Regeling vervallen per 01-03-2009

Beleidsregels vent- en standplaatsen gemeente Dalfsen

Geldend van 01-06-2002 t/m 28-02-2009

Intitulé

Beleidsregels vent- en standplaatsen gemeente Dalfsen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor vent- en standplaatsvergunningen;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 5.2.2 en 5.2.3 Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Dalfsen;

besluit:

de volgende beleidsregels vast te stellen.

Hoofdstuk I Algemeen

Artikel 1 Begrips- en reikwijdtebepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    venten: de uitoefening van handel, waarbij goederen en/of diensten aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden, dan wel het huis-aan-huis aanbieden van goederen en/of diensten, zoals ook omschreven in artikel 5.2.2 van de verordening;

  • b.

    standplaatsen: het te koop aanbieden van goederen vanaf een zelfde plaats, al dan niet gebruikmakend van fysieke hulpmiddelen als een kraam of een aanhangwagen, in de openbare ruimte, zoals ook omschreven in artikel 5.2.3 van de verordening;

  • c.

    innemen standplaats: een standplaats wordt ingenomen wanneer vanaf één bepaalde plaats langer dan één kwartier producten of diensten worden aangeboden;

  • d.

    verordening: Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Dalfsen.

Hoofdstuk II Permanente vent- en standplaatsvergunningen

Artikel 2 Aanvraag vergunning

Een vergunning wordt alleen verleend indien de aanvrager van de vergunning kan aantonen dat hij/zij in het bezit is van:

  • a.

    een bewijs van de inschrijving bij het Centraal Registratiekantoor voor de Ambulante handel;

  • b.

    een bewijs van verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid;

  • c.

    indien vereist voor de desbetreffende branche: een vestigingsvergunning van de Kamer van Koophandel.

Artikel 3 Woonkernen

Voor het verlenen van een vergunning is de gemeente opgedeeld in vijf woonkernen en één buitengebied, te weten:

  • a.

    Dalfsen;

  • b.

    Lemelerveld;

  • c.

    Hoonhorst;

  • d.

    Oudleusen;

  • e.

    Nieuwleusen

  • f.

    het buitengebied.

Artikel 4 Aantal af te geven vergunningen

  • 1. Voor de woonkernen Dalfsen, Lemelerveld en Nieuwleusen worden niet meer dan twee ventvergunningen en twee standplaatsvergunningen per dag afgegeven.

  • 2. Voor de woonkernen Hoonhorst en Oudleusen worden niet meer dan één ventvergunning en één standplaatsvergunning per dag afgegeven.

  • 3. Voor het buitengebied worden niet meer dan zes standplaatsvergunningen per dag verleend voor het te koop aanbieden en het verkopen van voor directe consumptie geschikte artikelen (ijs);

  • 4. Naast het maximaal af te geven vergunningen voor de woonkern Dalfsen, kunnen burgemeester en wethouders één standplaatsvergunning per dag verlenen voor het Burgemeester van Bruggenplein voor het te koop aanbieden en het verkopen van voor directe consumptie geschikte artikelen (ijs);

  • 5. Wanneer een vergunning voor een halve dag wordt aangevraagd, wordt de grens bij 13.00 uur gelegd.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Een vergunning voor het venten en voor het innemen van een standplaats wordt geweigerd als het maximum aantal vergunningen is verleend.

Artikel 6 Locaties

  • 1. Voor het innemen van een standplaats wordt alleen vergunning verleend op de zeven daarvoor aangewezen standplaatslocaties binnen de woonkernen en zes standplaatslocaties in het buitengebied.

  • 2. Deze locaties zijn:

    • a.

      Dalfsen: hoek Pleijendal/Wilhelminastraat en het Burgemeester van Bruggenplein;

    • b.

      Lemelerveld: Kroonplein;

    • c.

      Hoonhorst: hoek Kerkstraat/ Lage Weide;

    • d.

      Oudleusen: J. Schaapmanstraat parkeerplaats met informatiebord;

    • e.

      Nieuwleusen-Noord: het Zandspeur voor de basisschool De Zaaier;

    • f.

      Nieuwleusen-Zuid: parkeerplaats aan Westeinde 4, naast Plusmarkt Lip

    • g.

      Buitengebied:

      • -

        Parallelstraat te Lemelerveld;

      • -

        Stationsweg;

      • -

        De Uithoek;

      • -

        Splitsing Weerdhuisweg/Lemelerveldseweg;

      • -

        Splitsing Koepelallee/Marshoekersteeg;

      • -

        De Stokte (nabij stortplaats).

  • 3. De standplaatslocaties die zijn gesitueerd op particulier terrein (onder c en f) kunnen alleen met toestemming van de eigenaar worden ingenomen. Geeft de eigenaar geen toestemming, dan kan standplaats worden ingenomen op een nader door het college te bepalen plaats.

  • 4. Een standplaatsvergunning wordt in verband met de wekelijkse warenmarkt in de woonkern Dalfsen niet verstrekt voor de locatie genoemd in lid 2 onder a op donderdagochtend tot 13.00 uur.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan ingevolge bijzondere omstandigheden en/of onverwachte situaties afwijken van de aangewezen standplaatsen.

Artikel 7 Geldigheidsduur

  • a. Vergunningen worden per woonkern voor maximaal 1 kalenderjaar verleend;

  • b. Het college van burgemeester en wethouders verleent geen vent- en standplaatsvergunningen voor de zondag, met uitzondering van de standplaatsenvergunningen voor in het buitengebied en de standplaatsvergunningen voor op het Burgemeester van Bruggenplein;

  • c. De standplaatsenvergunningen voor in het buitengebied en de standplaatsvergunningen voor op het Burgemeester van Bruggenplein worden voor de periode van 1 mei tot 1 oktober verleend.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen voor standplaatsvergunningen

  • 1. Aan een standplaatsvergunning worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      De vergunninghouder dient zelf aanwezig te zijn. Hij kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een bij hem in dienst zijnd persoon;

    • b.

      Een vergunninghouder dient de omgeving van de locatie schoon te houden en schoon achter te laten;

    • c.

      Wanneer tenminste drie achtereenvolgende keren, dan wel vijf maal gedurende twee opeenvolgende maanden, geen gebruik van de standplaatsvergunning wordt gemaakt, dan kan de vergunning worden ingetrokken.

  • 2. Aan de standplaatsvergunning voor in het buitengebied en voor op het Burgemeester van Bruggenplein worden tevens de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      De in te nemen standplaats mag maximaal twee vierkante meter bedragen;

    • b.

      de standplaats mag uitsluitend worden ingenomen van donderdag tot en met zondag, met uitzondering van de schoolvakanties. Tijdens de schoolvakanties mag de standplaats elke dag worden ingenomen.

  • 3. In de vergunning worden verder nog voorschriften opgenomen over:

    • a.

      Het tijdstip vanaf wanneer de standplaats kan worden ingenomen en moet zijn verlaten;

    • b.

      Welke goederen of diensten mogen worden aangeboden;

    • c.

      De locatie;

    • d.

      De geldigheidsduur van de vergunning.

Artikel 9 Voorschriften en beperkingen ventvergunningen

  • 1. Aan een ventvergunning kunnen de volgende voorschriften verbonden worden:

    • a.

      Een venter dient zelf aanwezig te zijn. Hij kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een bij hem in dienst zijnd persoon;

    • b.

      Tijdens het venten mag geen standplaats worden ingenomen;

    • c.

      Een venter dient zorg te dragen voor het afvoer van zijn eigen afval;

    • d.

      Wanneer tenminste drie achtereenvolgende keren, dan wel vijf maal gedurende twee opeenvolgende maanden, geen gebruik van de ventvergunning wort gemaakt, dan kan de vergunning worden ingetrokken.

  • 2. In de vergunning worden verder nog voorschriften opgenomen over:

    • a.

      De dagdelen en tijdstippen waarop van de vergunning gebruik mag worden gemaakt;

    • b.

      Welke goederen of diensten aangeboden mogen worden;

    • c.

      De geldigheidsduur van de vergunning.

Hoofdstuk III Incidentele vent- en standplaatsvergunningen

Artikel 10 Incidentele standplaatsen

  • 1. Voor incidentele standplaatsen wordt alleen in bijzondere gevallen vergunning verleend op een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats.

  • 2. Voor een incidentele standplaats komen alleen in aanmerking:

    • a.

      verenigingen met een ideële of politieke grondslag;

    • b.

      instellingen die voorlichting geven en preventiewerk verrichten op het gebied van de volksgezondheid;

    • c.

      activiteiten die de veiligheid van personen en goederen bevorderen.

  • 3. De onder lid 2 genoemde instellingen/personen dienen een wettelijk aansprakelijkheidsverzekering te hebben.

Artikel 11 Incidenteel venten

  • 1. Voor incidenteel venten wordt alleen vergunning verleend als nog niet aan het maximaal aantal te verlenen ventvergunningen is voldaan.

  • 2. De aanvrager moet in het bezit zijn van:

    • a.

      een bewijs van de inschrijving bij het Centraal Registratiekantoor voor de Ambulante handel;

    • b.

      een bewijs van verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid;

    • c.

      indien vereist voor de desbetreffende branche: een vestigingsvergunning van de Kamer van Koophandel.

Hoofdstuk IV Slotartikelen

Artikel 12 Overgangsbepaling

  • 1. Op de standplaatsvergunning verleend op naam van de heer E.F. Pot (Vof De Smulpot) voor de verkoop van snacks en frites op woensdag aan de Polhaarweg en op donderdag aan de Plaatskamp van 17.15 uur tot 23.00 uur is het overgangsrecht van toepassing;

  • 2. De standplaatsvergunning verleend op naam van de heer A. van de Wetering voor de verkoop van ijs voor de gehele week, is het overgangsrecht van toepassing.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht af te wijken van bovenstaande beleidsregels.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2002.

  • 3.

    Op dat tijdstip worden de beleidsregels voor vent- en standplaatsvergunningen van de gemeente Dalfsen, vastgesteld op 11 september 2001, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 juni 2002,
de secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Artikel 1 Begrips- en reikwijdtebepalingen

De S.R.V.-wagen en de hieraan verwante bezorgende winkels vallen niet onder dit beleid, omdat dergelijke wagens reeds sinds lange tijd een bekend en algemeen aanvaard fenomeen zijn. Daarnaast vervullen deze wagens een duidelijk maatschappelijke taak, namelijk het verschaffen van een eerste levensbehoefte aan huis.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

De aanvrager moet aan een aantal vereisten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een vergunning.

Artikel 3 Woonkernen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 4 Aantal af te geven vergunningen

1.In het vent- en standplaatsenbeleid is een maximumstelsel opgenomen ter voorkoming van overlast en ter bescherming van de openbare orde, de verkeersvrijheid- en veiligheid en het uiterlijk aanzien van de gemeente. De standplaatsen dienen verdeelt te worden over de locaties:

  • -

    op elke locatie in Nieuwleusen maximaal één standplaats;

  • -

    maximaal twee standplaatsen op de locatie Pleijendal/Wilhelminastraat;

  • -

    maximaal één standplaats op het Burgemeester van Bruggenplein voor het te koop aanbieden en het verkopen van voor directe consumptie geschikte artikelen (ijs);

  • -

    maximaal één standplaats per locatie in het buitengebied voor het te koop aanbieden en het verkopen van voor directe consumptie geschikte artikelen (ijs).

Overlast

Om te voorkomen dat de inwoners van Dalfsen onnodig worden belast doordat er regelmatig venters aan de deur komen of doordat er her en der standplaatsen ingenomen wordt, is er een maximumstelsel opgenomen in het beleid. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende kernen en het buitengebied. In de grotere kernen zijn meer venters en standplaatshouders gewenst dan in de kleinere kernen.

Openbare orde en verkeersvrijheid- en veiligheid

Standplaatsen en venters hebben een verkeersaantrekkend karakter (overstekende voetgangers, fietsers, geparkeerde auto’s). Dit kan gemakkelijk leiden tot overlast voor de omgeving en dan kan de openbare orde in het gedrang komen.

Uiterlijk aanzien van de gemeente

Wanneer één of meer standplaatsen worden ingenomen op een bepaalde plaats, kan dit het straatbeeld ernstig verstoren. Door het aantal standplaatsen te beperken, kan voorkomen worden dat er een verkapte markt wordt gevormd. Daarnaast moet worden gedacht aan het waarborgen van monumentale gebouwen.

Bestemmingsplan

Bij de beoordeling van een aanvraag voor een standplaatsvergunning dient gelet te worden op de voorschriften die uit het bestemmingsplan voortvloeien.

Verzorgingsniveau

In beginsel is de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier geen reden om een vergunning voor een standplaats of voor het venten te weigeren. Indien blijkt dat binnen het verzorgingsgebied in een bepaalde branche nog slechts één winkel is gevestigd die door de concurrentie van een venter of standplaatshouder ten onder dreigt te gaan, kan het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komen. De winkelier moet aan de hand van zijn boekhouding aantonen dat de levensvatbaarheid van zijn winkel in gedrang is. In een dergelijk geval kan een vergunning worden geweigerd. Deze weigeringsgrond is niet in de beleidsregels opgenomen, omdat dit bijna niet voorkomt.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Indien het maximum aantal vent- en standplaatsvergunningen is verleend, worden de nieuwe aanvragen geweigerd. Het maximumstelsel is gebaseerd op de in de Apv genoemde weigeringsgronden.

Ten aanzien van standplaatsen geldt het bestemmingsplan en het verzorgingsniveau ook als weigeringsgrond.

Artikel 6 Locaties

Een concentratie van standplaatsen leidt tot eenheid en herkenbaarheid, beperking van de overlast en waarborgt de verkeersveiligheid en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

Op donderdagochtend wordt in Dalfsen de wekelijkse warenmarkt gehouden. De parkeerplaats bij de R.K.-kerk wordt dan gebruikt voor bezoekers van de markt. Wanneer dan ook standplaatsen zouden worden ingenomen, kan de verkeersveiligheid en de verkeersvrijheid in combinatie met de openbare orde in het gedrang komen. Daarom wordt geen standplaatsvergunning voor de donderdagochtend in Dalfsen afgegeven.

Artikel 7 Geldigheidsduur

De vergunninghouders moeten ieder jaar opnieuw vergunning aanvragen. De vergunningen als bedoeld onder b. zijn bedoeld voor het te koop aanbieden voor directe consumptie geschikte artikelen. Op deze locaties kan uitsluitend in de periode van mei tot oktober standplaats worden ingenomen.

De Winkeltijdenwet is van toepassing op het uitoefenen van een bedrijf, anders dan in een winkel, en dus op venters en standplaatshouders. Zij mogen dus van 6.00 tot 22.00 uur hun waren verkopen.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen voor standplaatsvergunningen

Aan de standplaatsvergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden ter bescherming van de openbare orde en de verkeersveiligheid en ter voorkoming van overlast.

Artikel 9 Voorschriften en beperkingen ventvergunningen

Aan de ventvergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden ter bescherming van de openbare orde en de verkeersveiligheid en ter voorkoming van overlast.

Artikel 10 Incidentele standplaatsen

De aanvragen voor het incidenteel innemen van een standplaats door instellingen/personen zoals bedoeld in lid 2, worden niet getoetst aan het maximumstelsel.

Artikel 11 Incidenteel venten

Elk jaar komen er aanvragen van ambulante handelaren voor een ventvergunning voor één dag of een week. Deze aanvragen worden getoetst aan het maximumstelsel.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Ten aanzien van een tweetal vergunningen is een uitsterfbeleid van kracht. Er wordt door één vergunninghouder op andere dan de aangewezen locaties in artikel 6, standplaats ingenomen. De in lid 2 genoemde standplaatshouder neemt ook op andere dan in artikel 4 genoemde dagen standplaats in. De vergunningen zijn persoonsgebonden en niet overdraagbaar. Dit betekent, dat wanneer de betrokkene geen belang meer heeft bij de vergunning, de vergunning wordt ingetrokken en voor deze locaties of voor die dagen geen nieuwe vergunning wordt verleend.

Artikel 13 Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.