Regeling vervallen per 13-10-2022

Algemene Subsidie Verordening Cuijk 2010

Geldend van 17-08-2011 t/m 12-10-2022

Intitulé

Algemene Subsidie Verordening Cuijk 2010

De raad van de gemeente Cuijk,

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2009;

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en de bepalingen van Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is nadere bepalingen en regels te stellen voor de subsidieverstrekking;

Voor zover een andere wettelijke regeling hierin niet voorziet;

BE S L U I T :

 

Tot

I. Vaststelling van deAlgemeneSubsidie Verordening Cuijk 2010;

II.

a) Intrekking van de “Subsidieverordening Welzijn Cuijk 2001” m.i.v. 01-01-2010

b) Intrekking van de “Subsidieverordening Jeugdsport” m.i.v. 01-01-2010

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • 2 Beleidsregel: Een bij besluit door het college vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, waarin in operationele zin het subsidiebeleid voor een specifiek beleidsveld wordt uitgewerkt;

  • 3 College: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cuijk;

  • 4 Gemeente: De gemeente Cuijk;

  • 5 Instelling: Een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de bevolking van de gemeente Cuijk;

  • 6 Project: Een geheel van activiteiten, met een omschreven doorlooptijd, om in een tijdelijke organisatie binnen gestelde condities een vooraf gedefinieerd resultaat te bereiken.

  • 7 Raad: De gemeenteraad van de gemeente Cuijk;

  • 8 Subsidie: De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor geleverde goederen of diensten;

  • 9 Subsidieplafond: Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie voor bepaalde activiteiten; in beleidsregels kan dit nader worden bepaald.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieverordening

  • 1 Deze verordening is van toepassing op alle subsidieaanvragen aan en subsidiebesluiten van het college die betrekking hebben op professionele en niet professionele instellingen, werkzaam op de door de raad bepaalde beleidsterreinen.

  • 2 Behoudens en voor zover sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, dienen de activiteiten van de subsidieaanvrager open te staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 3 Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.

  • 4 Het college is belast met de uitvoering van deze verordening binnen de door de raad vastgestelde beleids- en financiële kaders van de begroting.

Artikel 3 Subsidieontvanger

  • 1 In het algemeen worden slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door rechtspersonen.

  • 2 In bijzondere gevallen kan eenmaal subsidie worden verleend ten behoeve van door een groep van natuurlijke personen georganiseerde activiteiten.

Artikel 4 Weigeringsgronden

De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gronden geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

A. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de gemeente, of niet aanwijsbaar grotendeels ten goede komen van de ingezetenen van de gemeente, dan wel niet passen binnen het beleid van de gemeente;

B. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

C. de activiteiten al plaatsvinden of hebben gevonden alvorens een subsidieaanvraag is ingediend;

D. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met wet – en regelgeving, het algemene belang of de openbare orde, internationale verdragen en algemeen erkende rechten van de mens;

E. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende middelen kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden;

F. de leiding van de instelling niet bij personen berust, die daartoe voldoende deskundig en bekwaam kunnen worden geacht;

G. in het geval er sprake is van deelnemers, van hen geen redelijke eigen bijdrage wordt gevraagd;

H. discriminatiecriteria worden gehanteerd, waarmee deelnemers op grond van hun ras, leeftijd, burgerlijke staat, geslacht, seksuele voorkeur, godsdienst, levensovertuiging, maatschappelijke positie, politieke gezindheid of op welke grond dan ook kunnen worden geweerd;

I. de ruimtelijke voorziening waarin de activiteiten plaatsvinden:- daarvoor niet geschikt en toegerust is,- niet bereikbaar, toegankelijk of bruikbaar is voor de in zijn bewegingen beperkte mens of niet voldoet aan eisen van (brand)veiligheid, de ARBO wet en (milieu)hygiëne.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1 Indien in de door de raad vastgestelde begroting of in een daarvan deel uitmakende bijlage een post is opgenomen die volgens de daarbij horende omschrijving uitsluitend bestemd is als subsidie ten behoeve van een afzonderlijk programma binnen de begroting of een onder dit programma vallend product, geldt deze begrotingspost als subsidieplafond.

  • 2 Indien uit de omschrijving van het programma binnen de begroting of onder dit programma vallend product niet zonder meer blijkt dat de raad voor dit programma of product een subsidieplafond heeft vastgesteld is het college bevoegd binnen de kaders van de gemeentebegroting een subsidieplafond voor dit programma of product vast te stellen.

  • 3 Indien een subsidieplafond is vastgesteld zoals omschreven in art. 4:22 Awb en zoals bedoeld in dit artikel, worden aanvragen om subsidie in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan, tenzij het college vooraf criteria bekend heeft gemaakt aan de hand waarvan aanvragen zullen worden behandeld.

Artikel 6 Subsidievormen

  • 1 Subsidie zoals bedoeld in artikel 4:21 van de Awb worden in de gemeente Cuijk onderscheiden in de volgende subsidievormen:

    Budgetsubsidie: in de subsidiesystematiek wordt aan basisvoorzieningen budgetsubsidie gekoppeld. Budgetsubsidie heeft de intentie om een relatie te leggen tussen de door de gemeente essentieel geachte activiteiten/resultaten (om gestelde beleidsdoelen te realiseren) en de subsidie. Budgetsubsidie is gekoppeld aan professionele organisaties waar beroepskrachten worden ingezet. Met deze organisaties worden prestatieovereenkomsten afgesloten.

    Incidentele subsidie: in de subsidiesystematiek wordt incidentele subsidie toegekend bij nieuwe en/of eenmalige activiteiten en evenementen die bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen. Het betreffen activiteiten van organisaties waar de gemeente al of niet een subsidierelatie mee heeft. Ook projecten, manifestaties en recreatie vallen hier onder. Incidentele subsidie kan eenmalig worden verleend aan natuurlijke personen.

    Exploitatiesubsidie: subsidie dat niet gerelateerd wordt aan bepaalde facetten van diensten, activiteiten of prestaties van instellingen, maar dat als totaalbedrag per jaar voor het werk van een instelling beschikbaar wordt gesteld.

    Waarderingssubsidie: een subsidie aan een organisatie als zodanig ten behoeve van activiteiten, die het college van belang acht voor de plaatselijke bevolking, zonder deze activiteiten naar aard en inhoud te willen beïnvloeden.

    Investeringssubsidie: een subsidie voor een investering in onroerende goederen die het college van belang wordt geacht en waarvan de kapitaalslasten redelijkerwijs niet binnen de reguliere exploitatie van een organisatie kunnen worden gedekt.

  • 2 Voor subsidies die per boekjaar worden verstrekt is afdeling 4.2.8. van de Awb van toepassing.

  • 3 Voor incidentele subsidies zijn de artikelen 4:75, 4:76, 4:78, 4.79 en 4:80 van de Awb van toepassing.

Artikel 7 Tijdstip indiening aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag, dient voor 1 april voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd te zijn ingediend.

  • 2 Een aanvraag voor een incidentele subsidie dient tenminste 8 weken voordat met de activiteiten wordt begonnen te zijn ingediend.

  • 3 Het college kan indien zij daarvan nut en redelijkheid aangeeft van de onder lid 1 en lid 2 genoemde termijnen afwijken.

Artikel 8 Aanvraagformulier

De aanvrager dient zijn aanvraag in op het daartoe door het college vastgestelde formulier, volledig ingevuld en samen met alle gevraagde bescheiden.

Artikel 9 Eerste aanvraag

  • 1 Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de rechtspersoon een exemplaar van de statuten, een exemplaar van het huishoudelijke reglement en een opgave van de bestuurssamenstelling.

  • 2 Het college kan binnen een daartoe gestelde termijn de overlegging van andere stukken of nadere informatie verlangen als dat voor de beoordeling van de subsidieaanvraag nodig wordt geacht.

Artikel 10 Aanvraag tot subsidievaststelling

De termijn zoals bedoeld in artikel 4:44, lid 2 van de wet wordt in de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld.

Artikel 11 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger, waarop artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens van toepassing is, is verplicht om de inkomensgrens zoals bedoeld in het eerste lid van dat artikel als bezoldigingsmaximum in acht te nemen.

     

  • 2. Indien de subsidieontvanger de in het vorige lid bedoelde verplichting niet nakomt, kan het in de verleningsbeschikking genoemde subsidiebedrag bij de subsidievaststelling worden verminderd. De vermindering is gelijk aan het bedrag van de overschrijding van de geldende inkomensgrens in het kalenderjaar waarop de verleningsbeschikking betrekking heeft.

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan in individuele gevallen ontheffing verlenen van één of meerdere verplichtingen van deze verordening.

  • 2 Indien naar het oordeel van het college in bijzonder individuele gevallen de toepassing van een artikel van deze verordening of van een beleidsregel leidt tot een billijke situatie, dan is het college bevoegd hiervan af te wijken.

  • 3 In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Subsidieverordening Cuijk 2010.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Ondertekening

 
Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 14 december 2009
De raad voornoemd,
 
 
 
C.G.W.M. Selman         L.M. Schoots
griffier                        voorzitter 
 

Toelichting 1 TOELICHTING SUBSIDIESOORTEN + WETGEVINGSARTIKELEN AWB

Budgetsubsidie (productfinanciering)

 

Begripsbepalingen:

  • 1.

    Een budgetsubsidie is een subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de realisering van gemeentelijke beleidsdoelen, uitgedrukt in meetbare prestaties (output).

  • 2.

    Een activiteit is het geheel van producten gericht op een door het college geformuleerd beleidsdoel.

  • 3.

    Producten zijn organisatiespecifieke teleenheden.

 

Vraag gemeente

Voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar deelt het college de rechtspersoon, van wie wordt verwacht dat die subsidievrager zal zijn, mee ten behoeve van welke beleidsdoelen in het nieuwe jaar (periode) een aanbod wordt verwacht.Tevens deelt het college het financiële kader mee waarbinnen het aanbod van de instelling zich kan bewegen.

 

Subsidieaanvraag

Een op de vraag van het college geënte subsidieaanvraag moet worden ingediend voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, tenzij voor dat jaar al een beschikking is afgegeven.

Bij de aanvraag worden gevoegd een activiteitenplan en kostprijs per activiteit.In het activiteitenplan wordt de relatie aangetoond tussen de voorgenomen activiteiten en de gemeentelijk beleidsdoelen waarop het aanbod betrekking heeft.Het college neemt een subsidieaanvraag niet in behandeling als deze naar zijn oordeel geen aanbod bevat dat geënt is op de vraag.

 

Budgetoverleg

Het college treedt in overleg met de organisatie over de activiteiten, de prestaties en de door het college voorgenomen aanvullende subsidievoorwaarden, een en ander binnen het financiële kader.

 

Subsidieverlening

De subsidieaanvraag wordt getoetst aan de beleidsdoelen.In de beschikking wordt meegedeeld welk bedrag beschikbaar wordt gesteld, voor welke periode, voor welke activiteiten en/of prestaties en onder welke aanvullende subsidievoorwaarden.In de beschikking wordt tevens bepaald op basis waarvan achteraf de definitieve vaststelling van de subsidie zal plaatsvinden.De beschikking tot subsidieverlening wordt meegedeeld voor 1 januari van het subsidiejaar.Een latere indiening van de subsidieaanvraag leidt tot een evenredige verschuiving van het moment waarop de beschikking wordt afgegeven.

 

Tussentijdse rapportage

Na afloop van elke viermaandelijkse periode brengt de organisatie binnen zes weken verslag uit over de (cumulatieve) voortgang van de activiteiten en de geleverde prestatie in relatie tot de beleidsdoelen.De laatste rapportage is tevens het inhoudelijke jaarverslag van de organisatie.Het college kan nader regels stellen met betrekking tot deze rapportages.

 

Verantwoording en vaststelling

Na afloop van het subsidiejaar dient de organisatie voor 1 mei een financieel jaarverslag in waaruit de kosten per activiteit blijken, evenals een balans per 31 december van het subsidiejaar. De definitieve subsidievaststelling geschiedt op basis van wat hierover in de beschikking is opgenomen. Incidentele subsidie

 

Begripsbepaling

  • 1.

    Incidentele subsidie kan worden verstrekt voor projecten, bijzonder activiteiten, experimenten of aanschaffingen die door het college van belang worden geacht en die naar het oordeel van het college niet binnen de reguliere exploitatie van een organisatie kunnen worden gedekt.Ook voor bijzondere prestaties kan een incidentele subsidie worden verstrekt.

  • 2.

    Subsidiabele lasten zijn geraamde kosten die rechtstreeks verband houden met de hiervoor genoemde bestemmingen.

 

Subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag moet worden ingediend tenminste acht weken voor de start van de activiteit c.q. het doen van de investering. Het college kan in een beleidsregel voor een specifiek beleidsveld een ander moment c.q. andere momenten van indiening bepalen. De aanvraag bevat een adequate motivering en beschrijving van de activiteit, experiment, of aanschaf, evenals een hierop betrekking hebbende begroting. Bij een bijzondere prestatie is een melding hiervan bij het college toereikend.

 

Subsidieverlening

Binnen zes weken na indiening van de aanvraag neemt het college hierover een beslissing welke terstond aan de aanvrager wordt meegedeeld. De subsidie kan worden verstrekt als een vast bedrag of als een garantstelling.Na toekenning wordt de subsidie in zijn geheel (als voorschot) verstrekt. In afwijking op de eerste drie punten geldt voor projecten een beslistermijn van twaalf weken. De subsidiegrondslag en wijze van bevoorschotting worden in de beschikking bepaald. Het college kan in plaats van een besluit tot subsidieverlening ook overgaan tot een directe vaststelling. In dat geval wordt dit in de betreffende beleidsregel c.q. in de beschikking vermeld.

 

Verantwoording en vaststelling

Binnen twaalf weken na afloop van de besteding dient de aanvrager bij het college een inhoudelijk en financieel verslag in bij het college.Binnen vier weken na indiening van het verslag wordt de subsidie definitief door het college vastgesteld en vervolgens meegedeeld aan de subsidieaanvrager. Bij projecten geldt een beslistermijn van twaalf weken, waarbij de subsidie wordt vastgesteld op basis van wat hierover in de beschikking is opgenomen.

Exploitatiesubsidie

 

Begripsbepaling

Een exploitatiesubsidie is een subsidie in het exploitatietekort dat wordt berekend op basis van (percentages van) de subsidiabele lasten van een organisatie, eventueel uitgesplitst naar kostensoorten.De hoogte van subsidiabele lasten wordt bepaald aan de hand van de ingediende begroting, met als vergelijkingsgrond de laatste jaarrekening. Het college verbindt aan de subsidie een maximum. Subsidiabele lasten zijn geraamde kosten die rechtstreeks verband houden met de activiteiten die in het kader van de doelstelling van de organisatie worden gepland.

 

Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag moet worden ingediend voor 1 april van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, tenzij voor dat jaar al een beschikking is afgegeven. Bij de aanvraag worden gevoegd:a. een begroting met activiteitenplan. De begroting bevat een onderverdeling van de kostensoorten die voor de bepaling van de subsidie van belang zijn;b. een ledenlijst voor zover deze voor de bepaling van de subsidie nodig is. Het college kan voor de in te dienen stukken een model voorschrijven.

 

Subsidieverlening

De beschikking tot subsidieverlening wordt meegedeeld voor 1 januari van het subsidiejaar. Het college kan in plaats van een besluit tot subsidieverlening ook overgaan tot een directe vaststelling, In dat geval wordt dit in de betreffende beleidsregel c.q. in de beschikking vermeld.

 

Verantwoording en vaststelling

Na afloop van het subsidiejaar dient de organisatie voor 1 mei een inhoudelijk en financieel jaarverslag in bij het college.De opzet van de jaarrekening is gelijk aan die van de ingediende begroting.Indien op de aanvraag een besluit tot subsidieverlening is genomen, stel het college op basis van een beoordeling van de jaarrekening de subsidie definitief vast. Binnen twaalf weken na indiening van de jaarstukken ontvangt de organisatie de definitieve subsidiebeschikking.

 

Waarderingsubsidie

 

Begripsbepaling

Een waarderingssubsidie heeft als doel de instandhouding van een organisatie vanwege het belang dat door het college wordt gehecht aan de inhoud en de doelgroep van de activiteiten. De hoogte van de subsidie wordt bekeken aan de hand van kengetallen. Ook kan voor het geheel of voor bepaalde onderdelen een vast bedrag worden bepaald. Subsidieverlening- en vaststelling vallen samen en hebben in principe betrekking op een vierjarige periode.

 

Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag moet worden ingediend voor 1 april van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, tenzij voor dat jaar al een beschikking is afgegeven. Bij een aanvraag worden gevoegd;a. een activiteitenplan en een begroting;b. informatie over kengetallen die van belang zijn voor de bepaling van de subsidie. Het college kan voor de in te dienen stukken een model voorschrijven.

 

Subsidievaststelling

De beschikking tot subsidievaststelling wordt meegedeeld voor 1 januari van het subsidiejaar c.q. subsidieperiode.

 

Verantwoording

Na afloop van elk subsidiejaar dient de organisatie voor 1 mei een inhoudelijk jaarverslag en jaarrekening in bij het college. Tevens wordt informatie gegeven over de kengetallen voor zover op basis daarvan de subsidie is verleend.

Investeringsubsidie

 

BegripsbepalingEen investeringssubsidie is bedoeld voor een investering in onroerende goederen die door het college van belang wordt geacht en waarvan de kapitaalslasten redelijkerwijs niet binnen de reguliere exploitatie van een organisatie kunnen worden gedekt.

 

SubsidieaanvraagEen subsidieaanvraag moet vergezeld gaan van een begroting en een inhoudelijke motivatie van de voorgenomen investering.

 

Subsidieverlening

Binnen zes maanden na indiening van de aanvraag neemt het college hierover een beslissing, welke terstond aan de aanvrager wordt meegedeeld. Bij een subsidieverlening boven € 10.000,= dient de aanvrager aan de volgende voorwaarden te voldoen:a. de accommodatie mag niet worden vervreemd, bezwaard of een functiewijziging ondergaan zonder voorafgaande toestemming van het college;b. de aanvrager is verplicht zorg te dragen voor een afdoende opstal- en inboedelverzekering. Het college besluit over de wijze van bevoorschotting.

 

Verantwoording en vaststelling

Binnen twaalf weken na realisatie van de investering dient door de subsidieaanvrager financieel verantwoording te worden afgelegd. Op basis hiervan wordt door het college de subsidie binnen twaalf weken definitief vastgesteld en kenbaar gemaakt aan de subsidieaanvrager. Indien niet binnen een jaar na de subsidieverlening met de realisatie van de investering een aanvang is gemaakt wordt de subsidie op nihil vastgesteld en eventueel betaalde voorschotten teruggevorderd.

Artikelen uit de Awb + toelichtingAlgemeenDe algemene wet bestuurrecht (Awb) regelt reeds vele aspecten van de subsidiëring. Wat in de Awb is geregeld hoeft niet in de verordening te worden opgenomen, maar soms is dat toch gedaan om de leesbaarheid van de verordening te bevorderen. Bij een conflict zal de Awb naast de verordening worden gelegd.Artikelen waarnaar in de subsidieverordening wordt verwezen zijn hieronder uitgewerkt;

 

Artikel 4:25

1. Een subsidieplafond kan slechts bij of krachtens wettelijke voorschriften worden vastgesteld.

2. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

3. Indien niet tijdig, dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechterlijke uitspraak omtrent verstrekking wordt beslist, geldt de verplichting van het tweede lid slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.

 

Artikel 4:35

1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat a. activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden.

- A. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

- B. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:

A. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of

B. failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

 

Artikel 4:22 Onder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.

 

Artikel 4:21 Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan versterkt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

 

Afdeling 4.2.8. van de Awb van toepassing. uiterlijk 13 weken voor aanvang boekjaar indienen – aanvraag vergezeld van activiteitenplan en begroting – bij eerste aanvraag + oprichtingsakte/statuten en jaarrekening of verslag van financiële positie

 

Artikel 4:75 1. de aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag. 2. indien de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of indien dit bij de subsidieverlening is bepaald, legt hij in plaats van het financiële verslag de jaarrekening over, onverminderd artikel 4:45, tweede lid .

 

Artikel 4:45, tweede lidBij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

 

Artikel 4:761. indien de subsidieontvanger zijn inkomsten geheel ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening met de toelichting en zijn het tweede tot en met vijfde lid van toepassing. 2. het financiële verslag geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent: a. het vermogen en het exploitatiesaldo, en b. voor zover de aard van het financiële verslag dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de subsidieontvanger. 3. De balans met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het exploitatiesaldo van het boekjaar weer. 5. Het financiële verslag sluit aan op de begroting waarvoor subsidie is verleend en behelst een vergelijking met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar, voorafgaand aan het boekjaar.

 

Artikel 4:78 Onderzoek financieel verslag, met tussenkomst van accountant1. De subsidieontvanger geeft opdracht tot onderzoek van het financiële verslag aan een accountant als bedoel in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.2. De accountant onderzoekt of het financiële verslag voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften en of het activiteitenverslag, voor zover hij dat verslag kan beoordelen, met het financiële verslag verenigbaar is.3. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid van het financiële verslag.4. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van de in het derde lid bedoelde verklaring.5. Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening kan vrijstelling of ontheffing worden verleend van het eerste tot en met het vierde lid.

 

Artikel 4:79 Onderzoek naar naleving van aan subsidie verbonden verplichtingen1. Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening kan worden bepaald dat de in artikel 4:78, eerste lid, bedoelde opdracht tevens strekt tot onderzoek van de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen.2. Bij toepassing van het eerste lid gaat de opdracht vergezeld van een bij of krachtens wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening vast te stellen aanwijzing over de reikwijdte en de intensiteit van de controle.3. Bij toepassing van het eerste lid, gaat het financiële verslag tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving door de subsidieontvanger van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 4:80 Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

Artikel 4:44, lid 2 Indien bij wettelijk voorschrift geen termijn is bepaald, wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen een bij de subsidieverlening te bepalen termijn.