Regeling vervallen per 10-11-2010

Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in het openbaar basisonderwijs

Geldend van 01-08-2002 t/m 09-11-2010

Intitulé

Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in het openbaar basisonderwijs

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2002, nr. 970;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet op het Primair Onderwijs;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende "Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in het openbaar basisonderwijs"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • Godsdienstonderwijs: het onderricht in kennis, godsdienstgeschiedenis en cultuurgeschiedenis van een in de Nederlandse samenleving voorkomende godsdienst;

  • Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs: het leveren van een bijdrage aan het geestelijk vormingsonderwijs en de zedelijke vorming van een in Nederland voorkomende levensbeschouwing;

  • Leerkrachten: de voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aangewezen leerkrachten.

Artikel 2 Verlening subsidie

  • 1. Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken en rechtspersonen, als bedoeld in artikel 51van de Wet op het Primair Onderwijs, kunnen burgemeester en wethouders subsidie verlenen met betrekking tot de kosten, verbonden aan het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs, voorzover dit onderwijs niet wordt gegeven door aan de school verbonden leerkrachten.

  • 2. De subsidie wordt per schooljaar toegekend.

Artikel 3 Locatie en toestemming ouders/verzorgers

Het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt binnen de lestijden in schoolgebouwen gegeven aan leerlingen van de daarvoor in aanmerking komende groepen, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, voor zover de ouders, voogden of verzorgers van deze leerlingen dit voor hen wensen, dan wel daartegen geen bezwaren hebben.

Artikel 4 Verantwoordelijkheid inhoud onderwijs

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs en van het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, alsmede de wijze waarop het gegeven wordt (pedagogisch/didactisch) en de keuze van leermiddelen berust bij de instantie, welke dit onderricht doet geven.

Artikel 5 Aanwijzingen leerkracht

  • 1. De leerkrachten gedragen zich naar de door de directeur van de school te geven aanwijzingen. Zij verstrekken de directeur van de school alle verlangde inlichtingen voor zover deze in relatie staan met de werkzaamheden van de leerkracht.

  • 2. De leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda, hetzij voor enige richting in het onderwijs, hetzij voor enige geestelijke, maatschappelijke of politieke stroming.

  • 3. Het godsdienst onderwijs c.q levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt in de Nederlandse taal gegeven.

Artikel 6 Berekeningswijze

  • 1. De subsidie wordt berekend op basis van het salaris behorende bij schaal LA periodiek 10 op grond van het voor een aan een basisschool verbonden groepsleerkracht geldende Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel, aangevuld met een opslag van 10% per lesuur voor materiaal gebruik en niet lesgebonden werkzaamheden1.

  • 2. De peildatum voor het in lid 1 genoemde salaris is 1 augustus van het betreffende schooljaar, op basis waarvan de subsidie voor het gehele schooljaar wordt vastgesteld.

  • 3. Met inachtneming van het bepaalde in lid 1 en 2 wordt de subsidie per klokuur op jaarbasis uitbetaald.

  • 4. Wanneer de duur van een lesuur minder is dan een klokuur, wordt de toe te kennen tegemoetkoming evenredig verlaagd2.

  • 5. Indien een geplande les, anders dan als gevolg van overmacht aan de zijde van de instantie die de lessen verzorgt, uitvalt wordt de tegemoetkoming op jaarbasis naar evenredigheid verlaagd.

    1 De subsidie per klokuur op jaarbasis wordt vastgesteld door het in lid 1 genoemde maandsalaris te vermenigvuldigen met 12 en vervolgens te delen door 36. Per twee klokuren wordt dit bedrag wordt verhoogd met 35% ten behoeve niet lesgebonden inzet.

    2 Een lestijd van 45 minuten leidt derhalve tot een vergoeding van 75% van het uur bedrag en de opslag voor materiaal gebruik niet-lesgebonden werkzaamheden

Artikel 7 Groepsgrootte

  • 1.

    Voor het verstrekken van de subsidie komen uitsluitend in aanmerking de lesuren die worden gegeven binnen de in het activiteitenplan van de basisschool genoemde lestijden aan de leerlingen van de groepen 3 tot en met 8 van een basisschool.

  • 2.

    Bij het verstrekken van de subsidie worden voor de lessen godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs per te vormen groep de volgende normen gehanteerd:

    • groep 10 t/m 30 leerlingen

    • groepen 31 t/m 60 leerlingen

    • groepen 61 t/m 90 leerlingen,

    • en vervolgens 1 groep voor elke 30 leerlingen boven het aantal van 90.

  • 3.

    Bij het verstrekken van de subsidie worden voor het aantal groepen, zoals genoemd in lid 2, de leerlingen van de groepen 6 t/m 8 van een basisschool samengevoegd.

  • 4.

    Per gevormde groep komt niet meer dan één wekelijks lesuur voor een subsidie in aanmerking.

  • 5.

    Leerlingen, die wegens ziekte of om andere redenen verhinderd zijn de les bij te wonen, worden meegerekend, indien zij naar het oordeel van burgemeester en wethouders geacht kunnen worden regelmatig aan dit onderwijs deel te nemen.

Artikel 8 Aanvraag tot vaststelling subsidie

  • 1. Voor de vaststelling van de subsidie over een schooljaar zenden de in artikel 2 bedoelde instanties voor 1 november na afloop van het desbetreffende schooljaar aan burgemeester en wethouders voor elke school afzonderlijk een jaarverslag.

  • 2. Dit jaarverslag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de namen van de personen, belast met het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs dat werd gegeven;

    • b.

      het totaal aantal uren per lesweek gedurende welke godsdienst- of vormingsonderwijs werd gegeven;

    • c.

      de groepen, waarin deze lessen werden gegeven;

    • d.

      de dagen en uren, gedurende welke deze lessen werden gegeven;

    • e.

      de aantallen leerlingen die per groep de lessen hebben bijgewoond.

  • 3. Elke leerling mag voor de berekening van de subsidie slechts éénmaal worden meegeteld.

  • 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het in lid 1 genoemde jaarverslag voor akkoordverklaring voor te leggen aan de directeur van de betreffende basisschool.

Artikel 9 Verstrekken voorschotten

  • 1. Op verzoek van de in artikel 2 genoemde rechtspersonen kan een voorschot van 80% worden uitbetaald op de toe te kennen subsidie, die elke drie maanden, telkens voor een vierde gedeelte, beschikbaar wordt gesteld.

  • 2. Bij het verzoek om een voorschot wordt een schatting verstrekt van het aantal te geven lesuren per lesweek in het desbetreffende schooljaar.

  • 3. De instanties zijn gehouden het bij voorschot eventueel teveel ontvangen bedrag op eerste aanschrijving van burgemeester en wethouders in de gemeentekas terug te storten.

Artikel 10 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften vaststellen ter nadere uitvoering van deze verordening.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen.

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of waarin twijfels bestaan omtrent de uitvoering daarvan, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Citeertitel en datum inwerkingtreding

Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Verordening subsidie godsdienst- en vormingsonderwijs", treedt in werking per 1 augustus 2002.

Op dat tijdstip worden de "Verordening tot het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het geven van godsdienstonderwijs op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs in de gemeente Dalfsen" (van raadsbesluit d.d 15 september 1964 nr. 5009) van de gemeente Dalfsen en de "Verordening regelend het verlenen van subsidie ten behoeve van het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van openbare scholen voor basisonderwijs" (raadsbesluit R92-12-7 d.d. 2 december 1992) van Nieuwleusen, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 september 2002 De secretaris, de voorzitter,