Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening investeringssubsidies sportaccomodaties 2008

Geldend van 18-06-2008 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening investeringssubsidies sportaccomodaties 2008

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2008, nummer 40;

overwegende dat de gemeente wil stimuleren dat de inwoners van de gemeente Dalfsen kunnen sporten en/of bewegen;

constaterende dat er behoefte is om de vastgestelde ‘Verordening investeringssubsidie sportaccommodaties’ te herzien;

gelet op het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de bepalingen in de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de ‘Verordening Investeringssubsidie Sportaccommodaties 2008’

Artikel 1 Definities

  • - Spelend lid: een lid van een sportclub dat in teamverband speelt, aan competitie deelneemt en/of trainingen volgt.

  • - Bouwkosten: de kosten van de bouw zoals deze in het goedgekeurde investeringsplan staan beschreven. Onder kosten worden alle met de bouw samenhangende kosten verstaan.

  • - College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen.

  • - Vereniging: vereniging zonder winstoogmerk, gevestigd in de gemeente Dalfsen, die lid is van een bond aangesloten bij de NOC*NSF. Indien een eigendom van een sportaccommodatie is ondergebracht in een stichting, wordt voor de toepassing van deze verordening de stichting aangemerkt als een vereniging.

  • - Sportaccommodatie: een binnen- of buitenaccommodatie, inclusief velden en terreinen, waar sport kan worden beoefend en waarvan eigendom in handen is van een vereniging.

  • - Sportraad: het adviesorgaan voor sport, ingesteld door de gemeenteraad.

Artikel 2 Subsidieplafond

De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting een subsidieplafond vast voor het verlenen van investeringssubsidies voor sportaccommodaties.

Artikel 3 Verlenen investeringssubsidie

  • 1. Het college is bevoegd de investeringssubsidie te verlenen. Wordt er in een kalenderjaar door meerdere verenigingen in totaal een hoger bedrag aangevraagd dan het subsidieplafond, dan maakt het college een selectie op basis van datum van ontvangst van de aanvragen.

  • 2. Aanvragen die binnenkomen nadat het subsidieplafond is bereikt, kunnen na overleg worden doorgeschoven naar het volgende kalenderjaar.

Artikel 4 Voorwaarden subsidie

  • 1. De aanvraag moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag wordt ingediend door een vereniging.

    • b.

      de vereniging voert een actief beleid op het gebied van niet-roken en geen alcoholgebruik door jongeren.

    • c.

      er is behoefte aan een sportaccommodatie voor een startende vereniging die aantoont minimaal 50 spelende leden te hebben óf er is behoefte aan uitbreiding van de sportaccommodatie door toename van het aantal spelende leden of teams óf er is behoefte aan vervanging van bestaande sportaccommodaties. De behoefte aan vervanging zal naar het oordeel van het college voldoende onderbouwd moeten worden. Van belang daarbij zijn de technische en economische levensduur van de te vervangen accommodatie en een efficiënter gebruik van de nieuwe accommodatie.

    • d.

      er kan niet in de behoefte worden voorzien door gecombineerd gebruik van bestaande sportaccommodaties in de betreffende kern.

    • e.

      de sportaccommodatie betreft wedstrijd- en trainingsaccommodaties, kleedkamers, en/of vergaderruimtes.

    • f.

      de sportaccommodatie is goed toegankelijk voor rolstoelgebruikers, tenzij dit in redelijkheid niet kan worden verwacht.

    • g.

      de nieuwe of de te vervangen sportaccommodatie moet qua bouw en inrichting voldoen aan de normen van NOC*NSF. De behoefte aan accommodatie wordt gerelateerd aan het ledenaantal c.q. het aantal teams waarbij de normen van NOC*NSF worden toegepast.

Artikel 5 Subsidiebedrag

  • 1. Het college verstrekt een subsidie van maximaal 50% van de bouwkosten, tot een maximum van € 42.500,- volgens het schema in lid 2. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Daarbij wordt het indexpercentage gehanteerd zoals dat door het college van burgemeester en wethouders voor de welzijns- en sportverenigingen jaarlijks wordt bepaald bij de vaststelling van de richtlijnen voor de gemeentebegroting.

  • 2. Het maximale subsidiebedrag is afhankelijk van het gemiddelde aantal spelende leden van de laatste drie jaar, waarbij als teldatum 1 januari wordt gehanteerd. Het subsidiebedrag wordt als volgt berekend:

    Gemiddeld aantal leden

    Maximaal subsidiebedrag

    Minder dan 100

    € 21.250

    100 tot 150 leden

    € 31.750

    150 leden of meer

    € 42.500

  • 3. Voor een startende vereniging geldt voor het subsidiebedrag het aantal spelende leden op 1 januari van het jaar waarin zij subsidie aanvraagt.

Artikel 6 Aanvraagprocedure

  • 1. Met de uitvoering van de bouwplannen waarvoor subsidie wordt aangevraagd mag pas worden begonnen nadat het college een besluit over de subsidie heeft genomen.

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende stukken aangeleverd:

    • a.

      een bouwtekening met bestek of materiaalbeschrijving;

    • b.

      een laatst vastgestelde exploitatierekening met de balans van de vereniging;

    • c.

      een begroting voor het lopende jaar en een prognose voor de komende 2 jaar;

    • d.

      overzicht van de investeringskosten van de te realiseren bouwplannen (inclusief een offerte) en een financieringsplan;

    • e.

      een overzicht van het aantal spelende leden in de afgelopen drie jaar. Een startende vereniging levert een overzicht van het aantal leden (minimaal 50) op 1 januari van dat jaar.

    • f.

      een document waarin de vereniging aangeeft op welke wijze zij het actieve beleid op het gebied van niet-roken en geen alcoholgebruik door jongeren vormgeeft.

    • g.

      statuten van de vereniging met vermelding van het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;

Artikel 7 Besluit op de aanvraag

Het college neemt binnen 8 weken een besluit op de aanvraag. Deze termijn kan maximaal met acht weken verlengd worden. Het college stuurt het besluit ter kennisname aan de Sportraad.

Artikel 8 Voorschot en uitbetaling

  • 1. Van de toegekende subsidie kan een deel als voorschot uitbetaald worden. Het voorschot kan maximaal 90% van de subsidiabele kosten bedragen. Het resterende bedrag wordt bij de vaststelling van de subsidie uitbetaald.

  • 2. In de subsidiebeschikking wordt vermeld in welke termijnen de subsidie wordt uitbetaald.

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1. Om de subsidie te kunnen vaststellen, levert de aanvrager uiterlijk 12 weken na de uitvoering de financiële afrekening van de bouwkosten in bij het college. Aan de hand van deze stukken stelt het college het subsidiebedrag definitief vast.

  • 2. Als binnen één jaar na subsidieverlening niet is begonnen met de bouw, kan het college besluiten dat het recht op subsidie vervalt.

Artikel 10 Garantstelling

  • 1. Een vereniging kan een garantstelling vragen aan het college voor een lening voor uitbreiding van de sportaccommodatie.

  • 2. Het college kan een garantstelling geven voor maximaal 50% van de lening.

  • 3. Het college geeft een garantstelling onder de voorwaarde dat Stichting Waarborgfonds Sport voor de overige 50% een garantstelling verleent en dat de vereniging aan de voorwaarden uit de artikelen 4 en 6 van deze verordening voldoet

  • 4. Een garantstelling kan ook worden afgegeven zonder dat er subsidie wordt toegekend.

Artikel 11 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het college besluiten om van de bepalingen in deze verordening af te wijken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening investeringssubsidie sportaccommodaties 2008’.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2008.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Verordening investeringssubsidie sportaccommodaties’ (raadsbesluit 727, 25 augustus 2003).

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 26 mei 2008.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
L.V. Elfers H.C. Lankman

Inhoudsopgave

Artikel 1 Definities

Artikel 2 Subsidieplafond

Artikel 3 Verlenen investeringssubsidie

Artikel 4 Voorwaarden subsidie

Artikel 5 Subsidiebedrag

Artikel 6 Aanvraagprocedure

Artikel 7 Besluit op de aanvraag

Artikel 8 Voorschot en uitbetaling

Artikel 9 Subsidievaststelling

Artikel 10 Garantstelling

Artikel 11 Hardheidsclausule

Artikel 12 Citeertitel

Artikel 13 Inwerkingtreding

Toelichting op de Verordening investeringssubsidie sportaccommodaties 2008

Algemene toelichting

De gemeente wil stimuleren dat haar inwoners kunnen sporten en bewegen. Daarbij is belangrijk dat er goede sportaccommodaties beschikbaar en bereikbaar zijn. Verder vindt de gemeente het belangrijk dat sport op een gezonde manier beoefend kan worden. Bij de beoordeling van de subsidieaanvraag kijkt het college daarom in hoeverre de aanvrager voldoet aan de criteria van een ‘gezonde vereniging’.

Deze verordening regelt de gemeentelijke bijdrage aan deze sportaccommodaties. Wanneer er bij projectmatige investeringen (zoals sportparken) afspraken worden gemaakt tussen gemeente en verenigingen over de financiering, is deze verordening niet van toepassing.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 2 Subsidieplafond

De gemeenteraad stelt jaarlijks een subsidieplafond voor subsidies sportaccommodaties vast. Hoeveel aanvragen jaarlijks kunnen worden gehonoreerd is enerzijds afhankelijk van de hoogte van dit subsidieplafond, anderzijds van de hoogte van de verleende subsidies.

Artikel 3 Verlenen investeringsubsidie

Subsidieaanvragen die binnenkomen nadat het subsidieplafond is bereikt, kunnen worden doorgeschoven naar het volgende jaar. Het voordeel van het behandelen op datum van ontvangst is dat met de behandeling van de aanvraag niet hoeft te worden gewacht totdat alle aanvragen binnen zijn. De procedures kunnen sneller verlopen.

Artikel 4 Voorwaarden subsidie

Verenigingen moeten beleid voeren op het gebied van alcoholgebruik en roken. Concreet worden de volgende criteria gesteld: voor zover door landelijk beleid nog niet is ingehaald, mag er tijdens sportactiviteiten vóór 12.00 uur geen alcohol worden genuttigd en niet worden gerookt. Dit uit zich in een voor iedere bezoeker zichtbare aanduiding. Vanaf 1 januari 2010 moeten alle sportaccommodaties en kantines volledig rookvrij zijn.

In aanmerking voor subsidie komen alle accommodaties en ruimtes die nodig zijn om het sporten mogelijk te maken. Kantines en tribunes komen in dat opzicht niet in aanmerking voor subsidie. Bij uitbreiding of verbouwing van accommodaties waarvan de kantine deel uitmaakt, zullen de bouwkosten op basis van oppervlakte berekend worden.

Artikel 5 Subsidiebedrag

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal spelende leden van een vereniging en kan maximaal 50% van de bouwkosten bedragen.

Een voorbeeld: Een uitbreiding van een sportaccommodatie van een bestaande vereniging met 130 leden kost € 44.000. Op basis van het ledenaantal komt de vereniging in aanmerking voor een maximaal subsidiebedrag van € 31.750. Er wordt maximaal 50% van de bouwkosten vergoed. De vereniging heeft recht op een subsidie van € 22.000.

Artikel 6 Aanvraagprocedure

Subsidieaanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. Aanvragen hoeven dus niet vóór een bepaalde datum te worden ingediend. De enige voorwaarde is dat met de werkzaamheden pas wordt begonnen nadat het college een besluit heeft genomen.

Artikel 8 Voorschot en uitbetaling

Het college betaalt maximaal 90 % van de subsidiabele kosten als voorschot uit. De overige 10% wordt uitbetaald na vaststelling. Voor deze opzet is gekozen omdat het verenigingen stimuleert een gedegen financiële afrekening bij het college in te dienen.

Artikel 10 Garantstelling

De Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) verleent borgstellingen ten behoeve van de financiering van de bouw, aanleg, renovatie of aankoop van sportaccommodaties. De SWS verleent een borgstelling van ten hoogste 50 % van de totale lening. Voor de overige 50% kan de aanvrager een garantstelling vragen aan het college.