Regeling vervallen per 01-10-2016

Debiteurenplan gemeente Dalfsen 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-09-2016

Intitulé

Debiteurenplan gemeente Dalfsen 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van d.d. 20 december 2010, nummer 1224;

overwegende dat de terugvordering en verhaal van de WWB en WIJ een algehele bevoegdheid is geworden van burgemeesters;

b e s l u i t:

vast te stellen het Debiteurenplan gemeente Dalfsen 2011

HOOFDSTUK 1 LENINGEN

Paragraaf 1.1 Vorm van de bijstand

Bijstand kan in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Dit kan bij omstandigheden zoals genoemd in:

  • artikel 48 WWB op termijn beschikken over voldoende middelen, tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, waarborgsom, schuldenlast

  • artikel 49 WWB bij bijzondere bijstand voor de aflossing van een schuldenlast

  • artikel 50 WWB voor algemene bijstandsverlening van een woningeigenaar

  • artikel 51 WWB voor duurzame gebruiksgoederen

  • artikel 52 WWB/artikel 37 WIJ als voorschot(ten)

De verstrekte bijstand in de vorm van een lening moet worden terugbetaald. De voorwaarden voor verstrekking, meerdere zekerheid en de wijze van aflossing worden opgenomen in de (toekennings)beschikking.

Paragraaf 1.2 Aflossing van de lening

1.2.1 Aflossing als lening verstrekte bijzondere bijstand

De aflossing van een bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening vangt zo spoedig mogelijk na de toekenning van de bijzondere bijstand aan. Als er een periodieke uitkering voor levensonderhoud WWB, IOAW of IOAZ of een inkomensvoorziening wordt ontvangen op grond van de WIJ, kan de aflossing op de lening worden ingehouden op deze inkomensvoorziening.

AFLOSSINGSPERCENTAGE bij een vordering bijzondere bijstand

Een aflossingsnorm van 6% van de voor de debiteur geldende bijstandsnorm en toeslag, inclusief vakantietoeslag geldt voor een debiteur die een besteedbaar inkomen heeft van minder dan 110% van de geldende bijstandsnorm en toeslag, inclusief vakantiegeld.

Een aflossingsnorm van 10% van de voor de debiteur geldende bijstandsnorm en toeslag, inclusief

vakantiegeld geldt voor een debiteur die een besteedbaar inkomen ontvangt van meer dan 110% van de geldende bijstandsnorm en toeslag.

Als er op een lening in verband met bijzondere bijstand voor eerste woninginrichting gedurende een periode van 24 maanden is afgelost, kan het college besluiten het resterende deel van de lening kwijt te schelden (een lening voor een eerste woninginrichting komt het meest voor bij vreemdelingen in het kader van de taakstelling huisvesting nieuwkomers). Deze kwijtschelding vindt niet plaats als er op dat moment een achterstand in de betalingen of inhoudingen bestaat, of wanneer er fraude met de bijzondere bijstandsverlening is geconstateerd. Kwijtschelding houdt in dat middels beschikking het restant van de verstrekte bijzondere bijstand alsnog om niet wordt verstrekt.

HERONDERZOEK aflossing bij een vordering bijzondere bijstand

Bij debiteuren waarvoor de gemeente Dalfsen nog een (aanvullende) uitkering voor levensonderhoud verstrekt, of waarbij periodiek op de vordering wordt betaald en er geen betalingsachterstanden zijn, hoeft geen debiteurenonderzoek plaats te vinden.

Een heronderzoek bij niet betalende debiteuren vindt eens in de 12 maanden plaats.

Paragraaf 1.3 Krediethypotheek

1.3.1 Aflossing als lening verstrekte algemene bijstand

Bijstand kan worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffende periode in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Als voorwaarde kan bijvoorbeeld een bepaalde termijn worden gesteld waarbinnen in ieder geval de boedelscheiding in gang moet zijn gezet. Aflossing van de lening vindt plaats direct nadat de belanghebbende over de middelen beschikt. Zijn de vrijgekomen middelen onvoldoende voor de (totale) aflossing van de lening, kan het restant worden omgezet in bijstand om niet.

Voor meer zekerheid van de aflossing van algemene bijstand verstrekt in de vorm van een lening aan een woningeigenaar, kan een hypotheekrecht of pandrecht worden gevestigd (artikel 48, derde lid WWB). Deze lening bedraagt ten hoogste de waarde van de woning in het economisch verkeer bij vrije oplevering, verminderd met de daarop drukkende schulden (minus opgebouwd vermogen in (kapitaal)verzekeringen) en met het vrij te laten vermogen genoemd in artikel 34, tweede lid aanhef en onder sub d WWB. Betrokkene kan verplicht worden medewerking te verlenen aan het vestigen van een krediethypotheek. Indien cliënt bij de aanvraag om bijstand medewerking weigert aan de vestiging van een krediethypotheek kan de aanvraag worden afgewezen op grond van vermogen. Heeft bijstandsverlening inmiddels plaatsgevonden en verleent cliënt alsnog zijn medewerking niet, dan dient de uitkering te worden beëindigd op grond van vermogen. Tevens dient de verstrekte bijstand te worden teruggevorderd op grond van art. 58 lid 1 WWB (de verstrekte bijstand is onmiddellijk opeisbaar).

De economische waarde van de woning wordt op het moment van aanvraag in principe vastgesteld op de geldende WOZ-waarde. Als het college bepaalt dat dit niet redelijk is dan kan de woning worden getaxeerd door een gecertificeerde makelaar. De kosten van taxatie en het vestigen van de krediethypotheek komen in aanmerking voor bijzondere bijstandsverlening om niet.

Het college kan bij verhuizing naar een andere koopwoning wegens dringende redenen in bijzondere gevallen besluiten de lening te handhaven. Voorwaarde is dan dat belanghebbende hiertoe vooraf een verzoek indient, dat belanghebbende het vrij gekomen vermogen volledig gebruikt voor de aanschaf of verbouwing van de nieuwe woning en dat belanghebbende meewerkt aan het vestigen van een recht van hypotheek op de nieuwe woning.

AFLOSSING

Aflossing in één keer

- Als de belanghebbende de woning verkoopt moet de lening direct volledig worden terugbetaald.

- Bij overlijden van belanghebbende, of bij een echtpaar na overlijden van de langst-levende-partner, moet de lening direct volledig te worden terugbetaald.

- Bij failissement moet de lening volledig worden terugbetaald.

- Wanneer na verkoop van de woning nog een schuld resteert, wordt deze kwijtgescholden.

Aflossing per maand

- De aflossing vindt plaats na beëindiging van de bijstand. Een aflossingsnorm is maximaal 45% van het besteedbaar inkomen boven de voor de debiteur geldende bijstandsnorm entoeslag, inclusief vakantietoeslag.

De hoogte van de aflossing wordt jaarlijks, in principe, voor de duur van één jaar, vastgesteld. Uitzondering hierop zijn debiteuren die ouder zijn dan 65 jaar. Hierbij kan de betalingscapaciteit eenmalig worden vastgesteld omdat het inkomen alleen stijgt met de indexering. Mocht er een wijziging komen in de persoonlijke omstandigheden dan kan de situatie opnieuw worden bezien.

Voorbeeld verwerking krediethypotheek

Om de cijfers actueel te krijgen wordt debiteur verzocht zijn/haar inkomsten gegevens te verstrekken. Zij heeft de gegevens over de maand januari 2010 verstrekt.

Berekening aflossingscapaciteit januari 2010

Inkomen AOW € 990,-

Inkomsten pensioen € 100,-

Subtotaal € 1090,-

WWB ex vt € 990,-

Totaal verschil € 100,-

Betalingscapaciteit per maand 45% = € 45,-

=============================

Het saldo van de openstaande lening per 1 januari 2010 bedraagt € 4.000,-. Rente is € 60,-

De te betalen rente bedraagt dan een bedrag van 6% van € 4.000,- : 12 = € 20,- per maand.

Per saldo blijft dan voor de aflossing ter beschikking: € 45,- - € 20,- = € 25,-.

De berekende aflossing bedraagt € 25,-.

HERONDERZOEK aflossing bij krediethypotheek

Een heronderzoek vindt eens in de 12 maanden plaats. Uitzondering hierop zijn debiteuren die ouder zijn dan 65 jaar. Tussentijds is bijstelling van het aflossingsbedrag ook mogelijk.

Paragraaf 1.4 Wettelijke rente en kosten

1.4.1. Invulling bevoegdheid tot invorderen van wettelijke rente bij een lening

Indien er sprake is van verzuim zoals bedoeld in artikel 4:97 Awb, zal gemeente Dalfsen de schuldenaar geen wettelijke rente in rekening brengen.

1.4.2. Uitstel van betaling bij een lening

Indien er uitstel van betaling is verleend (artikel 4:94 Awb), is de schuldenaar over de termijn van uitstel geen wettelijke rente verschuldigd.

1.4.3 Rente bij een als lening verstrekte algemene bijstand (krediethypotheek)

Als na afloop van een aflossingsperiode van 12 maanden de lening nog niet geheel is afgelost, is vanaf dat moment wel maandelijks de geldende wettelijke rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel van de lening. Betalingen worden eerst aangemerkt als aflossing van de rente en daarna op de lening afgeboekt. Over de rente is geen rente verschuldigd. Als er niet genoeg capaciteit is om de rente af te lossen wordt de rente afgeboekt.

HOOFDSTUK 2 VORDERINGEN

Paragraaf 2.1 Het ontstaan van een vordering

Een bijstandsvordering op een persoon kan op verschillende manieren ontstaan. Dit kan zijn:

  • a.

    indien er (naar aanleiding van een herziening-, intrekkings- of afstemmingsbesluit) ten onrechte of een te hoog bedrag aan bijstand is verleend;

  • b.

    op grond van de in artikel 58 WWB, eerste lid aanhef en onder sub b tot en met f genoemde omstandigheden, waaronder de terugvordering van een geldlening, borgtocht, verleende voorschotten, onverschuldigde betalingen en achteraf verkregen middelen;

  • c.

    op grond van artikel 54 WIJ, eerste lid aanhef onder sub b tot en met d genoemde omstandigheden, waaronder verleende voorschotten, onverschuldigde betalingen en achteraf verkregen middelen;

  • d.

    op grond van artikel 25 IOAW en IOAZ lid 2 genoemde omstandigheden, waaronder achteraf verkregen middelen;

  • e.

    op grond van het burgerlijk wetboek, waaronder die op grond van een rechterlijke uitspraak.

Paragraaf 2.2 Herziening- intrekking recht op bijstand

Als achteraf blijkt dat er een onjuist toekenningsbesluit of ten onrechte geen wijzigingsbesluit

is genomen, zal de gemeente Dalfsen altijd een herzienings- of intrekkingsbesluit nemen.

Of belanghebbende verantwoordelijk kan of moet worden gehouden voor het onjuiste besluit of uitblijven van een besluit is hierop niet van invloed.

Herziening: een eerder genomen besluit wordt gewijzigd.

In een herzieningsbesluit staat in ieder geval vermeld vanaf wanneer of over welke periode de bijstand wordt herzien en dat er naar aanleiding van de herziening ten onrechte verstrekte bijstand is ontstaan.

Intrekking: een eerder genomen besluit wordt volledig ingetrokken.

In een intrekkingsbesluit staat welk besluit wordt ingetrokken en of er naar aanleiding daarvan ten onrechte verstrekte bijstand is ontstaan.

Nadat het herzienings- of intrekkingsbesluit is genomen wordt verschillend met de uitvoering van deze beslissing omgegaan.

a. Verzenden

Het herzienings- of intrekkingsbesluit wordt verzonden en bevat (indien van toepassing) tevens een terugvorderings- en invorderingsbesluit.

b. Niet verzenden

Soms wordt de beslissing van een herziening of het intrekkingsbesluit niet verzonden. Een voorbeeld is als belanghebbende is vetrokken naar een onbekende woon- of verblijfplaats, de beschikking wordt niet verzonden, maar opgeborgen in het persoonsdossier. In dit geval kan het college op voorhand afgezien van een teurgvorderingsbesluit, omdat dit niet zal aankomen bij de belanghebbende.

Paragraaf 2.3 Terugvordering

Uitgangspunt van de gemeente is dat er bij ten onrechte verstrekte bijstand of opgelegde maatregelen altijd een terugvorderingsbesluit wordt genomen. Dit uit het oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit zou ook een ongewenste stimulans kunnen zijn om te frauderen.

Paragraaf 2.4 Invordering

Een terugvordering moet ook nog worden ingevorderd. Of de gemeente overgaat tot invorderen is afhankelijk van de individuele omstandigheden en eventuele dringende redenen om af te zien van invordering.

Wanneer er tot invordering wordt overgegaan bestaan er verschillende mogelijkheden zoals verrekening, betaling, vereenvoudigd derdenbeslag of beslag op bezittingen of het uitwinnen van zekerheden. Als er effectiever ingevorderd wordt, zijn de baten het grootst en de uitvoeringskosten het kleinst. Zo kan het uitbesteden aan de gerechtsdeurwaarder van de incasso van vorderingen van wanbetalers een kosten besparing zijn op de uitvoeringskosten.

In veel gevallen zal het invorderingsbesluit gelijktijdig met het terugvorderingsbesluit kenbaar worden gemaakt. Dit betekent dat in een terugvorderingsbeschikking ook de wijze waarop de vordering moet worden voldaan, wordt opgenomen.

Voor zover de debiteur vermogen heeft kan hij dit aanwenden om de terugvorderingsschuld ineens te voldoen. Heeft hij dit niet of onvoldoende dan kan hij in termijnen betalen. Het college zal de termijnbedragen zo moeten vaststellen dat de debiteur ten minste over een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet blijft beschikken. Het is niet wenselijk om een debiteur langer dan drie jaar op een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet aangewezen te laten zijn. Dit is de maximale duur bij een schuldsaneringsregeling op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).

Dit is overigens niet aan de orde, indien de terugvorderingsschuld het gevolg is van fraude. Een streng invorderingsbeleid bij misbruik draagt bij aan een effectieve fraudebestrijding.

AFLOSSINGSPERCENTAGE invordering

Een aflossingsnorm tot aan de beslagvrije voet.

De beslagvrije voet is in Nederland het bedrag dat bij inkomensbeslagen moet worden vrijgelaten. Dit is een minimum aan inkomen dat de beslagene ter beschikking staat voor zijn of haar levensonderhoud. De beslagvrije voet is gesteld op 90% van de bijstandsnorm. Er zal worden nagegaan hoeveel geld de beslagene zou krijgen als hij bijstand zou ontvangen, en hiervan zal men 90% moeten nemen. Het meerdere zal men moeten aflossen op de vordering.

2.4.1 buiten invordering stellen

Buiten invordering stellen houdt in dat er nog eenmaal het invorderingsbesluit aan de debiteur wordt verzonden waarin de hoogte van de vordering en de wijze van terugbetalen wordt vermeld. Hierna worden geen invorderingsmaatregelen meer genomen (geen periodiek onderzoek of pogingen tot invordering). De reden dat nog eenmalig een invorderingbesluit wordt verzonden is dat als de debiteur alsnog besluit zelf te betalen, of als debiteur binnen een periode van vijf jaar na dit laatste invorderingsbesluit bij de gemeente Dalfsen een aanvraag voor een uitkering levensonderhoud doet, de vordering alsnog kan worden geïnd. Vijf jaar na dit laatste invorderingsbesluit is de vordering op grond van het burgerlijk wetboek verjaard en kan hij niet langer worden ingevorderd, tenzij er opnieuw door middel van een aanmaning de verjaring wordt gestuit.

Bij reeds bestaande vorderingen kan de gemeente uit doelmatigheidsoverwegingen besluiten een vordering buiten invordering te stellen, bijvoorbeeld bij terugvorderingsbedragen die niet (langer) in relatie staan met de kosten van invordering (kruimelbedragen). Het buiten invordering stellen vraagt altijd om een individuele afweging, waarbij fraude mag niet lonen.

Zolang er sprake is van invorderingsmogelijkheden of verrekening wordt een vordering niet buiten invordering gesteld. Het kruimelbedrag is hier dus niet op van toepassing.

HERONDERZOEK bij vorderingen

Bij debiteuren waarvoor de gemeente Dalfsen nog een (aanvullende) uitkering voor levensonderhoud verstrekt, of waarbij periodiek op de vordering wordt betaald en er geen betalingsachterstanden zijn, hoeft geen debiteurenonderzoek plaats te vinden.

Een heronderzoek bij niet betalende debiteuren vindt eens in de 12 maanden plaats.

Paragraaf 2.5 Wettelijke rente en kosten

2.5.1.Invulling bevoegdheid tot invorderen van wettelijke rente bij vorderingen

Als iemand niet binnen de voorgeschreven termijn betaalt (artikel 4:97 Awb), zal de gemeente Dalfsen de schuldenaar geen wettelijke rente in rekening brengen.

2.5.2. Uitstel van betaling bij vorderingen

Als er uitstel van betaling is verleend (artikel 4:94 Awb), is de schuldenaar over de termijn van uitstel geen wettelijke rente verschuldigd.

Paragraaf 2.6 Vervallen bescherming van de beslagvrije voet

Als de schuldenaar op grond van de wet in het kader van invordering door middel van verrekening of dwangbevel de bescherming van de beslagvrije voet geniet, vervalt deze bescherming indien de schuldenaar zijn inlichtingenplicht niet of niet behoorlijk nakomt. Voorafgaand aan het vervallen van de bescherming van de beslagvrije voet wordt de schuldenaar van het voornemen hiertoe en de consequenties hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Daarnaast wordt de schuldenaar in de gelegenheid gesteld de verzochte informatie alsnog te verstrekken. Als de informatie niet wordt verstrekt, wordt de beslagvrije voet gehalveerd. Indien na het verstrijken van de hersteltermijn de gevraagde informatie alsnog wordt verstrekt, wordt vanaf die datum, bekeken of de bescherming van de beslagvrije voet kan worden hersteld.

Paragraaf 2.7 Kosten bij niet tijdige betaling

Bij overdracht aan de gerechtsdeurwaarder of incassobureau wordt de vordering verhoogd met de daarop betrekking hebbende gerechterlijke en buitengerechterlijke kosten. De kosten voor het uitbrengen van een dwangbevel worden op € 70, - gesteld.

HOOFDSTUK 3 VERHAAL

Paragraaf 3.1 Verhaal van bijstand

Uitgangspunt van het college is dat er altijd wordt getracht verleende bijstand te verhalen op onderhoudsplichtigen. Of verleende bijstand of een inkomensvoorziening (Artikel 57 WIJ op verhaal van kosten van de inkomstenvoorziening is paragraaf 6.5 van de Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing) wordt verhaald op nalatenschappen is afhankelijk van de hoogte van het verhaal, de aard van de vordering en de omstandigheden van het overlijden.

De kosten van bijstand/inkomensvoorziening kunnen op grond van de wetten worden verhaald op:

  • 1.

    degene die de onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot of zijn minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt;

  • 2.

    degene die zijn onderhoudsplicht na echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed niet of niet behoorlijk nakomt;

  • 3.

    degene die zijn onderhoudsplicht jegens zijn meerderjarig kind van 18 tot 21 jaar, dat bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 12 WWB ontvangt, niet of niet behoorlijk nakomt;

  • 4.

    degene aan wie de belanghebbende die bijstand ontvangt een schenking heeft gedaan;

    • ·

      Verhaal op een schenking is niet aan de orde indien bij het besluit tot bijstandsverlening geen rekening gehouden zou zijn met de geschonken middelen

    • ·

      Verhaal is ook niet mogelijk als de schenker redelijkerwijs de noodzaak van bijstandsverlening niet had kunnen voorzien

  • 5.

    een nalatenschap indien er ten onrechte bijstand is verleend en er op het moment van overlijden nog geen terugvorderingsbesluit is genomen of als bijstand is verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht.

Een besluit tot verhaal wordt door het college aan degene op wie verhaal wordt gezocht medegedeeld. In het besluit staat vermeld:

  • ·

    tot welk bedrag en over welke periode de verstrekte bijstand wordt verhaald;

  • ·

    de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de verstrekte bijstand dient terug te betalen;

  • ·

    op welke wijze het besluit, bij gebrekkige betaling, ten uitvoer zal worden gelegd.

Paragraaf 3.2 Verhaal op onderhoudsplichtige

Als er bij verhaal van verleende bijstand een uitvoerbare rechterlijke uitspraak bestaat, kan er direct een verhaalsbesluit met executoriale titel worden genomen. Is er geen uitvoerbare rechterlijke uitspraak, dan heeft het verhaalsbesluit geen executoriale titel. Indien de belanghebbende niet of niet tijdig uit zichzelf de bepalingen van het verhaalsbesluit nakomt, zal het college overgaan tot verhaal in rechte, ofwel een verzoek indienen bij de rechtbank.

De verhaalsbijdrage wordt bij aanvang vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd. Als de alimentatie wordt vastgesteld dan wordt de OHP beëindigd. Verhaalsbijdragen worden geïndexeerd volgens het door het ministerie van Justitie vastgestelde indexeringspercentage alimentatie.

HERONDERZOEK

Bij onderhoudsplichtigen vindt in principe één maal per vier jaar een heronderzoek verhaal plaats. Indien hiertoe aanleiding bestaat kan het college ook tussentijds een heronderzoek uitvoeren.

Paragraaf 3.3 Verhaal bij schenking

Verhaal bij schenking is één vast bedrag en dient in principe in één keer te worden voldaan. Op verzoek van een belanghebbende kan het college besluiten het bedrag in termijnen te laten voldoen. Hierbij geldt een termijn van maximaal 36 termijnen.

HOOFDSTUK 4 TERUGVORDERING, AFLOSSING EN INVORDERING VAN OVERIGE REGELINGEN

Paragraaf 4.1 Algemeen

De gemeente is verantwoordelijk voor vele sociale voorzieningen. In de onderstaande paragraaf zullen we kort het debiteurenbeleid aangeven bij andere wet- en regelgeving. Het betreft de onderwerpen terugvordering, aflossing en invordering.

HERONDERZOEKEN

Bij debiteuren waarvoor de gemeente Dalfsen nog een (aanvullende) uitkering voor levensonderhoud verstrekt, of waarbij periodiek op de vordering wordt betaald en er geen betalingsachterstanden zijn, hoeft geen debiteurenonderzoek plaats te vinden.

Een heronderzoek bij niet betalende debiteuren vindt eens in de 12 maanden plaats.

De overige regelingen kennen, in tegenstelling tot de WWB/WIJ, geen verhaal op grond van de onderhoudsplicht, schenking en nalatenschap.

Paragraaf 4.2 Terugvordering, aflossing en invordering

De gemeente kan het te veel betaalde of voorgeschoten bedrag terugvorderen op de gronden zoals aangegeven in de specifieke regelingen (BBZ). De overige principes rondom de terugvordering benoemd in de voorliggende hoofdstukken van dit plan worden op gelijke wijze toegepast voor onderstaande regelingen.

4.2.1 Wet inburgering

De Wet inburgering gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Dit houdt in dat de inburgeringsplichtige zoveel mogelijk zelfstandig probeert het inburgeringsexamen te halen.

Gemeenten moeten de inburgeringsplicht handhaven onder andere door bestuurlijke boetes die zijn vastgelegd in de Verordening Wet inburgering. Bij het niet betalen van de boete kan worden ingevorderd. De gemeente is eveneens verplicht om een eigen bijdrage te innen van een inburgeringsplichtige voor het gebruik van een inburgeringsvoorziening. Bij het niet betalen van de eigen bijdrage kan worden ingevorderd.

4.2.2 Wet kinderopvang

Als de gemeente aanvrager een hoger bedrag heeft uitgekeerd dan waarop deze recht heeft, kan de gemeente het te veel betaalde bedrag terugvorderen. Terugvordering is geregeld in artikel 38 Wet kinderopvang. In de Wet Kinderopvang staat: een bedrag is invorderbaar vanaf een maand na de dag van dagtekening van de beschikking waarbij de vordering is ontstaan.

Paragraaf 4.3 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als Debiteurenplan gemeente Dalfsen 2011.

  • 2.

    Het besluit Debiteurenbeleid Dalfsen 2008, in werking getreden op 5-2-2008, wordt bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling treedt op 1-1-2011 in werking.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 18 januari 2011.
Het college voornoemd,
de burgemeester, de secretaris-directeur,
mr. W.P.M. Urlings drs. H. Zwart

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1 LENINGEN

Paragraaf 1.1 Vorm van de bijstand

Paragraaf 1.2 Aflossing van de lening

Paragraaf 1.3 Krediethypotheek

Paragraaf 1.4 Wettelijke rente en kosten

HOOFDSTUK 2 VORDERINGEN

Paragraaf 2.1 Het ontstaan van een vordering

Paragraaf 2.2 Herziening- intrekking recht op bijstand

Paragraaf 2.3 Terugvordering

Paragraaf 2.4 Invordering

Paragraaf 2.5 Wettelijke rente en kosten

Paragraaf 2.6 Vervallen bescherming van de beslagvrije voet

Paragraaf 2.7 Kosten bij niet tijdige betaling

HOOFDSTUK 3 VERHAAL

Paragraaf 3.1 Verhaal van bijstand

Paragraaf 3.2 Verhaal op onderhoudsplichtige

Paragraaf 3.3 Verhaal bij schenking

HOOFDSTUK 4 TERUGVORDERING, AFLOSSING EN INVORDERING VAN OVERIGE REGELINGEN

Paragraaf 4.1 Algemeen

Paragraaf 4.2 Terugvordering, aflossing en invordering

Paragraaf 4.3 Slotbepaling