Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Cranendonck 2010

Geldend van 28-07-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Cranendonck 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

De raad van de gemeente Cranendonck;

gelezen het voorstel van het college van 07 september 2010, nr. , inzake de vaststelling van de Marktverordening 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid , alsmede artikel 149 van de Gemeentewet ;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

BESLUIT:

vast te stellen de volgende Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Cranendonck 2010.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    a. markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • ·

    b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • ·

    c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • ·

    d. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • ·

    e. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • ·

    f. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • ·

    g. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • ·

    h. wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • ·

    i. anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • ·

    j. marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • ·

    k. promotiegelden: de gelden die ingezet worden ten behoeve van promotie van de markt en aanverwante gelegenheden.

Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indeling

  • · 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • o

      a. het aantal standplaatsen;

    • o

      b. de afmetingen van de standplaatsen;

    • o

      c. de opstelling en indeling van de markt;

    • o

      d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • · 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • o

      a. een lijst met artikelengroepen of branches;

    • o

      b. een maximumaantal standplaatsen per branche; c. een bijdrage ten behoeve van de promotie van de markt en aanverwante gelegenheden.

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 5. Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6. Vereisten

Voor de toewijzing van een standplaats is in ieder geval vereist dat de aanvrager: a. een handelingsbekwaam natuurlijk persoon betreft die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt; b. een uittreksel van de Kamer van Koophandel overlegt; c. een kopie van een geldig legitimatiebewijs overlegt; d. een registratiekaart overlegt, verstrekt door het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel; e. genoegzaam verzekerd is uit hoofde van wettelijke aansprakelijkheid; f. aangeeft welk(e) artikel(en) aanvrager verkoopt; g. aangeeft van welke verkoopinrichting aanvrager gebruik wil maken; h. aangeeft welke oppervlakte (m²) aanvrager nodig heeft.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • o

      a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • o

      b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 7 van het marktreglement van de gemeente [PM] de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vastestandplaatsvergunning intrekken:

    • o

      a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • o

      b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • · 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 7 van het marktreglement van de gemeente [PM] is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • ·

    a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • ·

    b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • ·

    c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet .

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • ·

    a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • ·

    b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • ·

    c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • ·

    d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet .

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • ·

    a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • ·

    b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • ·

    c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

De ‘Verordening op de markt 1997’, vastgesteld op 16 december 1997, wordt ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • · 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ‘Verordening op de markt 1997’ gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • · 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Verordening op de markt 1997’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening (2010) toegepast.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Cranendonck 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck
in de openbare vergadering d.d. 21 september 2010.
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier,
Mr. P.J.F. Bemelmans
De voorzitter,
B.P. Meinema