Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018.

Geldend van 31-01-2019 t/m heden

Intitulé

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018.

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018.  Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018  

Besluit van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond d.d. 6 december 2017 houdende vaststelling van de Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018.

 

Het algemeen bestuur van de DCMR Milieudienst Rijnmond;

 

Gelezen:

 

Het voorstel van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond van 15 november 2017 tot vaststelling van de Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018;

 

Gelet op:

 

Artikel 59, zesde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;Artikel 217 van de Provinciewet;Het Besluit accountantscontrole decentrale overheden;Besluit:vast te stellen de Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018. 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

1. Gemeenschappelijke regeling: Gemeenschappelijke regeling tot instandhouding en beheer van de DCMR Milieudienst Rijnmond.

2. Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

3. Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

4. Directeur: de directeur van de gemeenschappelijke regeling.

5. Dienst: de DCMR Milieudienst Rijnmond.

6. Accountant: een accountant of accountantskantoor als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijke Wetboek, belast met de controle van de jaarrekening.

7. Accountantscontrole: de controle van de jaarrekening uitgevoerd door de accountant van: het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

a. Het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

b. Het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens Algemene Maatregel van Bestuur te stellen regels als bedoeld in artikel 190 Provinciewet;

c. De inrichting van het financieel beheer en de administratieve organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

d. Het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens Algemene Maatregel van Bestuur te stellen regels als bedoeld in artikel 190 Provinciewet;

e. De inrichting van het financieel beheer en de administratieve organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;Waarbij de nadere regels die bij of krachtens Algemene Maatregel van Bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 217 Provinciewet, in acht worden genomen.

8. Jaarrekening: de jaarrekening als bedoeld in artikel 58, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

9. Rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole: Het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de begroting en de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen, besluiten van het algemeen bestuur en besluiten van het dagelijks bestuur, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado)

 

Artikel 2 opdrachtverlening accountantscontrole

 

1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het algemeen bestuur te benoemen accountant. Het dagelijks bestuur evalueert voor het einde van de contractduur het functioneren van de accountant en rapporteert hierover aan het algemeen bestuur. 

2. Het dagelijks bestuur bereidt in overleg met het algemeen bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

3. Het algemeen bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole ten minste opgenomen:

a. De toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening, voor zover deze in overeenstemming zijn met het Besluit accountantscontrole gemeenten;

b. De inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

c. De eventueel aanvullend uit te voeren tussentijdse controles;

d. De frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering, en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar;

e. De posten van de jaarrekening met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

4. De accountantsdiensten worden aanbesteed voor een periode van drie jaar. Na afloop van deze periode kan de overeenkomst met een optie tot eenzijdige verlenging twee maal één verslagjaar verlengd worden.

 

Artikel 3 informatieverstrekking door het dagelijks bestuur

1. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de volledige, juiste en toereikende samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, besluiten van de directeur, besluiten van het dagelijks bestuur en besluiten van het algemeen bestuur, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen en dergelijke voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

3. Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant dat alle aan hen bekende informatie, van belang voor de oordeelsvorming van de accountant, is verstrekt.

4. Het dagelijks bestuur biedt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het verslag van bevindingen binnen zes maanden na het verslagjaar ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.

5. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening voor 15 juli van het jaar na afloop van het boekjaar vast.

6. Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond aan het algemeen bestuur en de accountant gemeld.

7. Het algemeen bestuur zendt de vastgestelde jaarrekening voor 15 juli van het jaar na afloop van het boekjaar naar de toezichthouder.

Artikel 4 inrichting van de accountantscontrole

1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, evenals de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

3. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings) overleg plaats tussen de accountant, de directeur en het hoofd Financiën en Juridische zaken.

Artikel 5 toegang tot informatie

1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden, het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren en informatiedragers van de dienst.

2. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle ambtenaren van de dienst zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en voor de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6 overige controles en opdrachten

1. Het dagelijks bestuur kan de door het algemeen bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van consultancywerkzaamheden, voor zover niet strijdig met de onafhankelijkheid van de accountant.

2. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de verantwoording aan derden, zoals de belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS en dergelijke, en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht.Indien een deel van deze vereisten door een accountant moet worden uitgevoerd, is het dagelijks bestuur bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang is van de dienst.

Artikel 7 rapportering

1. Indien de accountant bij een controle majeure afwijkingen constateert waaraan naar zijn mening door het dagelijks bestuur onvoldoende aandacht wordt besteed en die derhalve kunnen leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.

2. De accountant bevestigt jaarlijks aan het algemeen bestuur de, naast de controleopdracht, door hem uitgevoerde opdrachten voor de dienst.

3. In aanvulling op de in artikel 217, het derde en vierde lid van de Provinciewet, voorgeschreven controleverklaring en verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, de directeur en het hoofd Financiën en Juridische zaken, dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

4. De controleverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het algemeen bestuur door de accountant aan het dagelijks bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren.

5. De accountant bespreekt voorafgaande aan de behandeling van de jaarstukken in het algemeen bestuur het verslag van bevindingen met de directeur en de controller.

6. De definitieve controleverklaring en het verslag van bevindingen worden minimaal één week voorafgaand aan de algemeen bestuur vergadering aan de DCMR toegezonden.

Artikel 8 Bekendmaking en Inwerkingtreding

1. De Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014 wordt ingetrokken.2. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van de gemeenschappelijke regeling en treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

Artikel 9 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2018’.Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 6 december 2017.

De secretaris, R.M. Thé

De voorzitter,R.M. Thé J.M.H. Evers

Ondertekening