Regeling vervallen per 01-01-2021

Handhavingsverordening WIHW 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Handhavingsverordening WIHW 2016

Besluit van gemeenteraad

Documentnummer

Vergaderdatum

Commissie MZ 20 januari 2016

Raad 16 februari 2016

De raad van de gemeente Cromstrijen;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet; artikel 8a van de Participatiewet, artikel 35 eerste lid van de IOAW en artikel 35 eerste lid van de IOAZ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 januari 2016;

besluit:

1.vast te stellen de Handhavingsverordening WIHW 2016’.

Handhavingsverordening WIHW 2016

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet : Participatiewet;

    • b.

      IOAW : Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ : Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte en gewezen zelfstandigen;

    • d.

      uitkering : de bijstand op grond van de wet, de uitkering op grond van de IOAW dan wel de IOAZ.

    • e.

      de belanghebbende: de persoon die een uitkering heeft aangevraagd, danwel ontvangt of heeft ontvangen; indien het een gehuwde betreft, wordt onder de belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan

Hoofdstuk 2 - Preventie

Artikel 2 Voorlichting en optimaliseren dienstverlening

Het college stelt een Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving vast, waarin aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude door het vroegtijdig informeren van de belanghebbende en door het bewerkstelligen van een optimale dienstverlening.

Hoofdstuk 3 - Controle en opsporing

Artikel 3 Informatieverzameling

  • 1.

    De belanghebbende dient aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op uitkering.

  • 2.

    Het college voert periodiek bestandsvergelijkingen uit en onderzoekt daaruit voortkomende samenloopsignalen.

  • 3.

    Het college bepaalt welke gegevens ten behoeve van de verlening van de uitkering dan wel de voortzetting daarvan door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overlegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt.

  • 4.

    Het college stelt nader onderzoek in naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zonodig naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de verlening van de uitkering, dan wel de voortzetting van de uitkering. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft kan het college besluiten tot herziening van de uitkering.

Artikel 4 Systematiek en middelen

  • 1.

    Het college stelt een Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving vast waarin de controlesystematiek (signaal- en/of risicosturing) en de -middelen om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren worden beschreven. Deze systematiek kan worden toegepast bij aanvraag van de uitkering, tijdens de bijstand en na beëindiging van de uitkering.

  • 2.

    Op basis van de systematiek genoemd in het eerste lid neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling ervan.

Artikel 5 Opsporing

Het college kan gebruik maken van een opsporingsambtenaar indien een redelijk vermoeden bestaat van onrechtmatig handelen door de belanghebbende of wanneer fraude is geconstateerd.

Hoofdstuk 4 - Gevolgen bij fraude

Artikel 6 Verlaging van de uitkering

Het college verlaagt de uitkering indien de belanghebbende niet (tijdig) informatie heeft verstrekt die van belang is voor zijn arbeidsinschakeling of het recht op uitkering.

Artikel 7 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Het college doet aangifte bij het Openbaar Ministerie indien het benadelingsbedrag het vastgesteld bedrag volgens de aangifterichtlijn sociale zekerheid overschrijdt.

Artikel 8 Terugvordering van uitkering

Het college vordert de kosten van de uitkering terug voor zover de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

Hoofdstuk 5 - Slotbepalingen

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Bij gebruik van de hardheidsclausule moet in verband met precedentwerking duidelijk gemotiveerd worden waarom in een bepaalde situatie wordt afgeweken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening WIHW 2016’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Cromstrijen in de openbare vergadering gehouden op 16 februari 2016.
De griffier, De voorzitter,

Algemene toelichting

In de handhavingsverordening worden regels vastgelegd over de wijze waarop misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijstand op grond van de Participatiewet, een uitkering op grond van de IOAW en IOAZ worden tegengegaan.

Dit beleidskader is ook toepasbaar op de uitvoering van de IOAW en IOAZ. Om deze reden en vanwege de verwantschap kan het handhavingsbeleid voor de IOAW en IOAZ worden opgenomen in de bestaande handhavingsverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

Lid 1

Dit artikel hoeft geen nadere uitleg.

Artikel 2

Voorlichting en optimaliseren dienstverlening

Het college stelt een Beleidsplan Hoogwaardig Handhaving vast. Een belangrijk onderdeel van het beleidsplan is de wijze waarop het college aan de belanghebbende informatie verstrekt over de rechten en plichten die aan de uitkering zijn verbonden alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierdoor wordt voorkomen dat fraude door onwetendheid ontstaat en dat ten onrechte uitkering wordt verstrekt.

Belangrijke middelen om de belanghebbende vroegtijdig te informeren zijn, naast het besluit tot toekenning of voortzetting van de uitkering, het versturen van nieuwsbrieven en brochures en de persoonlijke gesprekken van de klantmanager met de belanghebbende.

Het optimaliseren van de dienstverlening is van belang om de spontane naleving van de wet te bevorderen. Door constant te werken aan een verbetering van de dienstverlening en door niet meer gegevens te vragen dan in redelijkheid nodig is om de rechtmatigheid van de bijstand te kunnen beoordelen, wordt het naleven van de wet makkelijker en wordt het draagvlak vergroot. Belangrijke middelen om te onderzoeken of de rechten en plichten voldoende bij de belanghebbende bekend zijn en hoe de dienstverlening door de belanghebbenden wordt ervaren, is het uitvoeren van klantonderzoeken.

Artikel 3 Informatieverzameling

Lid 1

In dit lid wordt extra benadrukt dat de belanghebbende primair verantwoordelijk is voor het verstrekken van (voldoende) informatie, die van belang is voor zijn arbeidsinschakeling of de verlening van de uitkering dan wel de voortzetting daarvan.

Lid 2

Om witte fraude op te sporen maakt de WIHW gebruik van de samenloopapplicatie van het Inlichtingenbureau. Dit computerprogramma maakt het mogelijk geautomatiseerd gegevens uit te wisselen tussen sociale diensten, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Belastingdienst. De ontvangen gegevens worden vervolgens onderling vergeleken bij het Inlichtingenbureau. De vergelijking is erop gericht na te gaan of een persoon in dezelfde periode naast een Participatiewet , een IOAW of IOAZ-uitkering of een andere vorm van inkomen heeft, is ingeschreven bij een instelling van wetenschappelijk of hoger onderwijs of beschikt over vermogen. Daarnaast kan de WIHW gebruik maken van Suwinet-Inkijk. Hiermee kunnen adresgegevens, inschrijvingen, gegevens over bemiddelingsactiviteiten, gegevens met betrekking tot het opleidings- en arbeidsverleden en uitkeringsgegevens worden bekeken.

Lid 3

Het college heeft ingevolge dit lid een algemene onderzoeksbevoegdheid. Uitgangspunt is echter dat de WIHW niet meer gegevens en bewijsstukken vraagt die in redelijkheid nodig zijn om de rechtmatigheid van de aanvraag te kunnen beoordelen.

Lid 4

Het college stelt ingevolge dit lid een nader onderzoek in naar de juistheid en volledigheid van gegevens die van belang zijn om de rechtmatigheid van de verlening dan wel de voortzetting van bijstand vast te kunnen stellen. Intensieve controle vindt plaats door het raadplegen van bronnen zoals energiebedrijven, woningcorporaties en de Rijksdienst wegvervoer.

Het houden van confronterende gesprekken, het plegen van huisbezoeken en de inzet van de sociale recherche behoren ook tot de mogelijkheden van nader onderzoek.

Indien het onderzoek aanleiding geeft kan het college besluiten tot herziening/intrekking van de bijstand en/of een verlaging van de bijstand.

Artikel 4 Systematiek en middelen

Lid 1

In dit artikel wordt aangegeven (met verwijzing naar het beleidsplan) dat gewerkt wordt met een signaal- en/of risicogestuurde controlesystematiek en op welke wijze de opsporing georganiseerd is. De systematiek van signaal- en risicosturing komt hierbij in de plaats van de oude heronderzoeken. Signaalsturing houdt in dat de intensiteit van de controle afhankelijk is van de signalen. Uit de gesprekken tips van derden, signalen van externe instanties en de gegevens die de belanghebbende verschaft, kunnen signalen naar voren komen. In het Fraudekompas is opgenomen welke signalen aanleiding kunnen geven tot een nader onderzoek. Deze signalen zijn aanleiding voor de klantmanager om de belanghebbende in de gelegenheid te stellen zelf het signaal te weerleggen door het aanleveren van argumenten, gegevens of bewijsstukken. Indien de weerlegging onvoldoende is, vindt er intensieve controle plaats en zonodig overdracht naar de opsporingsambtenaar

Het gehele systeem van signaal- en risicosturing en opsporing is vastgelegd in het Controleplan WIHW.

Lid 2

Indien de onderzoeken, genoemd in het eerste lid, daartoe aanleiding geven kan het college besluiten tot herziening/intrekking van de uitkering. en/of een verlaging van de uitkering.

Artikel 5 Opsporing

Uit de gesprekken, signalen van externe instanties en de gegevens die de belanghebbende verschaft, kunnen signalen van onrechtmatig handelen naar voren komen. Deze signalen zijn aanleiding voor de klantmanager om de cliënt in gelegenheid te stellen zelf het signaal te weerleggen door het aanleveren van argumenten, gegevens of bewijsstukken. Indien de weerlegging onvoldoende is, vindt er door de klantmanager intensieve controle plaats. Indien dit niet afdoende is, wordt het onderzoek overgenomen door de opsporingsambtenaar.

Artikel 6 Verlaging van bijstand

De gemeenteraad is verplicht bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verlagen van de uitkering.

Indien de belanghebbende tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het college de uitkering.

Het beleid met betrekking tot het verlagen van de uitkering is vastgelegd in de Afstemmingsverordening WIHW 2016.

Een onderdeel daarvan is de verlaging van bijstand indien de belanghebbende niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht.

Artikel 7 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Overeenkomstig de ‘Aanwijzing van het college procureurs-generaal inzake (strafvordering) sociale zekerheidsfraude’ dient in beginsel bij een benadelingsbedrag van

€ 10.000 of meer aangifte gedaan te worden bij het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie voert vervolgens een strafrechtelijk onderzoek uit. Zaken met een lager benadelingsbedrag worden bestuurlijk afgedaan. Dit op basis van de Afstemmings-verordening WIHW 2016.

Artikel 8 Terugvordering van de uitkering

De kosten van de uitkering worden teruggevorderd indien de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend. Deze verplichtende bepaling is gebaseerd op het bepaalde ter zake in de beleidsregels Terugvordering en Verhaal.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Lid 2

Dit artikel maakt het mogelijk in bijzondere gevallen af te wijken van wat in de verordening is vastgesteld.