Regeling vervallen per 14-11-2019

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Cromstrijen 2016.

Geldend van 11-08-2016 t/m 13-11-2019

Intitulé

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Cromstrijen 2016.

“Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische

indicatie gemeenteCromstrijen 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen;

  • b.

    gastouderopvang: kinderopvang in een gezinssituatie, bemiddeld door een gastouderbureau, die plaatsvindt door een ander dan degene die als ouder op grond van de Wet Kinderopvang artikel 1.5, eerste lid, aanspraak kan maken op kinderopvangtoeslag onderscheidenlijk een tegemoetkoming of diens partner. De opvang vindt plaats op het woonadres van de vraagouder of op het woonadres van de gastouder, waarbij er maximaal zes kinderen gelijktijdig opgevangen mogen worden.

  • c.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen binnen een kinderdagopvang of buitenschoolse opvang, tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • d.

    ministerie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • e.

    ouder:

    • -

      een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort, op wie de kinderopvang betrekking heeft, welk kind in belangrijke mate door hem wordt onderhouden in de zin van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, en op hetzelfde adres als het kind staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, dan wel

    • -

      een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort, op wie de kinderopvang betrekking heeft, waarvoor die persoon een pleegvergoeding ontvangt in het kader van de Regeling Pleegvergoeding 2016 (onderdeel van de Regeling Jeugdwet).

  • f.

    toetsingsinkomen: brutogezinsinkomen over het laatst afgeronde kalenderjaar;

  • g.

    peildatum: 1 januari desbetreffend jaar;

  • h.

    sociaal medische indicatie: een schriftelijke verklaring van een arts, maatschappelijk werker, Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid of psycholoog van een hiervoor bevoegde instantie, waaruit blijkt dat kinderopvang om sociaal medische redenen noodzakelijk is;

  • i.

    tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de gemeente;

  • j.

    wet: de Wet Kinderopvang.

    Artikel 2 Doelgroep

    • 1.

      Een tegemoetkoming kan worden verstrekt aan de in de gemeente Cromstrijen ingeschreven ouder die op grond van de wet geen recht heeft op kinderopvangtoeslag én voor wie een sociaal medische indicatie wordt afgegeven, waarvoor geen andere voorziening

      beschikbaar is.

    • 2.

      Een tegemoetkoming kan worden verstrekt aan de in de gemeente Cromstrijen ingeschreven ouder voor één of meerdere kinderen waarbij een (risico op) achterstand in de ontwikkeling is geconstateerd door stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid.

    Artikel 3 Aanvraag

    • 1.

      De tegemoetkoming op grond van de beleidsregel wordt aangevraagd bij het college op

      een daarvoor beschikbaar gesteld formulier.

    • 2.

      De aanvraag bevat minimaal de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres en burgerservicenummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing naam, adres en burgerservicenummer van de partner en indien hij/zij op een ander adres woont ook het adres van die partner;

    • c.

      naam, burgerservicenummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      bankrekeningnummer (IBAN) van de ouder;

    • e.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

    • 3.

      Een aanvraag gaat vergezeld van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      bij sociaal medische indicatie:

    • -

      Indien er sprake is van een medisch- of psychisch behandeltraject buitenshuis kan de ouder volstaan met een verklaring van de instelling waar hij/zij dit traject volgt. De instelling moet in deze verklaring aangeven hoelang het traject zal duren en op welke dagen en op welk tijdstip de ouder voor behandeling bij de instelling aanwezig zal zijn.

    • -

      Indien er geen sprake is van een behandeltraject zal het college Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid vragen om te beoordelen of de ouder(s) op grond van sociaal-medische problemen (tijdelijk) niet de zorg voor het (de) kind(eren) op zich kan (kunnen) nemen. Verder moet Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid aangeven hoelang de indicatie geldt en voor hoeveel dagdelen er kinderopvang noodzakelijk is.

    • b.

      bij (risico op) achterstand kind(eren): - Schriftelijke indicatie van Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid.

    • c.

      contract of offerte van een in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerde kinderopvangorganisatie waarin in elk geval is opgenomen:

    • -

      de datum waarop de opvang begint

    • -

      het aantal uren opvang per week

    • -

      het uurtarief van de opvang

    • -

      naam en adresgegevens van de kinderopvanglocatie waar de opvang plaatsvindt;

    • d.

      meest recente jaaropgave van het gezinsinkomen over het laatst afgeronde kalenderjaar.

    • 4.

      De aanvraag wordt door de ouder en indien van toepassing door de partner

      ondertekend.

      Artikel 4 Hoogte van de tegemoetkoming

      • 1.

        De hoogte van de tegemoetkoming per uur is gebaseerd op de werkelijke kosten met een maximum van € 6,89 per uur voor dagopvang, € 6,42 per uur voor buitenschoolse opvang en € 5,52 per uur voor gastouderopvang, gebaseerd op het wettelijk vastgestelde maximumuurtarief.

      • 2.

        De hoogte van de tegemoetkoming wordt gebaseerd op het werkelijke aantal uren met een maximum van het aantal uur opvang dat op basis van de indicatie noodzakelijk wordt geacht.

      • 3.

        De tegemoetkoming wordt gebaseerd op de hoogte van de kinderopvangtoeslag volgens bijlage I van het Besluit kinderopvangtoeslag van het Ministerie van SZW.

      Artikel 5 Duur van de tegemoetkoming

      • 1.

        De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de dag waarop de aanvraag door het college is ontvangen.

      • 2.

        Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang plaatsvindt.

      • 3.

        De tegemoetkoming wordt verleend voor uiterlijk een jaar.

      • 4.

        Het college kan de tegemoetkoming over een afwijkende periode vaststellen.

      • 5.

        De tegemoetkoming eindigt eerder dan na een jaar in de volgende gevallen:

      • a.

        wanneer de periode van kinderopvang voor een periode langer dan 3 aaneengesloten maanden wordt onderbroken;

      • b.

        vanaf het moment dat de ouder niet meer in de gemeente Cromstrijen woonachtig is;

      • c.

        vanaf het moment dat de ouder aanspraak kan maken op kinderopvangtoeslag op grond van de wet;

      • d.

        vanaf het moment waarop het behandeltraject is afgesloten of Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid oordeelt dat de noodzaak niet langer aanwezig is.

      Artikel 6 Beslistermijn

      • 1.

        Het college besluit zo snel mogelijk na ontvangst van alle benodigde gegevens doch

        uiterlijk binnen 8 weken na de datum waarop de aanvraag is ingediend.

      • 2.

        Hoofdstuk 4, titel 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

      Artikel 7 Inhoud van de beschikking tot tegemoetkoming

      Het besluit tot verlening van de tegemoetkoming op grond van een sociaal medische indicatie bevat in elk geval:

      • a.

        naam, adres en burgerservicenummer (BSN) van de ouder en indien van toepassing naam, adres en BSN van de partner;

      • b.

        naam, BSN en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de verlening van de tegemoetkoming betrekking heeft;

      • c.

        de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

      • d.

        de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente;

      • e.

        de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

      • f.

        de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarover de tegemoetkoming zal worden verleend;

      • g.

        de verplichtingen van de ouder waaronder in elk geval de verplichtingen genoemd in artikel 12 van de beleidsregel.

Artikel 8 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2. Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Artikel 9 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1. De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang (voorzien van de facturen) over deze periode.

  • 2. Het college stelt de definitieve tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 10 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming op grond van sociaal medische indicatie indien:

  • a.

    de aanvrager niet behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 2 van de

    beleidsregel;

  • b.

    de aanvrager aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening zoals de Jeugdwet of de Wet Langdurige Zorg (bijvoorbeeld bij opvang in een medisch kinderdagverblijf of bij logeeropvang);

  • c.

    het gemeentelijk budget voor aanvragen op grond van een sociaal medische indicatie niet meer toereikend is.

Artikel 12 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling

    van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn

    dat zij van invloed zijn op de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 2. De ouder is verplicht aan het college desgevraagd medewerking te verlenen die

    redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de beleidsregel en de verstrekking van de tegemoetkoming.

Artikel 13 Terugvordering

Het college kan de tegemoetkoming terugvorderen van de ouder indien:

  • 1.

    De hoogte van de bijdrage is vastgesteld op grond van onjuiste en/of onvolledig

    verstrekte inlichtingen door de ouder.

  • 2.

    De ouder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald.

Artikel 14 Bevoegdheid college (hardheidsclausule)

Aan een persoon die geen recht heeft op de tegemoetkoming op grond van de beleidsregel kunnen burgemeester en wethouders, gelet op alle omstandigheden, in afwijking van het vorenstaande een tegemoetkoming verlenen indien zeer dringende redenen daartoe noodzaken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt een dag na bekendmaking in werking.

Artikel 16 Citeertitel

De beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie gemeente Cromstrijen 2016”.

Burgemeester en wethouders van Cromstrijen,