Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Geldend van 22-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 23 november 2010 nummer 166;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de: “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011”

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • 2.

    G.F.T.-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • 3.

    rest-afval: huishoudelijk afval niet zijnde G.F.T.-afval;

  • 4.

    bedrijfsafval: afval van beperkte omvang afkomstig van bedrijven niet zijnde huishoudelijk afval dan wel G.F.T.-afval;

  • 5.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld;

  • 6.

    mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette inzamelmiddelen, onderverdeeld in de verschillende volumina;

  • 7.

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;

  • 8.

    grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrij komen, doch die te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden;

  • 9.

    grof tuin afval: tuinafval dat met enige regelmaat in een huishouden vrij komt, doch dat te groot en/of te zwaar is om op dezelfde wijze als G.F.T.-afval aan de inzameldienst te worden aangeboden.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de belasting die per tijdvak wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in de hoofdstukken 1.1 en 1.2 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven;

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag dan wel gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

  • 3. Per belastbaar feit kan afzonderlijk worden geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

  • 6. Het vierde en het vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt en van hetzelfde inzamelmiddel gebruik blijft maken.

  • 7. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 8. Voor de toepassing van het zevende lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 45,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel welke bij wege van gedagtekende kennisgeving wordt geheven moet worden betaald:

    • a

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de uitreiking;

    • b

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen veertien dagen na dagtekening.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1. Voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend:

    • a.

      voor een éénpersoonshuishouden tot maximaal het bedrag van 12 keer het in de tarieventabel genoemde tarief van artikel 1.2.1.1 en 1.2.1.2 en 8 keer het genoemde tarief van artikel 1.2.1.5;

    • b.

      voor een meerpersoonshuishouden tot maximaal het bedrag van 18 keer het in de tarieventabel genoemde tarief van artikel 1.2.1.1 en 1.2.1.2 en 12 keer het genoemde tarief van artikel 1.2.1.5.

  • 2. Geen kwijtschelding wordt verleend voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn.

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingplicht

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 14 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de rechten die per tijdvak worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 15 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de per belastingtijdvak verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht;

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten blijft behouden.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 18 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 45,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 15, tweede lid:

    • A

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • B

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 19 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 20 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening reinigingsheffingen 2010”, vastgesteld bij besluit van 9 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen 2011”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 13 december 2010.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

mr. W.P.M. Urlings H. Keizer

TARIEVENTABEL

Tarieventabel, behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen 2011.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 90,00

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting

1.2.1 per aanbieding van een:

1.2.1.1 mini-container van 240 liter bestemd voor G.F.T.-afval€ 6,42

1.2.1.2 mini-container van 140 liter bestemd voor G.F.T.-afval € 4,01

1.2.1.3 mini-container van 80 liter bestemd voor G.F.T.-afval € 2,53

1.2.1.4 mini-container van 40 liter bestemd voor G.F.T.-afval € 1,95

1.2.1.5 mini-container van 240 liter bestemd voor rest-afval € 8,24

1.2.1.6 mini-container van 140 liter bestemd voor rest-afval € 5,07

1.2.1.7 mini-container van 80 liter bestemd voor rest-afval € 3,13

1.2.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op verzamelcontainers, per aanbieding van:

1.2.2.1 maximaal 15 liter G.F.T. € 0,43

1.2.2.2 maximaal 40 liter rest-afval € 1,11

Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.3.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van:

1.3.1.1 grove huishoudelijke afvalstoffen tot 1 m3 € 21,50

1.3.1.2 grove huishoudelijke afvalstoffen boven het aantal van 1 m3

per 1 m3 of gedeelte daarvan € 33,00

1.3.1.3 grof tuinafval tot 1 m3 € 14,00

1.3.1.4 grof tuinafval boven het aantal van 1 m3 per 1 m3 of gedeelte daarvan € 10,50

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:

2.1.1 periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid per bedrijfspand € 90,00

2.2.1 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 bedraagt de belasting per aanbieding van een:

2.2.1.1 mini-container van 240 liter bestemd voor G.F.T.-afval€ 6,42

2.2.1.2 mini-container van 140 liter bestemd voor G.F.T.-afval € 4,01

2.2.1.3 mini-container van 80 liter bestemd voor G.F.T.-afval € 2,53

2.2.1.4 mini-container van 40 liter bestemd voor G.F.T.-afval € 1,95

2.2.1.5 mini-container van 240 liter bestemd voor rest-afval € 8,24

2.2.1.6 mini-container van 140 liter bestemd voor rest-afval € 5,07

2.2.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op verzamelcontainers, per aanbieding van:

2.2.2.1 maximaal 15 liter G.F.T.-afval € 0,43

2.2.2.2 maximaal 40 liter rest-afval € 1,11

Behoort bij raadsbesluit van 13 december 2010.

De raadsgriffier van de Gemeente Dalfsen,

Inhoudsopgave

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

Artikel 4 Belastingplicht

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Artikel 6 Belastingtijdvak

Artikel 7 Wijze van heffing

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Artikel 9 Termijnen van betaling

Artikel 10 Kwijtschelding

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 Belastbaar feit

Artikel 12 Belastingplicht

Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingplicht

Artikel 14 Belastingtijdvak

Artikel 15 Wijze van heffing

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de per belastingtijdvak verschuldigde rechten

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Artikel 18 Termijnen van betaling

Artikel 19 Kwijtschelding

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 20 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

TARIEVENTABEL

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten