Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening wet inburgering

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening wet inburgering

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2006, nummer 1168;

gelet op artikel 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatiestrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtingen, het aanbieden van een inburgeringsplichtige aan bijzondere groepen inburgeringplichtigen, en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

b e s l u i t :

de “Verordening wet inburgering” vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

de wet: de Wet inburgering;

gecombineerd traject: een voorziening gericht op arbeidsinschakeling en inburgering.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Het college zorgt ervoor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten zoals die in de Wet Inburgering staan omschreven. Tevens worden zij geïnformeerd over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de asielgerechtigden in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

  • -

    mondelinge informatie bij het intake gesprek;

  • -

    schriftelijke informatie via de Nieuwsbrief;

  • -

    persoonlijke informatie via brieven en beschikkingen;

  • -

    algemene informatie via de website van de gemeente Dalfsen.

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst geen groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening aanbiedt. Het college maakt gebruik van de mogelijkheid om de twee extra benoemde doelgroepen in de wet faciliteiten aan te bieden. Dit zijn namelijk de:

  • 1.

    nieuw- en oudkomers die algemene bijstand of een uitkering ontvangen (artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van het wetsvoorstel);

  • 2.

    oudkomers die zelf geen inkomsten uit werk, algemene bijstand of uitkering hebben.

Een inburgeringsplichtige onder lid 1 en 2 hoeft het aanbod niet te accepteren. Weigert de inburgeringsplichtige het aanbod, dan zal hij zich zelfstandig moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen. De inburgeringsplichtige wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld via een handhavingsbeschikking.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt kan in termijnen worden betaald.

Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt de inburgeraar hiervan eerste op de hoogte gebracht.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • -

    het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;

  • -

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • -

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • -

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • -

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Het college verplicht zich om:

  • -

    tijdens het traject inburgering waar bij geen sprake is van een gecombineerd traject minimaal eens in de 6 maanden de voortgang te controleren.

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet mondeling.

Tijdens het gesprek wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod. Het besluit wordt per beschikking meegedeeld.

Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 9 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, bedraagt ten hoogste

€ 250,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 8, tweede lid, bedraagt ten hoogste

€ 500,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Vooruitlopend op de Wet inburgering en ondersteunend aan de tijdelijke Regeling vrijwillige inburgering (Regeling 2007).

Artikel 11 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Dalfsen.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 11 december 2006.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
L.V. Elfers H.C. Lankman

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

Artikel 9 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

Artikel 10 Inwerkingtreding

Artikel 11 Citeertitel