Regeling vervallen per 07-05-2016

Verordening WMO-raad Coevorden

Geldend van 20-01-2011 t/m 06-05-2016

Intitulé

Verordening WMO-raad Coevorden

Burgemeester en wethouders van Coevorden;

overwegende, dat het gewenst is een regeling te treffen voor de wijze waarop de Wmo-raad Coevorden wordt betrokken bij het gemeentelijk beleid;

dat de Wmo-raad Coevorden wordt aangemerkt als vaste gesprekspartner op het terrein van cliëntenparticipatie voor de beleidsontwikkeling van de Wmo;

dat het gewenst is de Wmo-raad Coevorden aan te wijzen als vaste adviescommissie voor het college op terrein van de Wmo;

gelezen het voorstel van de afdeling Beleid en Strategie van december 2010;

gelet op het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:

Verordening Wmo-raad Coevorden

Artikel 1. Begripsbepalingen

Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

Cluster: een onderdeel van de zelforganisatie bestaande uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties en natuurlijke personen gericht op de vertegenwoordiging van specifieke doelgroepen;

Wmo-raad: de afgevaardigde vertegenwoordigers van de clusters, voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter.

Artikel 2. Instelling en Samenstelling

  • 1. Er is een Wmo-raad.

  • 2. De Wmo-raad bestaat in ieder geval uit vertegenwoordigers van de volgende clusters:

    • -

      Ouderen

    • -

      Mensen met een handicap

    • -

      Sociale zekerheid

    • -

      Cliëntenraden woon/zorg

    • -

      GGZ

    • -

      Mantelzorg

    • -

      Zorgvrijwilligers

    • -

      Jeugdigen

  • 3. Het college kan op voordracht van de Wmo-raad clusters toevoegen.

  • 4. De Wmo-raad is samengesteld uit een vertegenwoordiger per cluster.

    • a.

      Voor ieder cluster kan een vaste waarnemende vertegenwoordiger worden voorgedragen. Deze neemt de taken waar in geval van afwezigheid van de vertegenwoordiger van het betreffende cluster.

  • 5. Indien een cluster geen vertegenwoordiging voordraagt, draagt een sollicitatiecommissie van de Wmo-raad een door het College te benoemen onafhankelijk lid met affiniteit met dat cluster voor;

    • a.

      In het huishoudelijk reglement stelt de Wmo-raad een procedure vast om een sollicitatiecommissie op te richten;

    • b.

      De onder lid 5a genoemde sollicitatiecommissie bestaat in ieder geval uit een vertegenwoordiger van de Wmo-raad en een vertegenwoordiger van het College.

  • 6. De Wmo-raad heeft een onafhankelijk voorzitter die op voordracht van de Wmo-raad door het college wordt benoemd.

  • 7. De leden van de Wmo-raad worden op voordracht van het betreffende cluster door het college benoemd.

  • 8. Alleen ingezetenen van de gemeente Coevorden of vertegenwoordigers van een in de gemeente belang hebbende belangengroepen kunnen lid van de Wmo-raad zijn.

  • 9. Tot lid van de Wmo-raad zijn niet benoembaar:

    • a.

      ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, alsmede zij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn bij de gemeente;

    • b.

      leden van de gemeenteraad;

    • c.

      leden van een gemeentelijke commissie, waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of het college zijn toegekend.

  • 10. De Wmo-raad benoemt uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die tezamen het dagelijks bestuur vormen.

Artikel 3. Benoeming en zittingsduur

  • 1. Het college benoemt en ontslaat de leden van de Wmo-raad.

  • 2. De helft van de leden van de Wmo-raad treedt af op de dag waarop de leden van de gemeenteraad aftreden. De andere helft van de leden van de Wmo-raad treedt af twee jaar na installatie van de nieuwe gemeenteraad. De Wmo-raad stelt hiertoe een rooster op.

  • 3. Leden kunnen terstond na het aftreden worden herbenoemd.

  • 4. Het college ontslaat de leden:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij overlijden;

    • c.

      bij intrekking van de in artikel 2 lid 7 bedoelde voordracht;

    • d.

      met ingang van de dag dat een lid geen ingezetene meer is van de gemeente Coevorden;

    • e.

      met ingang van de dag dat een lid geen vertegenwoordiger meer is van een in de gemeente belanghebbende instelling.

  • 5. Het lidmaatschap eindigt voorts indien een lid zonder opgaaf van redenen op drie opeenvolgende vergaderingen afwezig is geweest.

  • 6. In tussentijds ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden

  • 1. De Wmo-raad heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd of ongevraagd te adviseren over de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het Wmo-beleid zoals bedoeld in artikel 11 en 12 van de Wmo.

  • 2. De Wmo-raad kan zich voor zijn adviserende taak laten bijstaan door derden.

  • 3. Voor zover dat voor een goed advies noodzakelijk is, is de Wmo-raad bevoegd inlichtingen in te winnen bij de gemeentelijke afdelingen.

Artikel 5. Vergaderingen en vergaderorde

  • 1. De Wmo-raad vergadert minimaal 6 keer per jaar of zoveel meer als de voorzitter of ten minste drie leden van de Wmo-raad dit nodig vinden.

  • 2. De voorzitter bepaalt in overleg met de leden de datum en het tijdstip van de vergaderingen.

  • 3. De vergaderingen worden in het openbaar gehouden, tenzij de voorzitter of ten minste een vijfde van het aantal aanwezige leden het - gelet op de aard van de te behandelen zaken - gewenst acht deze in een besloten vergadering te behandelen.

  • 4. Van de vergadering van de Wmo-raad wordt een verslag gemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 5. Een vergadering gaat niet door als niet ten minste de meerderheid van de het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 6. Besluitvorming

  • 1. Besluiten over zaken worden genomen met gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen. Bij het staken der stemmen heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.

  • 2. Besluiten over personen worden schriftelijk genomen, tenzij de benoeming bij acclamatie geschiedt. In geval van staking der stemmen beslist het lot.

Artikel 7. Faciliteiten

  • 1. De Wmo-raad kan een beroep doen op de door de gemeente te verlenen faciliteiten.

  • 2. Het college kent jaarlijks een budget toe aan de Wmo-raad.

  • 3. De gemeentesecretaris kan aan de Wmo-raad ambtelijke ondersteuning beschikbaar stellen.

Artikel 8. Begroting en verantwoording

  • 1. De Wmo-raad stelt jaarlijks voor 1 juli een begroting en een activiteitenplan op voor het volgende boekjaar.

  • 2. De Wmo-raad stelt jaarlijks voor 1 mei een verslag op van de activiteiten en een financieel verslag over het afgelopen jaar.

  • 3. De Wmo-raad zendt de in lid 1 en 2 genoemde stukken binnen 4 weken na vaststelling toe aan het college.

Artikel 9. Afwijking

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en

wethouders, gehoord de Wmo-raad.

Artikel 10. Huishoudelijk reglement

  • 1. De Wmo-raad stelt een huishoudelijk reglement vast met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

  • 2. In het reglement worden in elk geval de taken van de voorzitter, secretaris en penningmeester opgenomen en de procedure om tot een sollicitatiecommissie te komen.

  • 3. Het reglement wordt ter kennisname gezonden aan het college.

Artikel 11. Wijziging of Intrekking verordening

Wijziging of intrekking van de verordening vindt niet eerder plaats dan nadat de Wmo-raad hierover is gehoord.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van 19 januari 2011 vervalt de op 22 mei 2007 vastgestelde "Verordening Wmo-raad Coevorden 2007”.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Wmo-raad Coevorden 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden op 11 januari 2011
, de voorzitter
, de secretaris

TOELICHTING

Toelichting Verordening Wmo-raad Coevorden

Algemeen

De Wmo geeft aan dat de gemeente de zelforganisatie van belangengroeperingen faciliteert. In voorliggende verordening is er voor gekozen om de Wmo-raad aan te merkten als vaste adviescommissie van ons college. Op grond van artikel 84 Gemeentewet kunnen wij commissies instellen die adviseren ten aanzien van een bepaald beleidsgebied. Wij merken de Wmo-raad aan als vast adviesorgaan die wordt betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie op alle beleidsterreinen van de Wmo.

Deze opzet past in de door de gemeenteraad vastgestelde inspraakverordening op basis van artikel 150 Gemeentewet en de beleidsnota interactief beleid "....van 2 kanten....". Artikel 11 van de Wmo verwijst naar de krachtens artikel 150 Gemeentewet vastgestelde inspraakverordening.

Artikel 1

In dit artikel worden enkele begrippen nader gedefinieerd.

Artikel 2

De Wmo-raad wordt aangemerkt als adviescommissie op grond van artikel 84 Gemeentewet. Deze opzet betekent dat de verschillende clusters via de Wmo-raad hun invloed kunnen aanwenden voor het totale Wmo-beleid.

Voor sommige clusters geldt dat het lastig kan zijn om continue en structureel een lid af te vaardigen in de Wmo-raad. Dit kan worden ondervangen door te werken met onafhankelijke leden met affiniteit met een bepaald cluster.

Artikel 3

In dit artikel zijn bepalingen opgenomen voor de wijze van benoeming en de zittingsduur. De zittingsperiode loopt gedeeltelijk parallel met de raadsperiode. Door om de twee jaar de helft van de Wmo-raad te laten aftreden wordt de continuïteit van de Wmo-raad bevorderd.

Artikel 4

De Algemene wet bestuursrecht bevat in de afdeling 3.3 bepalingen over advisering aan het college door daartoe in het leven geroepen adviesinstanties. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op advisering door de Wmo-raad. Dat betekent dat in voorliggende verordening daarover geen afzonderlijke bepalingen zijn opgenomen.

De Wmo-raad stelt zijn adviezen op overeenkomstig de gevoelens van de meerderheid van de vergadering met de mogelijkheid van een minderheidstandpunt van één of meer clusters. Uitgangspunt is dat de verschillende belangengroeperingen via de Wmo-raad hun visie geven op het terrein van het Wmo-beleid. Dit laat onverlet de mogelijkheid voor alle belanghebbende en in de gemeente belang hebbende organisaties om bij een procedure ingevolge afdeling 3.4 Awb hun zienswijze te geven over een bekend gemaakt ontwerpbesluit op het terrein van de Wmo. Wij verwachten dat de in de Wmo-raad vertegenwoordigde organisaties geen aanleiding zien om in het kader van die procedure nogmaals hun zienswijze kenbaar te maken. Wij zullen de Wmo-raad tijdig betrekken bij de voorbereiding van ons beleid, deze verplichting is vastgelegd in artikel 11 lid 2 van de Wmo. Dat betekent eveneens dat wij de Wmo-raad in het bezit stellen van alle benodigde informatie.

Wij zullen regelmatig overleg plegen met de Wmo-raad. Daarnaast organiseren wij periodiek afstemmingsoverleg tussen de voorzitters van de Seniorenraad, Stichting Platform Gehandicaptenbeleid.

Daar waar het gaat om besluitvorming van de gemeenteraad wordt het advies van de Wmo-raad voor de gemeenteraad bij de stukken ter inzage gelegd.

Artikel 5

In dit artikel zijn bepalingen opgenomen over de frequentie en de openbaarheid van vergaderingen. De Wmo-raad heeft een vast aanspreekpunt binnen de organisatie. Deze ambtenaar is de verbindende schakel naar de verschillende prestatievelden binnen de Wmo.

Artikel 6

In dit artikel is vastgelegd hoe de besluiten tot te verstrekken adviezen tot stand komen. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7

Aan de Wmo-raad worden faciliteiten verstrekt om de werkzaamheden te verrichten. Dit betekent dat ze een beroep kunnen doen op vergaderingruimte en daarbij behorende faciliteiten. Wij gaan er vanuit dat de Wmo-raad zelfvoorzienend is als het gaat om secretariële ondersteuning. De kosten daarvan kunnen worden betrokken bij het jaarlijks vast te stellen budget en de in artikel 9 opgenomen begroting en verantwoording.

Artikel 8

Wij stellen aan de Wmo-raad een budget beschikbaar aan organisatie- en activiteitenkosten. De hoogte van het budget wordt betrokken bij de besluitvorming van de gemeenteraad over de begroting.

Artikel 9

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10

De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om het huishoudelijk reglement vast te stellen waarin de wijze van vergaderen is geregeld. Tevens kunnen daarin de taken van de leden en de wijze van terugkoppeling naar de clusters nader worden omschreven.

Artikel 11

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 12

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.