Regeling vervallen per 01-01-2021

Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ inzake Wet geluidshinder en Besluit geluidhinder gemeente Cromstrijen

Geldend van 16-01-2016 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ inzake Wet geluidshinder en Besluit geluidhinder gemeente Cromstrijen

Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ inzake Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder gemeente Cromstrijen

Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid inzake de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen

Gelet op

  • -

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen;

  • -

    de instemming van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat

-het gewenst is de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid te mandateren voor een aantal bevoegdheden op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder in het algemeen, en in het bijzonder ten behoeve van de uitoefening van bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder (inzake ‘Bepalingen inzake de medewerking van eigenaren en bewoners aan het treffen van maatregelen aan de gevel’);

Besluit

vast te stellen:

het Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ inzake Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder gemeente Cromstrijen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid wordt, voor zover het bevoegdheden van de burgemeester of het college betreft, mandaat verleend voor:

    • a.

      Het doen uitvoeren van het/de door de gemeente vastgestelde projectvoorstel(len) inzake de uitvoering en begeleiding van geluidsanering door gevelmaatregelen;

    • b.

      Het uitvoeren van de taken en het nemen van besluiten op grond van de artikelen 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7, 6.8, 6.9 en 6.10 van het Besluit geluidhinder (bepalingen inzake de medewerking van eigenaren en bewoners aan het treffen van maatregelen aan de gevel).

    • c.

      Het opstellen en namens de gemeente sluiten van overeenkomsten tussen de eigenaren/bewoners en de gemeente inzake de woningen die wel in aanmerking komen voor gevelmaatregelen;

    • d.

      Het verzorgen van de aanbestedingsprocedure, het verstrekken van opdrachten aan de aannemer en het al dan niet voldoen van de facturen van de aannemer, een en ander conform het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de tussen de gemeente en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid gemaakte afspraken.

  • 2. De directeur neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de burgemeester en het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, in ondermandaat opdragen aan onder zijn bevoegdheid ressorterende ambtenaren.

    • Artikel 2 Volmacht en machtiging

    • Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld:

      • a.

        de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

      • b.

        de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3 Ondertekening

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 1, eerste lid, luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Cromstrijen

namens dezen,

directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door een ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 1, derde lid, luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Cromstrijen

namens dezen,

afdelings/bureauhoofd (naam afdeling of bureau) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris of gevolgd door een ondertekening door middel van naam-functieaanduiding en een automatisch gegenereerde disclaimer

Indien gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 2, luidt de ondertekening:

  • De gemeente Cromstrijen

  • Namens deze

  • directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

  • Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

Indien krachtens ondermandaat als bepaald in artikel 1, derde lid, gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 2, luidt de ondertekening:

  • De gemeente Cromstrijen

  • Namens deze

  • Afdelings/bureauhoofd (naam afdeling of bureau) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

  • Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

  • Artikel 4 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016. Indien dit besluit wordt genomen na 1 januari 2016 treedt het in werking met ingang van de dag na de bekendmaking ervan in het Gemeenteblad en werkt het terug tot en met 1 januari 2016.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ inzake Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder gemeente Cromstrijen’.

Aldus besloten in de vergadering van 5 januari 2016.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris de burgemeester

Nadere toelichting op het mandaat

Het mandaat zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, omvat het volgende:

  • -

    Het schriftelijk op de hoogte stellen van de eigenaren en bewoners van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen dat van overheidswege wordt overwogen geluidwerende voorzieningen aan te brengen (artikel 6.3);

  • -

    Het doen van een verzoek aan de eigenaren en bewoners van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen om binnen drie weken na de in artikel 6.3 bedoelde schriftelijke mededeling, schriftelijk toestemming te verlenen tot het uitvoeren van een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek (artikel 6.4, eerste lid);

  • -

    Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren en bewoners dat geen akoestisch en bouwtechnisch onderzoek kan worden uitgevoerd, tenzij deze schriftelijke toestemming binnen twee weken alsnog wordt verleend, indien de in het eerste lid van artikel 6.4 bedoelde toestemming niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning of het ander geluidsgevoelige gebouw is verleend (artikel 6.4, tweede lid);

  • -

    Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren en bewoners dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht indien ook de in het tweede lid van artikel 6.4 bedoelde toestemming niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning of het andere geluidsgevoelige gebouw is verleend (artikel 6.4, derde lid);

  • -

    Het instellen van een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek indien de in artikel 6.4, eerste of tweede lid, bedoelde toestemming is verleend (artikel 6.5).

Het onderzoek resulteert in ieder geval in:

  • a.

    een opgave van de geluidsgevoelige ruimten;

  • b.

    een inventarisatie van de benodigde bouwtechnische gegevens;

  • c.

    een opgave van de benodigde geluidwerende voorzieningen;

  • d.

    een raming van de kosten voor de overheid, en

  • e.

    een raming van de eventuele kosten voor de eigenaar.

  • -

    Het schriftelijk op de hoogte stellen van de eigenaren van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen ten aanzien waarvan uit het in artikel 6.5 bedoelde onderzoek blijkt dat de volgende extra voorzieningen moeten worden getroffen:

  • a.

    extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen van de woning met de geluidweringvoorschriften ingevolge de Woningwet 1962 of de Woningwet;

  • b.

    extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen van de woning met de technische voorschriften van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2012, voor zover het betreft geluidsgevoelige ruimten of de bereikbaarheid daarvan;

  • c.

    extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen van het andere geluidsgevoelige gebouw met de technische voorschriften van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2012, voor zover het betreft geluidsgevoelige ruimten of de bereikbaarheid daarvan;

  • d.

    voorzieningen met betrekking tot het opheffen van gebreken en van achterstallig onderhoud (artikel 6.6, eerste lid);

  • -

    Het doen van een verzoek aan de betreffende eigenaren binnen drie weken na ontvangst van deze schriftelijke mededeling, om schriftelijk te verklaren dat zij zich verplichten, om binnen een door het bevoegd gezag gestelde termijn, voorafgaand aan het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen de extra voorzieningen, bedoeld in het eerste lid, aan te brengen, tenzij toepassing wordt gevraagd van artikel 6.7, eerste lid (artikel 6.6, tweede lid);

  • -

    Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht, tenzij de schriftelijke verklaring binnen twee weken alsnog wordt afgegeven, indien de in het tweede lid bedoelde schriftelijke verklaring niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning is verleend (artikel 6.6, derde lid);

  • -

    Het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht, indien de verklaring ook binnen de in het derde lid gestelde termijn niet volledig, niet binnen de gestelde termijn of niet voor de gehele woning is afgegeven (artikel 6.6, vierde lid);

  • -

    Het - bij het geven van de verklaring als bedoeld in artikel 6.6 - in ontvangst nemen van een verzoek van de eigenaar dat het treffen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid, en het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen, gelijktijdig plaatsvindt, alsmede het aan dit verzoek gevolg geven (artikel 6.7, eerste lid). Bij toepassing van het eerste lid blijven de kosten van het aanbrengen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid, voor rekening van de betreffende eigenaar (artikel 6.7, tweede lid);

  • -

    Het doen van een aanbod met betrekking tot de aan te brengen geluidwerende voorzieningen en, indien toepassing wordt gevraagd van artikel 6.6, eerste lid, een voorstel voor een overeenkomst met betrekking tot het aanbrengen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid, aan de eigenaren van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, die op basis van het in artikel 6.5 bedoelde akoestisch en bouwtechnisch onderzoek voor het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen in aanmerking komen (artikel 6.8, eerste lid);

  • -

    Het doen van een mededeling aan de betreffende eigenaren wanneer de geluidwerende voorzieningen naar verwachting zullen worden aangebracht (artikel 6.8, tweede lid);

  • -

    Indien geen toepassing wordt gegeven van artikel 6.7, eerste lid: het doen van een aanbod, bedoeld in het eerste lid, onder a, onder de voorwaarde dat de extra voorzieningen door de eigenaar worden aangebracht binnen de door het bevoegd gezag gestelde termijn, voorafgaand aan het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen (artikel 6.8, derde lid);

  • -

    Het schriftelijk op de hoogte stellen van de eigenaren van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, die op basis van het in artikel 6.5 bedoelde akoestisch en bouwtechnisch onderzoek voor het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen niet in aanmerking komen (artikel 6.8, vierde lid);

  • -

    Het doen van een verzoek aan de eigenaren, bedoeld in artikel 6.8, eerste lid, om binnen drie weken na ontvangst van het aanbod en, indien van toepassing, de overeenkomst, door middel van ondertekening schriftelijk te verklaren dat:

  • a.

    zij voor alle geluidsgevoelige ruimten waar het aanbod betrekking op heeft, instemmen met de voorgestelde geluidwerende voorzieningen en toestemming geven tot het aanbrengen van de voorgestelde geluidwerende voorzieningen;

  • b.

    zij zich verbinden tot het aanbrengen van de extra voorzieningen, bedoeld in artikel 6.6, eerste lid;

  • c.

    indien toepassing is verzocht van artikel 6.7, eerste lid, zij zich verbinden tot het betalen van de kosten die verband houden met het gelijktijdig aanbrengen van de extra voorzieningen (artikel 6.9, eerste lid);

  • -

    Indien de in het eerste lid van artikel 6.9 bedoelde ondertekening niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden: het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht, tenzij de ondertekening binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling alsnog plaatsvindt (artikel 6.9, tweede lid);

  • -

    Indien de verklaring ook niet binnen de in het tweede lid gestelde termijn heeft plaatsgevonden: het doen van een schriftelijke mededeling aan de betreffende eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht (artikel 6.9, derde lid);

  • -

    Het nemen van een besluit tot het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen na ontvangst van het ondertekende aanbod en, indien van toepassing, de ondertekende overeenkomst.