Regeling vervallen per 16-03-2021

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de raadscommissies van de gemeente Culemborg 2018

Geldend van 05-07-2019 t/m 15-03-2021

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de raadscommissies van de gemeente Culemborg 2018

De raad van de gemeente Culemborg;

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de griffier;

besluit vast te stellen het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de raadscommissies van de gemeente Culemborg 2018:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;

  • commissie: een door de gemeenteraad ingestelde commissie conform art. 82 van de Gemeentewet met een specifieke taak ter voorbereiding van de raadsvergadering.

  • gewogen stemming; stemming van een afvaardiging van de raad waarbij het aantal raadszetels in de totale gemeenteraad bepalend is.

Artikel 2. Fractievoorzittersoverleg

  • 1. Er is een fractievoorzittersoverleg dat bestaat uit de fractievoorzitters.

  • 2. De burgemeester en griffier zijn adviseur.

  • 3. Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid vervangt.

  • 4. Het fractievoorzittersoverleg doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de raadscommissies.

  • 5. Het fractievoorzittersoverleg stelt jaarlijks het vergaderschema van de raad en de raadscommissies vast.

Artikel 3. De voorzitter

  • 1. De voorzitter is aanwezig in raadsvergaderingen en vergaderingen van het fractievoorzittersoverleg.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. In de commissievergaderingen wordt het voorzitterschap door een door de raad aangewezen raadslid vervult.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven en bewaken van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement van orde;

    • d.

      hetgeen de gemeentewet hem verder opdraagt;

Artikel 4. De griffier

  • 1. De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen en commissievergaderingen.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. De griffier kan op uitnodiging van de raad, dan wel van de voorzitter, aan beraadslagingen in de raadscommissie en raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven, beëdiging raadsleden en benoeming commissieleden

  • 1. Bij de benoeming van nieuwe commissie- en raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde commissie- en raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde commissie- en raadsleden tot de raad dan wel de commissies. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd commissie- en/of raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 6. Per fractie is een maximaal aantal van vijf commissieleden toegestaan.

  • 7. Een verzoek tot benoeming of beëindiging van een commissielid wordt door de fractievoorzitter gericht aan de voorzitter met tussenkomst van de griffier.

  • 8. Benoemingsvereisten voor commissieleden zijn gelijk aan die van raadsleden.

  • 9. In afwijking op lid 8 is er vrijstelling van het vereisten om op de kieslijst te staan.

Artikel 6. Wethouders benoeming en beëindiging benoeming

  • 1. Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 2. Stemming over benoeming van een wethouder is conform art. 35 eerste lid en art. 49 van de gemeentewet schriftelijk en daarmee geheim.

  • 3. In aanvulling op lid 2 is tevens de stemming over het ontslag van een wethouder schriftelijk en daarmee geheim. Hiermee vervalt een automatisch ontslag op basis van een motie van wantrouwen.

  • 4. Conform art. 43 tweede lid van de gemeentewet kan een vrijwillig vertrek van een wethouder met onmiddellijke ingang in werking treden.

Artikel 7. Fracties

  • 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De voorzitter zendt ten minste 14 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 32 uur voor aanvang van de raadsvergadering aan de leden gezonden.

  • 3. Vergaderingen van de gemeenteraad vangen in beginsel aan om 21:00 uur en eindigen om 22:00 uur.

  • 4. In afwijking op lid 3 kan de voorzitter een voorstel doen tot wijziging van deze tijden.

  • 5. Indien een vergadering langer dan 23:30 uur lijkt te gaan duren beslist de voorzitter over het later voortzetten van de vergadering.

Artikel 9. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In afwijkende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

  • 3. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 11. Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in een lokaal weekblad en/of via de website van de gemeente Culemborg.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 12. Presentielijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

  • 3. Voor het houden van de raadsvergadering is een quorum vereist.

Artikel 13. Zitplaatsen

  • 1. De voorzitter, de leden van de raad en de griffier hebben een vaste zitplaats.

  • 2. De zitplaats wordt bij aanvang van een nieuwe zittingsperiode ter goedkeuring aan het fractievoorzittersoverleg voorgelegd.

  • 3. Indien daartoe aanleiding bestaat kan deze zitplaats tussentijds worden herzien.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor het publiek, college, de pers en de ambtelijke ondersteuning.

Artikel 14. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 15. Spreektijd

Indien hier aanleiding toe is kan op voordracht van de voorzitter, dan wel de raadsleden, gewerkt worden met spreektijden.

Artikel 16. Deelname aan de beraadslaging door niet raadsleden

  • 1. De collegeleden wordt toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 2. Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 17. Spreekrecht

  • 1. Er is spreekrecht in de raadsvergadering, dit kan alleen plaatsvinden over niet geagendeerde onderwerpen. De inspreektijd is maximaal 5 minuten en kan worden verminderd naar rato indien het aantal insprekers toeneemt, dit gebeurt op voorstel van de voorzitter.

Artikel 18. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Stemmingen

Artikel 19. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 20. Beslissing

  • 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 21. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 22. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 23. Stemming over personen

  • 1. Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2. Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

  • 5. Bij een politiek benoeming/stemming wordt door de voorzitter van het stembureau openbaar mondeling verklaard het aantal uitgereikte stembriefjes, uitgebrachte stemmen en het aantal voor, en tegen stemmen.

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 24. Audioverslag en besluitenlijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het audioverslag en de besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • e.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 16 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. De concept besluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 5. Het audioverslag van de gemeente wordt via de website beschikbaar gesteld.

Artikel 25. Ingekomen stukken

  • 1. Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd.

  • 2. Op verzoek van een raadslid kunnen ingekomen stukken worden geagendeerd in de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie waarvan de oproep conform artikel 8 nog niet verstuurd is.

Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 26. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27. Verslag besloten vergadering

  • 1. Er wordt geen audioverslag gemaakt van besloten vergaderingen.

  • 2. Besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 3. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.

  • 4. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 28. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 29. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 30. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 31. Agendering

  • 1. Raadsleden hebben een agenderingsrecht.

  • 2. Een gemotiveerd verzoek tot agendering wordt, via tussenkomst van de griffier, gericht aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter plaatst het onderwerp op de agenda waarvan de uitnodiging nog niet conform artikel 8 van dit reglement verstuurd is.

Artikel 32. Mondelinge vragen

  • 1. Raadsleden kunnen tijdens de raadsavond actuele mondelinge vragen stellen, dit vind plaats in het onderdeel ‘actuele zaken’.

  • 2. Een verzoek hiertoe bevat tenminste het onderwerp en wordt 28 uur van te voren ingediend.

  • 3. Per fractie kunnen er maximaal 2 vragen gesteld worden.

  • 4. Indien noodzakelijk kan de portefeuillehouder de beantwoording schriftelijk afhandelen tot maximaal 7 dagen nadat de vraag is gesteld.

Artikel 33. Amendementen en subamendementen

  • 1. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2. Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3. Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat stemming daarover aanvangt.

Artikel 34. Moties

  • 1. Raadsleden dienen moties schriftelijk, met tussenkomst van de griffier, in bij de voorzitter.

  • 2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat stemming daarover aanvangt.

  • 5. Moties vreemd aan de orde van de dag worden ten minste 32 uur voor aanvang van de vergadering ingediend.

Artikel 35. Initiatiefvoorstel

  • 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk, via tussenkomst door de griffier, in bij de voorzitter .

  • 2. Conform art. 147a vierde lid van de gemeentewet wordt het college van B&W in gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken op dit voorstel.

  • 3. In aanvulling op lid twee van dit artikel krijgt het college hier ten minste 14 dagen de tijd. Een reactie van het college mag mondeling, maar bij voorkeur schriftelijk.

  • 4. Het voorstel wordt op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 36. Collegevoorstel

  • 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2. Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 37. Interpellatie

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 38. Schriftelijke vragen

  • 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 28 dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 5. De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 39. Inlichtingen

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier .

  • 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen 10 dagen nadat het verzoek is ingediend.

Hoofdstuk 4. Commissievergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 40. Commissievergaderingen

  • 1. Ter voorbereiding van haar raadsvergaderingen stelt de gemeenteraad een commissievergadering in.

  • 2. De commissievergadering is in algemene zin belast met een deugdelijke voorbereiding van de raadsvergadering.

  • 3. In de commissievergaderingen wordt door een afvaardiging van de gemeenteraad zitting genomen.

  • 4. Raadsleden kunnen zich hierbij laten vervangen door commissie-niet raadsleden.

  • 5. De commissievergaderingen vangen in beginsel aan om 20:00 uur en eindigen om 21:00 uur.

  • 6. In afwijking op lid 5 kan de voorzitter een voorstel doen tot wijziging van deze tijden.

Artikel 41. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De voorzitter zendt ten minste 10 dagen voor een raadscommissievergadering de raads- en commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de raadscommissievergadering aan de leden gezonden.

Artikel 42. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In afwijkende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raads- en commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. De agenda wordt bij aanvang van een raadscommissievergadering door de commissie vastgesteld.

Artikel 43. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 44. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in een lokaal weekblad en/of via de website van de gemeente Culemborg.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 45. Presentielijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van commissievergaderingen.

Artikel 46. Zitplaatsen

  • 1. De voorzitter en de griffier hebben een vaste zitplaats.

  • 2. Bij de commissievergaderingen nemen ten hoogste twee deelnemers per fractie zitting.

  • 3. De overige zitplaatsen zijn beschikbaar voor insprekers.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor het publiek, college, de pers en de ambtelijke ondersteuning.

Artikel 47. Beraadslagingen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raads- en commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Collegeleden doen mee aan de beraadslaging.

  • 5. Fracties stellen per onderwerp één woordvoerder aan voor de beraadslagingen.

  • 6. Na beraadslaging van het onderwerp of voorstel wordt op voordracht van de voorzitter besloten over de verdere behandelwijze van het stuk.

Artikel 48. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. In de raadscommissie is beraadslaging door anderen toegestaan.

  • 2. Insprekers (meepraters) melden zich hiervoor, tenminste 12 uur voor aanvang van de vergadering, schriftelijk bij de griffie aan.

Artikel 49. Spreekrecht

  • 1. In aanvulling op artikel 48, is bij aanvang van de vergadering mogelijkheid tot het inspreken door burgers.

  • 2. Bij het spreekrecht wordt gewerkt met spreektijd van maximaal 5 minuten per inspreker, met dien verstande dat de totale tijd beperkt is tot een half uur. Indien er meer insprekers zijn dan beschikbare tijd dan zal de tijd per inspreker naar rato verminderen.

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 50. Audioverslag en verslaglegging

  • 1. De griffier draagt zorg voor het audioverslag en de verslaglegging van de commissievergaderingen.

  • 2. De verslaglegging bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders de commissie- en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een zakelijke en korte vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 48 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Voor zover de aard en de inhoud van het verslag zich daartegen niet verzet, wordt dit zo spoedig mogelijk na de raadscommissievergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 4. Het woordelijke audioverslag van de vergadering wordt via de website beschikbaar gesteld.

Paragraaf 5. Besloten commissievergaderingen

Artikel 51. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Bij de commissievergaderingen zijn de bepalingen conform artikel 26 t/m 28 van kracht met betrekking tot de beslotenheid en geheimhouding.

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 52. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare commissievergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 53. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 54. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 55. Intrekken oude reglement

Het Reglement van Orde van de gemeenteraad Culemborg vastgesteld 29 juni 2017 wordt ingetrokken op de datum van in werking treden van dit nieuwe Reglement van Orde.

Artikel 56. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement treedt in werking op 01-10-2016.

  • 2. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en commissies gemeente Culemborg 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de Raad,

gehouden op 4 oktober 2018

De griffier

R. van Belzen

De voorzitter

G. van Grootheest