Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2013

Geldend van 25-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2013

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2012, nummer 89;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2013

Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins, rechtens moeten worden gedoogd;

  • 2.

    voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • 3.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 4.

    wegwijzers of soortgelijke voorwerpen van de ANWB op gemeentegrond en daarmee op één lijn te stellen lichamen;

  • 5.

    brievenbussen ten dienste van TNT-post;

  • 6.

    naamborden of naamplaten, niet meer vermeldende dan de naam van de bewoner en het beroep of bedrijf, aangebracht plat tegen de gevel van de percelen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 5.

    Voor de toepassing van het vierde lid wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De "Verordening Precariobelasting 2012" van de gemeente Dalfsen, vastgesteld op 19 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2012”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 1 november 2012.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

drs. H.C.P. Noten N.A. IJnema

TARIEVENTABEL

Tarieventabel, behorende bij de “Verordening precariobelasting 2013”.

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1

Het tarief bedraagt voor het hebben van een terras waarvoor geen privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen, per m²:

1.1.1

per dag

0,60

1.1.2

per week

1,30

1.1.3

per maand

2,65

1.1.4

per jaar

22,55

Hoofdstuk 2 Aankondigingsborden en automaten

2.1

Het tarief bedraagt voor het hebben van (licht) reclame- of andere aankondigings- borden alsmede voor het hebben van automaten per object per m²:

2.1.1

per week

1,40

2.1.2

per maand

3,30

2.1.3

per jaar

39,50

Hoofdstuk 3 Wekelijkse warenmarkt

3.1

Het tarief bedraagt voor het hebben van kramen, auto’s, verkoop- en winkelwagens, als voor goederen die op de grond ten verkoop worden uitgestald, op de wekelijkse warenmarkt, als bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 11, van de Algemene plaatselijke verordening per 4m¹:

3.1.1

standplaatsgeld per dag

0,90

3.1.2

standplaatsgeld per week

4,40

3.1.3

standplaatsgeld per halfjaar

75,90

3.1.4

standplaatsgeld per jaar

112,75

3.2.1

Het tarief bedraagt voor elektriciteit per standplaats

3.2.1

per dag

0,45

3.2.2

per week

2,20

3.2.3

per half jaar

54,30

3.2.4

per jaar

108,45

Hoofdstuk 4 Standplaatsen

4.1

Het tarief bedraagt voor het hebben van kramen, auto’s, verkoop- en winkelwagens, als voor goederen die op de grond ten verkoop worden uitgestald, als bedoeld in hoofdstuk 5 afdeling 4 van de Algemene plaatselijke verordening, artikel 5:16 en 5:17 waarvoor nadere regels zijn gesteld in de beleidsregels standplaatsvergunningen, per m2.

4.1.1

standplaatsgeld per dag

0,60

4.1.2

standplaatsgeld per week

1,30

4.1.3

standplaatsgeld per halfjaar

10,20

4.1.4

standplaatsgeld per jaar

22,55

4.2.1

Het tarief bedraagt voor elektriciteit per standplaats:

4.2.1

per dag

0,45

4.2.2

per week

2,20

4.2.3

per half jaar

54,30

4.1.4

per jaar

108,45

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 1 november 2012.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

drs. H.C.P. Noten N.A. IJnema

Inhoudsopgave

Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Belastbaar feit

Artikel 3 Belastingplicht

Artikel 4 Vrijstellingen

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Artikel 7 Belastingtijdvak

Artikel 8 Wijze van heffing

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Artikel 10 Termijnen van betaling

Artikel 11 Kwijtschelding

Artikel 12 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeerartikel

TARIEVENTABEL

Tarieventabel, behorende bij de “Verordening precariobelasting 2013”.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Aankondigingsborden en automaten

Hoofdstuk 3 Wekelijkse warenmarkt

Hoofdstuk 4 Standplaatsen