Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Cranendonck 2015

Geldend van 01-12-2015 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Cranendonck 2015

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 13 oktober 2015

Gelet op artikel 149 Gemeentewet

B E S L U I T

Vaststellen Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Cranendonck 2015

Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Cranendonck 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. Monument

  • a.

    onroerende zaak, die van belang is op basis van de volgende criteria:

    • 1.

      architectuurhistorische waarde en/of

    • 2.

      landschappelijke en/of historisch ruimtelijke waarde; en/of

    • 3.

      cultuurhistorische waarde; en/of

    • 4.

      zeldzaamheidswaarde.

  • b.

    gebied of terrein met behoudenswaardige informatie van cultuurhistorische, archeologische of landschappelijke aard.

2. Erfgoedverordening

Erfgoedverordening 2012 Gemeente Cranendonck

3. Raad

De gemeenteraad van de gemeente Cranendonck.

4. College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck.

5. Erfgoedcommissie

De door het college van Burgemeester en Wethouders ingestelde commissie of aangewezen

instantie, met als taak het college op verzoek of uit eigener beweging te adviseren over onder

andere de toepassing van de Monumentenwet 1988, de erfgoedverordening, de

subsidieverordening en het monumentenbeleid.

6. Beschermd gemeentelijk monument

Onroerend monument of terrein dat in overeenstemming met de bepalingen van de

erfgoedverordening is aangewezen en geregistreerd als gemeentelijk monument.

7. Gemeentelijke monumentenlijst

De lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig de erfgoedverordening als beschermd

monument aangewezen zaken en terreinen.

8. Eigenaar

Degene die het recht van eigendom heeft, alsmede:

  • a.

    de houder van het recht van opstal,

  • b.

    de houder van het recht van erfpacht,

  • c.

    de eigenaar van een appartement,

  • d.

    de toekomstige eigenaar, die in het bezit is van een notarieel opgemaakt schriftelijk koopcontract.

9. Subsidiabele instandhoudingskosten

Kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument in stand te houden en/of het herstel van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument. Hieronder zijn niet begrepen kosten, die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort.

10. Subsidie

Een aanspraak op financiële middelen, door de gemeente Cranendonck verstrekt met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument.

11. Subsidieplafond

Het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze verordening.

12. Instandhoudingswerkzaamheden

Onderhouds- of restauratiewerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en/of het herstel van de monumentale en cultuurhistorische waarden van een gemeentelijk monument.

13. Bouwhistorisch onderzoek

In een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en bouwhistorische waarden van een gemeentelijk monument, bedoeld als onderbouwing voor de aanwijzing van een object als beschermd gemeentelijk monument of als toetsingskader voor de werkzaamheden met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument.

14.

Een onafhankelijke stichting die inspecties uitvoert en adviezen verstrekt over de aanpak van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten, die beogen de monumentale waarden in stand te houden.

Artikel 3 Subsidieplafond

De raad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het budget, zijnde het subsidieplafond, vast voor de verstrekking van subsidie ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten.

Artikel 4 Abonnement

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een vergoeding worden toegekend van de kosten verbonden aan een abonnement en een tweejaarlijkse inspectie van het monument door de .

  • 2. De eigenaar geeft het college en de schriftelijk toestemming tot het afsluiten van een abonnement en het verrichten van inspecties, waarbij de voorwaarde geldt dat het college een kopie ontvangt van de inspectierapporten.

  • 3. Het college sluit een contract af met de Monumentenwacht Noord-Brabant. De jaarlijkse kosten voor het abonnement en de kosten voor de tweejaarlijkse inspectie worden 100% vergoed.

  • 4. Het contract wordt automatisch en stilzwijgend verlengd. Ook in geval van een nieuwe eigenaar.

  • 5. De (nieuwe) eigenaar is bevoegd af te zien van voortzetting van het contract en het contract te laten ontbinden.

  • 6. Het college kan in bijzondere gevallen of bij misbruik het contract ontbinden.

Artikel 5 Behandeling

  • 1. Het college is bevoegd tot het verlenen, vaststellen en uitbetalen van subsidies als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Aanvragen van subsidie worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 3. De volgorde van binnenkomst wordt bepaald door de datum van ontvangst van de volledige aanvraag zoals bepaald in artikel 10 lid 4.

Artikel 6 Grondslag en werkingssfeer

  • 1. Deze verordening is van toepassing op aanvragen van subsidie voor werkzaamheden aan gemeentelijke monumenten, die beogen de monumentale en cultuurhistorische waarden in stand te houden.

  • 2. Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van subsidie op grond van deze verordening.

  • 3. Het college stelt een formulier vast voor het aangeven van de start en het einde van de werkzaamheden.

  • 4. Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van vaststelling van de subsidie op grond van deze verordening.

Artikel 7 Toezicht

  • 1.

    Het college is bevoegd personen aan te wijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de ontvanger van die subsidie bij de subsidieverordening opgelegde verplichtingen.

  • 2.

    De ontvanger van de subsidie is verplicht door het college aangewezen personen toegang te verschaffen tot het gemeentelijk monument waarvoor subsidie is verleend en inzage te geven in zijn instandhoudingsboekhouding en de administratie, alle gevraagde inlichtingen te verstrekken en medewerking te verlenen in het vormen van inzicht in het stadium en de kwaliteit van de aangevraagde instandhoudingswerkzaamheden.

Hoofdstuk 2 Subsidie

Artikel 8 Subsidiabele instandhoudingskosten

  • 1. De subsidie wordt verleend over de subsidiabele instandhoudingskosten.

  • 2. De subsidiabele instandhoudingskosten van de werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid, of moeten gericht zijn op het voorkomen van verval of vervangen van materiaal dat gebreken vertoont en zijn functie verloren heeft.

  • 3. De hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten wordt bepaald door de meest recente versie van de “Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten”.

  • 4. De kosten van bouwkundig, bouwhistorisch en interieuronderzoek vallen onder de subsidiabele instandhoudingskosten zoals vermeld in artikel 8, eerste lid, mits het onderzoek noodzakelijk is en uitgevoerd is door de of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerd bureau.

  • 5. Het college kan in bijzondere gevallen van de leidraad, genoemd in het derde lid, afwijken.

Artikel 9 Subsidiehoogte

De subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, bedraagt voor:

1.een gemeentelijk monument, geen gebouw zijnde; 20 % van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal

€ 1.250,--moeten bedragen. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt

€ 2.000,--.

2.een gemeentelijk monument, gebouw zijnde: 40 % van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,-- moeten bedragen. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 7.500,--.

Hoofdstuk 3 De procedure

Artikel 10 De subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie moet schriftelijk door de eigenaar bij het college worden ingediend op een daartoe beschikbaar gesteld formulier.

  • 2. De aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      een recent (< 2 jaar) bouwkundig inspectierapport van de ;

    • b.

      (detail)tekeningen van de bestaande situatie en de nieuwe situatie, waar nodig voorzien van beeldmateriaal;

    • c.

      een per onderdeel op een bouwkundig inspectierapport gebaseerd bestek of werkomschrijving;

    • d.

      een naar arbeidsuren en materialen uitgesplitste en gespecificeerde actuele begroting van de kosten;

  • 3. Het college kan van de aanvrager ten behoeve van een goede beoordeling van de subsidieaanvraag, naast de in het tweede lid genoemde gegevens, aanvullende gegevens verlangen, zoals een rapport betreffende een bouwhistorisch onderzoek.

  • 4. Indien de subsidieaanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager door het college in de gelegenheid gesteld om de subsidieaanvraag binnen vier weken aan te vullen. Indien de aanvrager van deze gelegenheid geen gebruik maakt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 11 Voorwaarden

  • 1. Met de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden mag niet worden begonnen voordat het college heeft beslist over de aanvraag om subsidie.

  • 2. De eigenaar zal het gemeentelijk monument na voltooiing van de instandhoudingswerkzaamheden in een goede staat onderhouden teneinde het behoud op basis van de gesubsidieerde werkzaamheden voor een periode van 10 jaar na de vaststelling van de subsidie te waarborgen.

  • 3. Het college kan aan de subsidieverlening nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 12 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd als:

  • 1.

    Met de instandhoudingswerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie is beslist.

  • 2.

    Binnen een periode van 10 jaar vóór de aanvraag met geldelijke steun van overheidswege dezelfde instandhoudingswerkzaamheden aan hetzelfde onderdeel van het gemeentelijk monument zijn getroffen.

  • 3.

    De voor het verrichten van de instandhoudingswerkzaamheden noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend.

  • 4.

    De kosten van de instandhoudingswerkzaamheden op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt.

  • 5.

    Met het treffen van de instandhoudingswerkzaamheden het belang van monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend.

Artikel 13 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Binnen 26 weken na de verzenddatum van de beschikking tot verlening van subsidie moet gestart zijn met de instandhoudingswerkzaamheden .

  • 2.

    De instandhoudingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het bepaalde in de beschikking tot verlening van subsidie.

  • 3.

    De aanvang van de instandhoudingswerkzaamheden van tevoren wordt gemeld bij het college.

  • 4.

    Binnen 24 maanden na het besluit tot verlening van de subsidie de instandhoudingswerkzaamheden waarop de subsidie betrekking heeft zijn voltooid en de gereedmelding van de instandhoudingswerkzaamheden is ingediend.

Hoofdstuk 4 Gereedmelding en vaststelling subsidie

Artikel 14 Gereedmelding en subsidievaststelling

  • 1. Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen instandhoudingswerkzaamheden bij het college zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden.

    • b.

      een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde instandhoudingswerkzaamheden en de daarop betrekking hebbende rekeningen en betalingsbewijzen.

  • 2. De hoogte van de vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van de bij de verlening door het college aanvaarde kosten van de instandhoudingswerkzaamheden of de werkelijke kosten van de instandhoudingswerkzaamheden als deze lager zijn.

Artikel 15 Uitbetaling van de subsidie

De betaling van de subsidie geschiedt binnen 5 weken na bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de subsidie op een door de aanvrager opgegeven bankrekeningnummer.

Artikel 16 Intrekking en terugvordering van subsidie

Het college is bevoegd tot het intrekken of wijzigen van de subsidieverlenings – of subsidievastellingsbeschikkingen, en tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van reeds uitbetaalde subsidiegelden. Ten aanzien van deze bevoegdheden is afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het college in het belang van de instandhouding van een beschermd gemeentelijk monument afwijken van de bepalingen van deze verordening. De erfgoedcommissie adviseert over de afwijking.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking.

  • 2. De “Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten”, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2000 vervalt met het in werking treden van deze verordening.

Artikel 19 Overgangsbepaling

Aanvragen die zijn ingediend voordat deze verordening in werking treedt worden afgehandeld op basis van de regels die gelden op het moment van de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: *Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Cranendonck 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck in de openbare vergadering d.d. 24 november 2015.
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier,
Mr. P.J.F. Bemelmans
De voorzitter,
Mr. M.M.D. Vermue – Vermue

Artikelsgewijze toelichting op Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Cranendonck 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepaling

Artikel 1 Begripsbepalingen

De belangrijkste begrippen uit de verordening zijn in dit artikel gedefinieerd. `

Artikel 1.8 Eigenaar. Eigenaren van gemeentelijke monumenten kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Eigenaren van rijksmonumenten kunnen geen aanspraak maken op een gemeentelijke subsidie op basis van deze verordening. Hiervoor zijn aparte financieringsmogelijkheden zoals belastingaftrek en restauratiehypotheken bij het Nationaal Restauratiefonds. Alle financierings- en subsidiemogelijkheden zijn te vinden op www.monumenten.nl.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Dit artikel geeft aan waar de verordening op van toepassing is. Het betreft de werkzaamheden aan gemeentelijke monumenten waarmee de monumentale waarden in stand worden gehouden.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het subsidieplafond is een instrument om *open einde financiering* tegen te gaan. Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting de hoogte van het budget vast voor de subsidie van gemeentelijke monumenten krachtens deze verordening. Dit is tevens het subsidieplafond.

Artikel 4 Abonnement Monumentenwacht

In dit artikel is opgenomen dat abonnementskosten en inspectiekosten van de Monumentenwacht Noord-Brabant voor eigenaren van gemeentelijke monumenten voor vergoeding in aanmerking komen. De reden hiervoor is de aangetoonde positieve invloed die de inspectie en het contact met de Monumentenwacht met de eigenaar hebben op de bouwkundige staat van monumenten.

Artikel 5 Behandeling

Dit artikel regelt dat het college bevoegd is voor het verlenen, vaststellen en uitbetalen van de subsidie binnen het door de gemeenteraad jaarlijks vast te stellen subsidieplafond. Tevens wordt hierin de volgorde van behandeling van de aanvragen geregeld.

Artikel 6 Grondslag en werkingsduur

Dit artikel vermeldt de werkwijze voor het aanvragen van een subsidie, het vermelden van start en einde van de werkzaamheden en het vaststellen van de subsidie op grond van deze verordening.

Artikel 7 Toezicht

Om te beoordelen of de subsidie voor de instandhouding van het monument wordt gebruikt, kan om toegang tot het pand/ locatie worden gevraagd en om inzage in de stukken die betrekking hebben op de werkzaamheden.

Hoofdstuk 2 Subsidie

Artikel 8 Subsidiabele instandhoudingskosten

Subsidie wordt enkel toegekend als de voorgenomen werkzaamheden noodzakelijk zijn voor het behoud van het monument. Daarnaast moeten de werkzaamheden sober en doelmatig zijn van aard. Reconstructie (van onderdelen) is niet subsidiabel en werkzaamheden louter ter verfraaiing van het monument komen niet in aanmerking voor subsidie. Wel kan subsidie verleend worden voor het voorkomen van verval, zoals schilderwerk en het verbeteren van funderingen. Ook het vervangen van materiaal dat gebreken vertoont en zijn functie verloren heeft is subsidiabel. Daarbij kan gedacht worden aan kapotte dakpannen en gebrekkig voegwerk waardoor de afwatering weer goed functioneert.

De “leidraad subsidiabele instandhoudingskosten” wordt door het Rijk opgesteld ten behoeve van de bepaling van de hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten bij aanvragen om subsidie voor rijksmonumenten. De expertise van het Rijk op het vlak van monumentenzorg en het bepalen welke noodzakelijke werkzaamheden om monumenten te behouden wordt gebruikt om te bepalen welke werkzaamheden bij subsidieaanvragen voor gemeentelijke monumenten subsidiabel zijn.

Artikel 9 Subsidiehoogte

In dit artikel is de (maximale) hoogte van de subsidie geregeld waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen monumentale gebouwen en andere gemeentelijke monumenten.

Hoofdstuk 3 De Procedure

Artikel 10 De subsidieaanvraag

In dit artikel is geregeld aan welke eisen de subsidieaanvraag dient te voldoen wat er gebeurt wanneer de aanvraag onvolledig is.

Artikel 11 Voorwaarden

Op basis van dit artikel zijn/worden aan de subsidieverlening voorwaarden verbonden.

Artikel 12 Weigeringsgronden

In dit artikel staan een aantal gevallen genoemd wanneer de subsidie in ieder geval geweigerd wordt.

Artikel 13 Verplichtingen subsidieontvanger

Dit artikel regelt de verplichtingen van de subsidieontvanger na verlening van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Gereedmelding en vaststelling subsidie

Artikel 14 Gereedmelding en subsidievaststelling

Met het beschikken van de subsidie (voorafgaand aan de werkzaamheden) wordt de subsidie in principe ook vastgesteld. Wel dient de subsidieontvanger te kunnen aantonen dat de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk zijn uitgevoerd en dat aan de verplichtingen zoals geformuleerd in de beschikking is voldaan.

De definitieve subsidie is in principe gelijk aan de verleende subsidie. Wanneer blijkt dat de werkelijke instandhoudingskosten lager zijn dan bij de verlening aanvaarde kosten wordt de definitieve hoogte aangepast vastgesteld.

Artikel 15 Uitbetaling van de subsidie

Dit artikel regelt de uitbetaling van de subsidie.

Artikel 16 Intrekking en terugvordering van subsidie

Dit artikel regelt de bevoegdheid tot het intrekken of wijzigen van de subsidieverlening alsmede dat eventueel te veel ontvangen subsidie terug gevorderd kan worden.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Dit artikel bepaalt dat het college in bijzondere gevallen mag afwijken van de verordening wanneer dit in het belang is van de instandhouding van de gemeentelijke monumenten. De Erfgoedcommissie adviseert over de afwijking.

Artikelen 18, 19 en 20

Deze artikelen spreken voor zich.