Beleidsregels voor het parkeren van grote voertuigen

Geldend van 29-01-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Beleidsregels voor het parkeren van grote voertuigen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, nummer 1610;

overwegende dat het op grond van artikel 5:8 lid 1 en lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening (APV) verboden is een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, met uitzondering van werkdagen op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur, te parkeren binnen de bebouwde kom;

overwegende dat het college op grond van artikel 5:8 lid 4 APV van dit verbod ontheffing kan verlenen;

overwegende dat het faciliteren van parkeervoorzieningen voor grote voertuigen geen kerntaak van de gemeente is;

overwegende dat er onvoldoende geschikte parkeergelegenheid is voor het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom;

overwegende dat het huidige ontheffingsstelsel steeds vaker voor overlast zorgt en een aantrekkende werking op chauffeurs zonder ontheffing lijkt te hebben.

gelet op artikel 5:8 van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de “Beleidsregels voor het parkeren van grote voertuigen”

Beleidsregels Parkeren grote voertuigen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    ontheffing: een door of namens burgemeester en wethouders te verstrekken ontheffing waarmee met tijdsduurbeperking op een daarvoor aangewezen locatie binnen de bebouwde kom mag worden geparkeerd.

  • 2.

    ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of instantie aan wie een ontheffing is verleend.

  • 3.

    grote voertuigen: voertuigen die, met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4;

  • 4.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

Artikel 2 Ontheffingen

Een ontheffing kan op aanvraag worden verleend aan horecaondernemers die binnen de bebouwde kom zijn gevestigd en een direct (financieel) belang hebben bij het parkeren van grote voertuigen nabij hun (weg)restaurant, mits deze ondernemer een substantiële financiële bijdrage heeft geleverd bij de aanleg van de benodigde parkeervoorzieningen.

Artikel 3 Ontheffingen in bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen aan bedrijven of instanties die in opdracht van de gemeente wegwerkzaamheden verrichten of op andere wijze dienstbaar zijn aan de gemeente. Onder dergelijke bijzondere omstandigheden worden bijvoorbeeld verstaan: het parkeren van kermisauto’s of wegwerkmachines op de openbare weg binnen de bebouwde kom.

Artikel 4 Plaatsen waar met ontheffing geparkeerd mag worden

Voor de ontheffingen, genoemd in artikel 2 en artikel 3, wordt in de ontheffing de locatie genoemd, waarvoor de ontheffing geldig is.

Artikel 5 Toekenningsduur

Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 2, worden verleend voor een periode van vier jaar. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, worden verleend voor een nader in de ontheffing te bepalen termijn.

Artikel 6 Gebruik ontheffing

De houder van de ontheffing is verplicht de ontheffing, bij ingebruikname, zodanig achter de voorruit van het voertuig aan te brengen zodat deze vanaf de buitenzijde van het voertuig goed zichtbaar en leesbaar is.

De houder van de ontheffing moet, bij ingebruikname van de ontheffing, erop toezien dat de veiligheid van het verkeer onder alle omstandigheden gewaarborgd blijft.

Artikel 7 Intrekken ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een parkeerontheffing intrekken of wijzigen:

  • 1.

    op verzoek van de houder van de ontheffing;

  • 2.

    wanneer de houder van de ontheffing niet (meer) voldoet aan de gestelde criteria;

  • 3.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • 4.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van ontheffingen komt te vervallen;

  • 5.

    wanneer de houder van de ontheffing in strijd handelt met de aan de ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen;

  • 6.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • 7.

    om redenen van algemeen belang.

Artikel 8 Overgangsregeling

Voor bestaande ontheffinghouders geldt voor de geldigheidsduur van hun ontheffing vanaf 1 januari 2016 een overgangsregeling. Het intrekken van de beleidsnotitie ‘Parkeren grote voertuigen 2002’ en het vaststellen van de nieuwe beleidsregels per 1 januari 2016 heeft geen gevolgen voor de geldigheidsduur en het gebruik van hun ontheffing. De in het verleden door de gemeente afgegeven ontheffing kan tot de einddatum die is vastgesteld (uiterlijk 31-12-2018) in gebruik worden genomen.

Artikel 9 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels voor het parkeren van grote voertuigen’.

De beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking. De beleidsregels vervangen de notitie ‘Parkeren van grote voertuigen’ (juli 2002) op de datum dat de nieuwe beleidsregels inwerking treden.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 17 november 2015.

Burgemeester en wethouders van Dalfsen,

de burgemeester, de gemeentesecretaris-alg.directeur,

drs. H.C.P. Noten drs. J.H.J. Berends

TOELICHTING

In het bestuursprogramma 2001-2006 is aangegeven dat beleid moet worden ontwikkeld om overlast in de woonwijken tegen te gaan door het parkeren van vrachtwagens. In de openbare raadsvergadering van 28 augustus 2002 is de beleidsnotitie Parkeren grote voertuigen door de raad vastgesteld.

De huidige APV van de gemeente Dalfsen verbiedt het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom ’s avonds en in het weekend. Het bestaande beleid voor het parkeren van grote voertuigen is gebaseerd op artikel 5:8 APV, op grond waarvan ontheffing van parkeerverboden kan worden verleend.

Het beleid voor het parkeren van grote voertuigen heeft met name in de periode tot 2010 haar nut bewezen. De laatste jaren is duidelijk geworden dat het huidige beleid niet meer past binnen de gemeentelijke visie ten aanzien van het parkeren van grote voertuigen in de gemeente Dalfsen. Het faciliteren van parkeerlocaties voor grote voertuigen betreft geen kerntaak van de gemeente.

Het parkeren van grote voertuigen wordt, met name in woonomgevingen, maatschappelijk gezien niet geaccepteerd, omdat dit niet alleen als hinderlijk wordt ervaren maar ook zorgt voor objectieve en subjectieve verkeersonveiligheid. Ten behoeve van de verkeersveiligheid en leefbaarheid in de kernen, blijft het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom op basis van artikel 5.8 APV ’s avonds en in het weekend verboden.

Met het intrekken van het huidige beleid voor het parkeren van grote voertuigen, worden er geen parkeervoorzieningen voor grote voertuigen meer gefaciliteerd en worden er geen ontheffingen meer verleend.

Uitzonderingen worden gemaakt voor horecaondernemers binnen de bebouwde kom, die voor hun inkomsten voor een (aanzienlijk) deel afhankelijk zijn van vrachtwagenchauffeurs en voor bedrijven of instanties die in opdracht van de gemeente wegwerkzaamheden verrichten (of op andere wijze dienstbaar zijn aan de gemeente).

Onderbouwing voor het intrekken van de beleidsnotitie en opstellen van nieuwe beleidsregels:

  • -

    Het parkeren van grote voertuigen op bedrijventerreinen in de gemeente zorgt regelmatig voor overlast en heeft een aantrekkende werking op chauffeurs die, zonder ontheffing, illegaal parkeren;

  • -

    Er is onvoldoende geschikte parkeergelegenheid voor grote voertuigen binnen de bebouwde kom;

  • -

    Het faciliteren van parkeervoorzieningen voor grote voertuigen is geen kerntaak van de gemeente, maar een verantwoordelijkheid van de chauffeur of diens werkgever.

  • -

    Voor horecaondernemers die binnen de bebouwde kom zijn gevestigd en een direct (financieel) belang hebben bij het parkeren van grote voertuigen nabij hun (weg)restaurant – mits deze ondernemer een substantiële financiële bijdrage heeft geleverd bij de aanleg van de benodigde parkeervoorzieningen –geldt een uitzonderingspositie: Het college kan ik dit geval besluiten om ontheffing te verlenen voor het parkeren van grote voertuigen.

  • -

    Voor bedrijven of instanties die in opdracht van de gemeente wegwerkzaamheden verrichten of op andere wijze dienstbaar zijn aan de gemeente geldt een uitzonderingspositie: Het college kan ik dit geval besluiten om ontheffing te verlenen voor het parkeren van kermisauto’s of wegwerkmachines op de openbare weg binnen de bebouwde kom

  • -

    Bestaande ontheffinghouders hebben drie jaar de tijd om een geschikt alternatief te zoeken voor het parkeren van hun grote voertuig / vrachtwagen;

  • -

    Bij politie, aanwonenden en ondernemers is draagvlak voor het aanpassen van het parkeerbeleid voor grote voertuigen.