Regeling vervallen per 01-12-2015

Verordening Subsidie Gemeentelijke Monumenten

Geldend van 03-08-2000 t/m 30-11-2015

Intitulé

Verordening Subsidie Gemeentelijke Monumenten

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 13 juni 2000

Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 167 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de Verordening Subsidie Gemeentelijke Monumenten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    monument: object dat is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;

  • b.

    gemeentelijke monumentenlijst: door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde lijst van objecten;

  • c.

    monumentencommissie: adviesorgaan, samengesteld uit de raadscommissie W.O.V.. De commissie adviseert ten aanzien van onderwerpen die het cultureel erfgoed van de gemeenten betreffen. Deze commissie laat zich conform het advies bij de gemeentelijke monumentenverordening gevraagd en ongevraagd adviseren door de werkgroep monumenten c.a.;

  • d.

    subsidieaanvrager: eigenaar van een monument;

  • e.

    subsidiegever: gemeente Cranendonck;

  • f.

    Gemeentelijke Monumentenverordening: verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 1997.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan alleen subsidie verstrekken indien het monument op de gemeentelijke monumentenlijst is geplaatst, welke onderdeel uitmaakt van deze verordening.

  • 2. De eigenaar van een object dat niet op de gemeentelijke monumentenlijst staat kan een schriftelijk verzoek tot plaatsing op die lijst richten aan het college van burgemeester en wethouders. Het verzoek wordt ter advisering aan de monumentencommissie voorgelegd en afgehandeld conform de gemeentelijke monumentenverordening en het daarbij behorende advies.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor de verstrekking van subsidie krachtens deze verordening.

  • 2. Het subsidieplafond geldt voor het tijdvak van het betreffende kalenderjaar.

  • 3. De hoogte van het subsidieplafond is gelijk aan het totale subsidievolume zoals in de gemeentebegroting is opgenomen.

Hoofdstuk 2 De aanvraagprocedure

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag dient het volgende te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen, die de bestaande en de te maken toestand van het monument aangeven;

    • d.

      naam en adres van de/het voor de uitvoering verantwoordelijke persoon/bedrijf;

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt de aanvrager die niet aan de in het vorige lid gestelde voorwaarden voldoet, in de gelegenheid om zijn aanvraag binnen twee weken aan te vullen.

  • 3. Indien de aanvrager de daartoe gestelde termijn ongebruikt heeft gelaten en derhalve niet voldoet aan de in het eerste gestelde voorwaarden besluit het college van burgemeester en wethouders de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten tot subsidieverlening indien:

    - het monument voldoet aan de voorwaarde van artikel 2 van deze verordening;

    - een aanvraag is ingediend, welke voldoet aan hetgeen in artikel 4 van deze verordening is bepaald;

    - het extra kosten betreft, die de eigenaar van het monument moet maken ter wille van de instandhouding van de kenmerkende en/of historische waarde ervan. Deze kosten kunnen het gevolg zijn van het gebruik van weinig gangbare of duurdere bouwmaterialen en/of van een meer arbeidsintensieve uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2. De kosten van normaal onderhoud of van renovatie komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan een onderzoek laten instellen naar de conditie van het monument waarvoor subsidie is aangevraagd. Dit onderzoek is ter bepaling van de hoogte van de in het eerste lid genoemde subsidiabele kosten. De subsidieaanvrager dient bereid te zijn een dergelijk onderzoek toe te laten.

Artikel 6 subsidievaststelling

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders neemt met in achtneming van de overige leden van dit artikel het besluit tot subsidievaststelling. Dit besluit stelt het bedrag van de subsidie vast.

  • 2. De maximale hoogte van de subsidie is afhankelijk gesteld van de classificering van het monument, zoals opgenomen op de monumentenlijst, door het college van burgemeester en wethouders op basis van advies van de monumentencommissie. Het zogenaamde sterrenstelsel ziet er als volgt uit:

    * = ƒ 1.000,00

    ** = ƒ 10.000,00

    *** = ƒ 25.000,00

    **** = ƒ 40.000,00

    ***** = ƒ 60.000,00

  • 3. Tenminste eenmaal per raadsperiode vraagt het college van burgemeester en wethouders aan de monumentencommissie advies aangaande de actualiteit van de monumentenlijst en de classificatie van de opgenomen monumenten.

  • 4. Voor één monument kan over een periode van 8 jaar niet méér dan bovengemeld maximum aan subsidie worden ontvangen.

Artikel 7 Betaling subsidie

  • 1. Betaling van de vastgestelde subsidie geschiedt nadat is gebleken dat de werkzaamheden conform de aanvraag zijn uitgevoerd.

  • 2. Indien de hoogte van het subsidieplafond zulks noodzakelijk maakt, kan het college van burgemeester en wethouders bepalen dat de betaling van de vastgestelde subsidie in een later jaar plaats vindt.

  • 3. Op verzoek van de aanvrager kan het college van burgemeester en wethouders beslissen om een voorschot te verlenen op de vastgestelde subsidie. Dit voorschot kan oplopen tot een maximum van 10 % van de vastgestelde subsidie.

Hoofdstuk 3 De subsidieverlening

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. In situaties waarin deze verordening niet voorziet beslist de raad.

  • 2. Deze verordening treedt acht dagen na bekendmaking van dit raadsbesluit inwerking.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Subsidie Gemeentelijke Monumenten’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck
in de openbare vergadering d.d. 27 juni 2000.
DE RAAD VOORNOEMD,
De secretaris,
Drs. K.J.P.A. Boonen
De voorzitter,
J.A. Jorritsma