wanneer en door welk raadslid een verzoek om bijstand is gedaan;

    • b.

      over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

    • c.

      aan welke ambtenaar eventueel de verlening van bijstand is opgedragen;

    • d.

      de reden waarom een verzoek is geweigerd bij toepassing van art. 2.

Informatie over ambtelijke bijstand

Artikel 6

De secretaris en de griffier spreken af in welke gevallen de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst informatie wordt verstrekt uit de in het vorige artikel bedoelde registratie.

Geheimhouding ondersteuningsverzoek

Artikel 7

  • 1. Een raadslid kan vragen een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim te houden.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Bekostigingswijze

Artikel 8

  • 1.

    De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde van de raad van de gemeente Coevorden, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten van het functioneren als fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 1.000,-- voor elke fractie omvattende 4 of meer raadszetels en € 1.600,-- voor elke fractie omvattende 3 of minder raadszetels. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 400,-- per raadszetel.

Bestedingsmogelijkheden fractieondersteuning

Artikel 9

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag gebruikt worden ter bekostiging van onder andere:

    • a.

      fractieassistentie/secretariële ondersteuning;

    • b.

      administratiekosten verbonden aan het fractiewerk;

    • c.

      kosten van abonnementen op bijvoorbeeld raadsstukken voor opvolgers op de lijst;

    • d.

      representatiekosten;

    • e.

      huisvesting.

  • 3.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Wijze van uitbetaling

Artikel 10

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 13, derde lid.

Aanpassing fractiebijdrage

Artikel 11

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Reservering

Artikel 12

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 8.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 13 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Verantwoording

Artikel 13

  • 1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant breng advies uit aan de raad.

  • 3. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Paragraaf 3: Slotbepaling

Citeerartikel

Artikel 14

De verordening kan worden aangehaald als:

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003.

Inwerkingtreding nieuwe regeling

Artikel 15

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Coevorden 10 december 2002.

De raad voornoemd,

De griffier,

De voorzitter.