Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening

Geldend van 19-08-2011 t/m 31-12-2014

Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam ‘Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist en

Omstreken’,

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam ‘Sociaal

Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken’ d.d. 27 juni 2011.

gelet op

-artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening waarin gemeenteraden worden

verplicht een verordening vast te stellen met betrekking tot cliëntenparticipatie;

-artikel 4 van de ‘Regeling Sociale Werkvoorziening Zeist en Omstreken’ waarin de

betreffende gemeentebesturen alle bevoegdheden en verplichtingen met betrekking

tot de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening overdragen aan het openbaar

lichaam ‘Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken’,

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

  • b.

    Cliëntenparticipatie Wsw: de gestructureerde wijze waarop de gemeenschappelijke

regeling Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken (GR SWZ) Wsw-gerechtigden

betrekt in de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wsw-beleid;

c.Wsw-gerechtigden: ingezetenen van de gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse

Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun

wettelijk vertegenwoordigers, te weten:

  • ·

    Wsw-gerechtigden op de wachtlijst;

  • ·

    Wsw-gerechtigden als werknemer van een sociaal werkvoorziening bedrijf;

  • ·

    Wsw-gerechtigden als werknemer bij een reguliere werkgever;

  • ·

    en/of hun vertegenwoordigers die als zodanig gerechtigd zijn.

    • d.

      Cliëntenraad Wsw: de cliëntenraad van Wsw-gerechtigden die door het dagelijks

bestuur als zodanig is erkend en in de bij de GR SWZ aangesloten gemeenten actief

is, hierna te noemen Wsw-raad;

e.GR SWZ: het openbaar lichaam ‘Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken’

ingesteld op grond van de gemeenschappelijke ‘Regeling Sociale Werkvoorziening

Zeist en Omstreken’;

f.Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de GR SWZ.

Artikel 2. Doelstellingen

Het beleid cliëntenparticipatie Wsw heeft de volgende doelstellingen:

1.Bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het beleid inzake de uitvoering van de Wsw

vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding,

vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid.

2.Bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het Wsw-beleid van de GR SWZ,

gericht op het bieden van gelijke arbeidsmogelijkheden aan burgers met een

functiebeperking of chronische aandoening om voor hen volwaardig burgerschap te

bevorderen.

Artikel 3. Advisering

1.In het kader van de cliëntenparticipatie Wsw-beleid vraagt het dagelijks bestuur de

Wsw-raad tijdig om advies.

2.De Wsw-raad is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het

dagelijks bestuur.

3.Het dagelijks bestuur vraagt de Wsw-raad in ieder geval advies over het

beleidsterrein Wsw.

4.Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed

kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in dat de Wsw-raad voldoende tijd gegeven

moet worden om het advies op te stellen. De Wsw-raad moet dit in ieder geval in een

reguliere vergadering kunnen behandelen.

5.De aan de Wsw-raad gevraagde adviezen worden op een zodanig tijdstip uitgebracht,

dat deze bij de te nemen besluiten kunnen worden betrokken.

6.Het advies van de Wsw-raad wordt door het dagelijks bestuur schriftelijk meegedeeld

aan het algemeen bestuur.

7.In het geval het dagelijks bestuur in een voorstel aan het algemeen bestuur afwijkt

van het advies van de Wsw-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens

wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Wsw-raad is afgeweken.

8.Het dagelijks bestuur voorziet de Wsw-raad van de informatie die nodig is voor de

Wsw-raad om naar behoren te kunnen functioneren. Het betreft hier alle informatie

die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en

wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm

aangeleverd.

Artikel 4. Overleg tussen Wsw-raad en dagelijks bestuur

1.Tussen het dagelijks bestuur en de Wsw-raad vindt minimaal twee maal per jaar een

structureel overleg plaats.

2.Van overleg en afspraken met de Wsw-raad doet het dagelijks bestuur binnen maximaal

acht weken schriftelijke rapportage aan de Wsw-raad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven

wat er met de door de Wsw-raad gegeven adviezen is gedaan.

Artikel 5. Samenstelling Wsw-raad

  • 1.

    De Wsw-raad bestaat uit personen als bedoeld in artikel 1 Wsw.

  • 2.

    De Wsw-raad telt maximaal 15 leden, waarbij gestreefd wordt naar een samenstelling

die een evenwichtige afspiegeling vormt van de Wsw-gerechtigden.

  • 3.

    De leden worden door het dagelijks bestuur benoemd op voordracht van de Wsw-raad.

  • 4.

    Leden van de Wsw-raad worden benoemd voor een periode van vier jaar.

Herbenoeming is mogelijk, met dien verstande dat een aaneengesloten zittingsduur

voor ieder individueel lid niet langer zal zijn dan acht jaar. Daarna is herbenoeming

slechts mogelijk, nadat een jaar is verstreken.

5.Indien een lid van de Wsw-raad om welke reden dan ook zijn Wsw-indicatie verliest,

verliest hij daarmee ook van rechtswege zijn lidmaatschap van de Wsw-raad.

6.Een lid van de Wsw-raad kan door het dagelijks bestuur worden ontslagen op verzoek

van het betreffende lid of na een gemotiveerd verzoek van de Wsw-raad. Indien de

Wsw-raad verzoekt om ontslag van een lid, wordt het betreffende lid gehoord,

voordat het dagelijks bestuur een beslissing neemt.

7.De leden kiezen uit hun midden een bestuur en benoemen een voorzitter.

Artikel 6. Vergaderingen

1.De Wsw-raad vergadert zo dikwijls als voorzitter en secretaris het nodig achten, maar

ten minste twee keer per jaar en voorts indien ten minste vijf leden van de raad de

wens hiertoe schriftelijk kenbaar hebben gemaakt bij de secretaris. In het laatste

geval vindt een vergadering plaats binnen drie weken na de datum waarop het

verzoek de secretaris heeft bereikt.

2.Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen in een vergadering

waar meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is. Bij staking van stemmen

wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Stemming over zaken geschiedt

mondeling tenzij een meerderheid van de aanwezige leden om schriftelijke stemming

heeft verzocht. Stemming over personen geschiedt altijd met gesloten briefjes.

3.Leden van de Wsw-raad kunnen onderwerpen voor de agenda van een vergadering

aandragen bij de secretaris van de raad.

Artikel 7. Faciliteiten

1.Het dagelijks bestuur stelt aan de Wsw-raad zodanige middelen ter beschikking dat

de cliëntenraad redelijkerwijs in staat kan worden geacht om in het kader van de

uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de Wsw-gerechtigden

die woonachtig zijn in de bij GR SWZ aangesloten gemeenten.

2.De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een

begroting.

3.De gemaakte kosten worden door de Wsw-raad aan het dagelijks bestuur

verantwoord vóór 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarop de

verantwoording betrekking heeft.

Artikel 8. Evaluatie

De cliëntenparticipatie wordt jaarlijks geëvalueerd, voor het eerst in mei 2009, waarna

de verordening eventueel wordt aangepast of gewijzigd.

Artikel 9. Slotbepalingen

1.In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur na de

Wsw-raad gehoord te hebben.

2.Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie sociale

werkvoorziening.

3.Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2011.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de GR SWZ op 27 juni 2011.

Toelichting Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening

Algemeen

De Wsw-geïndiceerde (Wsw’er) staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet sociale

werkvoorziening (Wsw). Om die reden vindt de wetgever cliëntenparticipatie belangrijk

en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij verordening

regels stelt over de manier waarop Wsw’ers betrokken worden bij de uitvoering van de

Wsw. Op grond van de Gemeenschappelijke Regeling is het vaststellen van de

verordening een taak van het algemeen bestuur van SWZ.

Artikelsgewijs

De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting

behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna

niet nader toegelicht.

Artikel 1

Dit artikel omschrijft de begrippen die voor de verordening van belang zijn. Uit de

definitie van het begrip Wsw-raad volgt dat dit een door het dagelijks bestuur ingesteld

inspraakorgaan is dat functioneert binnen het beleidsterrein van de Wsw. Het

inspraakorgaan heeft als doel om de belangen te behartigen van de in de GR-gemeenten

woonachtige Wsw-gerechtigden.

Artikel 3

Het derde lid geeft het beleidsterrein aan waarbij de Wsw-raad wordt betrokken.

Gekozen is voor een ruime formulering. De aspecten van het beleid (op de genoemde

terreinen) waarbij de Wsw-raad wordt betrokken zijn:

  • a.

    de voorbereiding van het beleid;

  • b.

    de uitvoering van het beleid;

  • c.

    de evaluatie van het beleid.

Artikel 4 tot en met 7 geven aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk

wordt vormgegeven. Het eerste en vierde lid van artikel 4 betreffen de verplichting tot

het tijdig om advies vragen. De omschrijving houdt in dat:

a.bij nieuw beleid de Wsw-raad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van de

hoofdlijnen van dit beleid;

b.bij evaluatie van beleid de Wsw-raad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen

van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

Het achtste lid van artikel 4 draagt het dagelijks bestuur op om de Wsw-raad te voorzien

van de informatie die voor de uitoefening van hun taak nodig is. Het dagelijks bestuur

bepaalt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien de Wsw-raad het dagelijks bestuur

verzoekt om de informatie elektronisch (op USB-stick, op CD of via e-mail) aan te

leveren, dan zal hij, indien redelijkerwijs mogelijk, aan dit verzoek voldoen. Dit geldt

tevens voor verzoeken om de informatie in braille of in grootletterschrift aan te leveren.

Artikel 4

Het tweede lid spreekt over een termijn van acht weken waarbinnen het dagelijks bestuur

schriftelijk reageert naar aanleiding van overleg met en adviezen van de Wsw-raad.

Hiervan mag alleen in overleg met de Wsw-raad worden afgeweken. Het opstellen van

stukken voor het algemeen bestuur gebeurt in een strak tijdschema.

Om de Wsw-raad tijdig advies te kunnen laten geven is een adviestermijn opgenomen.

Artikel 7

Het dagelijks bestuur stelt de Wsw-raad middelen ter beschikking voor een adequate

uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient de Wsw-raad

jaarlijks een begroting in. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende

kostensoorten worden opgevoerd:

  • a.

    onkostenvergoeding van de vrijwilligers;

  • b.

    vergoeding speciale voorzieningen in verband met handicap (ringleiding, speciale

leesvormen, doventolk);

  • c.

    vergoeding voor deskundigheidsbevordering;

  • d.

    aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

  • e.

    middelen voor inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en

organisatorisch;

f.faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik,

internetaansluiting;

  • g.

    faciliteiten voor overleg met en activering van de achterban;

  • h.

    faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en public relations;

  • i.

    faciliteiten voor overleg en afstemming met andere groepen, zoals de Wmo–

adviesraad en Cliëntenraad Wwb;

j.reiskosten.

Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook

daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal de Wsw-raad aannemelijk moeten maken

door middel van het voeren van een boekhouding.