Beleidsregels Cultuur gemeente Cranendonck

Geldend van 19-05-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Cultuur gemeente Cranendonck

Aanleiding

In Cranendonck ontvangen verschillende organisaties gemeentelijke subsidie om uitvoering te geven aan ‘hun activiteiten’. Deze subsidies zijn vaak historisch zo gegroeid. Beleid waarom deze organisaties subsidie ontvangen ontbreekt. Vanuit de evaluatie van het subsidiebeleid was een aanbeveling dan ook om cultuurbeleid of cultuurrichtlijnen op te stellen. Hierin kunnen uitgangspunten opgenomen worden over te subsidiëren activiteiten en organisaties.

Belangrijke vraag daarbij is: wat willen we met het subsidiëren van deze organisaties bereiken of stimuleren? Wat willen we bereiken en welke culturele organisaties kunnen daarbij in meer of mindere mate een rol spelen?

Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zal eerst duidelijk moeten zijn wat de (lokale) doelstellingen op het gebied van cultuur zijn. Deze doelstellingen dienen te passen binnen het landelijke en provinciale cultuurbeleid. Ook gerelateerd lokaal beleid beïnvloedt de doelstellingen.

Wat is cultuur?

Cultuur kan op verschillende manieren bekeken worden en heeft afhankelijk daarvan een uitgebreide of beperktere betekenis. Cultuur kan gaan over kunstzinnige uitingen (intrinsieke waarde), maar ook breder (maatschappelijke waarde). Amateurkunst en kunsteducatie, beeldende kunst en bouwkunst, cultureel erfgoed (archieven, musea, archeologie, monumenten), media en letteren, film en podiumkunsten (gezelschappen en podia) kunnen allen vallen onder de noemer cultuur. Het kabinet gaat uit van een basisinfrastructuur met vier gebieden (www.rijksoverheid.nl): Podiumkunsten en musea; Beeldende kunst, film en letteren; Architectuur, design en nieuwe media; Cultuureducatie, amateurkunst en bibliotheken. VNG maakt een indeling in zes categorieën (www.vng.nl): film; media en letteren; cultureel erfgoed; beeldende kunst/bouwkunst; amateurkunst en kunsteducatie; en podiumkunsten. Alles wat zich op deze gebieden afspeelt, kan gezien worden als cultuur.

Aanvullend daarop geeft het Rijk aan: ‘Cultuur heeft artistieke, maatschappelijke en economische waarden. Cultuur is noodzakelijk voor de vorming van onze identiteit, voor de ontplooiing van mensen en voor de ontwikkeling van creativiteit. Cultuur verbindt, biedt plezier en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De cultuursector is een sector met een duidelijk economisch belang (www.rijksoverheid.nl). Cultuur is dus heel breed. Dit is in Cranendonck ook te zien, doordat cultuur ook in andere beleidsvelden/stukken een rol heeft. Zo kunnen culturele voorzieningen een belangrijke ontmoetingsplaats voor inwoners zijn (aansluiting Wmo-beleid), kan cultuur bijdragen aan de sociale binding en leefbaarheid, kan cultuur een positieve invloed hebben op het vestigingsklimaat van bedrijven en een positieve uitstraling van de gemeente. Kortom cultuur is niet alleen cultuur zelf, maar hangt samen met en kan positieve invloed hebben op andere vlakken.

Leeswijzer

De op te stellen cultuurrichtlijnen zijn van belang voor de subsidiering van organisaties. Doordat beleid nu ontbreekt, dienen er ad hoc besluiten genomen te worden en zijn de subsidies grotendeels historisch bepaald. We willen subsidies meer koppelen aan het bereiken van maatschappelijke effecten. Daarvoor is het van belang om te kijken naar het landelijk, provinciaal en lokaal beleid. Dit komt in hoofdstuk 3 aan bod. Er ontstaat dan een totaalbeeld voor cultuur in Cranendonck waaruit doelstellingen afgeleid kunnen worden. Deze staan beschreven in hoofdstuk 5.

Het belang van cultuur

In Cranendonck zijn vele organisaties betrokken bij cultuur. Gedacht kan worden aan de harmonieën en fanfares, maar ook aan de toneelverenigingen. Er zijn kleine, maar ook grote organisaties, sommige worden bestuurd door vrijwilligers, anderen vallen onder de categorie ‘professionele instelling’. Al deze organisaties samen vormen het cultureel veld en maken het mogelijk dat bijvoorbeeld inwoners kennis kunnen maken met kunst en cultuur, de waarde van cultuur op zich. Dit komt naar voren in de algemene doelstelling voor cultuur, zoals verwoord in de strategische visie. In de eerste paragraaf gaan we daar verder op in. In de 2e paragraaf kijken we verder dan alleen naar de intrinsieke waarde van cultuur. Hier komt de bredere waarde van cultuur aan bod.

De intrinsieke waarde van cultuur

In de strategische visie is de algemene doelstelling voor cultuur verwoord. Deze doelstelling is gericht op de intrinsieke waarde van cultuur:

De gemeente Cranendonck wil voor haar inwoners en derden een gemeente zijn waar het prettig recreëren en verblijven is.

Inwoners van Cranendonck de mogelijkheid bieden kennis te maken met en deel te nemen aan (lokale) kunst en culturele activiteiten. Onderdeel hiervan is het behoud van de eigen

identiteit van Cranendonck

.

Strategische visie, focuspunt recreatie & toerisme, onderdeel cultuur

Echter met het stimuleren van deelname aan kunst en cultuuractiviteiten, komen ook de bredere waarden van cultuur aan bod. Bijvoorbeeld, door deelname aan culturele activiteiten ontmoeten inwoners elkaar. Dit kan de sociale cohesie in een kern versterken. In de volgende paragraaf gaan we verder in op deze bredere waarde van cultuur.

De bredere waarde van cultuur

Zoals reeds is aangegeven kan cultuur een rol van betekenis hebben op andere terreinen:

Cultuur kan bijdragen aan de sociale binding en leefbaarheid

In Nederland doet de helft van de bevolking aan amateurkunst; één derde van de bevolking is wekelijks actief, soms alleen door te schilderen of te schrijven, maar ook heel vaak in groepsverband in dansgezelschappen, theatergroepen, orkesten en koren. Met kunst en cultuur hebben bestuurders een krachtig middel in handen om de maatschappelijke deelname en gemeenschapsvorming te bevorderen want in toneelclubs, koren, bandjes, blaasorkesten en leesclubs ontmoeten mensen elkaar. Ze leven hun passie uit en maken daar anderen blij mee. Dat kweekt saamhorigheid en wederzijdse waardering, van jong tot oud, wat ook blijkt uit het feit dat in deze sector één miljoen vrijwilligers wekelijks werkzaam zijn. Kunstbeoefening staat midden in de samenleving: het is voor jong en oud, in stad en regio. Amateurkunst brengt miljoenen Nederlanders ontspanning en plezier, maar het is ook talentontwikkeling, zien, gezien worden en elkaar ontmoeten ( www.lkca.nl).

De aanwezigheid van culturele voorzieningen en activiteiten maakt ook dat inwoners trots zijn op hun woonomgeving. Ook kan de aanwezigheid bijdragen aan een positieve uitstraling van de gemeente (PON, 2009)

Verschillende studies laten zien dat de actieve deelname aan culturele activiteiten in stad, dorp, wijk en buurt leiden tot meer zelfvertrouwen, meer sociale contacten en een groter gevoel van veiligheid en tevredenheid met de woonomgeving. Ook leidt het tot meer vertrouwen in de gemeenschap en in de gemeenschappelijke identiteit (Marlet 2009). Kunst in de openbare ruimte – in de stad of op het platteland - werkt eveneens verbindend. Kunstenaars scheppen bakens in een snel veranderende omgeving door vast te leggen wat was of te benadrukken wat verandert. Hun kunstwerken leren ons opnieuw kijken naar onze omgeving. Ze bieden verwondering, houvast en betrokkenheid. Het actief deelnemen aan kunst werkt samenbindend en beïnvloedt de directe leefomgeving positief. Juist in krimpgebieden is de huidige fijnmazige infrastructuur van groot belang voor de gemeenschapszin en het op peil houden van de directe leefomgeving(www.lkca.nl).

Cultuur kan een positieve invloed hebben op het vestigingsklimaat voor bedrijven

Cultureel bewustzijn is in de eenentwintigste eeuw een kerncompetentie (www.vng.nl). Mensen krijgen met steeds meer en met steeds snellere veranderingen te maken. Het goed kunnen omgaan met deze veranderingen is om je te handhaven in de wereld van nu – maar zeker in die van over twintig jaar - van groot belang. Ook het omgaan met (culturele) verschillen wordt ten gevolge van internationalisering en migratie steeds belangrijker. De waarde van historische kennis als onderdeel van een gezamenlijke identiteit wordt steeds meer onderkend. De betekenis van creativiteit als productiefactor zal verder toenemen. Door het kabinet is het

topgebied creatieve industrie benoemd. Het bedrijfsleven selecteert in toenemende mate op

creatieve competenties.

Cultuuronderwijs kan een belangrijke bijdrage leveren aan de vorming en ontwikkeling van kinderen / de samenleving

Het basisonderwijs hanteert kerndoelen waarin globaal is opgenomen wat een leerling aan het einde van de schoolperiode moet kennen en kunnen (www.lkca.nl). Voor cultuureducatie gelden de drie kerndoelen van het vakgebied ‘Kunstzinnige oriëntatie’ die zeer globaal van aard zijn:

  • ·

    Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

  • ·

    Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

  • ·

    Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Ook zijn enkele kerndoelen uit het vakgebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ relevant voor cultuureducatie.

Cultuur kan worden ingezet om mensen gezond te houden

In de ouderenzorg en in verzorgingshuizen wordt de actieve deelname aan kunst en cultuur steeds bewuster ingezet om mensen gezond te houden. Naast lichaamsbeweging blijken culturele activiteiten steeds duidelijker een factor van gezondheid te zijn. Patiënten hebben baat bij kunst in de zorg. Kunst kan bijdragen aan de ‘houdbare zorg’ en kan als middel worden ingezet bij eenzaamheidsbestrijding en moet een onlosmakelijk onderdeel worden van het instrumentarium dat met de WMO wordt ingezet. Wat voor zieken en ouderen geldt is ook voor gezonde jongeren belangrijk. Dans is steeds meer een instrument om jongeren aan het bewegen te krijgen. De sport maakt bewegen weer 'hip' door aan te sluiten bij de dans. Het blijkt dan ook dat dansen een waardevolle bijdrage levert aan het behalen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en de fitnorm. Daarmee heeft het een positief effect op de (volks)gezondheid (www.lkca.nl).

Waarde cultuur in Cranendonck

De interne en externe waarden van cultuur sluiten elkaar niet uit. Ze liggen in elkaars verlengde( www.lkca.nl). In Cranendonck wordt dan ook niet alleen naar de intrinsieke of extrinsieke waarde gekeken, maar vinden we beiden belangrijk. Hierbij is de doelstelling uit de strategische visie leidend en zal deze verder uitgewerkt worden.

Beleid

Zowel het Rijk, de provincie en de gemeente houden zich bezig met cultuur. Ieder heeft hierin haar eigen taak. In het algemeen geldt (www.overheid.nl):

  • ·

    Gemeenten zijn verantwoordelijk voor accommodaties voor podiumkunsten, en voor de financiering van het beheer van gemeentelijke collecties en musea

  • ·

    Cultuur is een kerntaak van provincies waar dit de lokale belangen overstijgt. Provincies zetten zich in voor de diversiteit en spreiding van culturele voorzieningen in de regio en zijn verantwoordelijk voor de financiering van regionaal erfgoed, waaronder provinciale collecties en musea

  • ·

    Het rijk is verantwoordelijk voor de landelijke culturele basisinfrastructuur, inclusief de aansturing van de cultuurfondsen, en voor de financiering van het beheer van de rijkscollectie

Voor cultuureducatie is de taakverdeling als volgt (www.overheid.nl):

  • ·

    Het rijk zorgt voor de bekostiging en het wettelijk kader van het onderwijs, de opdracht aan culturele instellingen met rijksfinanciering en de landelijke ondersteuning (innovatie, kennis en netwerken)

  • ·

    Provincies spelen een rol in de tweedelijns ondersteuning, in het bevorderen van de kwaliteit door deskundigheidsbevordering en in de regionale spreiding.

  • ·

    De feitelijke kennismaking met cultuur vindt plaats in gemeenten, in een nauw samenspel van scholen en cultuuraanbieders (met en zonder subsidie). De gemeente heeft daarbij de regie en faciliteert:

    • o

      een breed en samenhangend cultureel aanbod voor scholen

    • o

      bemiddeling van het aanbod

    • o

      aansluiting binnenschools-buitenschools

    • o

      afspraken met scholen (bijv. in het kader van de Lokale educatieve agenda)

In de verschillende beleidsnota’s wordt onder andere aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan deze taken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op deze beleidsnota’s.

Landelijk beleid

Cultuurbeleid

In de wereld van de cultuur- en kunsteducatie is sprake van grote verschuivingen: zowel in het landelijk, provinciaal als in het gemeentelijk beleid wordt de prioriteit verlegd van de buitenschoolse amateurkunst (kunsteducatie) naar binnenschools cultuuronderwijs (cultuureducatie).

Landelijk gezien is er de afgelopen jaren sprake van een verandering van het rijksbeleid. De overheidsbemoeienis met cultuureducatie in het onderwijs heeft in 2002 al een geschiedenis, met een aanwijsbare start in de beleidsnotitie Cultuur en School. Deze notitie zet in op de samenwerking tussen scholen en culturele instellingen. Dit beleid is voortgezet met het Actieplan Cultuurbereik 2001-2004.

Het plan werd verlengd tot 2009 en in datzelfde jaar vervangen door de regeling Cultuurparticipatie. De uitvoering kwam in handen van het in 2008 opgerichte Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP). Deze regeling Cultuurparticipatie liep tot en met 2012. Tot dan toe had het beschikbare geld uit de Actieplannen Cultuurbereik en uit de regeling Cultuurparticipatie een bredere bestemming dan alleen cultuureducatie in schoolverband. Ook culturele diversiteit, volkscultuur en amateurkunst kregen binnen deze beleidsinstrumenten de aandacht van gemeenten, provincies en het Rijk.

Op 10 juni 2011 verscheen de brief van staatssecretaris Zijlstra van Cultuur, genaamd Meer dan kwaliteit, waarin hij een omslag aankondigt in het rijksbeleid voor cultuur. In zijn visie treedt de overheid te veel op als financier en is er te weinig aandacht voor publiek en cultureel ondernemerschap. In deze brief benoemt hij dan ook vier prioriteiten en één daarvan is cultuureducatie: ‘Het kabinet vindt cultuureducatie belangrijk: voor persoonlijke ontwikkeling en voor de creativiteit van onze samenleving als geheel. Ook de Raad voor Cultuur hecht groot belang aan educatie en wijst erop dat de ‘onderzoekende houding’ die kinderen daardoor ontwikkelen, van groot belang is voor onze kennissamenleving. Het kabinet wil kinderen en jongeren op het gebied van cultuur een stevig fundament bieden. Voorwaarden daarvoor zijn een goede verankering van cultuureducatie in het onderwijs en aandacht voor cultuureducatie bij alle culturele instellingen, landelijk en lokaal.’

Cultuureducatie met kwaliteit

De constateringen van de staatssecretaris, de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad leiden er onder andere tot de regeling Cultuureducatie met kwaliteit (augustus 2012) die inzet op verankering van cultuureducatie in het primair onderwijs.

De regeling Cultuureducatie met kwaliteit onderscheidt vier speerpunten waarop in de periode 2013-2016 wordt ingezet:

  • ·

    ontwikkelen van doorgaande leerlijnen;

    • o

      uitwerking per leerjaar van wat een kind moet kennen en kunnen aan het eind van de schoolperiode

    • o

      de plaats van cultuur in andere dan de cultuurvakken

    • o

      aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs

    • o

      aansluiting tussen binnenschools en buitenschools

  • ·

    deskundigheidsbevordering van leerkrachten en educatief medewerkers van culturele instellingen;

  • ·

    relaties leggen tussen de school en de culturele en sociale omgeving;

  • ·

    ontwikkelen van een beoordelingsinstrumentarium voor de culturele ontwikkeling van leerlingen.

Hoewel deze doelen voornamelijk in het onderwijsdomein liggen, zijn culturele organisaties nodig voor het realiseren van de speerpunten.

Cultuur beweegt

In het voorjaar van 2013 formuleerde staatssecretaris Jet Bussemaker in de brief Cultuur beweegt de uitgangspunten voor haar beleid 2014-2018. De visie onderstreept het belang van cultuur voor de vorming van onze identiteit, voor de ontplooiing van mensen en voor de ontwikkeling van creativiteit. Cultuur als onderdeel van de maatschappelijke agenda, in verbinding met de samenleving. Het beleid geeft prioriteit aan de maatschappelijke waarde van cultuur en aan het belang van creativiteit.

Cultuuronderwijs geeft kinderen en jongeren kennis mee over kunst, media en erfgoed. De kunstvakken in het bijzonder hebben een functie in het stimuleren van creativiteit en het ontwikkelen van creatieve vaardigheden. Cultuuronderwijs heeft een rol in de sterk veranderende arbeidsmarkt waarbij de vraag naar niet-routinematige vaardigheden toeneemt. Nieuwe “‘skills” die gerelateerd zijn aan digitale vaardigheden gaan een steeds belangrijkere rol spelen. Cultuuronderwijs rust de samenleving uit om voor complexe maatschappelijke vraagstukken innovatieve en creatieve oplossingen te vinden. Bovendien verbindt cultuur, het heeft een socialiserende functie.

Het onderzoek van de Onderwijsraad sluit hier op aan. Dit onderzoek gaat over de vraag welke beleidswijzigingen nodig zijn voor een duurzame kwaliteitsverbetering. Uit dit onderzoek komen twee, voor cultuureducatie, belangrijke aanbevelingen naar voren:

  • ·

    Maak brede kwaliteit inzichtelijk

  • ·

    Zorg voor meer waardering van niet-cognitieve capaciteiten.

De eerste aanbeveling vraagt om indicatoren te ontwikkelen die laten zien wat bijvoorbeeld de opbrengsten van cultuureducatie zijn. De tweede aanbeveling heeft betrekking op de behoefte aan creativiteit en vakmanschap binnen de huidige maatschappij.

Toekomstagenda cultuurbeleid

In de toekomstagenda cultuurbeleid geeft de staatssecretaris aan op de eerste plaats de culturele basisinfrastructuur te ondersteunen. Cultuuronderwijs staat daarbij voorop. Naast de middelen die vanuit de regeling Cultuureducatie met kwaliteit beschikbaar zijn wordt ook de Brede impuls combinatiefuncties voortgezet. Deze laatste regeling biedt mogelijkheden om de drempels voor actieve cultuurparticipatie te verlagen door bijvoorbeeld de inzet van sport- en cultuurcoaches. Voor het primair onderwijs blijft de €10,90 per kind beschikbaar in de prestatiebox waarmee scholen cultuureducatieve activiteiten kunnen bekostigen. Naast het programma voor het primair onderwijs stelt het Rijk voor elke leerling in het voortgezet onderwijs een digitale cultuurkaart beschikbaar waarvan de waarde minimaal € 10,- per leerling bedraagt.

Bestuurlijk kader cultuur en onderwijs

Goed cultuuronderwijs levert een belangrijke bijdrage aan de vorming en ontwikkeling van leerlingen en daarmee van onze samenleving. Ieder kind moet de mogelijkheid hebben goed cultuuronderwijs te krijgen. Dit staat vermeld in het bestuurlijk kader cultuur en onderwijs.

Het ‘bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs’ bevat de gezamenlijke ambitie voor het cultuuronderwijs van rijk, gemeenten, provincies en schoolbesturen. Het creëert de randvoorwaarden voor scholen en culturele instellingen om te blijven werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het cultuuronderwijs. Aan de hand van het kader maken gemeenten, scholen en culturele instellingen vervolgens lokale afspraken over tijd, geld en middelen. De gezamenlijke intentieverklaring zorgt ervoor dat scholen en culturele instellingen daarbij beter weten wat ze aan elkaar hebben.

Brede Impuls Combinatiefuncties

De regeling ‘brede impuls combinatiefuncties van VWS, OCW en vertegenwoordigers van de VNG, NOC*NSF en Verenigde Bijzondere Scholen (VBS) biedt ondersteuning aan gemeenten die een combinatiefunctionaris willen aanstellen. Een combinatiefunctionaris is een persoon die werkzaam is in of voor meerdere sectoren, maar in dienst is bij één werkgever. Het idee hierachter is dat verbindingen tussen sectoren gestimuleerd worden om uiteindelijk duurzame samenwerking en een samenhangend aanbod te creëren.

Landelijke doelen die worden nagestreefd zijn:

  • ·

    Het uitbreiden van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs.

  • ·

    Het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.

Overig beleid

De verhoudingen tussen de overheid en inwoners zijn aan het veranderen. Er wordt steeds meer uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van inwoners en de maatschappelijke verbanden. De gemeente heeft in deze visie een faciliterende en voorwaarde scheppende rol, zoals ook beschreven staat in het Wmo-beleid en concept jeugdwet. In het kader van onder andere subsidies kan dit worden vertaald in doeltreffendheid / maatschappelijke effecten die wij als gemeente willen bereiken met behulp van de zelfstandigheid en organiserend vermogen van onze inwoners en organisaties.

Er wordt van verenigingen / organisaties steeds meer verwacht dan alleen het aanbieden van sport- en cultuurmogelijkheden. Verenigingen krijgen vaker ook een maatschappelijke rol toegewezen, onder andere op het gebied van onderwijs, jeugdzorg en aandacht voor een goede gezondheid. Als het gaat om verantwoordelijkheden naar de jeugd toe kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan regels rondom alcohol en drugs, protocol seksuele intimidatie, vertrouwenspersoon, gedragsregels over bijvoorbeeld pesten, gedrag langs de lijn, signaalfunctie kindermishandeling e.d.

Provinciaal beleid

Cultuurbeleid

De start van de beleidsperiode 2013-2016 brengt ook voor de cultuureducatie in Noord Brabant een aantal belangrijke veranderingen. Met ingang van deze beleidsperiode is het programma Cultuureducatie met Kwaliteit van het ministerie van OCW, en daarmee ook de gelijknamige deelregeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie, gestart.

De deelregeling “Cultuureducatie met Kwaliteit” komt voort uit het programma van het ministerie van OCW dat tot doel heeft cultuureducatie te borgen door middel van een landelijk samenhangende aanpak. De regeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie beoogt de kwaliteit, in het bijzonder van het leergebied ‘kunstzinnige oriëntatie’ in het primair onderwijs, te bevorderen. Het doel van de regeling is ervoor te zorgen dat verantwoorde cultuureducatie een vaste plaats krijgt binnen het onderwijs, waarbij scholen de samenwerking met de culturele instellingen intensiveren.

Het inhoudelijke vertrekpunt daarbij is de Cultuurloper, een online instrument om de doelen van de regeling te realiseren. De doelen Van de Cultuurloper zijn samengevat:

  • ·

    Geef scholen meer grip op de inhoud van cultuureducatie

  • ·

    Bevorder deskundigheid in school

  • ·

    Stel culturele infrastructuur in dienst van school

De Marktplaats is de lokale intermediair en de aanjager voor deze ontwikkelingen. 

De Cultuurloper gaat uit van drie domeinen die samen een compleet instrument vormen om de doorlopende leerlijn te ontwikkelen:

  • ·

    Alle vaardigheden die de scholen zelf in huis hebben

  • ·

    Cultureel aanbod uit de eigen lokale culturele omgeving

  • ·

    Cultuur uit landelijk aanbod

Agenda van Brabant

De provincie Noord-Brabant heeft cultuur expliciet tot één van haar kerntaken benoemd.

Dat cultuur een speerpunt is van provinciaal beleid, is terug te zien in de Agenda van Brabant (www.brabant.nl). Cultuur is daarin één van de drie pijlers, naast economie en ruimte.

De ambitie van de provincie Noord-Brabant is om een Europese topregio te zijn op het gebied van kennis en innovatie. Dat kan alleen als het hier behalve goed werken, ook goed wonen en leven is. Cultuur speelt daarin een belangrijke rol. In de ‘Agenda van Brabant’ en in het bestuursakkoord heeft het provinciebestuur de ontwikkeling van de cultuur in Noord-Brabant daarom benoemd tot één van de speerpunten.

De Cultuuragenda is de basis van het Brabantse cultuurbeleid en geeft de kaders en doelstellingen aan. De Cultuuragenda moet leiden tot een breed gedragen, richtinggevende en samenhangende visie voor cultuurbeleid in de regio. De Cultuuragenda gaat uit van drie cultuurgebieden: podiumcultuur, beeldcultuur en erfgoed. Met de Cultuuragenda wil de Provincie zorgen voor meer samenwerking en samenhang. De samenhang zorgt er voor dat iedereen in Brabant kan deelnemen aan cultuur en dat er ruimte is voor de ontwikkeling van talenten en de top. Het geeft cultuur stevigheid en veerkracht.

De provincie heeft haar ambities geordend langs vier lijnen, die eraan moeten bijdragen dat het

cultureel systeem wordt versterkt:

·Kennis vergaren en delen

Kennis is een randvoorwaarde voor het ontwikkelen en onderbouwen van onze gezamenlijke

missie. De provincie vindt het belangrijk om de veerkracht van het culturele systeem in beeld te

brengen, te vergroten en te monitoren. Daarvoor is een centrale ondersteuningsstructuur nodig die basis en top met elkaar verbindt.

·Ontwikkeling stimuleren

Het gaat hierbij om ontwikkelingsmogelijkheden van inwoners van Brabant en om hun culturele

betrokkenheid. De provincie vindt het belangrijk om in te zetten op de culturele levensloop van

mensen en deze te vertalen naar een functionele keten. Dit betekent dat de aandacht verschuift van organisaties naar de functie die van hen wordt gevraagd. De provincie zet onder meer in op ontwikkeling door slimme clusters te organiseren rond gemeenschappelijke thema’s of vraagstukken en rond de Verhalen van Brabant. De ‘Verhalen van Brabant’ moeten op verschillende manieren worden verteld. Het organiseren van de instandhouding rond (toekomstige) verhalen en leefomgeving is daarbij een randvoorwaarde.

·Verbindingen leggen

Om cultuur stevig te verankeren in de maatschappij is het van belang dat er sterke verbindingen

zijn tussen de cultuurgebieden en tussen cultuur en andere domeinen als economie, ruimte en

natuur & landschap. De provincie vindt het belangrijk om cross-overs te stimuleren en om cultuur concreet te vervlechten met andere domeinen, zoals economie, ruimte en natuur & landschap.

·Ondernemerschap tonen

Het ondernemerschap binnen de cultuursector moet zichtbaar gemaakt en versterkt worden vanuit innovatie, samenwerking en financieringsmodellen. Dit met als doel om cultuuraanbod en –vraag beter bij elkaar te brengen, om nieuw financieel instrumentarium te ontwikkelen en om gezamenlijk de Cultuuragenda van Brabant op te stellen.

Lokaal beleid

Cultuurbeleid

Erfgoedbeleid

De gemeente Cranendonck heeft geen overall cultuurbeleid, op enkele deelgebieden is wel beleid ontwikkeld. Ook worden er diverse culturele activiteiten georganiseerd. Een onderdeel van het cultuurbeleid dat wel al ontwikkeld is, is het erfgoedbeleid. Het erfgoed van de gemeente Cranendonck is in kaart gebracht. Er zijn zogenaamde erfgoedkaarten opgesteld, die een goed beeld geven van de cultuurhistorische waarde van een gebied. Het erfgoed is echter nog niet ontsloten c.q. beleefbaar gemaakt. Dat wil zeggen dat op basis van de erfgoedkaart nog activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd dienen te worden. Belangrijk hierbij is dat het erfgoed wordt ontsloten voor diverse doelgroepen. Mensen moeten dichter bij cultuur(historie) worden gebracht. Het culturele is dan de basis waarop sociale interactie

Bron: uitvoeringsplan ICHOP Boven-Dommel – Groote Heide

(bijvoorbeeld een evenement) kan plaatsvinden. Rode draad hierbij is het (be)leefbare verleden dat kan worden vertaald in verhalen van Brabant. Deze verhalen dienen weer als basis voor productontwikkeling (van boek tot toneelstuk, van streekproduct tot route en evenement). Ook vanuit ‘belevenis economie’ worden kansen gezien voor het bedrijfsleven en de potentie die de streek heeft om hieruit sociaal-economisch rendement te halen.

Marktplaats cultuur en cultuureducatie

Er is een ‘marktplaats cultuur’ waarbij leerlingen kunnen kennismaken met culturele activiteiten. Er wordt een (digitale) ontmoetingsplek geboden, een plek waar de vraag vanuit het onderwijs en het aanbod van culturele ondernemers met elkaar verbonden worden. Zowel de (lokale) amateur als professionele culturele ondernemers uit Cranendonck, Heeze-Leende, Weert en omstreken zijn hier te vinden.

Deze marktplaats cultuur houdt nauw verband met cultuureducatie. De marktplaats biedt scholen ondersteuning bij het invullen van cultuureducatie. Vaak vormt cultuureducatie maar een klein onderdeel van het basisonderwijs. Het wordt echter wel belangrijk gevonden door onder andere de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. Zij geven aan dat door cultuureducatie een basis wordt gelegd voor de culturele ontwikkeling van kinderen. De school maakt kunst en cultuur ook toegankelijk voor leerlingen die dit van huis uit niet meekrijgen. Daarnaast heeft de school een vormende taak, die essentieel is om kinderen te leren functioneren in een complexe, pluriforme en snel veranderende maatschappij. Ten slotte kan cultuureducatie een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van leergebiedoverstijgende vaardigheden, zoals analyseren, evalueren en creëren. 

Geconstateerd is dat veel leraren inhoudelijke handvatten missen en zich niet deskundig genoeg voelen. Om de deskundigheid bij scholen en leraren te vergroten is de hulp van culturele instellingen, expertisecentra, lerarenopleidingen en overheden gewenst. De onderwijsraad en de Raad voor Cultuur doen hiervoor de volgende aanbevelingen:

  • ·

    Geef scholen meer grip op de inhoud

  • ·

    Bevorder de deskundigheid in de school

  • ·

    Stel de culturele infrastructuur in dienst van de school

    • o

      Culturele instellingen dienen meer samen te werken met elkaar en met het onderwijs.

    • o

      Het educatief aanbod wordt in samenspraak met het onderwijs ontwikkeld.

Om de deskundigheid bij docenten te vergroten, kunnen docenten in Cranendonck cursussen volgen om kennis en ervaring op te doen. Via de marktplaats Ku +Cu wordt een ICC-(vervolg)cursus (interne cultuur coördinator) aangeboden. Daarnaast wordt er meer maatwerk geleverd, het aanbod wordt afgestemd op de vraag in het onderwijs door aan te sluiten bij thema’s op school.

Het kabinet vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren een stevige culturele basis ontwikkelen en bieden hiervoor een bijdrage. De prestatiebox primair onderwijs is een van de regelingen om een bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteit van de cultuureducatie. Via deze regeling ontvangen scholen in het primair onderwijs € 10,90 per leerling voor cultuureducatie. Doel van deze bijdrage is het versterken van de samenhang binnen de cultuureducatie en daarnaast het verbeteren van de kwaliteit van de cultuureducatie. Scholen kunnen die bijdrage naar eigen inzicht besteden. Schoolbesturen beschrijven zelf hun ambities in een meerjarig beleidsplan. Zo’n beleidsplan bevat expliciete ambities en concrete doelen voor de kwaliteit van cultuureducatie. Het plan is een beleidsinstrument voor het schoolbestuur; er wordt geen aparte verantwoording over afgelegd. Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af over de besteding van het geld uit de prestatiebox volgens de reguliere systematiek van de jaarrekening. Het bestuur doet in het jaarverslag beknopt verslag over de manier waarop de subsidie heeft bijgedragen aan de beoogde doelen. In de accountantsverklaring bij de jaarrekening komt een oordeel over de rechtmatige besteding van de verstrekte subsidie.

Subsidiebeleid

De Raad van de Cultuur geeft aan: “Met (gemeentelijk) beleid wordt geen cultuur gemaakt; beleid kan wel stimuleren en prikkelen, maar dat is iets anders dan sturen en in kaders vatten”. Een van de manieren om cultuur te stimuleren, is het (financieel) ondersteunen van cultuur/culturele organisaties. In het subsidiebeleid en de subsidieverordening staat beschreven welke financiële ondersteuningsmogelijkheden er zijn voor (cultuur)organisaties uit Cranendonck. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen subsidiering van verenigingen (carnavalsverenigingen, dansverenigingen, gilden, vereniging voor heemkunde, harmonieën, fanfares, andere muziekverenigingen en toneelverenigingen) en subsidiering van grotere organisaties (bijvoorbeeld Activiteitencommissie Smeltkroes, Muziekvereniging Soulex, PULSAR, Rick, Stichting Muziekactiviteiten Grensland (SMG) en Theatercafé Lexke).

In onderstaande tabel is te zien dat subsidie wordt ingezet als stimulans voor het bereiken van bepaalde doelstellingen zoals het stimuleren van kunst- en cultuurdeelname en deskundigheidsbevordering.

Tabel 1: overzicht subsidievoorwaarden voor verenigingen

Verenigingen (32)

Subsidie als stimulans voor het bereiken van de volgende doelstellingen:

Carnavalsverenigingen (6)

Dansverenigingen (3)

Gilden (4)

Heemkunde (1)

Muziekverenigingen (o.a. harmonieën, fanfares en

koren) (14)

Toneelverenigingen (4)

de organisatie biedt inwoners de mogelijkheid kennis te maken met (lokale) kunst en cultuuractiviteiten;

de organisatie stimuleert inwoners deel te nemen aan kunst- en cultuuractiviteiten;

de organisatie draagt bij aan deskundigheidsbevordering middels een muziekopleiding;

de organisatie draagt bij aan deskundigheidsbevordering middels het beschikbaar stellen van een instrument;

de organisatie besteedt speciale aandacht aan jeugd;

de organisatie besteedt speciale aandacht aan mensen met een beperking

de organisatie draagt via haar activiteiten bij aan het behouden of vergroten van de zelfredzaamheid

de organisatie draagt bij aan de structurele inbedding van cultuureducatie binnen het (basis)onderwijs;

de organisatie biedt via haar activiteiten burgers de mogelijkheid samen te komen en daardoor een bijdrage levert aan de sociale cohesie;

de organisatie werkt samen met scholen en/of maatschappelijke organisaties.

Behalve deze subsidievoorwaarden bij verenigingen, zijn er voor culturele organisaties ook subsidievoorwaarden. Deze voorwaarden zijn veelal vastgelegd in overeenkomsten. Hieronder worden de voorwaarden per organisatie benoemd.

Tabel 2: overzicht culturele instellingen die een budgetsubsidie ontvangen

Organisatie

Taken

Voorwaarden/ doelstellingen

Activiteitencommissie Smeltkroes

·het realiseren van een aanvullend activiteitenaanbod op cultureel gebied waarbij tevens aandacht wordt besteed aan doelgroepen jeugd en ouderen. Daarbij wordt er voor gewaakt dat geen ongewenste concurrentieverhoudingen of doublures met lokale verenigingsactiviteiten ontstaan.

·Het met regelmaat organiseren en verzorgen van exposities om inwoners kennis te laten nemen van diverse uitvoeringsvormen van actieve kunstuitingen.

·Het heffen van marktconforme entreeprijzen waarvan jeugd en ouderen worden uitgezonderd.

·Het organiseren van sponsoractiviteiten.

Doelstelling: het organiseren van een aanvullend activiteitenaanbod van sociaal culturele activiteiten in ontmoetingscentrum ‘De Smeltkroes’ te Maarheeze.

Muziekvereniging Soulex

Ondersteunen popbands en popmuzikanten in de regio Cranendonck door:

-het beheren van een geluiddichte oefenruimte

-organisatie ‘Soulex presents’ waarbij bands kunnen optreden voor groter publiek

-organisatie ‘open podium’

-organisatie workshops en clinics

overige activiteiten o.a. speeddemo

Ondersteunen popbands en popmuzikanten in de regio Cranendonck.

PULSAR (radio horizon)

·is aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de gemeente;

·functioneert als streekomroep;

·is verplicht om het programma-aanbod per programmakanaal voor ten minste 50% van de duur te besteden aan aanbod van informatieve, culturele en educatieve aard dat in het bijzonder betrekking heeft op de gemeente(s) waarvoor het aanbod bestemd is;

·richt zich op de bevrediging van de in de gemeente(s) levende maatschappelijke behoeften;

Mediawet, € 1,30 per woonruimte

RICK

·het verzorgen van scholing in de kunsteducatie aan (met name) jeugdigen en volwassenen, beginnelingen en meer gevorderden uit alle lagen van de bevolking;

·een breed cultuur- en kunsteducatief aanbod; het realiseren van een programma van (bijzondere) activiteiten op het gebied van de kunsteducatie (ter stimulering van de aangegeven doelstellingen).

·Het ontwikkelen en aanbieden van cultuureducatieve producten voor de onderwijsmarkt

·Kunsteducatie bereikbaar en toegankelijk te maken en te houden voor alle inwoners van de gemeente;

·Een gevarieerd en vraaggericht aanbod te verzorgen, rekening houdend met het specifieke culturele landschap en de bevolkingssamenstelling in de gemeente, waarbij samenhang tussen educatie, amateurkunst en professionele kunst uitgangspunt is;

·Een kunsteducatief aanbod te verzorgen, dat in kwalitatief opzicht voldoet aan de normen van de branchevereniging voor kunsteducatie en kunstbeoefening ‘Kunstconnectie’ en het landelijk ondersteuningsinstituut voor de amateurkunst ‘Kunstfactor’ te Utrecht.

SMG (Stichting Muziekactiviteiten Grensland)

§Het verzorgen van hafa-onderwijs (muziekonderwijs voor harmonie en fanfare), leidend tot een landelijk erkend diploma en volwaardig lidmaatschap van de hafa-verenigingen;

§Het ontwikkelen en aanbieden van muziekactiviteiten voor de onderwijsmarkt in samenwerking met verenigingen.

De organisatie zich ten doel stelt:

·hafa onderwijs bereikbaar en toegankelijk te maken en te houden voor leden van muziekverenigingen uit Cranendonck;

·voor minimaal 100 leden van muziekverenigingen uit Cranendonck jaarlijks de muziekopleiding te verzorgen;

·een gevarieerd en vraaggericht aanbod te verzorgen, rekening houdend met het specifieke culturele landschap en de bevolkingssamenstelling in de gemeente;

·de opleiding te laten resulteren in landelijk erkende diploma’s.

De organisatie een bijdrage levert aan doelstellingen binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning:

·Stimuleren deelname activiteiten op het gebied van cultuur & kunst of educatie om daarmee leefbaarheid en sociale samenhang te bevorderen;

·Stimuleren participatie mensen met een functiebeperking binnen het reguliere verenigingsleven;

·Waardering van jongeren die een positieve bijdrage leveren aan de samenleving.

Theatercafé Lexke

Vergelijkbaar Activiteitencommissie Smeltkroes.

Organiseren van voorstellingen op het gebied van zang, dans, muziek en cabaret aan zowel eigen als beginnende artiesten.

Overig beleid

WMO-beleid 2015

In het WMO-beleid 2015 staan drie doelen centraal:

  • 1.

    Het bevorderen van sociale samenhang, de mantelzorg, het vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente en daarnaast het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;

  • 2.

    het bieden van opvang;

  • 3.

    het ondersteunen van de participatie en zelfredzaamheid van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen, indien mogelijk in de eigen leefomgeving.

Het bevorderen van deelname aan culturele activiteiten kan bijdragen aan het behalen van deze doelen uit de WMO.

Uit onderzoek (Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie, 2012) blijkt dat kunstbeoefening door ouderen een positieve invloed heeft op gezondheid en sociale contacten. Vanuit dit onderzoek wordt aanbevolen om projecten op te zetten voor amateurkunst waarin bijvoorbeeld zorgcentra en cultuurinstellingen samenwerken.

Bron: Grenskoerier, 31 augustus 2011

Recreatie & toerisme

Het beleid recreatie en toerisme is vastgelegd in het beleidsplan ‘De krachten bundelen en elkaar versterken; vrijetijdsbeleid Cranendonck in uitvoering’. De notitie geeft de koers van de gemeente weer op het gebied van recreatie en toerisme. Deze koers is als volgt samen te vatten: ‘Uitgaan van de bestaande krachten op het gebied van de ligging en voorzieningen, het rustige en groene karakter en het cultuurhistorisch aanbod. Dit versterken door met behulp van innovatieve en creatieve ideeën meer beleving te creëren. Hiervoor samen te werken over de eigen grenzen, met andere partners (onderwijs, ondernemers en maatschappelijke organisaties) en andere gemeenten. Met als doel om voor de inwoner en toerist passend, aantrekkelijk en herkenbaar aanbod te ontwikkelen en zo het economisch potentieel te verhogen’.

Strategische visie

De strategische visie biedt ook ruimte voor cultuur, cultuur kan bijdragen aan het realiseren van enkele focuspunten van deze visie.

Cultuur kan bijdragen aan het behouden en versterken van de rustieke, fijne leef- en woonomgeving, iets waar de strategische visie zich de komende vijftien jaar op focust. Het is aan de marktpartijen zelf om activiteiten te organiseren, echter als gemeente kunnen wij hier wel een faciliterende rol in hebben. Belangrijk is dat het rustieke en groene karakter van Cranendonck behouden blijft.

Voor de organisatie van culturele activiteiten is het belangrijk:

  • ·

    flexibel, gericht en daadkrachtig mee te denken met ondernemers die initiatieven willen nemen die ten goede komen aan de gewenste ontwikkeling van Cranendonck (passend bij de visie) en te zorgen voor minder regels/kortere procedures.

  • ·

    de mogelijkheden voor recreatie en toerisme beter te benutten en scherp te anticiperen op kansrijke initiatieven; ook meer meedenken met initiatiefnemers.

  • ·

    de identiteit van Cranendonck als groene en rustieke gemeente te bewaken; de ontwikkeling van recreatie en toerisme moet aansluiten bij deze identiteit en niet ten koste gaan van.

  • ·

    marketing, PR en het creëren van een sterk imago gericht in te zetten om extern bekendheid te genereren voor de mogelijkheden intern ‘trots’ te creëren.

  • ·

    het centrum in Budel en Maarheeze aantrekkelijker te maken voor het welzijn van inwoners en recreanten en om de economische kansen voor het bedrijfsleven te vergroten.

  • ·

    de positie van het MKB te behouden en versterken door hen beter te faciliteren.

  • ·

    tegemoet te komen aan de recreatie behoeften van eigen inwoners en mensen binnen en buiten de regio aan te trekken.

Bron: visie Cranendonck 2009-2024

Huidige situatie

Cranendonck heeft een beperkte omvang, het is niet te vergelijken met bijvoorbeeld de gemeente Eindhoven. De faciliteiten, activiteiten en organisaties zijn dan ook kleiner en anders. Het is ook niet nodig om maar zoveel mogelijk culturele voorzieningen te realiseren (www.vng.nl). In plaats daarvan is het zinvoller om aandacht te besteden aan de typische 'eigenheden' van de gemeente.

Voor bepaalde voorzieningen zijn inwoners van Cranendonck dus aangewezen op grotere gemeenten in de omgeving. Wel willen de onze inwoners een bepaalde culturele basis bieden. Met name voor degenen die nog niet of niet meer naar omliggende gemeenten kunnen gaan voor hun culturele ontwikkeling, is aanwezigheid van activiteiten in de kernen van belang. Hiermee zetten we cultuur in om de levendigheid binnen de kernen te behouden en te versterken. Door het stimuleren van cultuureducatie en –participatie leveren we een bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van jongeren, vergroten we hun creativiteit.

In dit hoofdstuk beschrijven we de ‘culturele basis’ en geven we aan wat er in Cranendonck aan ‘cultuur’ te vinden is. Dit doen we aan de hand van het ringenmodel van de VNG.

Ringenmodel

De VNG heeft een model ontwikkeld voor het lokale cultuur- en mediabeleid, het ringenmodel. Dit model gaat uit van drie categorieën gemeenten:

  • ·

    Tot 30.000 inwoners: een kernachtig beleid

  • ·

    Van 30.000 – 90.000 inwoners: een uitgebreid beleid

  • ·

    90.000 inwoners of meer: een alomvattend beleid.

VNG maakt vervolgens een indeling in zes categorieën: film, media en letteren, cultureel erfgoed, beeldende kunst/bouwkunst, amateurkunst en kunsteducatie en podiumkunsten. Festivals staan in het midden van de cirkel en kunnen betrekking hebben op een of meerdere van de genoemde categorieën. Deze indeling is verder uitgewerkt in tabellen en te vinden in de bijlage 2.

Figuur 1: infrastructuur van gemeenten in ringen (Bron: www.vng.nl) Figuur 2: infrastructuur gemeente Cranendonck

Links (figuur 1) is de culturele infrastructuur van gemeenten aangegeven. Naast de indeling in zes categorieën, is een opsplitsing in de grootte van gemeenten te vinden. Binnenin zijn de voorzieningen van kleinere gemeenten te vinden. Naarmate de gemeente groter is (naar buiten in de cirkel), zijn er meer voorzieningen. Zo hebben vrijwel alle kleine gemeenten amateurkunstverenigingen, maar zullen er nauwelijks concertzalen te vinden zijn. In grotere gemeenten zijn juist wel concertzalen te vinden.

Rechts (figuur 2) zijn de aanwezige voorzieningen in Cranendonck te zien.

De gemeente heeft geen bioscoop of een filmhuis. Wel zijn er incidenteel filmvertoningen.

Voor een apart theater of filmhuis/bioscoop zijn inwoners op voorzieningen in de grotere gemeenten aangewezen, bijvoorbeeld Weert of Eindhoven.

Op het gebied van media en letteren is er radio Horizon. Ook zijn er twee bibliotheekvestigingen, één in Maarheeze en één in Budel. De vestiging in Maarheeze bevindt zich bij het gemeenschapshuis. In Budel is dit niet het geval.

Er zijn diverse monumenten in Cranendonck, zoals het schepenhuis en de Cantine. In het Schepenhuis is tevens een smokkelmuseum te vinden. Daarnaast is er nog het museum Jan Korver. Ook is er een heemkundevereniging actief in de gemeente. Niet alleen is er fysiek cultureel erfgoed, er zijn ook tradities. Gedacht kan worden aan de gildes, carnaval en Sinterklaas.

Op verschillende plaatsen in de gemeente zijn kunstwerken te vinden in de openbare ruimte. In enkele etalages worden schilderijen getoond. Het gemeentehuis is door een architect ontworpen in de Bossche Stijl.

Bron: ed.nl

Vele amateurkunstverenigingen zijn actief in Cranendonck. Er zijn toneelverenigingen, koren, dansverengingen, harmonieën, fanfares en andere muziekverenigingen. Een deel van deze verenigingen treedt ook een of meerdere keren per jaar op. De verenigingen zijn verspreid over de verschillende kernen. Ook buiten het verenigingsverband om worden er activiteiten georganiseerd.

Bron: Grenskoerier, 29 oktober 2014

Er zijn twee gesubsidieerde muziekscholen: Regionaal Instituut voor Cultuur- en Kunsteducatie (Rick) en Stichting Muziekactiviteiten Grensland (SMG). Daarnaast zijn er nog enkele particuliere initiatieven zoals Muziekhuis Maarheeze en muziekschool MOC in Soerendonk.

Aktiviteitencommissie de Smeltkroes en Lexke organiseren theatervoorstellingen in gemeenschapshuis de Smeltkroes en in gemeenschapshuis de Borgh.

Culturele accommodaties

In Cranendonck zijn er dus allerlei culturele activiteiten. Voor uitvoering van deze activiteiten, zijn de gemeenschapshuizen erg belangrijk. Hier vindt een groot deel van de activiteiten plaats.

Hier wordt onder andere muziekles gegeven of er vinden uitvoeringen van muziekgezelschappen plaats.

Daarnaast worden er ook op andere locaties culturele activiteiten georganiseerd. Gedacht kan worden aan muziekactiviteiten in JC Harlekyn, of muziekles in de oude Jozefschool.

Kern

Culturele voorziening

Budel

Gemeenschapshuis De Borgh, inclusief oefenruimte (via Soulex) en podium

Hier organiseert Lexke theateractiviteiten.

Budel – Dorplein

Gemeenschapshuis De Schakel

Budel - Schoot

Gemeenschapshuis De Reinder

Gastel

Gemeenschapshuis De Schaapskooi

Maarheeze

Gemeenschapshuis De Smeltkroes, inclusief muziekbunker en podium

Hier organiseert Aktiviteitencommissie de Smeltkroes theateractiviteiten.

Soerendonk

Gemeenschapshuis Den Donck

Slot

Cranendonck valt in de categorie tot 30.000 inwoners. Dit is de binnenste cirkel in figuur . In figuur 2 is te zien over welke culturele voorzieningen Cranendonck beschikt en dat de benoemde basisvoorzieningen uit de binnenste cirkel aanwezig zijn. Wellicht kan er meer ruimte komen voor tentoonstellingen, bijvoorbeeld in de vorm van een kunstmuur. En hoewel sommige verenigingen graag een theater zouden zien, is dit geen basisvoorziening voor een kleinere gemeente.

Voor deze basisvoorzieningen zijn de gemeenschapshuizen belangrijk. Hier repeteren amateurverenigingen, wordt er muziekles gegeven en vinden optredens plaats.

Bron: Grenskoerier, 29 oktober 2014

Doelstellingen in Cranendonck

SWOT-analyse

Met deze SWOT-analyse hebben gekeken wat de toekomstmogelijkheden zijn van cultuur binnen de gemeente Cranendonck. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. In gewoon Nederlands: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen. Hieronder zijn deze elementen systematisch geanalyseerd om de toekomstmogelijkheden inzichtelijk te maken en kansrijke doelen te stellen. De sterke en zwakke punten betreffen de kenmerken van de gemeente Cranendonck en de cultuur in de gemeente. De kansen en bedreigingen betreffen ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden in de maatschappij, waar de gemeente Cranendonck en de cultuur in de gemeente mee te maken heeft.

Sterke kanten

Zwakke kanten

·Uitgebreid en actief verenigingsleven.

·Grote inzet vrijwilligers (zelfsturend vermogen).

·Breed ‘centrum voor de kunsten’

·Marktplaats cultuur

·Combinatiefunctionaris cultuur

·Aanwezigheid interne cultuur coördinatoren op de scholen

·Subsidiemogelijkheden culturele verenigingen

·Vrijwilligersondersteuning

·Financiering primair onderwijs vanuit Rijk (€ 10,90 per kind)

·Aanwezigheid monumenten/cultureel erfgoed

·Cultuurprofiel is niet helder aanwezig.

·Weinig lokaal gewortelde kunst.

·Slechts beperkt beleid op cultureel vlak

·Het is de gemeente onvoldoende bekend wat er speelt binnen het culturele leven binnen de gemeente.

·Over het algemeen blijven de verenigingen in de kernen waar ze hun oorsprong hebben. Er is weinig samenwerking. Iedere kern organiseert zijn eigen activiteit, zonder rekening te houden met de kennis en kunde van andere verenigingen.

·Onbekendheid ondersteuningsaanbod verenigingen

·Traditionele relatie met cultuurverenigingen vooral gericht op subsidie. Eventuele ‘maatschappelijke functies’ van verenigingen komen nauwelijks aan bod.

·Verenigingen hebben, ondanks gemeentelijke ondersteuning, moeite

met het vinden van vrijwilligers en/of het behouden van (geschikte) vrijwilligers

Kansen

Bedreigingen

·Mogelijkheid tot samenwerking met verschillende kernen, buurgemeenten en overige externe organisaties.

·Diversiteit van aanbod verhogen.

·Samenwerkingsverbanden opzetten tussen verenigingen.

·Beter aankondigingsbeleid (het kenbaar maken van het aanbod).

·Cultuurcreatie stimuleren.

·Bewaren cultureel erfgoed.

·Verhogen culturele competentie.

·Contributiekosten kunnen een belemmering zijn voor mensen met een laag inkomen. Meer bekendheid over een tegemoetkoming biedt voor deze groep mogelijk kansen wel deel te nemen aan cultuur.

·Behouden en versterken relatie cultuur met andere beleidsterreinen (bijv. Wmo)

·Betere afstemming onderwijs en cultuureducatie

·Ondernemerschap en flexibiliteit bij culturele instellingen

·Vergrijzing van verenigingen / tekort aan jonge aanwas

·Tekort aan vrijwilligers /Daling aantal vrijwilligers

·Toenemende druk op de vrijwilligers bij verenigingen.

·Toenemende druk op de vrije tijd (vooral jongeren en tweeverdieners). Er valt meer te kiezen.

·Concurrentie vanuit omliggende gemeenten (Hamont, Weert, Eindhoven).

·Te kleine/niet geschikte oefenruimtes voor enkele verenigingen.

·Landelijke bezuinigingen cultuur

-

Doelstellingen in Cranendonck

In de vorige paragraaf is geanalyseerd wat de sterktes en zwaktes op het gebied van cultuur zijn. De sterke punten zoals een actief verenigingsleven en de combinatiefunctionaris cultuur willen we behouden. De kansen, zoals samenwerking tussen organisaties en samenwerking over beleidsterreinen heen, willen we benutten. Hierbij zullen we rekening moeten houden met de (mogelijke) bedreigingen. Verder willen we de zwakke punten ombuigen in neutrale punten. Echter zal dit in de praktijk slechts beperkt mogelijk zijn. De SWOT-analyse, gecombineerd met de overkoepelde doelstelling, is uitgewerkt in (sub)doelstellingen.

Overkoepelende doelstelling (strategische visie)

In Cranendonck is de doelstelling benoemd om voor inwoners en derden een gemeente te zijn waar het prettig recreëren en verblijven is. Inwoners dienen de mogelijkheid te krijgen kennis te maken met en deel te nemen aan (lokale) kunst- en culturele activiteiten. Onderdeel hiervan is het behoud van de eigen identiteit van Cranendonck.

Subdoelstellingen

Deze overkoepelende doelstelling kan opgesplitst worden in verschillende subdoelstellingen.

  • ·

    Behouden diversiteit aan (actief en passief) cultuuraanbod:

    • o

      Beeldend

    • o

      Dans

    • o

      Fotografie & media

    • o

      Muziek

    • o

      Theater/taal

    • o

      Zang

  • ·

    Behouden gezond verenigingsleven door waar nodig verenigingen te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun organisatie en het hierbij betrekken van hun leden.

Vanuit landelijk, provinciaal en lokaal beleid zijn verder de volgende doelstellingen van belang:

  • ·

    Structurele inbedding van cultuureducatie binnen het basisonderwijs.

  • o

    Ontwikkeling doorgaande leerlijn

  • o

    Deskundigheidsbevordering leerkrachten

  • o

    Verbinding school en culturele en sociale omgeving (behoud marktplaats)

  • o

    Afstemming beleid onderwijs en culturele organisaties

  • ·

    Verenigingen informeren over en betrekken bij het bereiken van maatschappelijke doelstellingen:

  • o

    Jeugdzorg

  • o

    Stimuleren gezondheid

  • o

    Stimuleren zelfredzaamheid

  • o

    Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid

  • o

    Bevorderen deelname aan maatschappelijk verkeer

  • ·

    Behouden en versterken relatie andere beleidsterreinen:

  • o

    Toerisme: het versterken/promoten van de identiteit en de aantrekkelijkheid van de gemeente als geheel

  • o

    Economie: positieve invloed vestigingsklimaat bedrijven

Deze doelstellingen zijn verder uitgewerkt in onderstaande tabel. Gekoppeld aan de doelstellingen zijn resultaten benoemd. In de laatste kolom wordt beschreven welke activiteiten uitgevoerd worden om de genoemde doelstellingen te behalen.

Doelen & subdoelen

Resultaten

Activiteiten

Een gemeente waar het prettig recreëren en verblijven is.

·mogelijkheid kennis te kunnen maken met culturele activiteiten

obehoud diversiteit (passief en actief cultuuraanbod)

obehoud gezond verenigingsleven

·behoud eigen identiteit

·Gestructureerd en structureel aanbod van culturele activiteiten vanuit lokale en professionele instellingen.

·Meer interesse (van jeugd) in cultuur door brede kennismaking met diverse vormen van cultuur.

·Beantwoorde verenigingsvragen

·Lesaanbod/activiteiten op de vlakken beeldend, dans, fotografie & media, muziek, theater/taal, zang

·Verenigingsondersteuning (informeren, adviseren, ondersteunen)

·Bieden subsidiemogelijkheden

Structurele inbedding van cultuureducatie binnen het basisonderwijs.

·Ontwikkeling doorgaande leerlijn

·Deskundigheidsbevordering leerkrachten

·Verbinding school en culturele en sociale omgeving (behoud marktplaats)

·Afstemming beleid onderwijs en culturele organisaties

·Cultuureducatie met betere kwaliteit

·Ondersteuning combinatiefunctionaris op basisonderwijs

·Cultuurbeleidsplannen per school

·Deelname scholen aan cultuurprogramma van bijv. kunstbalie

·Cursus / workshop voor leerkrachten, bijv. ICC-cursus

·Overleg combinatiefunctionaris met onderwijs en culturele organisaties.

Verenigingen informeren over en betrekken bij het bereiken van maatschappelijke doelstellingen:

·Jeugdzorg

·Stimuleren gezondheid

·Stimuleren zelfredzaamheid

·Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid, voorkomen sociaal isolement

·Bevorderen deelname aan maatschappelijk verkeer

·Maatschappelijk betrokken verenigingen

·Verhoogde betrokkenheid bij burgers

·Verbeterde leefbaarheid

·Verbeterde gezondheid

·Inwoners zijn meer zelfredzaam

·Informatiebijeenkomsten

·Culturele activiteiten

·Bewegingsactiviteiten (bijv. dans)

Behouden en versterken relatie andere beleidsterreinen:

·Toerisme: het versterken/promoten van de identiteit en de aantrekkelijkheid van de gemeente als geheel

·Economie: positieve invloed vestigingsklimaat bedrijven

·Aantrekkelijker vestigingsklimaat

·Aantrekkelijke gemeente om te recreëren en verblijven + werken

·Culturele activiteiten

·Samenwerking

Visie op eigen verantwoordelijkheid en de rol van de gemeente

Om de vorige paragraaf zijn de doelstellingen van de gemeente Cranendonck aan bod gekomen. Dit zijn doelstellingen die we niet alleen kunnen bereiken. Het verenigingsleven levert een belangrijke bijdrage in het behalen van deze doelstellingen.

In aansluiting op het wmo-beleid, vinden we dat inwoners ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. De gemeente is niet als enige verantwoordelijk voor het (financieren van het) cultuuraanbod. We willen toe naar meer particuliere initiatieven en een meer faciliterende rol van de gemeente waarin we op de eerste plaats meedenken in plaats van financieren.

Daarbij legt de gemeente zich toe op het tot stand brengen van verbindingen, door partijen bij elkaar te brengen en te motiveren om door het combineren van functies optimaal maatschappelijk rendement te realiseren. De gemeente nodigt dan ook nadrukkelijk inwoners en verenigingen uit om initiatief te tonen. Mogelijk kan een cultuurplatform hierbij een rol spelen. Gemeente en particulier initiatief hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de lokale cultuurontwikkeling. Van de cultuursector verwachten wij externe oriëntatie en cultureel ondernemerschap in deze tijd waarin budgetten onder druk staan.

De gemeentelijke rol is sturend waar het gaat om beleid, gemeentelijke accommodaties en gemeenschapsgeld en ondersteunend waar het gaat om particulier initiatief. Als zaken die binnen de beleidsdoelen passen op basis van particulier initiatief tot stand komen, hoeft de gemeente daar niet meer op in te zetten.

Bron: Grenskoerier, 29 oktober 2014

Uitgangspunten

In de vorige paragraaf gaven we aan toe te willen werken naar een meer faciliterende rol van de gemeente waarin we op de eerste plaats meedenken in plaats van financieren. Dit wil niet zeggen dat we geen activiteiten meer (willen) subsidiëren. Vaak kan door een kleine financiële bijdrage veel meer georganiseerd worden door het verenigingsleven. Door organisaties te ondersteunen met subsidie en/of verenigingsondersteuning, willen we tegelijkertijd de gewenste effecten/doelstellingen bevorderen.

Dit vraagt om een duidelijkere koppeling tussen (cultuur)beleid en subsidie. Een koppeling die nu nog vaak ontbreekt. Door subsidie afhankelijk te maken van beleidsdoelstellingen in plaats van bijvoorbeeld ledenaantallen, is de link duidelijk aanwezig. Ook in de voorwaardensfeer kan wat gedaan worden. Subsidie wordt dan ingezet als instrument om gewenste effecten te behalen. In de vorige paragrafen zijn de gemeentelijke doelstellingen voor cultuur benoemd. In onderstaande tabel zijn deze doelstellingen gekoppeld aan een subsidiesubsidiemogelijkheid.

Doelstellingen

Toepassing in subsidiering

Een gemeente waar het prettig recreëren en verblijven is.

·mogelijkheid kennis te kunnen maken met culturele activiteiten

obehoud diversiteit (passief en actief cultuuraanbod)

obehoud gezond verenigingsleven

·behoud eigen identiteit

·Onze vereniging biedt inwoners de mogelijkheid kennis te maken met (lokale) kunst en cultuur activiteiten

·Onze vereniging stimuleert inwoners deel te nemen aan kunst en cultuuractiviteiten

Structurele inbedding van cultuureducatie binnen het basisonderwijs.

·Ontwikkeling doorgaande leerlijn

·Deskundigheidsbevordering leerkrachten

·Verbinding school en culturele en sociale omgeving (behoud marktplaats)

·Afstemming beleid onderwijs en culturele organisaties

·Onze vereniging draagt bij aan de structurele inbedding van cultuureducatie binnen het basisonderwijs

·Onze vereniging draagt bij aan deskundigheidsbevordening (o.a. opleiding muziekinstrument, beschikbaar stellen instrument)

·Onze vereniging besteedt speciale aandacht aan jeugd (tot 18 jaar)

Verenigingen informeren over en betrekken bij het bereiken van maatschappelijke doelstellingen:

·Jeugdzorg

·Stimuleren gezondheid

·Stimuleren zelfredzaamheid

·Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid, voorkomen sociaal isolement

·Bevorderen deelname aan maatschappelijk verkeer

·Onze vereniging biedt burgers de mogelijkheid samen te komen, waardoor we een bijdrage leveren aan de sociale cohesie.

·Onze vereniging draagt bij aan het behouden of vergroten van de zelfredzaamheid.

·Onze vereniging besteedt speciale aandacht aan mensen met een beperking

Behouden en versterken relatie andere beleidsterreinen:

·Toerisme: het versterken/promoten van de identiteit en de aantrekkelijkheid van de gemeente als geheel

·Economie: positieve invloed vestigingsklimaat bedrijven

·Onze vereniging werkt samen met scholen en/of maatschappelijke organisaties

Deze toepassingen in het subsidiebeleid zijn van belang voor zowel verenigingen als voor meer professionele organisaties. Voor professionele organisaties hechten wij daarnaast belang aan de volgende uitgangspunten bij het wel/niet subsidiëren van organisaties:

  • 1.

    kwaliteit: het aanbod dient van voldoende kwaliteit te zijn

  • 2.

    ondernemerschap: eigen inkomsten staan in verhouding subsidie, stimuleren ondernemerschap

  • 3.

    participatie en educatie: toegankelijkheid organisatie

  • 4.

    innovatie: vernieuwingsgericht, inspelen ontwikkelingen

  • 5.

    diversiteit: rekeninghoudend diverse doelgroepen

Deze uitgangspunten sluiten aan bij de landelijke uitgangspunten (www.rijksoverheid.nl).

Slot & aanbevelingen

Slot

In deze nota is aan bod gekomen wat Cranendonck wil bereiken op het gebied van cultuur. De gemeente wil door middel van verenigingsondersteuning en subsidieverstrekkingen aan verenigingen, een breed en gevarieerd aanbod aan cultuuractiviteiten tot stand te brengen en in standhouden. Bijzondere aandacht bestaat voor specifieke doelgroepen (jeugd en mensen met een beperking). De doelstellingen kunnen als volgt verwoord worden:

Overkoepelende doelstelling (strategische visie)

In Cranendonck is de doelstelling benoemd om voor inwoners en derden een gemeente te zijn waar het prettig recreëren en verblijven is. Inwoners dienen de mogelijkheid te krijgen kennis te maken met en deel te nemen aan (lokale) kunst- en culturele activiteiten. Onderdeel hiervan is het behoud van de eigen identiteit van Cranendonck.

Subdoelstellingen

Deze overkoepelende doelstelling kan opgesplitst worden in verschillende subdoelstellingen.

  • ·

    Behouden diversiteit aan (actief en passief) cultuuraanbod:

    • o

      Beeldend

    • o

      Dans

    • o

      Fotografie & media

    • o

      Muziek

    • o

      Theater/taal

    • o

      Zang

  • ·

    Behouden gezond verenigingsleven door waar nodig verenigingen te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun organisatie en het hierbij betrekken van hun leden.

Vanuit landelijk, provinciaal en lokaal beleid zijn verder de volgende doelstellingen van belang:

  • ·

    Structurele inbedding van cultuureducatie binnen het basisonderwijs.

  • o

    Ontwikkeling doorgaande leerlijn

  • o

    Deskundigheidsbevordering leerkrachten

  • o

    Verbinding school en culturele en sociale omgeving (behoud marktplaats)

  • o

    Afstemming beleid onderwijs en culturele organisaties

  • ·

    Verenigingen informeren over en betrekken bij het bereiken van maatschappelijke doelstellingen:

  • o

    Jeugdzorg

  • o

    Stimuleren gezondheid

  • o

    Stimuleren zelfredzaamheid

  • o

    Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid

  • o

    Bevorderen deelname aan maatschappelijk verkeer

  • ·

    Behouden en versterken relatie andere beleidsterreinen:

  • o

    Toerisme: het versterken/promoten van de identiteit en de aantrekkelijkheid van de gemeente als geheel

  • o

    Economie: positieve invloed vestigingsklimaat bedrijven

Aanbevelingen

  • ·

    Zet subsidies in om organisaties te stimuleren en te prikkelen. Op deze wijze kunnen zij een bijdrage leveren in het behalen van diverse doelstellingen.

  • ·

    Stimuleer samenwerking tussen verenigingen, organisaties en scholen. Zij kunnen elkaar ondersteunen of samen taken oppakken. Dit zou mogelijk kunnen via een cultuurplatform.

  • ·

    Betrek cultuur(activiteiten) bij de invulling van gerelateerd beleid, zoals het jeugdbeleid, onderwijsbeleid en de wet maatschappelijke ondersteuning.

  • ·

    Behoud de combinatiefunctionaris cultuur. Deze kan ondersteuning bieden aan scholen en organisaties en zo een bijdrage leveren aan het behalen van de gemeentelijke doelstellingen.

  • ·

    Stimuleer innovatie, laat de organisaties inspelen op ontwikkelingen zoals vergrijzing, zapgedrag en de toenemende vraag naar kwaliteit.

Bijlage 1: Trends en ontwikkelingen

Cultuuraanbod in Noord-Brabant

Over het algemeen zijn Brabanders tevreden over het cultuuraanbod in de eigen provincie (PON, 2009). 62% (zowel stedelingen als dorpelingen) geeft aan dat er in de provincie Noord-Brabant een divers cultuuraanbod is, 4% kan zich hier niet in vinden.

Weinig schommelingen zijn te zien bij het aantal musea in de provincie. In 2009 waren er 136 Brabantse (geregistreerde) musea (PON, 2009). Er is een kleine toename van het aantal theaters naar 2007 (PON, 2009). In 34 gemeenten, waaronder Cranendonck, is geen theater.

Er zijn 4.600 amateurkunstverenigingen/instellingen/clubs in Noord-Brabant. Muziek- en zangverenigingen hebben hierin het belangrijkste aandeel (30%) PON, 2009), gevolgd door toneel.

Opgemerkt kan worden dat inwoners van een dorp vaker gebruik maken van voorzieningen in een andere (grotere) gemeente (o.a. theater) dan stedelingen dit doen. Dit is een (logisch) gevolg van de aan- of juist afwezigheid van bijvoorbeeld een theater of musea. Veel gemeenten hebben wel een bibliotheek of een servicepunt. Voor het lenen van boeken bezoeken veel dorpsbewoners dan ook de bibliotheek in hun eigen gemeente.

Cultuurparticipatie

Mensen kunnen zowel op een actieve als een passieve wijze deelnemen aan culturele activiteiten. Actief verwijst naar het zelf ondernemen van culturele activiteiten, bijvoorbeeld muziek maken of toneelspelen. Passief gaat om het kijken naar culturele activiteiten, bijvoorbeeld een theater- of museumbezoek. In dit hoofdstuk zal eerst naar actieve deelname gekeken worden en daarna naar passieve deelname.

Actieve deelname

Van de inwoners van Noord-Brabant is iets minder dan drie kwart (72%) lid van één of meerdere hobby of vrijetijdsverenigingen (PON, 2009). Sport neemt hierbij een belangrijke plaats in, echter ook cultuurverenigingen vallen hieronder.

In onderstaand overzicht (PON, 2009) is te zien welke culturele activiteiten populair zijn en welke wat minder populair. Zingen, teken en schilderen zijn vaak ondernomen activiteiten. Poppenspel en radio maken zijn activiteiten die bijna niet worden gedaan.

Ongeveer 10% is lid van een culturele vereniging (muziek, zang of toneel). Dit is veel minder dan lidmaatschap van een sportvereniging of sportschool.

Participatie amateurkunst

Eerder is al aangegeven wat amateurkunst inhoudt. Amateurkunst is te verdelen in beeldend, vocaal, foto/film, instrumentaal, dans, literatuur en toneel. De categorieën beeldend en vocaal worden meer beoefend in Brabant (respectievelijk 18 en 14%) (PON, 2009). Toneel (3%) en literatuur (8%) zijn minder populair.

Landelijk gezien zijn er 8.000.000 mensen die zich bezighouden met amateurkunst, omgerekend is dit 52% van de Nederlanders van 6 jaar en ouder (www.kunstfactor.nl). Ook landelijk zijn beeldende kunst en muziek de grootste categorieën. Niet in elke leeftijdsgroep is elke vorm van amateurkunst even populair; dit is te zien in onderstaande tabel.

Bron: www.kunstfactor.nl

Leeftijdsverdeling

Het grootste deel van de leden is tussen de 50 en 64 jaar oud (27%), gevolgd door de groep 35-49 jaar en de 64-jarigen.

Participatie kunsteducatie

Het zijn de zogenaamde Centra voor Kunsteducatie (CKE) die kunstzinnige activiteiten, zoals muziek, dans en beeldende kunst aanbieden voor amateurs. Andere aangeboden cursussen zijn bijvoorbeeld toneel, literatuur, textiel en mode en fotografie. In Cranendonck is RICK actief: het Regionaal Instituut Cultuur- en Kunsteducatie. Bij het RICK worden de volgende disciplines aangeboden: beeldend, audiovisueel, dans, theater, muziek en taal. ‘Rick wil mensen prikkelen om oog en oor te hebben voor de schoonheid van de wereld om zich heen: in klank, in beeld, in beweging en woord. Jong en oud kan bij Rick actief met kunst bezig zijn en biedt daarvoor beeldende en audiovisuele cursussen, maar ook muziek-, dans-, theater- en taalcursussen. Daarnaast organiseert Rick regelmatig diverse culturele activiteiten zoals concerten, exposities, (theater)voorstellingen en danspresentaties. Kortom, Rick bruist en laat het culturele hart van de gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Nederweert en Weert kloppen!’

Via SMG, Stichting Muziekactiviteiten Grensland, kunnen er ook muzieklessen gevolgd worden.

Daarnaast zijn er nog enkele particuliere muziekscholen/ individuele docenten.

Passieve deelname

Passieve deelname heeft betrekking op het kijken naar een voorstelling of tentoonstelling. Hier kan weer een verdere opsplitsing gemaakt worden tussen formele en informele podia. Voorbeelden van informele podia zijn scholen, sporthallen, horecagelegenheden, zorgcentra en sociaal culturele centra. Er zijn ongeveer 870 formele podia; er zijn veel meer informele podia, namelijk ruim 15.000 (Noordman, D., 2011). Hierbij vormen scholen de grootste categorie, echter vinden de meeste optredens plaats in cafés en feestzalen.

Er zijn iets meer dan 20 miljoen museumbezoekers per jaar in heel Nederland ( Noordman, D. , 2011). Een iets lager aantal bezoekers komen op podiumoptredens van amateurkunstenaars af.

Afstemming onderwijs- en cultuureducatiebeleid

Het reguliere onderwijs is in toenemende mate een klant of een samenwerkingspartner van culturele organisaties. Deze organisaties ontwikkelen zelfstandig of met anderen en met de scholen doorlopende leerlijnen. Bij de afstemming hiervan ligt een kans om het gemeentelijke onderwijsbeleid te betrekken. Het is van belang de samenhang te bewaken tussen de rol van de gemeente als opdrachtgever voor kunsteducatie-instellingen enerzijds, en de afspraken die de gemeente maakt met (brede) scholen over binnen- en buitenschoolse kunstonderwijs anderzijds. Hierdoor kunnen vraag en aanbod op het gebied van cultuureducatie beter op elkaar aangesloten worden.

Cultuur in het basisonderwijs

Uit de Monitor Cultuureducatie 2008 – 2009 (Sardes/Oberon, 2010) blijkt dat ruim driekwart van de basisscholen in een beleidsplan een visie op cultuureducatie heeft vastgelegd. Ook in Cranendonck hebben basisscholen beleidsplannen opgesteld. Ruim de helft van de basisscholen heeft een interne cultuurcoördinator aangesteld, van wie de meesten de landelijke gecertificeerde cursus hebben gevolgd. In Cranendonck hebben scholen ook een ICC-er. Een deel hiervan heeft de cursus gevolgd. Voor de invulling van het programma is het afnemen van een kant-en-klaar kunstmenu van bijvoorbeeld de Kunstbalie populair. Het aantal scholen dat een eigen programma ontwikkelt (of laat ontwikkelen) groeit. Vakleerkrachten voor kunstvakken komen steeds minder voor in het basisonderwijs: nog op 20% van de scholen. Daarentegen is de laatste jaren een aantal scholen gaan werken met cultuurcoaches (combinatiefunctionarissen cultuur) voor de verbinding tussen binnenschoolse en buitenschoolse cultuureducatie.

Vrijwilligerswerk

31% van de Brabanders is vrijwilliger, tegenover 36% (PON, 2010). In minder verstedelijkte gebieden ligt dit percentage hoger, daar is 44% vrijwilliger. 12% verricht vrijwilligerswerk bij een muziek, toneel of cultuurorganisatie. Dit is 4% van de Brabantse bevolking.

Een aantal ontwikkelingen op het gebied van vrijwilligerswerk is:

  • ·

    het aandeel vrouwen dat vrijwilligerswerk doet is groter geworden dan het aandeel mannen dat vrijwilligerswerk doet

  • ·

    30 tot 50 jarigen doen steeds minder vrijwilligerswerk

  • ·

    50 tot 75 jarigen zijn het meest actief in vrijwilligerswerk

  • ·

    mensen zonder baan (werklozen en gepensioneerden) en mensen met een parttime baan (tot 24 uur) verrichten vaker vrijwilligerswerk dan mensen met een fulltime baan.

Vrijwilligerswerk in de amateurkunst

Een miljoen vrijwilligers in de amateurkunst draagt bij aan de uitoefening van amateurkunstdisciplines van acht miljoen mensen. Van de Nederlandse bevolking vanaf zestien jaar is 8% als vrijwilliger actief in de amateurkunst. De discipline beeldende kunst telt de minste vrijwilligers per amateurkunstenaar. Zang en theater hebben de meeste vrijwilligers. Daarnaast valt op dat er nauwelijks vrijwilligers van buiten de amateurkunst komen.

Vooral 45+’ers voeren vrijwilligerswerk uit binnen de amateurkunst. Opvallend is dat jonge mensen vanaf hun zestiende in stijgende mate aan vrijwilligerswerk doen, maar tussen hun 35ste en 44ste stopt een deel van de vrouwen ermee. Een mogelijke verklaring hiervoor is de toenemende druk van de werk- en zorgtaken.

Vrijwilligers in de amateurkunst besteden ongeveer 12 uur per maand aan hun vrijwilligerswerk. Dit varieert per discipline van vier uur tot bijna 28 uur per maand. Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen in tijdbesteding: gemiddeld besteden mannen twee keer zoveel tijd aan vrijwilligerswerk als vrouwen. In de disciplines nieuwe media en instrumentale muziek besteden mannen de meeste uren aan vrijwilligerswerk.

Diverse overige ontwikkelingen

In de monitor vrijetijd en toerisme worden verschillende ontwikkelingen beschreven. Het gaat hierbij zowel om demografische ontwikkelingen als om overige ontwikkelingen.

VergrijzingHet aandeel ouderen stijgt de komende tijd flink en bereikt zijn hoogtepunt over 30 jaar. Rond 2038 is 24% van de bevolking 65 jaar of ouder. Ouderen zijn daardoor een steeds omvangrijkere doelgroep voor recreatie, met relatief veel tijd en geld. Door de vergrijzing neemt het aantal alleenstaanden toe. Hieraan gerelateerd stijgt het aantal huishoudens met 1 miljoen naar 8,1 miljoen in 2030. De gemiddelde huishouden-grootte daalt van 2,3 personen in 2006 tot 2,1 personen in 2030. Ondanks het groeiende aantal alleenstaanden lijkt de traditionele individualisering op een einde te lopen. Het groepsgevoel komt weer terug.

Toename aantal allochtonenVerwacht wordt dat de allochtone bevolking zal stijgen van 3,1 miljoen in 2004 naar 4,2 miljoen in 2030. De allochtone bevolking recreëert graag buiten in parken vooral dichtbij huis. Vrijetijdsbesteding is bij de allochtone bevolking meer familie- en groepgeoriënteerd, minder divers en minder mobiel dan bij de autochtone bevolking. De tendens is dat het vrijetijdsgedrag van allochtonen steeds meer gaat lijken op het vrijetijdsgedrag van autochtonen. Hoe deze ontwikkeling er precies uitziet en hoe snel dat gaat, is moeilijk te voorspellen.

Digitalisering

De digitalisering heeft verschillende gevolgen voor de vraag naar recreatie. Nieuwe technologieën bieden volop mogelijkheden om in te spelen op de beleveniseconomie. De moderne recreant wil steeds vaker zelf zijn tocht samenstellen op basis van eigen voorkeuren. De digitale recreatieve infrastructuur zal zodanig moeten worden opgezet dat recreanten een uitstapje op maat kunnen samenstellen. 

Vraag naar kwaliteit neemt toe

In de afgelopen jaren steeg het aantal vrijetijdsactiviteiten waarin de gemiddelde Nederlander deelneemt, terwijl de gemiddelde bestede tijd per vrijetijdsactiviteit in dezelfde periode daalde. De verwachtingen ten aanzien van vrije tijd liggen hoger. De schaarse beschikbare vrije tijd moet zo optimaal mogelijk ingevuld worden. De vraag naar kwaliteit zal daardoor toenemen. Ook de behoefte aan comfort en luxe neemt toe, vooral onder de oudere doelgroep, maar ook aan rust en eenvoud. Verder bestaat er behoefte aan kleinschaligheid en authenticiteit.

Recreant zapt

Recreanten zappen van de ene beleving naar de andere. De ene keer wil de recreant volledig opgaan in een andere wereld en struinen door de wildernis en de andere keer zoekt hij het amusement op in een leisurepark. Niet iedereen neemt deel in het versnellingsproces. Deze recreanten zijn op zoek naar een meer natuurlijke, realistische, authentieke, spirituele, vriendelijke, duurzame, sociale en gezonde ervaring. De ene consument is de andere niet. Eenzelfde gebeurtenis kan door mensen zeer verschillend beleefd worden, afhankelijk van karakter, kennis, ervaring, leeftijd e.d. Recreanten willen een ervaring die bij hun leefstijl past.

FusionTime: mix van vrijetijdsaanbod, vrije tijd en werk

Voor het eerst lijkt onze vrije tijd niet te dalen, maar is deze stabiel, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau. In 2014 mixen we onze vrije tijd steeds meer met werk en andere verplichtingen. WIFI is in onze vrije tijd onmisbaar geworden, net als de smartphone en tablet. Deze worden ook steeds vaker onderdeel van onze vrijetijdsbelevingen. Maar ook het aanbod mixt zich. De nieuwe consument is een kameleon, die van ‘Fusion’ houdt. Door meer maatwerk kan hier op worden ingespeeld (www.vrijetijdskennis.nl).

Share-connected

In onze vrije tijd gaat veel aandacht naar sociale contacten. We gaan steeds vaker met drie generaties (grootouders, kinderen en kleinkinderen) op vakantie of organiseren vrienden- en vriendinnendagen/ -weekenden. Ook zien we vaker dat vader en zoon of moeder en dochter hun gezamenlijke momenten beleven (www.vrijetijdskennis.nl).

Puur Natuur

In de huidige gedigitaliseerde maatschappij wordt ‘Puur en Natuur ‘ weer belangrijker en zoeken we rust in de bossen en op het platteland. Ook onze gezondheid en levensstijl blijven belangrijk. Wellness in de breedste zin van het woord, zowel fysiek als mentaal, staat voorop (www.vrijetijdskennis.nl).

Klantgericht en flexibiliteit noodzakelijk

Het is van belang dat culturele organisaties meer gaan sturen op ondernemerschap en steeds gerichter inspelen op een veranderende vraag. Zij moeten kunnen meebewegen met de consument die veelsoortige en steeds nieuwe eisen heeft. Zonder flexibilisering wordt het efficiënt en effectief inspelen op de steeds veranderende behoefte van burgers lastig.

Bijlage 2: Uitwerking ringenmodel

Bron: www.vng.nl

Bron: www.vng.nl

Bron: www.vng.nl

Bron: www.vng.nl