Regeling vervallen per 01-01-2018

Financiele verordening gemeente Culemborg 2011

Geldend van 01-12-2011 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Financiele verordening gemeente Culemborg 2011

De raad van de gemeente Culemborg,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2011,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Culemborg

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: ieder organisatorisch onderdeel binnen de gemeentelijke organisatie zoals beschreven in het Organisatiebesluit gemeente Culemborg 2009.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Culemborg en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt jaarlijks in de programmabegroting, op voorstel van het college, per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

Artikel 3 Planning en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de kaders, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 2.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 5 Kaders ontwerpbegroting

  • 1.

    Het college biedt aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 15 juli vast.

  • 2.

    De ramingen van onderhoudsbudgetten in de ontwerpbegroting worden gebaseerd op de meerjarige onderhoudsplannen, zoals die door de raad zijn vastgesteld.

Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 4.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportage(s) over de verwachte realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussenrapportage bevat tenminste een uiteenzetting over de afwijking van de uitvoering en de bijstelling van het beleid.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

Artikel 8 Informatieplicht

Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen van:

  • a.

    aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 500.000;

  • b.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 2.000.000 in een jaar;

  • c.

    het aangaan van leningen groter dan € 10.000.000;

  • d.

    het toekennen van subsidies groter dan € 1.000.000.

3. Financieel beleid

Artikel 9 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Het college stelt een nota Investeren & waarderen op basis van begrotingsvoorschriften op. De raad stelt deze nota vast.

  • 2.

    De nota Investeren & waarderen biedt regels voor de waardering van activa en beoogde afschrijvingstermijnen.

  • 3.

    In de nota wordt het onderscheid in investeringen met economisch nut en investeringen met maatschappelijk nut in relatie tot de wijze van afschrijven toegelicht.

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

  • 1.

    De raad besluit tot het instellen en opheffen van reserves en de dotaties en onttrekkingen aan reserves.

  • 2.

    Het college besluit tot het instellen en opheffen van voorzieningen en de dotaties aan

  • 3.

    voorzieningen.

  • 4.

    Bij een voorstel voor de instelling van een reserve wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de feserve;

    • b.

      de voeding van de reserve

    • c.

      de maximale looptijd van de reserve

    • d.

      de maximale looptijd en het bestedingsplan

  • 5.

    Als een bestemmingsreserve binnen de aangeven maximale looptijd niet heeft geleid tot besteding, dan valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

  • 6.

    Bij een voorstel voor de instelling van een voorziening wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de voorziening;

    • b.

      de voeding van de voorziening;

    • c.

      de maximale hoogte van de voorziening;

    • d.

      de maximale looptijd en het bestedingsplan.

Artikel 11 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    Voor de rentetoerekening aan de activa wordt het rekenrentepercentage gebruikt. Dit percentage stelt de raad vast met de nota voor de financi6le kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

Artikel 12 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1.

    Het college doet de raad voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor vigerende belastingen en rechten.

  • 2.

    Het college informeert de raad voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar met een overzicht met tarieven en prijzen voor de verhuur van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons.

Artikel 13 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

  • 2.

    het aantrekken van voldoende financi6le middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • a.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's,

    • b.

      koersrisico's en kredietrisico's;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 3.

    De raad stelt het treasury statuut vast. Het college stelt nadere regels in het treasury statuut, waaronder de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • 4.

    Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college, indien mogelijk, zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Artikel 14 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1.

    Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Dit plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen, alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het rioleringsplan vast.

  • 2.

    Het college biedt tenminste eens in de vier jaar (een) beheerplan(nen) openbare ruimte aan. Dit beheerplan geeft het kader weer het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het beheerplan vast.

  • 3.

    Het college biedt eens in de vier jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat

  • 4.

    voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke

  • 5.

    gebouwen (excl. onderwijsgebouwen), evenals de normkostensystematiek en het meerjarig

  • 6.

    budgettair beslag. De raad stelt het plan vast.

  • 7.

    Het college biedt eens in de vier jaar een onderhoudsplan onderwijsgebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de onderwijsgebouwen, evenals de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het plan vast.

  • 8.

    Het college biedt eens in de vier jaar een onderhoudsplan sportaccommodaties aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de onderwijsgebouwen, evenals de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt het plan vast.

4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 15 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 17 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. Financiële organisatie

Artikel 18 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de door de gemeente geproduceerde goederen en diensten.

Artikel 19 Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 20 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

6. Slotbepalingen

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2011.

  • 2.

    Deze verordening is van toepassing op het begrotingsjaar 2011 en heeft voor zover nodig terugwerkende kracht tot 1 januari 2011.

  • 3.

    Op de dag van inwerkingtreding vervalt de Financiële verordening gemeente Culemborg, vastgesteld door de raad op 21 december 2006.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Financiële verordening gemeente Culemborg 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad,
gehouden op 17 november 2011
De griffier De voorzitter
P.J. Peters R. van Schelven