Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 27 oktober 2009

Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet

B E S L U I T

vast te stellen de :“VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2010”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

  • c.

    Perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • d.

    Brabant Water: Brabant Water, gevestigd te ’s Hertogenbosch;

  • e.

    Verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water betrekking heeft.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven:van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd;

  • 2. Als gebruiker wordt aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Het recht wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

Het recht bedraagt per perceel per maand van het heffingstijdvak € 11,35.

Artikel 7 Belastingjaar

  • 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.

  • 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2. De belasting per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water moet worden betaald.

  • 2. Ingeval de belasting wordt geheven bij wege van aanslag moet het bedrag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgermeester en wethouders

Het college van burgermeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht 2009” van 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre artikel 6, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt, aan op 1 januari 2010 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat deze op 1 januari 2011 lopende verbruiksperiode eindigt.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck
in de openbare vergadering d.d. 10 november 2009.
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier,
Mr. P.J.F. Bemelmans
De voorzitter,
B.P. Meinema