Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014

Geldend van 24-12-2013 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2013, nummer 120;

gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de: “Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • 2.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater;

  • 3.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een direct belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater;en

  • b

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1 De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel;

  • 2 Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Een garagebox wordt in het kader van deze verordening niet als zelfstandig eigendom aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

De belasting bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt per perceel € 129,60.

Artikel 7

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

  • 2. Ter zake van percelen, die na de aanvang van het belastingjaar worden aangesloten op de gemeentelijke riolering, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Van deze percelen wordt als genothebbende aangemerkt degene, die op de datum waarop de aansluiting tot stand is gebracht, als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden voldaan in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 4. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

Artikel 11 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan andere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening rioolheffing 2013” van 1 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing 2014”

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2013.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
drs. H.C.P. Noten J. Leegwater MSc

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Aard van de belasting

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Artikel 6 Belastingtarieven

Artikel 7

Artikel 8 Wijze van heffing

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Artikel 10 Termijnen van betaling

Artikel 11 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel