Handhavings- en sanctiebeleid Drank- en Horecawet

Geldend van 23-09-2014 t/m heden

Intitulé

Handhavings- en sanctiebeleid Drank- en Horecawet

1 Inleiding

1.1 Doel en achtergrond nota

De invoering van de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) per 1 januari 2013 heeft verschillende consequenties. Met de DHW beoogt het kabinet o.a. het tegengaan van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en het terugdringen van de administratieve lasten voor ondernemers. De burgemeester is belast met de uitvoering van de DHW. Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat het toezicht op de DHW is overgegaan van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit naar gemeenten.

De DHW wijzigt per 1 januari 2014 opnieuw. Een belangrijke wijziging is dan de verhoging van de leeftijdsgrens van zestien naar achttien jaar.

Op basis van de visie/ambitie die een gemeente heeft op o.a. alcoholmatiging, jeugdbeleid, (para)commerciële horeca, etc. kan bepaald worden hoe toezicht en handhaving wordt ingevuld.

Wanneer de regels van de DHW, de gemeentelijke verordening of voorschriften uit vergunningen niet worden nageleefd, kan de gemeente handhavend optreden door bijv. te waarschuwen voor mogelijke sancties of ingrijpender maatregelen te nemen zoals schorsing of sluiting.

In de toezichtstrategie is de wijze waarop doelgroepen benaderd worden een onderdeel. Twee stijlen zijn:

  • -

    Door overleg en samenwerking met drankverstrekkers komen tot betere naleving van de DHW en als dit niet werkt handhavend optreden. De doelgroep weet waarom de regels er zijn.

  • -

    Direct sanctionerend optreden, zonder voorfase van overleg en afstemming. De sanctie heeft een afschrikkende werking.

1.2. Leeswijzer

In hoofdstuk 2 is de visie en ambitie van de gemeente Dalfsen met betrekking tot toezicht en handhaving op de DHW uitgewerkt. In hoofdstuk 3 worden de mogelijkheden benoemd om toezicht uit te voeren en hoe Dalfsen het aanpakt. Waar wordt toezicht gehouden, wie gaat het doen en hoeveel gaan we doen? Als er overtredingen worden geconstateerd kan er vervolgens op verschillende manieren gehandhaafd worden, de DHW heeft hiervoor meerdere sanctiemogelijkheden. Een uitwerking hiervan staat in hoofdstuk 4.

2 Visie/ambitie

2.1 Inleiding

Het toezichtkader voor de DHW begint met visie/ambitie en dat vormt de basis voor de uitvoering. Het toezichtkader biedt randvoorwaarden en eenduidigheid in toezicht.

2.2 Ambitie Dalfsen

In het bestuursprogramma van Dalfsen is opgenomen: ‘we gaan voor een leefbare en veilige samenleving’. Dit kan ook van toepassing worden verklaard op de DHW. De insteek van Dalfsen is om het huidige drank- en horecabeleid te continueren en met kleine aanpassingen in een nieuwe verordening om te zetten. Aangezien het toezicht de op de DHW een nieuwe taak voor de gemeente is en er weinig financiële middelen zijn (zie § 2.3), zal toezicht effectief en efficiënt ingezet moeten worden.

Daarbij is de wens om middels het preventieve spoor goed duidelijk te maken aan horecaondernemers wat de regels zijn en hoe het beleid in elkaar steekt. Daarachter wordt een strak sanctie- en handhavingsbeleid gevoerd. Bij het niet naleven van regels zal afhankelijk van de soort overtreding gehandhaafd worden.

De uitgangspunten en ambities van Dalfsen voor toezicht en handhaving zijn:

  • ·

    Naleving van de normen uit de DHW en het behouden/verhogen van naleefniveau van regels door doelgroepen.

  • ·

    Bedrijven en burgers zijn in eerste aanleg zelf verantwoordelijkheid voor regelnaleving, zoveel mogelijk zelfregulering toepassen.

  • ·

    Er wordt eerst ingezet op het preventieve spoor, toezicht en handhaving wordt ingezet om regelnaleving te verbeteren.

  • ·

    Waar nodig treedt de gemeente bij niet-naleving consequent en hard op. Wie niet mee wil werken aan eigen verantwoordelijkheid en zelfregulering, moet voelen. Daarom: lik op stuk beleid hanteren.

  • ·

    Verdere professionalisering van toezicht en handhaving, versterken van de ontwikkelcyclus.

2.2.1 Hoofdlijn toezichtonderdelen

Het toezicht kan zich vele onderwerpen richten. Zo kan toezicht worden gehouden op de bedrijfsvoering en inrichting van horecazaken, op horecavergunningen, op leeftijdscontroles, etc.

Slim toezicht houden is risicogericht toezicht houden. Door het toezicht gericht in te zetten op alcoholgerelateerde problemen verbetert de regelnaleving. Aan de hand van het verleden kan bekeken worden waar zich problemen hebben voorgedaan. In de notitie Alcoholpreventie Jeugd 2012-2015 is de volgende ambitie geformuleerd: ‘geen alcoholgebruik door jongeren onder de 16 en een matiging van het alcoholgebruik door jongeren van 16 tot en met 23 jaar’.

Dit leidt al snel tot de conclusie dat één van de belangrijkste onderdelen voor toezicht de leeftijdsgrenzencontroles worden. Dit sluit aan bij de lijn die de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit de afgelopen jaren ook telkens heeft gevolgd.

2.3 Financiën

De DHW is een nieuwe taak voor gemeenten. Voor de uitvoering van toezicht en handhaving heeft een financiële compensatie plaatsgevonden in het gemeentefonds in de periode 2007-2011. Er is structureel 220 miljoen euro aan het gemeentefonds toegevoegd als compensatie voor extra lasten van gemeenten voor veiligheid. Ook de DHW valt hier onder. Voor Dalfsen gaat het om een bedrag van iets meer dan € 200.000,- structureel. Dit is echter voor alle taakvelden binnen veiligheid, dus niet alleen DHW. Er was geen apart bedrag gereserveerd voor het implementeren, uitvoeren en houden van toezicht van de DHW. In de programmabegroting is vanaf 2014 structureel een bedrag van € 15.000,- opgenomen voor handhaving. Dat bedrag zal worden gebruikt voor het daadwerkelijk toezicht houden bij horeca, etc. Daarbij zal de nadruk liggen op leeftijdsinspecties, maar zullen ook andere controles worden gedaan.

2.4 Doelen en indicatoren

Het primaire doel van de gewijzigde DHW is het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren en alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde aanpakken. Handhaving van de DHW en de gemeentelijke verordening moet daaraan bijdragen.

2.4.1 Meerjarig doel: wat willen we bereiken en hoe meten we dat?

Dalfsen heeft als missie dat jongeren onder de achttien jaar (in 2013 nog zestien jaar) geen alcohol drinken. Een ander onderdeel van onze missie is alcoholmatiging. De ambitie voor de komende jaren is aan de hand van de lokale cijfers in de Gezondheidsmonitor, de lokale signalen en in overleg met de GGD vertaald in een aantal meetbare meerjarige doelstellingen. Onderstaande doelen zijn overgenomen uit het gemeentelijk preventiebeleid.

Indicator

Bron

Nulmeting

2014

2015

2016

2017

Mystery onderzoek

Evaluatie DHW

In 2013: 0

1

1

1

1

De omvang van de groep 16-23 jarigen die vaak en veel drinkt

Gezondheidsmonitor

2011: 21%

-

< 17%

-

-

De omvang van de groep 12-15 jarigen die alcohol drinkt

Gezondheidsmonitor

2011: 11%

-

< 11%

-

-

Percentage ouders van 12-15 jarigen dat het alcoholgebruik van hun kind goed vindt of er niets van zegt

Gezondheidsmonitor

2011: 36%

-

< 30%

-

-

Aan de hand van de uitkomst van de Gezondheidsmonitor 12-23 jarigen (2015) van de GGD IJsselland wordt bepaald of deze doelstellingen zijn behaald. De doelstellingen voor de periode vanaf 2015 zullen in het nieuwe preventie- en alcoholmatigingsbeleid worden opgenomen.

2.4.2 Toekomst

Het vaststellen van een nota met de uitgangspunten voor toezicht en handhaving van de DHW is één ding, daarna moet ook bekeken worden of het succesvol is gebleken en of het beleid mogelijk aangepast moet worden.

Het jaar 2014 zal daarbij ook worden gezien als een leerjaar. Daarom zal er na ongeveer een jaar (eerste helft 2015) een evaluatie plaatsvinden, gelijktijdig met de evaluatie van de in december 2013 vastgestelde drank- en horecaverordening. Dan zal in elk geval een eerste indruk mogelijk moeten zijn of er voldoende toezicht is, toezicht op de juiste plekken, etc.

3 Toezichtstrategie

3.1 Inleiding

De toezichttaak is veel omvattend. Er moet worden bepaald bij welke locaties de gemeente toezicht uit wil voeren, hoe intensief dat moet gebeuren, wanneer controles plaats moeten vinden, etc. Dat wordt in dit hoofdstuk als toezichtstrategie uitgewerkt.

3.2 Hoe ging toezicht in het verleden?

Zoals reeds vermeld werd voorheen het toezicht op de DHW uitgevoerd door de NVWA. Om een beeld te geven over het aantal inspecties dat door hen in Dalfsen is uitgevoerd, is hieronder een overzicht opgenomen van de controles die in totaal in de periode 2009 - 2011 zijn uitgevoerd.:

Overzicht aantal inspectie s en maatregelen door NVWA 2009-2011

Inspectieonderwerp

Aantal inspecties

Aantal opgemaakte boeterapporten

Aantal opgemaakte schriftelijke waarschuwingen

Leeftijdsgrenzen

48

2

3

Handhaving

18

2

3

Verkenning

30

0

0

Vergunningcontrole

4

0

3

Verkoopverboden

0

0

0

TOTAAL

52

2

6

Toelichting bij overzicht:

  • ·

    Leeftijdsgrenzencontrole: er worden verkenningen en handhavingsinspecties uitgevoerd. Verkenningen worden anoniem uitgevoerd en hebben als doel de hot spots na te gaan en te achterhalen op welke dagen en tijdstippen een handhavinginspectie zinvol is. De handhavingsinspectie richt zich op het opsporen van overtredingen van artikel 20 DHW.

  • ·

    Vergunningcontrole: de vergunningcontrole wordt uitgevoerd bij vergunningplichtige bedrijven en richt zich op de controle van de vergunning en de daaraan gekoppelde regels, bijvoorbeeld de aanwezigheid van de leidinggevende.

  • ·

    Verkoopverboden: de DHW kent diverse verkoopverboden. Zo mag een tankstation geen alcohol verkopen en een supermarkt geen sterke drank. Tijdens deze controle wordt gecontroleerd op dit verbod.

Toezicht op de inrichtingseisen van horecabedrijven (bijv. ventilatie, aantallen toiletten, etc.) werd in die jaren en tegenwoordig nog steeds gedaan door de afdeling Milieu en Bouwen van de gemeente. Dit geldt ook voor toezicht op illegale horeca-activiteiten (strijdig gebruik bestemmingsplan etc.).

3.3 Waar en wat controleren?

De DHW-toezichthouder heeft te maken met twee vormen van toezicht: basiscontroles en specifieke controles.

  • 1)

    Onder basiscontroles vallen de controles op horeca-inrichtingen en evenementen en richt zich dus op DHW-regels voor de drankverstrekkende inrichtingen (horeca, paracommerciële horeca, slijterijen, supermarkten, cafetaria’s) en evenementen waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Daarbij gaat het vooral over de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing en het voldoen aan de voorschriften. Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankverstrekker, waardoor ook voorlichtings- en bewustwordingsinstrumenten zijn in te zetten.

  • 2)

    Onder de specifieke controles valt de controle op de leeftijdsgrenzen. Leeftijdsgrenzeninspecties bij drankverstrekkers richt zich op het controleren van verstrekking van zwak alcoholhoudende drank aan een jongere onder de 16 jaar (vanaf 2014 18 jaar), of van sterk alcoholhoudende drank aan een jongere onder de 18 jaar.

Zoals in hoofdstuk 2 benoemd is één van de pijlers onder het beleid in Dalfsen het uitvoeren van toezicht op leeftijdsgrenzen. Dit is in 3 terreinen te verdelen:

  • a)

    Leeftijdgrenscontrole, gebruik ter plaatse (bijv. café, restaurant)

  • b)

    Leeftijdgrenscontrole, bij evenementen

  • c)

    Leeftijdgrenscontrole, gebruik elders dan ter plaatse (o.a. supermarkt)

3.4 Wie gaat toezicht houden?

Voor toezichthouders op de DHW geldt een bekwaamheidseis. Zij moeten na een opleiding van ca. 15 dagen het DHW-examen behalen dat wordt afgenomen door de examencommissie toezichthouder Drank- en Horecawet van de NVWA. Daarnaast moet de toezichthouder Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) zijn.

Omdat een groot deel van de controles ’s avonds en ’s nachts in het weekeinde zullen plaatsvinden, moet i.v.m. veiligheid in tweetallen worden gewerkt. Dit legt een onevenredig grote druk op de eigen formatie voor toezicht en vergt een grote pool van toezichthouders.

De taken uit de DHW kan de gemeente zelfstandig uitvoeren of in samenwerking met andere gemeenten. Dat kan zijn binnen een bestaand of nieuw in te richten samenwerkingsverband. In veel gemeenten bestaat de kans op het ‘waterbed-effect’: een verschuiving van een probleem naar omringende gemeenten. Strikte sluitingstijden kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat de drinkende jeugd uitwijkt naar buurgemeenten. Daarom verdient het voor specifieke onderwerpen of activiteiten aanbeveling om regionale samenwerking op gang te brengen. Daarnaast biedt regionale samenwerking de kans om bijvoorbeeld denkkracht te bundelen en het draagvlak in de regio te versterken. Het college heeft gelet op bovenstaande in maart 2013 besloten om het toezicht en handhaving op de DHW:

  • -

    intergemeentelijk/regionaal te organiseren;

  • -

    op de schaal van de hele regio IJsselland vorm te geven.

Uitvoering zal gedaan worden onder de vlag van de Regionale Uitvoeringsdienst die zich sinds 1 januari 2013 al met milieutaken bezighoudt. Er wordt binnen de regio een kennispunt Drank en Horeca opgericht (gemeente Zwolle). Afgesproken is dat de controles zich beperken tot alcoholmatiging onder de jeugd (leeftijdscontroles) en dat andere controles niet worden uitgevoerd (kan de gemeente wel zelf doen). Samenwerking vindt plaats op basis van RUD-condities. Dit betekent dat een gezamenlijk tarief is afgesproken en dat het kwaliteitsniveau van de controles beschreven is in een Producten- en Dienstencatalogus (PDC). Zie verder bijlage 1 voor achtergronden over de RUD-samenwerking.

3.4.1 Mystery onderzoek

Om een objectief beeld te krijgen van de alcoholverkoop zal in 2014 in de gemeente een zogenaamd ‘mystery guest onderzoek’ worden uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek proberen jongeren alcohol te kopen zonder dat zij hiervoor de vereiste leeftijd hebben bereikt. Het onderzoek kan een goed beeld geven van de naleving van de DHW en de gemeentelijke verordening. De uitkomsten van het mystery-onderzoek kunnen als input dienen voor het bepalen van verdere controles.

3.5 Hoeveel toezicht?

Er is in kaart gebracht welke hotspots er zijn. Dit zijn locaties waar de doelgroep (jeugd) frequent komt voor de aankoop van alcoholhoudende drank. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van alle verkooppunten van alcohol. Het is niet mogelijk om alle locaties te controleren (horeca, supermarkten,

slijterijen, sportkantines, evenementen, cafetaria’s). Daarom zal jaarlijks een selectie worden gemaakt van de te controleren locaties.

Er is € 15.000,- beschikbaar voor handhaving. Hiervoor kan een beperkt aantal controles worden gedaan. Voor uit te voeren leeftijdscontroles door de RUD wordt een Producten- en Dienstencatalogus (PDC) gebruikt. Hierin staat per soort controle wat er wordt gedaan, hoeveel uren worden besteed en hoeveel het kost. Hierbij wordt rekening gehouden met het uitvoeren van toezicht in tweetallen, het uitvoeren van hercontroles, voorbereidingstijd, verwerking etc.

Als rekening wordt gehouden met het beschikbare budget komt er het volgende uit:

Product

Man-uren controle

aantal pers.

uurtarief

aantal benodigde controles per locatie

kosten product (=incl. aantal personen, uurtarief, aantal controles)

aantal locaties voorstel

totaal kosten

gebruik ter plaatse

4,5

2

€ 55,00

4

€ 990,00

10

€ 9.900,00

gebruik elders dan ter plaatse

3

1

€ 55,00

4

€ 660,00

3

€ 1.980,00

evenementen < 2000 bezoekers

4,5

2

€ 55,00

1

€ 247,50

4

€ 990,00

evenementen 2000-20.000 bezoekers

7,5

2

€ 55,00

2

€ 412,50

1

€ 412,50

evenementen > 20.000 bezoekers

10,5

2

€ 55,00

3

€ 577,50

0

€ 0,00

totaal

€ 13.282,50

totaal beschikbaar

€ 15.000,00

Uit dit overzicht blijkt dat er nog budget over is, dit zal worden aangewend voor controles die zich niet richten op leeftijdscontroles (bijv. vergunningvoorwaarden, schenktijden, bedrijfsvoering etc.).

3.6 Wanneer toezicht?

In overleg met de Regionale Uitvoeringsdienst zal nog nader worden bepaald op welke locaties en welke data toezicht wordt gehouden. Hiervoor zal een planning worden opgesteld, om te voorkomen dat alle controles bijvoorbeeld pas in de laatste maanden van 2014 zullen zijn.

3.7 Toezicht door horeca en eigen verantwoordelijkheid

De gemeente kan zoals gezegd niet alles controleren. Er is ook een grote rol weggelegd voor de horeca zelf. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid om de regels van de DHW na te leven.

Het kan bij o.a. evenementen lastig zijn om toezicht te houden op alcoholverstrekking aan de vele bezoekers. Als er honderden of zelfs duizenden mensen aanwezig zijn is het moeilijk om alles in de gaten te houden. De gemeente kan en zal hierbij ondersteunen door informatieverstrekking, samen in overleg te gaan hoe dit met beste opgepakt kan worden, etc.

Mede met het oog op de toezicht- en handhavingstaak die bij de gemeenten is gelegd, willen wij in gesprek met de alcoholverstrekkers (horecaondernemers, besturen van sportverenigingen, eigenaren van supermarkten) over het verstrekken van alcohol aan jongeren onder de 18 en over het ‘doorschenken’ wanneer jongeren (18+) al duidelijk een slok teveel op hebben.

3.8 Taken gemeente en politie

Naast de gemeente, heeft ook de politie een toezichts- en handhavingstaak. Politieambtenaren zijn bevoegd strafrechtelijk een geldboete op te leggen wanneer zij jongeren onder 18 jaar op publiek toegankelijke plaatsen aantreffen die alcoholhoudende drank aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben. Daarnaast kan de politie verbaliseren op grond van de Wet op Economische Delicten (zoals bijvoorbeeld in het geval van het schenken van alcohol in een horecabedrijf aan dronken klanten). Daarnaast heeft de politie een signaleringsfunctie zodat de gemeente, samen met de politie, gericht (bijvoorbeeld op hotspots) kan optreden. De gemeente zal nog concrete afspraken maken met de politie over verdeling van taken en inzet van toezichthouders.

3.9 Toezicht overige horeca-activiteiten

Naast direct toezicht op eisen uit de DHW, is er meer toezicht op horeca-activiteiten. Toezicht op de inrichtingseisen van horecabedrijven (bijv. ventilatie, aantallen toiletten, etc.) werd en wordt nog steeds gedaan door de afdeling Milieu en Bouwen van de gemeente.

Daarnaast wordt er ook capaciteit gereserveerd voor toezicht op illegale horeca-activiteiten. Te denken valt aan locaties zoals schuren waar mogelijk feestjes worden georganiseerd (al dan niet met alcohol). Dit kan zowel strijdig zijn met de DHW (geen horecavergunning) als het geldende bestemmingsplan. Bovendien is dit oneerlijke concurrentie tegenover de gevestigde horeca.

4 Sanctiestrategie

4.1 Inleiding

De sanctiestrategie is een belangrijk onderdeel van de handhaving. In de sanctiestrategie is vastgelegd hoe de gemeente reageert wanneer zij constateert dat regels uit de DHW, de gemeentelijke verordening of voorschriften die verbonden zijn aan de DHW-vergunningen en ontheffingen niet worden nageleefd. Het belang van een sanctiestrategie is dat een gemeente vooraf kenbaar maakt hoe ze gebruik maakt van de bevoegdheid tot het opleggen van sancties. Daarbij is van belang deze bevoegdheid te gebruiken met inachtneming van wettelijke bepalingen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals het verbod tot willekeur, misbruik van bevoegdheid, en dergelijke). Degene die niet naleeft kan in de sanctiestrategie lezen welke overheidsreactie hij kan verwachten.

4.2 Beschikbare sanctie-instrumenten

De DHW kent naast bestaande, ook enkele nieuwe sanctie-instrumenten. Er is onderscheid in bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sanctiemogelijkheden:

4.2.1 Bestuursrechtelijk

Bestuurlijke boete

Op basis van artikel 44a van de nieuwe DHW is de burgemeester bevoegd om voor de daarin genoemde overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Het opmaken van een bestuurlijke boete op basis van de DHW wordt gedaan door een door de burgemeester aangewezen toezichthouder. De bestuurlijke boete is onderdeel van de handhaving in het bestuursrecht. De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie. Dit betekent dat een aantal waarborgen, zoals de plicht tot het geven van cautie, gelden wanneer een bestuursorgaan voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen. De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet (zie bijlage 2).

De bestuurlijke boete is geschikt voor de handhaving van veel voorkomende en overlastgevende overtredingen in de publieke ruimte en voor lik op stuk beleid. Het is geregeld in artikel 44a van de DHW. Bijna alle overtredingen van de DHW zijn met een bestuurlijke boete aan te pakken, m.u.v. enkele artikelen die strafrechtelijk moeten worden opgepakt. De hoogte van de bestuurlijke boete is bij de DHW afhankelijk van het aantal werknemers van de overtreder (I = minder dan 50 werknemers, II = 50 of meer werknemers) en de aard/zwaarte van de overtreding:

  • -

    Categorie A: € 680,- (I) en € 1360,- (II)

  • -

    Categorie B: € 1020-, (I) en € 2040,- (II)

  • -

    Categorie C: € 1360,- (I) en € 2720,- (II)

  • -

    Bij recidive is sprake van verhoging met 50 of 100%.

Er wordt geen bestuurlijke boete opgelegd voor deze artikelen als:

  • -

    de overtreding een direct gevaar voor de volksgezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft;

  • -

    het behaalde economisch voordeel als gevolg van de overtreding aanmerkelijk hoger is dan de bestuurlijke boete;

  • -

    de burgemeester artikel 19a toepast;

  • -

    de burgemeester een voornemen tot intrekken van de vergunning heeft gedaan.

Proces-verbaal

De artikelen 20 lid 6 en 7, 21 en 45 van de DHW kunnen alleen strafrechtelijk worden afgedaan. Er wordt een proces-verbaal opgemaakt als een overtreding van deze artikelen wordt geconstateerd. Het Openbaar Ministerie bepaalt de hoogte van de boete.

Intrekken/schorsen DHW-vergunning

De burgemeester kan de DHW-vergunning intrekken op grond van de in artikel 31 van genoemde intrekkingsgronden. Daarnaast kan de vergunning geschorst worden voor maximaal 12 weken op basis van artikel 32 van de DHW.

Toepassen last onder bestuursdwang (incl. stilleggen alcoholverkoop in de detailhandel)

De grondslag voor bestuursdwang door de burgemeester staat omschreven in artikel 125, lid 3 van de Gemeentewet. Artikel 19a (three strikes out) en artikel 44 (medewerking verlenen aan een toezichthouder) van de DHW geven de burgemeester specifieke bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang. Onder bestuursdwang wordt verstaan ‘het feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan tegen hetgeen in strijd met de regels is gedaan, gehouden of nagelaten’. Bestuursdwang wordt toegepast, nadat de overtreder door het bevoegd gezag in de gelegenheid is gesteld om de overtreding en de gevolgen daarvan ongedaan te maken. De kosten van de toegepaste bestuursdwang worden op de overtreder verhaald.

ØThree strikes out"’: Op basis van artikel 19a van de nieuwe DHW kan de burgemeester de verkoop van zwakalcoholhoudende drank stilleggen voor minimaal 1 week en maximaal 12 weken. Deze sanctie kan worden toegepast als artikel 20 (leeftijdsgrenzen) 3 keer wordt overtreden binnen een periode van 1 jaar.

Sluiting van een horecagelegenheid

Dit is een vorm van bestuursdwang op basis van artikel 174 van de Gemeentewet. Met dit instrument kan een illegale situatie daadwerkelijk worden beëindigd.

Opleggen last onder dwangsom

Op basis van artikel 5:32 van de Algemene Wet Bestuursrecht gelet op artikel 125, lid 3 van de Gemeentewet heeft de burgemeester de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom. Een dwangsom is de sanctie waarbij de overtreder per tijdseenheid, per overtreding of ineens een geldbedrag verbeurt, indien of zolang de overtreding voortduurt of de gevolgen daarvan niet ongedaan zijn gemaakt. De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding.

Verwijderen van bezoekers

Artikel 36 van de DHW geeft de burgemeester de bevoegdheid om personen de toegang tot ruimtes te ontzeggen waar in strijd met de wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

4.2.2 Strafrechtelijk

Onderwerp

Artikel

Bestaand

Nieuw

Wet Economische Delicten jo divserse artikelen DHW

1 WED

X

Strafbaarstelling jongeren < 18 jaar *

45 DHW

X

* in de DHW is de strafbaarstelling van jongeren onder de 18 jaar geïntroduceerd (per 1-1-2014). Onder de oude DHW waren sancties alleen gericht tegen drankverstrekkers en ging de jongere vrijuit. Op basis van de nieuwe wet zijn jongeren strafbaar wanneer zij alcoholhoudende drank aanwezig hebben op ‘voor het publieke toegankelijke plaatsen’ (bv. Horecagelegenheid of openbare weg), dus niet thuis, in een slijterij of supermarkt waar alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt. De boete is € 45,- als de jongere tussen de 12 en 16 jaar is. Bij 16 of 17 jaar is de boete € 90,-.

4.3 Uitgangspunten

In de strategie is beschreven welke bestuurlijke sancties Dalfsen neemt als een horecaondernemer de regels overtreedt. Eenduidige stappen in de handhaving bij vergelijkbare type overtreding. Dit maakt het overzichtelijk.

De gemeente biedt de partners in de samenleving de ruimte. In die gevallen waarin een degelijk eigen beleid wordt gevoerd en nageleefd kan worden afgezien van actief toezicht door de gemeente en hoeft toezicht alleen dan plaats te vinden wanneer signalen (intern of extern) daartoe aanleiding geven. Ondernemers moeten in de eerste plaats zelf het toezicht op zich nemen. Daarnaast kan steekproefsgewijs worden vastgesteld of betrokkenen zich aan de regels houden. Is dat niet het geval, dan kan verhoogd toezicht worden ingesteld en kan snel worden opgetreden bij volharding, waarbij direct een boete wordt opgelegd. Bij high trust hoort ook high penalty. Op deze manier kan toezicht en handhaving effectief worden ingezet en dient het als sluitstuk van het DHW-beleid.

Zoals in hoofdstuk 2 reeds gemeld treedt de gemeente bij niet-naleving consequent en hard op. Wie niet mee wil werken aan eigen verantwoordelijkheid en zelfregulering, moet voelen. Daarom: lik op stuk beleid hanteren. Daarnaast kan de gemeente, afhangend van de ernst van de overtreding, maatwerk toepassen. Dit betekent dat in sommige situaties de gemeente een zwaardere maatregel kan opleggen dan in het stappenplan staat vermeld. Dit geldt in bijzondere gevallen en zal per situatie worden beoordeeld en toegelicht.

4.3.1 Nalevingcommunicatie

Het effect van toezicht en handhaving kan toenemen door communicatie als extra instrument in te zetten. Planmatige communicatie gekoppeld aan toezicht en handhaving, om de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, wordt ook wel handhaving- of nalevingcommunicatie genoemd. Het werkingsprincipe is gebaseerd op het vergroten van de subjectieve pakkans. Hoe hoog schat iemand die de regels overtreedt, de kans in dat hij bij een controle gepakt wordt? Deze subjectieve pakkans is medebepalend voor het uiteindelijke naleefgedrag.

Communicatie kan op verschillende momenten en manieren ingezet worden. Een voorbeeld is de 'zichtbare leeftijdsgrenzencontrole', waarbij de inspecteurs de controles in uniform uitvoeren. Dit heeft een preventieve werking. Ook kan gecommuniceerd worden over toezichtplannen, resultaten van nalevingonderzoek en handhavingacties en best practises binnen de gemeente.

Als er overtredingen worden geconstateerd en de gemeente overgaat tot het opleggen van boetes, dwangsommen of schorsing van de vergunning, zal dit publiekelijk kenbaar gemaakt worden (naming and shaming).

4.4 Sanctiebeleid Dalfsen

Omdat iedere situatie en overtreding anders is en maatwerk vraagt, zijn per overtreding de stappen uitgewerkt die leiden naar sanctionering. Dit is weergegeven in een sanctietabel, zie bijlage 3. Daarmee is bij een bepaalde overtreding duidelijk welke sanctie er geldt en wat eventuele vervolgstappen in het traject zijn. De sancties zijn bij herhaling van de overtredingen oplopend van aard.

Er wordt geen waarschuwing vooraf gegeven. Voor de handhaving van de regels voor horecagelegenheden wordt een onderscheid gemaakt tussen drie categorieën overtredingen. Hoe ernstiger de overtreding, hoe zwaarder de sancties.

  • ·

    overtredingen (categorie I)

  • ·

    ernstige overtredingen (categorie II)

  • ·

    zeer ernstige overtredingen (categorie III).

Naast toezicht en handhaving op de directe artikelen uit de DHW is er ook toezicht op artikelen die in de APV zijn vastgelegd. Ook deze zijn in de sanctietabel opgenomen.

Voor organisaties van bijv. evenementen wordt het uitgangspunt gehanteerd dat bij het stelselmatig niet nakomen van vergunningvoorschriften en afspraken er een aantal jaren geen vergunning meer verleend zal worden.

4.4.1 Hoogte dwangsom

De hoogte van de (last onder) dwangsom is niet in de tabel opgenomen. Dit zal per geval worden bekeken. Het opleggen van een last onder dwangsom heeft tot doel het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtredingen. Het bedrag moet in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. Leidraad voor Dalfsen is een dwangsom op te leggen vergelijkbaar met driemaal de hoogte van de wettelijke bestuurlijke boetes. Voor een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete geldt van € 1.360,- wordt dan bijv. een last onder dwangsom opgelegd van € 4.080,-.

Bijlage 1 Samenwerking Regionale Uitvoeringsdienst

De taken uit de DHW kan de gemeente zelfstandig uitvoeren of in samenwerking met andere gemeenten. Dat kan zijn binnen een bestaand of nieuw in te richten samenwerkingsverband.

In veel gemeenten bestaat de kans op het ‘waterbed effect’: een verschuiving van een probleem naar omringende gemeenten. Strikte sluitingstijden kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat de drinkende jeugd uitwijkt naar buurgemeenten. Daarom verdient het voor specifieke onderwerpen of activiteiten aanbeveling om regionale samenwerking op gang te brengen. Daarnaast biedt regionale samenwerking de kans om bijvoorbeeld denkkracht te bundelen en het draagvlak in de regio te versterken.

Het college heeft in maart 2013 besloten om het toezicht en handhaving op de DHW:

  • 1.

    intergemeentelijk/regionaal te organiseren;

  • 2.

    op de schaal van de hele regio IJsselland vorm te geven.

Uitvoering zal gedaan worden onder de vlag van de Regionale Uitvoeringsdienst die zich sinds 1 januari 2013 al met milieutaken bezighoudt.

De bekendheid of herkenbaarheid van de toezichthouders in het gebied draagt ertoe bij dat het lastig is om ‘op heterdaad’ overtredingen van de leeftijdsgrenzen te constateren. Een samenwerkingsverband kan twee relatief jonge DHW-toezichthouders in dienst nemen en deze vallen daardoor minder snel op tussen het jeugdige uitgaanspubliek.

Voordelen van een regionale samenwerking zijn:

  • ·

    Meer professionaliteit in de uitvoering, door kennisbundeling en specialisatie van de toezichthouder(s) op de DHW.

  • ·

    Meer mogelijkheden voor de uitvoering van het leeftijdgrenzentoezicht, aangezien het om een specifieke vorm van toezicht gaat (wisseling van toezichthouders, samen controleren).

  • ·

    Uniformiteit in regels en handhaving binnen de regio, minder ongelijkheid tussen drankverstrekkers in de verschillende gemeenten.

  • ·

    Voorkomen van alcoholtoerisme.

  • ·

    Bevoegdheden blijven bij de afzonderlijke gemeente.

  • ·

    Inzet en kosten van toezichthouder(s) zijn beter te verdelen.

  • ·

    Kostenefficiënt (op termijn).

Nadelen van een regionale samenwerking zijn:

  • ·

    Samenwerking vraagt meer tijd in afstemming, vooral in voorbereidingsfase, maar ook in de uitvoering van het toezicht.

  • ·

    Aansturing en afstemming van de backoffices.

  • ·

    Minder directe sturingsmogelijkheden voor een gemeente.

  • ·

    Lastiger om het DHW-toezicht te laten integreren met ander gemeentelijke (APV) toezicht.

Producten en capaciteit

Het aantal toezichthouders dat nodig is hangt af van het aantal controles, het soort controles, de duur van de controles en de wijze waarop de controles worden uitgevoerd. Het Expertisecentrum handhaving DHW heeft een rekenvoorbeeld om een inschatting te kunnen maken van de capaciteitsinzet voor het toezicht.

De gemeenten Staphorst, Raalte, Dalfsen, Steenwijkerland, Olst-Wijhe, Deventer, Kampen en Zwolle hebben met elkaar informatie gedeeld over de aanwezige werkvoorraad en hebben de berekening voor het bepalen van de benodigde capaciteit uitgevoerd.

Voor de uitvoer van het toezicht op de producten leeftijdscontrole bij evenementen, gebruik ter plaatse en gebruik elders dan ter plaatse hebben de genoemde gemeenten productbladen gemaakt.

Sinds enige tijd bespreken de deelnemers, aan het overleg over de drank en horecawet, de mogelijkheden om te komen tot een gezamenlijke uitvoering van de taken op gebied van drank en horeca. Het initiatief wordt door alle deelnemers sterk onderschreven en hechten ook veel belang aan een gezamenlijke uitvoering van deze taken.

Vanaf het begin hebben de gemeenten met elkaar een gezamenlijk belang en doel geformuleerd dat in de praktijk best lastig is waar te maken. De wettelijke taken vanuit de drank en horeca wet kunnen niet volledig uitgevoerd worden. Er is daartoe simpelweg niet voldoende budget. Dat betekent dat er prioriteiten gesteld moeten worden welke gestuurd worden door de budgetten.

Het budget dat bij de verschillende gemeenten beschikbaar is, is sterk wisselend in omvang en in vorm (structureel en incidenteel geld). Daaraan gekoppeld is er ook een groot verschil in beschikbaarheid van mensen voor de uitvoering van de werkzaamheden.

Dat maakt dat de gemeenten geen verantwoordelijkheid voor elkaar kunnen en willen nemen voor budgetten en medewerkers bij andere organisaties.

Vanuit een onderzoek, uitgevoerd door de deelnemers, over de uitvoering van de toezichthoudende werkzaamheden op het gebied van leeftijdsgrenzen Drank- en Horecawet kan worden vastgesteld dat het juridisch niet mogelijk is een DHW-BOA in te huren op detacheringsbasis. Om dan toch de werkzaamheden in samenwerking te kunnen uitvoeren, moet een gemeente bereid zijn iemand daarvoor aan te nemen.

Dat is in deze tijd wel een hele stap. Er is voorgesteld om de samenwerking in RUD-verband verder uit te werken. Die context geeft meer zekerheid en dan kan een kennispunt DHW de zorg voor voldoende capaciteit op zich nemen. De directeur van de RUD IJsselland staat hier positief tegen over.

Afgesproken is dat iedere gemeente de volgende twee vragen beantwoord:

  • 1.

    Ziet je gemeente meerwaarde om deze activiteiten binnen RUD-verband uit te voeren?

  • 2.

    Heeft je gemeente interesse om het kennispunt te worden voor deze werkzaamheden?

Uit de beantwoording van deze vragen is op te maken dat de gemeenten een meerwaarde zien in het binnen RUD verband uit voeren van deze taken. Voor het inrichten van een kennispunt Drank en horeca heeft zich ook een gemeente aangemeld.

Bijlage 2 Besluit bestuurlijke boete Drank en Horecawet

(Tekst geldend op: 07-10-2013)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 oktober 2004, kenmerk VGB/GB 2495278, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 44b, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

De Raad van State gehoord (advies van 9 november 2004, nr. W13.04.0492/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 november 2004, VGP/GB 2535738, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als bijlage bedoeld in artikel 44b, eerste lid, van de Drank- en Horecawet wordt vastgesteld de bij dit besluit behorende bijlage.

Artikel 2

Voor in de bijlage omschreven overtredingen van voorschriften gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, bepaalt het in de kolommen I en II opgenomen bedrag de bestuurlijke boete die opgelegd kan worden.

Artikel 3

  • 1. Het in kolom I van de bijlage genoemde bedrag geldt voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan minder dan vijftig werknemers telde.

  • 2. Het in kolom II van de bijlage genoemde bedrag geldt voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan vijftig of meer werknemers telde.

  • 3. Het in de kolommen I en II opgenomen bedrag van de bestuurlijke boete wordt met 50% verhoogd indien aan de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend door Onze Minister een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overtreding van hetzelfde artikel van de Drank- en Horecawet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.

  • 4. Het in de kolommen I en II opgenomen bedrag van de bestuurlijke boete wordt met 100% verhoogd indien aan de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend door Onze Minister twee maal of vaker een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overtreding van hetzelfde artikel van de Drank- en Horecawet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds de eerste van die bestuurlijke boetes onherroepelijk is geworden.

  • 5. De in het derde en in het vierde lid bedoelde verhogingen kunnen lager worden gesteld dan in de bijlage is bepaald, ingeval het bedrag van de bestuurlijke boete op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog moet worden geacht.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

Bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Sanctietabel

Regelgeving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel

Bestuurlijke boete in € bij < 50 werknemers * Rekening houden met verhoging boete i.v.m. recidive

Bestuurlijke boete in euro's -> bij 50 of meer werknemers * Rekening houden met verhoging boete i.v.m. recidive

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning

Geen vergunning, wel zicht op legalisatie

1

Last onder dwangsom

680 (vergunning nog niet verleend)

1360 (vergunning nog niet verleend)

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning

Geen vergunning, geen zicht op legalisatie

1

Bestuursdwang

1360 (vergunning niet aangevraagd of geweigerd)

2720 (vergunning niet aangevraagd of geweigerd)

DHW

APV

4 DHW

2:34B APV

Paracommercieel horecabedrijf houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

APV

4 DHW

2:34B APV

Paracommercieel horecabedrijf schenkt alcoholhoudende drank tijdens verboden genoemde bijeenkomsten of boven het maximum aantal genoemde bijeenkomsten

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

4, lid 5

Ontheffing niet aanwezig

2

Last onder dwangsom

680

1360

DHW

9

Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij paracommercieel horecabedrijf

2

680

1360

DHW

8

Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde vereisten

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning

Intrekking vergunning

DHW

10

Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning

Intrekking vergunning

DHW

12, lid 1 en 2

Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

13, lid 1

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse

2

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

13, lid 2

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf

Slechts toegestaan indien een klant erom vraagt de alcoholhoudende drank eerst te proeven

2

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

14, lid 1

Verbod andere bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf

In het Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf staat welke activiteiten in het slijtersbedrijf zijn toegestaan

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

14, lid 2 en 15, lid 1

Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

15, lid 2

Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

16

Verbod automatenverkoop alcohol

M.u.v. hotelkamers

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

17

Verbod verstrekken alcoholhoudende drank anders dan in gesloten verpakking

Dit geldt voor supermarkten en slijterijen, niet voor horeca-inrichtingen

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

18, lid 1 en 2

Verkoopverbod zwak-alcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan per plaatse

1

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

18, lid 3

Onderscheid tussen zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf

2

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

19, lid 1

Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijen-catering

1

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

19, lid 2

Verbod bestelservice zwak-alcoholhoudende drank, behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19 lid 2

1

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

20, lid 1

Verkoop alcohol aan persoon < 16 jaar

1

* Last onder dwangsom

* Art. 19a DHW (three strikes out) voor genoemde bedrijven: ontzegging bevoegdheid tot verkoop zwak-alcoholhoudende drank en last onder bestuursdwang

* 1360

* Geen bestuurlijke boete mogelijk bij toepassing van art. 19a DHW (three strikes out).

* 2720

* Geen bestuurlijke boete mogelijk bij toepassing van art. 19a DHW (three strikes out).

DHW

20, lid 2

Verkoop sterke drank < 18 jaar

1

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

20, lid 3

Persoon < 16 jaar, zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf

2

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

20, lid 5

Niet duidelijk aangegeven leeftijdsgrenzen

2

Last onder dwangsom

680

1360

DHW

20, lid 6

Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf

1

Last onder dwangsom

DHW

20, lid 7

Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf

1

Last onder dwangsom

DHW

21

Alcohol verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt

1

Last onder bestuursdwang

DHW

22, lid 1 en 2

Verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in tankstations e.d.

1

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

24, lid 1 en 2

Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf

1

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

24, lid 3

Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar

1

Last onder dwangsom

1020

2040

DHW

25, lid 1

Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering

2

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

25, lid 2

Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse, in niet zijnde horecabedrijf, behoudens uitzondering

1

Last onder dwangsom

1360

2720

DHW

25, lid 3

Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel, behoudens enkele uitzonderingen

2

Last onder dwangsom

DHW

APV

2:34F APV

25d DHW

Horecabedrijf past happy hours toe, of bedrijf hanteert prijsacties, ondanks verbod

1

Last onder dwangom

1020

2040

DHW

29, lid 3

Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting

2

680

1360

DHW

30

Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting

Imperatieve intrekkingsgrond

Intrekking vergunning

DHW

30a, lid 1

Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling gedaan

Imperatieve intrekkingsgrond

Intrekking vergunning

DHW

31, lid 1

Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten

Imperatieve intrekkingsgrond

Intrekking vergunning

DHW

31, lid 2

Handelen in strijd met vergunningvoorschriften of regels uit DHW

Facultatieve intrekkingsgrond

1

* Schorsing vergunning (art. 32 DHW)

* Intrekking vergunning

DHW

31, lid 3

Resultaat Wet bibob en minimaal 3x weigering bijschrijving persoon op aanhangsel

Facultatieve intrekkingsgrond

1

* Schorsing vergunning (art. 32 DHW)

* Intrekking vergunning

DHW

35, lid 1

Zonder ontheffing zwak-alcoholhoudende drank verstrekken

Last onder bestuursdwang

DHW

35, lid 2

Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing

Last onder bestuursdwang

1020

2040

DHW

35, lid 4

Ontheffing niet aanwezig

2

Last onder dwangsom

680

1360

DHW

44

Niet meewerken aan artikel 5:20 Awb

Last onder bestuursdwang

Niet mogelijk (art. 44a DHW)

Niet mogelijk (art. 44a DHW)

DHW

45

Alcohol bij zich hebben op publiek toegankelijke plaatsen door < 16 jaar, m.u.v. in winkels

x

Strafrechtelijk (PV)

Inhoudsopgave

1 Inleiding

1.1 Doel en achtergrond nota

1.2. Leeswijzer

2 Visie/ambitie

2.1 Inleiding

2.2 Ambitie Dalfsen

2.2.1 Hoofdlijn toezichtonderdelen

2.3 Financiën

2.4 Doelen en indicatoren

2.4.1 Meerjarig doel: wat willen we bereiken en hoe meten we dat?

2.4.2 Toekomst

3 Toezichtstrategie

3.1 Inleiding

3.2 Hoe ging toezicht in het verleden?

3.3 Waar en wat controleren?

3.4 Wie gaat toezicht houden?

3.4.1 Mystery onderzoek

3.5 Hoeveel toezicht?

3.6 Wanneer toezicht?

3.7 Toezicht door horeca en eigen verantwoordelijkheid

3.8 Taken gemeente en politie

3.9 Toezicht overige horeca-activiteiten

4 Sanctiestrategie

4.1 Inleiding

4.2 Beschikbare sanctie-instrumenten

4.2.1 Bestuursrechtelijk

4.2.2 Strafrechtelijk

4.3 Uitgangspunten

4.3.1 Nalevingcommunicatie

4.4 Sanctiebeleid Dalfsen

4.4.1 Hoogte dwangsom

Bijlage 1 Samenwerking Regionale Uitvoeringsdienst

Bijlage 2 Besluit bestuurlijke boete Drank en Horecawet

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet

Bijlage 3 Sanctietabel