Regeling vervallen per 23-08-2018

Beleidsregels leerlingenvervoer 2015

Geldend van 13-06-2015 t/m 22-08-2018

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van 2 juni 2015, nummer 1385;

overwegende dat voor de uitvoering van het leerlingenvervoer beleidsregels zijn vastgesteld;

gelet op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Dalfsen 2014;

gelet op de wens het fietsen te bevorderen;

b e s l u i t:

vast te stellen “beleidsregels leerlingenvervoer 2015en in te trekken “beleidsregels leerlingenvervoer 2013”

Beleidsregels leerlingenvervoer 2015

1 Dichtstbijzijnde toegankelijke school

Voor de toekenning van een vergoeding wordt uitgegaan van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school.

1.1 Afstand

Om voor een vergoeding in aanmerking te komen gelden er afstandscriteria:

  • ·

    voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs geldt een afstandsgrens van zes kilometer en;

  • ·

    voor een leerling met een ‘structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap’ die een school voor regulier basis- of voortgezet onderwijs bezoekt, geldt geen afstandscriterium.

Voor het meten van de afstand wordt gebruik gemaakt van www.routenet.nl. Bij vervoermiddel wordt gekozen voor de kortste afstand per fiets.

1.2 Onderwijssoorten

Op grond van de verordening leerlingenvervoer kennen wij de volgende onderwijssoorten:

  • ·

    basisonderwijs (openbaar en bijzonder);

  • ·

    speciale scholen voor basisonderwijs;

  • ·

    speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (onderverdeeld in vier clusters zoals omschreven in de WEC):

2 Soort vervoer/vergoeding

Bij de beoordeling van de aanvraag wordt aan de hand van onderstaand overzicht bepaald welke soort vervoer of vergoeding wordt toegekend:

2.1 Eige n vervoer per fiets of openbaar vervoer

Uitgangspunt is eigen vervoer per fiets of openbaar vervoer.

2.1.a. eigen vervoer per fiets of bromfiets

Getoetst wordt of de leerling in staat is om zelfstandig of onder begeleiding met de fiets of bromfiets de school te bezoeken.

  • ·

    van kinderen jonger dan 11 jaar wordt verwacht dat zij maximaal 6 kilometer, al dan niet onder begeleiding, kunnen fietsen.

  • ·

    van kinderen vanaf 11 jaar verwachten wij dat zij oplopend tot en met groep 8 al dan niet onder begeleiding 15 kilometer kunnen fietsen. Dit wordt gezien als voorbereiding op het voortgezet (speciaal) onderwijs.

  • ·

    voor leerlingen van het voortgezet (speciaal) onderwijs wordt een tegemoetkoming in de kosten van het vervoer per fiets verstrekt. Pas als dit niet mogelijk is, komen zij in aanmerking voor een andere tegemoetkoming in de kosten van het vervoer.

Bij de beoordeling wordt in overweging genomen: de handicap van de leerling, de veiligheid van de route en de afstand. Indien nodig kan een medisch advies betrokken worden bij de beoordeling.

2.1.b. o penbaar vervoer

Getoetst wordt of de leerling in staat is om zelfstandig of onder begeleiding met het openbaar vervoer te reizen. Bij de beoordeling wordt in overweging genomen: de handicap van de leerling, de veiligheid van de route en de afstand. Indien nodig kan een medisch advies betrokken worden bij de beoordeling.

2.2 Aangepast vervoer

Ouders/verzorgers komen in aanmerking voor een vergoeding van kosten van aangepast vervoer, indien:

  • 1

    de reistijd met het openbaar vervoer meer bedraagt dan anderhalf uur en de reistijd met het aangepast vervoer tot 50% minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

  • 2

    de leerling alleen onder begeleiding met het openbaar vervoer kan en met de begeleiding meer dan drie uur gemoeid is;

  • 3

    openbaar vervoer tussen huis en school ontbreekt, tenzij de leerling zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 4

    de leerling, gelet op zijn geestelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer gebruik te maken;

Ad 4. Ouders/verzorgers moeten in dit geval recente medische informatie (niet ouder dan twee jaar), diagnose(s) en verklaring(en) van een specialist/behandelend arts (niet de huisarts) en/of orthopedagoog/psycholoog/psychiater toe te voegen ter onderbouwing.

2.3 Eigen vervoer

Daarnaast is het mogelijk, dat ouders/verzorgers in aanmerking komen voor een vergoeding als zij hun kind(eren) zelf wensen te vervoeren. Dit is mogelijk als het eigen vervoer efficiënter is voor de gemeente.

3 Drempelbedrag

Er wordt van ouders/verzorgers een drempelbedrag verlangd wanneer hun belastbaar verzamelinkomen over het peiljaar meer bedraagt dan de, door de VNG jaarlijks geïndexeerde, inkomensgrens. Voor het schooljaar 2015-2016 bedraagt de inkomensgrens € 24.750,00 (peiljaar 2013).

De bijdrage bedraagt dan bij bezoek aan een school voor basisonderwijs of een school voor speciaal basisonderwijs € 515,50 per leerling, gebaseerd op kosten regionaal sterabonnement, 2 sterren.

Voor het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs geldt het drempelbedrag voor maximaal één kind per gezin. De genoemde drempelbedragen zijn op jaarbasis.

Indien ouders/verzorgers aangeven dat hun belastbaar gezinsinkomen in het peiljaar hoger ligt dan de inkomensgrens zijn zij niet verplicht een kopie van het definitieve aanslagbiljet inkomstenbelasting of een inkomensverklaring (voorheen IB 60 verklaring) aan ons over te leggen.

Indien ouders/verzorgers aangeven dat hun belastbaar gezinsinkomen in het peiljaar lager ligt dan de inkomensgrens zijn zij verplicht een kopie van één van bovengenoemde documenten aan ons over te leggen.

4 Aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage

Indien de te bezoeken school op meer dan 20 kilometer van de woning ligt en het belastbaar gezinsinkomen van de ouders/verzorgers over het peiljaar meer bedraagt dan de inkomensgrens, moeten zij een aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage betalen. Als die situatie zich voordoet, wordt het belastbaar gezinsinkomen opgevraagd.

5 Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet

In het leerlingenvervoer zal zich een aantal concrete gevallen voordoen, waarin de verordening niet voorziet. Te denken valt onder andere aan:

  • ·

    varianten van het combinatievervoer (bijvoorbeeld aangepast plus openbaar vervoer);

  • ·

    gemeenschappelijke afspraken met andere gemeenten;

  • ·

    varianten in het gebruik van eigen vervoer.

Indien het gaat om individuele aanvragen worden deze op de gebruikelijke wijze afgehandeld.

In de hardheidsclausule is bepaald dat het college in bijzondere gevallen voor het vervoer naar het onderwijs ten gunste van de ouders kan afwijken van de bepalingen in de verordening. Voorbeelden hiervan zijn als:

  • ·

    sprake is van groepsvervoer, georganiseerd door de ouders, en het college een daarop geënte bekostiging wil betalen;

  • ·

    sprake is van een voor het kind onaanvaardbare onderwijsinhoudelijke dan wel onhoudbare praktische situatie op de dichtstbij gelegen toegankelijke school. Indien daarvan sprake is - de bewijslast daarvan ligt bij de ouders - kan bekostiging volgen van de kosten van vervoer naar een verder gelegen toegankelijke school;

  • ·

    een leerling fietst naar school. Om de zelfredzaamheid en het fietsen te stimuleren, wordt in deze gevallen geen drempelbedrag in rekening gebracht.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 9 juni 2015.

Het college voornoemd,

de burgemeester, de gemeentesecretaris-alg.directeur,

drs. H.C.P. Noten drs. J.H.J. Berends

Inhoudsopgave

Beleidsregels leerlingenvervoer 2015

1 Dichtstbijzijnde toegankelijke school

2 Soort vervoer/vergoeding

3 Drempelbedrag

4 Aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage

5 Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet