Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de buurtopbouworganen in de gemeente Cromstrij­en

Geldend van 25-12-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de buurtopbouworganen in de gemeente Cromstrij­en

Paragraaf 1 - Instelling en opheffing

ARTIKEL 1

Voor elk deel der gemeente, hetwelk daarvoor hetzij door zijn ligging, hetzij door zijn karakter in aanmerking komt, kan de gemeenteraad een buurtopbouworgaan instellen.

ARTIKEL 2

Tegelijk met de instelling van een buurtopbouworgaan stelt de gemeenteraad de grenzen vast van het gebied, waarbinnen dit orgaan werkzaam zal zijn.

ARTIKEL 3

  • 1.

    De gemeenteraad kan, indien naar zijn oordeel een verandering van het karakter van het betrokken gebiedsdeel daartoe aanleiding geeft, dan wel indien het buurtopbouworgaan daarom verzoekt, het buurtopbouworgaan opheffen of de grenzen van het gebied, waarbinnen deze werkzaam is, wijzigen.

  • 2.

    De gemeenteraad kan eveneens tot opheffing van een buurtopbouworgaan besluiten wegens andere bijzondere omstandigheden, welke naar zijn gevoelen de aanwezigheid van een buurtopbouworgaan voor het betrokken gebiedsdeel niet langer gewenst doen zijn.

Paragraaf 2 - Taak en bevoegdheden

ARTIKEL 4

Het buurtopbouworgaan behartigt de belangen van de leefbaarheid van de buurt op de wijze als in de volgende artikelen van deze paragraaf wordt bepaald.

ARTIKEL 5

Het buurtopbouworgaan is bevoegd omtrent aangelegenheden, bij welke de belangen van zijn gebiedsdeel rechtstreeks zijn betrokken, aan de gemeenteraad, aan de commissies ex artikel 91, lid 3, van de Gemeentewet aan burgemeester en wethouders of aan de burgemeester aanbevelingen te doen.

ARTIKEL 6

1.Alvorens een voorstel aan de gemeenteraad te doen horen burgemeester en wethouders daarover het buurtopbouworgaan, indien naar hun oordeel bij dit voorstel de belangen van het desbetreffende gebiedsdeel rechtstreeks zijn betrokken.

De mening van het buurtopbouworgaan wordt aan de gemeenteraad medegedeeld tegelijk met het voorstel.

  • 2.

    De gemeenteraad c.q. een van de commissies ex artikel 91, lid 3, van de Gemeentewet, kan besluiten het buurtopbouworgaan alsnog te raadplegen over voorstellen, waaromtrent deze niet is gehoord.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders horen het buurtopbouworgaan over aangelegenheden, bij welke naar hun oordeel de belangen van het desbetreffende gebiedsdeel rechtstreeks zijn betrokken en waarvan de afdoening tot hun taak behoort.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen het buurtopbouworgaan een termijn stellen, waarbinnen deze zijn mening aan hun college dient mede te delen.

    ARTIKEL 7

  • 1.

    Indien het buurtopbouworgaan inlichtingen wenst omtrent een aangelegenheid, bij welke een belang van zijn gebiedsdeel rechtstreeks is betrokken, kunnen deze inlichtingen schriftelijk door hem aan burgemeester en wethouders worden gevraagd dan wel hetzij mondeling hetzij schriftelijk door de voorzitter of de secretaris worden ingewonnen.

  • 2.

    Een lid van het buurtopbouworgaan, dat zodanige inlichtingen wenst, wendt zich ter verkrijging daarvan tot de voorzitter van het buurtopbouworgaan, die beslist of de verlangde inlichtingen zullen worden gevraagd.

    ARTIKEL 8

Indien van een krachtens artikel 6 door het buurtopbouworgaan uitgebracht advies wordt afgeweken, wordt dit gemotiveerd aan het buurtopbouworgaan medegedeeld.

ARTIKEL 9

  • 1.

    Het buurtopbouworgaan is bevoegd, wanneer en zo dikwijls hem dit noodzakelijk of gewenst voorkomt, in zijn gebiedsdeel activiteiten op het gebied van de leefbaarheid van de buurt te bevorderen en te coördineren.

  • 2.

    De uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geschiedt volgens algemene regels door het buurtopbouworgaan onder goedkeuring van burgemeester en wethouders vast te stellen.

    ARTIKEL 10

Het buurtopbouworgaan kan een openbare vergadering met de bewoners van zijn orgaan beleggen ter bespreking van onderwerpen, welke voor het orgaan van belang zijn.

ARTIKEL 11

Buiten de gevallen, in de verordening voorzien, kan de gemeenteraad of kunnen burgemeester en wethouders het buurtopbouworgaan, al of niet op diens verzoek, belasten met een bijzondere taak. Daarbij kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de vervulling van deze taak.

Paragraaf 3 - Geldmiddelen

ARTIKEL 12

Aan het buurtopbouworgaan wordt een bijdrage uit de gemeentekas verstrekt ter dekking van de kosten, welke de uitoefening van de bij deze verordening toegekende bevoegdheden met zich brengt.

ARTIKEL 13

De in het voorgaande artikel bedoelde bijdrage wordt verleend aan de hand van een begroting, welke jaarlijks vóór 1 april voorafgaande aan het desbetreffende begrotingsjaar bij burgemeester en wethouders ter goedkeuring wordt ingezonden.

ARTIKEL 14

Bij de verlening van een bijdrage wordt geen rekening gehouden met een aan het einde van een dienstjaar eventueel aanwezig kasoverschot; dit kasoverschot behoeft niet in de gemeentekas te worden teruggestort.

ARTIKEL 15

Het buurtopbouworgaan dient jaarlijks, vóór 1 april, bij burgemeester en wethouders een rekening en verantwoording over het afgelopen jaar ter goedkeuring in, vergezeld van de nodige bewijsstukken.

Paragraaf 4 - Samenstelling

ARTIKEL 16

De leden van het buurtopbouworgaan worden door burgemeester en wethouders benoemd.

Het minimaal aantal leden bedraagt 7. Het maximaal aantal leden bedraagt 15.

ARTIKEL 17

De benoeming van de leden van het buurtopbouworgaan geschiedt zodanig, dat in de samenstelling van dit orgaan de schakeringen van de bevolking van het gebiedsdeel zoveel mogelijk tot uitdrukking komen.

ARTIKEL 18

Benoembaar zijn de bewoners van het desbetreffende gebiedsdeel, die ingevolge de Gemeentewet benoembaar zijn tot lid van de gemeenteraad doch daarvan geen deel uitmaken.

Niet benoembaar zijn inwoners van het desbetreffende gebiedsdeel die lid zijn van een gemeentelijke commissie ex artikel 91, lid 3, van de Gemeentewet,

ARTIKEL 19

  • 1.

    De leden van het buurtopbouworgaan hebben zitting voor een periode van 5 jaar.

  • 2.

    De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

    ARTIKEL 20

De leden van het buurtopbouworgaan kunnen te allen tijde hun ontslag nemen. Het ontslag wordt door hen ingezonden aan burgemeester en wethouders. Zij, die hun ontslag hebben ingezonden, blijven leden van dit orgaan totdat in hun opvolging is voorzien.

ARTIKEL 21

Een lid van het buurtopbouworgaan, dat na zijn benoeming een der in artikel 18 vermelde vereisten verliest of een der met het lidmaatschap onverenigbare betrekkingen vervult of aanneemt, geeft daarvan terstond kennis aan burgemeester en wethouders.

Paragraaf 5 - Vergaderingen

ARTIKEL 22

  • 1.

    Het buurtopbouworgaan kiest in zijn eerste vergadering een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2.

    Indien dit orgaan zulks verzoekt, benoemen burgemeester en wethouders op zijn aanbeveling in afwijking van het vorige lid de voorzitter en/of de secretaris buiten de leden. De aldus benoemde personen hebben geen stemrecht in het buurtopbouworgaan.

    ARTIKEL 23

  • 1.

    Het buurtopbouworgaan vergadert jaarlijks ten minste vier malen en voorts zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt, of het door ten minste drie leden schriftelijk, met opgave van redenen, wordt verlangd.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering. Wanneer de vergadering is gevraagd door ten minste drie leden, wordt zij binnen veertien dagen gehouden.

  • 3.

    De oproepingsbrieven worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tweemaal 24 uur vóór het houden van de vergadering aan de leden bezorgd. Zij vermelden zoveel mogelijk de zaken waarvoor de vergadering is belegd.

  • 4.

    Het buurtopbouworgaan kan steeds, behoudens het bepaalde in het reglement van orde voor zijn vergaderingen, over andere zaken beraadslagen en besluiten.

    ARTIKEL 24

  • 1.

    Het buurtopbouworgaan vergadert in het openbaar, behalve voor zaken waaromtrent burgemeester en wethouders bij de toezending behandeling met gesloten deuren verlangen en in die gevallen waarin dit orgaan zelf daartoe besluit.

De leden van dit orgaan nemen ten aanzien van zaken, welke met gesloten deuren worden behandeld, geheimhouding in acht.

  • 2.

    De vergadering van het buurtopbouworgaan wordt niet gehouden, indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 3.

    Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen wordt een nieuwe vergadering belegd op de in artikel 23 voorgeschreven wijze. Evenwel behoeft er slechts 24 uur tussen de rondzending der oproepbriefjes en het uur der vergadering te verlopen. Wanneer ook dan het vereiste aantal niet is opgekomen, geschiedt het beleggen der vergadering andermaal op dezelfde wijze met aanhaling in de oproepbriefjes van de bepalingen van dit artikel. Deze laatste vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

    ARTIKEL 25

  • 1.

    Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2.

    Het buurtopbouworgaan kan beslissen, dat de mening van een minderheid eveneens ter kennis van burgemeester en wethouders zal worden gebracht.

  • 3.

    Bij staking van stemmen worden de tot uiting gekomen meningen aan burgemeester en wethouders medegedeeld.

    ARTIKEL 26

Al wat verder het houden van de vergaderingen betreft wordt geregeld in het reglement van orde, dat het buurtopbouworgaan voor zijn vergaderingen vaststelt en hetwelk de goedkeuring van burgemeester en wethouders behoeft.

ARTIKEL 27

  • 1.

    Het buurtopbouworgaan kan besluiten tot het instellen van een dagelijks bestuur, waarin naast de voorzitter twee leden zitting hebben.

  • 2.

    De voorzitter van dit orgaan is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Het buurtopbouworgaan bepaalt binnen de kring van zijn bevoegdheden de taak van het dagelijks bestuur.

    ARTIKEL 28

Het buurtopbouworgaan kan eveneens een of meer commissies instellen, welke belast worden met de voorbereiding of de uitvoering van zijn besluiten. Hij benoemt er de voorzitter en de leden van.

Paragraaf 6 - Overgangsregeling en slotbepaling

ARTIKEL 29

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Buurtopbouworgaan 2010".

ARTIKEL 30

Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie.

Verordening op de buurtopbouworganen in de gemeente Cromstrij­en (Buurtopbouworgaan 1995) wordt per die datum ingetrokken.

De op basis van deze verordening afgegeven vergunningen/genomen besluiten behouden hun rechtskracht.

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente

Cromstrijen in zijn openbare vergadering

gehouden op 14 december 2010,

de griffier, de voorzitter,