Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010

Geldend van 28-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010

De raad van de gemeente De Bilt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van leges 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand;

jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het

gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen leges worden geheven voor:

diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijzigingen van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

de stukken in hun persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woonplaats of verblijfplaats van hun onvermogen doen blijken;

het afgeven van stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten en andere soortgelijke uitkeringen;

de stukken en legalisatie van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

kwitanties voor geldsommen en andere stukken, waarbij de ontvangst of overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld;

de stukken en inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;

de stukken, door gemeentebesturen, gemeenteambtenaren en gemeente-instellingen in het openbaar belang aangevraagd.

Artikel 5 Tarieven

De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van het tarief genoemd onder nr. 4.1, sub f (Nederlandse identiteitskaart) en nr. 12.1.4 (invalidenparkeerkaart) van de bij de Legesverordening behorende tarieventabel.

Artikel 9 Vrijstelling, vermindering, ontheffing en teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Conform artikel 65 van de Algemene Wet Rijksbelastingen kan het college ambtshalve vermindering verlenen van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

van zuiver redactionele aard zijn;

een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

onderdeel 1.1.4 (akten burgerlijke stand);

hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

onderdeel 1.7.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

hoofdstuk 10 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2009’ van 18 december 2008 vervallen met ingang 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

onderdeel 13.1.2 (gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening (gebruiksvergunning);

onderdelen 22.1.1, 22.1.2 en 22.1.3 (vergunning, melding of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3, 30 en 35 van de Drank- en Horecawet);

onderdeel 34.1.1 (evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening;

onderdeel 23.1.1 (exploitatievergunning prostitutiebedrijf, wijziging daarvan of wijziging in het beheer als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening;

<onderdeel 14.1.1 (vergunning of ontheffing als bedoeld in artikelen 3 /m 7 van de Leefmilieuverordening.

In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen de hoofdstukken 20, 24, 25, 26, 27 en 28 van de tarieventabel behorende bij de in het eerste lid genoemde verordening op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat:

dit hoofdstuk van toepassing blijft op de belastbare feiten:

die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

als genoemde wetten na 1 januari 2010 in werking treden voor belastbare feiten die zich na die datum voordoen, de tarieven in deze hoofdstukken niet worden verhoogd.

Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2009.
De griffier, de voorzitter,
mr drs J.L. van Berkel A.J. Gerritsen

Tarieventabel 2010, behorende bij de “Legesverordening 2010”

Collegevergadering d.d. 22 december 2009.

Titel 1

Algemene Dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap en het bevestigen van een huwelijk:

1.1.1.1

Op maandag en dinsdag om 10.00 uur in de ondertrouwkamer (maximaal zes personen)

Kosteloos

1.1.1.2

Op maandag en dinsdag om 10.00 uur in de trouwzaal van Jagtlust

€ 125,00

1.1.1.3

Op maandag t/m donderdag

€ 250,00

1.1.1.4

Op vrijdag

€ 300,00

1.1.1.5

Op zaterdag en andere aangewezen dagen waarop het gemeentehuis is gesloten, in het gemeentehuis Jagtlust

€ 575,00

1.1.2.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap en het bevestigen van een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek, op een werkdag:

€ 64,40

1.1.2.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap en het bevestigen van een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek, op een zaterdag of op een andere aangewezen dag waarop het gemeentehuis is gesloten:

€ 64,40

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.3.1

Een trouwboekje of partnerschapsboekje in normale uitvoering

€ 16,90

1.1.3.2

Een trouwboekje of partnerschapsboekje in lederen uitvoering

€ 32,80

1.1.3.3

De leges voor de onder 1.1.3.1 en 1.1.3.2 genoemde boekjes worden voor kalligraferen daarvan verhoogd met € 16,70

1.1.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,90

1.2.1.2

Tot het verstrekken van een nationaal paspoort dat een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 1.2.1.1

€ 56,90

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 50,90

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 8,95

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 20,90

1.2.1.6

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart aan personen van veertien jaar en ouder(NIK)

€ 42,85

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (NIK) aan jeugdigen t/m 13 jaar

€ 8,95

1.2.2.1

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3, alsmede 1.2.1.6 en 1.2.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 41,00

1.2.2.2

Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4 slechts één keer per reisdocument berekend

1.2.2.3

Het tarief als genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

€ 19,50

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.3.1.1

het afgeven of vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 34,40

1.3.1.2

het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 6,20

1.3.2

Het tarief als genoemd in 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 33,25

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 6,20

1.4.2.2

aan afnemers en bijzondere derden

€ 2,27

1.4.2.3

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.3.1

voor 25 verstrekkingen

€ 125,00

1.4.2.3.2

voor 100 verstrekkingen

€ 400,00

1.4.2.3.3

voor 500 verstrekkingen

€ 1.500,00

1.4.2.3.4

voor 1.000 verstrekkingen

€ 2.500,00

1.4.2.4

Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek verstrekken van schriftelijke inlichtingen, die worden vervaardigd met behulp van het geautomatiseerde systeem waarvoor de gehele basisadministratie dan wel een gedeelte daarvan doorgelopen moet worden:

1.4.2.4.1

een vast bedrag van

€ 210,00

1.4.2.4.1

vermeerderd met een bedrag per inlichting van

€ 0,70

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed half uur of een gedeelte daarvan

€ 15,40

Hoofdstuk 5

Bestuurstaken

1.5.1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van afschriften van de gemeentebegroting (beleidsdeel), gemeenterekening (beleidsdeel), verordeningen, burgerjaarverslag, e.d.

€ 12,70

1.5.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.5.2.1

bijlagen behorende bij de raadsagenda en/of bijlagen behorende bij de agenda van een raadscommissie per bladzijde

€ 0,30

1.5.2.2

minuten, afschriften of uittreksels van stukken, mits openbaarmaking ervan is toegestaan, voor zover niet vallende onder een ander tarief:

1.5.2.2.1

voor de eerste vijf bladzijden

€ 3,25

1.5.2.2.2

voor elke bladzijde meer

€ 0,30

1.5.3

een door een stedenbouwkundig adviesbureau opgesteld bestemmingsplan in gebundelde vorm, of afdrukken daarvan, met een inhoud van:

1.5.3.1

1 t/m 50 bladzijden

€ 21,20

1.5.3.2

51 t/m 75 bladzijden

€ 29,60

1.5.3.3

76 t/m 100 bladzijden

€ 36,60

1.5.3.4

101 t/m 150 bladzijden

€ 53,20

1.5.3.5

151 t/m 200 bladzijden

€ 71,60

1.5.3.6

Meer dan 200 bladzijden

€ 92,50

1.5.3.7

De onder 1.7.3.1 t/m 1.7.3.6 genoemde tarieven worden per bijbehorende plankaart met € 5,70 vermeerderd.

1.5.4

Het tarief bedraagt voor:

1.5.4.1

het kopiëren van schriftelijke stukken, voor zover niet vallende onder een andere heffing per bladzijde

€ 0,30

1.5.4.2

het verlenen van hulp van gemeentewege voor het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in het gemeentearchief: per half uur of gedeelte daarvan

€ 15,40

1.5.4.3

het afsluiten van een abonnement op het uitreiken van reclamefolders aan personen die zich in de gemeente vestigen en personen die geboorte- of huwelijksaangifte doen:

1.5.4.3.1

voor een periode van 3 maanden

€ 195,00

1.5.4.3.2

voor een periode van 1 jaar

€ 564,00

1.4.4

het verstrekken van een gemeentekaart volgens een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen model (schaal 1 : 10.000)

€ 12,70

Hoofdstuk 6

Naturalisatie

1.6.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een:

1.6.1.1

enkelvoudig naturalisatieverzoek

€ 567,00

1.6.1.2

gemeenschappelijk naturalisatieverzoek van twee met elkaar gehuwde personen of twee ongehuwde personen die in een duurzame relatie anders dan het huwelijk samenleven

€ 719,00

1.6.1.3

voor een aanvraag voor medeverlening van de Nederlandse nationaliteit van een minderjarig kind

€ 85,00

1.6.1.4

enkelvoudig naturalisatieverzoek voor vluchtelingen en staatlozen

€ 517,00

1.6.1.5

gemeenschappelijk naturalisatieverzoek van twee met elkaar gehuwde personen of twee ongehuwde personen die in een duurzame relatie anders dan het huwelijk samenleven, voor vluchtelingen en staatlozen

€ 669,00

1.6.1.6

voor de toepassing van dit artikel wordt het geregistreerd partnerschap gelijk gesteld met het huwelijk.

1.6.2

Geen naturalisatieleges zijn verschuldigd, indien het een verzoek tot naturalisatie betreft van een persoon die ingevolge de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt beschouwd.

1.6.3

Het tarief bedraagt terzake van het afleggen van een optieverklaring ter verkrijging van de Nederlandse nationaliteit:

voor een enkelvoudig verzoek

€ 148,00

voor een gezamenlijk verzoek

€ 253,00

Hoofdstuk 7

Overige publiekszaken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.7.1.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 6,20

1.7.1.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of document

€ 6,20

1.7.1.4

tot het ter legalisatie opzenden van een product

€ 6,20

Hoofdstuk 8

Leegstandwet

1.8

Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het tijdelijk verhuren van een te koop staande woning in het kader van de Leegstandwet als bedoeld in artikel 15 en 16 van de Leegstandwet is

€ 80,00

Hoofdstuk 9

Winkeltijdenwet

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 18,50

Hoofdstuk 10

Kansspelen

10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

10.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

10.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee speelautomaten

€ 90,50

10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 15,40

10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 15,40

Hoofdstuk 11

Telecommunicatie

11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 145,00

11.2

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 1.410,00

11.3

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

11.4

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 12

Verkeer en vervoer

12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

12.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 101,00

12.2

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 45,20

Hoofdstuk 13

Verklaring ingevolge de Pachtwet

13

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 56 f, lid 1 of lid 2, van de Pachtwet

€ 6,20

Hoofdstuk 14

Vergunningen lozen afvalstoffen

14

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het lozen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in welke vorm dan ook, op oppervlaktewateren in beheer bij de gemeente (artikel 1, lid 1, van de Wet Verontreiniging oppervlaktewateren)

€ 61,90

Hoofdstuk 15

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 15,40

Hoofdstuk 16

Ontheffing geluidshinder

16.1

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 29,80

16.2

Het in artikel 1.16.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met een bedrag van voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde externe advieskosten en kosten van geluidsmetingen, blijkend uit een begroting terzake door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet is opgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

16.3

Het bedrag genoemd onder 1.16.1 wordt verhoogd met € 55,10 indien publicatie noodzakelijk is, hetgeen de aanvrager vooraf wordt medegedeeld.

Hoofdstuk 17

Voorwerpen of stoffen op, aan of boven gemeentegrond

17

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

17.1

verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het plaatsen van een voorwerp of stof op, aan of boven gemeentegrond

€ 51,80

17.2

verlenging van de ontheffing zoals genoemd in artikel 1.17.1

€ 18,50

Hoofdstuk 18

Overige zaken

18

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

18.1

verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders een tarief is opgenomen

€ 18,50

18.2

genoemd bedrag wordt verhoogd met € 55,10 indien publicatie noodzakelijk is, hetgeen de aanvrager vooraf wordt medegedeeld.

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Bouwvergunningen

2.1.1

Onder bouwkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting), bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Deze bouwkosten moeten door de aanvrager van de bouwvergunning op het aanvraagformulier worden ingevuld. Als dit bedrag niet of, na beoordeling van het plan, te laag is ingevuld, kunnen de kosten van het bouwwerk worden vastgesteld conform de op de datum van binnenkomst van de aanvraag geldende, door het college vastgestelde, richtlijnen ter bepaling van bouw- en sloopkosten.

2.1.2

De in artikel 2.1.1 begrote kosten worden vastgesteld door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, die daarbij uitgaat van de door aanvrager over te leggen raming(en) van de bouw- en/of sloopkosten.

2.1.3

De gemeenteambtenaar, zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet geeft van de vaststelling van deze begroting (indien deze afwijkt van de door de aanvrager overlegde raming) onverwijld en afzonderlijk kennis aan de aanvrager.

2.1.4

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

2.1.4.1

een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet (starttarief):

€ 44,00

2.1.4.1.1

indien de bouwkosten € 500,00 of minder bedragen, wordt het starttarief verhoogd met

€ 44,00

2.1.4.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 500,00 bedragen, wordt voor elke € 500,00 boven de eerste € 500,00 het starttarief verhoogd met

€ 10,80

2.1.4.1.3

met een minimumbedrag per vergunning van

€ 88,00

2.1.5

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

2.1.5.1

een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet (starttarief):

€ 62,40

2.1.5.1.1

indien de bouwkosten € 500,00 of minder bedragen, wordt het starttarief verhoogd met

€ 62,40

2.1.5.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 500,00 bedragen, wordt voor elke € 500,00 boven de eerste € 500,00 het starttarief verhoogd met

€ 14,05

2.1.5.1.3

met een minimumbedrag per vergunning van

€ 125,00

2.1.6

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

2.1.6.1

een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet (starttarief):

€ 55,15

2.1.6.1.1

indien de bouwkosten € 500,00 of minder bedragen, wordt het starttarief verhoogd met

€ 55,15

2.1.6.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 500,00 bedragen, wordt voor elke € 500,00 boven de eerste € 500,00 het starttarief verhoogd met

€ 8,75

2.1.6.1.3

met een minimumbedrag per vergunning van

€ 110,00

2.1.7

een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet :

2.1.7.1

een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.1.6 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval is verschuldigd

€ 62,40

2.1.7.2

en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.

2.1.8

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

2.1.8.1

een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet (starttarief):

€ 55,15

2.1.8.1.1

indien de bouwkosten € 500,00 of minder bedragen, wordt het starttarief verhoogd met

€ 55,15

2.1.8.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 500,00 bedragen, wordt voor elke € 500,00 boven de eerste € 500,00 het starttarief verhoogd met

€ 8,75

2.1.8.1.3

met een minimumbedrag per vergunning van

€ 110,00

2.1.9

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2.1.4 tot en met 2.1.8 bedraagt het tarief voor het bouwen of uitbreiden van kassen 3,8% van de bouwkosten met een minimum van

€ 62,40

2.1.10

een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning als bedoeld in artikel 40 eerste lid, van de Woningwet, om te mogen bouwen in afwijking van verleende vergunning (revisie)

€ 110,00

tenzij:

2.1.10.1

het bouwplan zodanig ingrijpend is gewijzigd dat het als nieuw bouwplan moet worden aangemerkt, in welk geval het verschuldigde bedrag wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2.1.4 tot en met 2.1.9.

2.1.10.2

door het afwijken van de oorspronkelijke vergunning de bouw-kosten stijgen, in welk geval het verschuldigde bedrag wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2.1.4 tot en met 2.1.9, waarbij dan als bouwkosten gelden het verschil tussen de bouwkosten van het oorspronkelijke bouwplan en het gewijzigde bouwplan.

2.1.11

een overschrijving (wijzigen tenaamstelling) van een vergunning als bedoeld in de Bouwverordening De Bilt

€ 70,10

2.1.12

Het tarief voor de beoordeling van de van toepassing zijnde eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening De Bilt aangaande brandpreventie van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet en een revisievergunning conform artikel 2.1.10 van deze verordening, bedraagt 0,12% van de vastgestelde bouwkosten, exclusief BTW, met een minimumbedrag per vergunning van

€ 70,00

2.1.13

Het tarief voor de beoordeling van de van toepassing zijnde eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit aangaande constructie van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet en een revisievergunning conform artikel 2.1.10 van deze verordening, bedraagt 0,21% van de vastgestelde bouw-kosten, exclusief BTW, met een minimumbedrag per vergunning van

€ 70,00

Hoofdstuk 2

Verzoeken om ontheffing/wijziging

2.2.1

Het tarief bedraagt terzake het in behandeling nemen van een verzoek tot:

2.2.1.1

vrijstelling van bepaalde voorschriften van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (binnenplanse vrijstelling)

€ 185,00

2.2.1.2

tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (tijdelijke vrijstelling)

€ 290,00

2.2.1.1

ontheffing (tijdelijk) als bedoeld in artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 290,00

2.2.1.4

vrijstelling als bedoeld in artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

€ 217,00

2.2.1.2

ontheffing als bedoeld in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 217,00

2.2.1.6

een verzoek tot vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor bouwkosten:

2.2.1.6.1

tot € 4.500,00

€ 407,00

2.2.1.6.2

van € 4.500,00 tot € 45.000,00

€ 814,00

2.2.1.6.3

van € 45.000,00 tot € 135.000,00

€ 1.982,00

2.2.1.6.4

van € 135.000,00 tot € 450.000,00

€ 3.288,00

2.2.1.6.5

van € 450.000,00 tot € 900.000,00

€ 4.510,00

2.2.1.6.6

van € 900.000,00 tot € 1.500.000,00

€ 5.748,00

2.2.1.6.7

van € 1.500.000,00 of meer

€ 6.991,00

2.2.1.7

een verzoek tot vrijstelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (projectprocedure) voor bouwkosten:

2.2.1.7.1

tot € 4.500,00

€ 609,00

2.2.1.7.2

van € 4.500,00 tot € 45.000,00

€ 1.238,00

2.2.1.7.3

van € 45.000,00 tot € 135.000,00

€ 3.080,00

2.2.1.7.4

van € 135.000,00 tot € 450.000,00

€ 4.932,00

2.2.1.7.5

van € 450.000,00 tot € 900.000,00

€ 6.763,00

2.2.1.7.6

van € 900.000,00 tot € 1.500.000,00

€ 8.625,00

2.2.1.7.7

van € 1.500.000,00 of meer

€ 10.487,00

2.2.1.8

een verzoek tot een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening voor bouwkosten:

2.2.1.8.1

tot € 4.500,00

€ 609,00

2.2.1.8.2

van € 4.500,00 tot € 45.000,00

€ 1.238,00

2.2.1.8.3

van € 45.000,00 tot € 135.000,00

€ 3.080,00

2.2.1.8.4

van € 135.000,00 tot € 450.000,00

€ 4.932,00

2.2.1.8.5

van € 450.000,00 tot € 900.000,00

€ 6.763,00

2.2.1.8.6

van € 900.000,00 tot € 1.500.000,00

€ 8.625,00

2.2.1.8.7

van € 1.500.000,00 of meer

€ 10.487,00

2.2.1.9

uitwerking/wijziging van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (uitwerking/wijziging bestemmingsplan)

€ 704,00

2.2.1.3

uitwerking/wijziging van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 704,00

2.2.2

Onder het volgen van een ontheffingsprocedure wordt verstaan de indiening van een aanvraag die niet in overeenstemming is met het voor het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft, geldende bestemmingsplan. De legeskosten genoemd in hoofdstuk 2 worden verhoogd met de legeskosten genoemd in de hoofdstukken 1, 6, 7, 8, 9, 10 en/of 11.

2.2.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, of tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,onder c, 3.22 of 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening worden de legeskosten genoemd in artikel 24.3 – voor zover van toepassing - verhoogd met de legeskosten genoemd in de hoofdstukken 1, 6, 7, 8, 9, 10 en/of 11.

Hoofdstuk 3

Principeverzoeken

2.3.1

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van:

2.3.1.1

een principeverzoek dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan en waarvoor de aanvrager de stedenbouwkundige en ruimtelijke uitgangspunten geformuleerd wil hebben op basis waarvan tot een nieuwe ontwikkeling kan worden gekomen:

2.3.1.1.1

wijziging voor 1 tot 5 woningen

€ 530,00

2.3.1.1.2

functiewijziging geen woningen

€ 530,00

2.3.1.1.3

wijziging voor 5 woningen of meer

€ 1.060,00

2.3.1.1.4

andere wijzigingen dan voornoemd

€ 530,00

2.3.2

de tarieven genoemd in artikel 2.3.1 worden verhoogd met de kosten van toetsing aan redelijke eisen van welstand waarvan de tarieven, exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN).

2.3.3

de tarieven zoals genoemd in artikel 2.3.1 worden verhoogd met externe advieskosten (bijvoorbeeld stedenbouwkundige).

2.3.4

Onder principeverzoek wordt verstaan: in beginsel sprake van een (bouw)plan, dat niet past binnen het vigerende bestemmingsplan en waarvan aanvrager beoordeeld wil hebben of het gemeentebestuur en indien van toepassing de welstandscommissie bereid is vrijstelling te verlenen van het vigerende bestemmingsplan. Op een principeverzoek zijn de indieningvereisten zoals omschreven in het Besluit indieningvereisten niet van toepassing en wordt een niet voor bezwaar en beroep vatbare beslissing genomen.

2.3.5

Indien een definitieve vergunningsaanvraag voor een, op basis van het principeverzoek uitgewerkt plan, behandeld wordt, worden de hiervoor te heffen leges (bouwaanvraag, aanlegvergunning, wijziging gebruik, etc.) verrekend met de verschuldigde leges op grond van deze bepaling, mits binnen zes maanden na de uitspraak van het college van burgemeester en wethouders een ontvankelijke aanvraag is ingediend en het bestemmingsplan waarvan vrijstelling wordt verzocht voor 1 januari 1985 door de gemeenteraad is vastgesteld.

2.3.6

Indien een ingediend principeverzoek niet leidt tot een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, vindt geen verrekening c.q. restitutie plaats van leges.

Hoofdstuk 4

Monumentenvergunning

2.4.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een monumentenvergunning als bedoeld in artikel 11, tweede lid, juncto artikel 16 van de Monumentenwet 1988 of artikel 10 van de Monumentenverordening De Bilt

€ 199,00

2.4.2

Voor het in handen van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) dan wel de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) stellen van een bouwplan, als bedoeld in artikel 10 van de Monumentenverordening De Bilt, of sloopplan als bedoeld in artikel 21, derde lid, van de Monumentenverordening De Bilt, zulks ter beoordeling hiervan, bedragen de leges de advieskosten, waarvan de tarieven, exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van voornoemde commissie respectievelijk dienst.

2.4.3

De tarieven genoemd in artikel 2.4.1 en 2.4.2 worden verhoogd met de externe advieskosten van een historisch onderzoek.

Hoofdstuk 5

Kapvergunning

2.5

Het tarief bedraagt terzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een kapvergunning

€ 72,20

Hoofdtuk 6

Bodemgesteldheidsonderzoek

2.6

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van:

2.6.1

een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem als bedoeld in artikel 4 van de bijlage van het Besluit indieningvereisten aanvraag bouwvergunning

€ 423,00

2.6.2

Het overeenkomstig artikel 2.6.1 genoemde bedrag wordt, indien uit het onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 4, juncto paragraaf 1.2.6 van de bijlage van het Besluit indieningvereisten aanvraag bouwvergunning, blijkt dat de gesteldheid van de bodem zodanig is dat voor de beoordeling van de mate van bodemverontreiniging een nader onderzoek als bedoeld in artikel 4, juncto paragraaf 1.2.6 van de bijlage van het Besluit indieningvereisten aanvraag.

bouwvergunning noodzakelijk is, verhoogd met de meerkosten.

Hoofdstuk 7

Geluidhinderonderzoek

2.7

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van:

2.7.1

een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een geluidsonderzoek ter bepaling van de maximaal toegestane geluidsbelasting op gevels van gebouwen

€ 109,00

2.7.2

Het tarief genoemd in artikel 2.7.1 wordt verhoogd met de externe advieskosten, exclusief BTW, van de Milieudienst Zuid-Oost Utrecht.

2.7.3

Het tarief genoemd in artikel 2.7.1 wordt verhoogd met de externe advieskosten van een akoestisch bureau.

Hoofdstuk 8

Advieskosten

2.8.1

Voor het in handen van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) stellen van een principeverzoek, een lichte bouwaanvraag, reguliere bouwaanvraag, bouwaanvraag eerste fase, zulks ter beoordeling hiervan, bedragen de leges de

advieskosten, waarvan de tarieven, exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van voornoemde commissie.

2.8.2

Voor het toetsen aan redelijke eisen van welstand van een principeverzoek, een lichte bouwaanvraag, reguliere bouwaanvraag en bouwaanvraag eerste fase, bedragen de leges de advieskosten, waarvan de tarieven, exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN).

2.8.3

Voor het in handen van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) dan wel de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) stellen van een bouwplan

als bedoeld in artikel 10 van de Monumentenverordening De Bilt of sloopplan als bedoeld in artikel 21, derde lid, van de Monumentenverordening De Bilt, zulks ter beoordeling hiervan, bedragen de leges de advieskosten, waarvan de tarieven,

exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van voornoemde commissie respectievelijk dienst.

2.8.4

De tarieven genoemd in artikel hoofdstuk 1, 2 en 3 worden verhoogd met de externe advieskosten van een stedenbouwkundige of de kosten voor een ruimtelijke onderbouwing.

Hoofdstuk 9

Aanhoudingen Woningwet

2.9

Het tarief bedraagt terzake van:

2.9.1

het afgeven van een vergunning verleend met toepassing van artikel 50, vierde lid, van de Woningwet

€ 55,15

2.9.2

het afgeven van een vergunning verleend met toepassing van artikel 50, vijfde of zesde lid, van de Woningwet

€ 291,00

2.9.2.1

het afgeven van een vergunning verleend met toepassing van artikel 50, lid 3 ,onder a van de Woningwet

€ 291,00

2.9.3

De legeskosten genoemd in artikel 2.9 worden verhoogd met de legeskosten genoemd in de hoofdstukken 1, 2 en/of 10.

Hoofdstuk 10

Aanlegvergunningen

10.1

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van:

10.1.1

een verzoek tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning)

€ 239,00

10.1.2

een verzoek tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a van de Wet ruimtelijke ordening

€ 239,00

210.2

De legeskosten genoemd in hoofdstuk 9 worden verhoogd met de legeskosten genoemd in de artikelen hoofdstuk 1, 2 en/of 8

Hoofdstuk 11

Sloopaanvragen en sloopmeldingen

11.1

Onder sloopkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten (exclusief omzetbelasting), bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals het normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Deze sloopkosten moeten door de aanvrager van de sloopvergunning op het aanvraagformulier worden ingevuld. Als dit bedrag niet of, na beoordeling van het plan, te laag is ingevuld, kunnen de sloopkosten van het bouwwerk worden vastgesteld conform de op de datum van binnenkomst van de aanvraag geldende, door het college vastgestelde, richtlijnen ter bepaling van de bouw- en sloopkosten.

11.2

Het tarief bedraagt terzake van het indienen van:

11.2.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in de Bouwverordening De Bilt, 0,5% van het met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.1.12 vastgestelde bedrag van de sloopkosten met een minimum van

€ 179,00

11.2.2

Indien bij de aanvraag een sloopveiligheidsplan, als bedoeld in de Bouwverordening De Bilt, moet worden ingediend, worden de legeskosten genoemd in artikel 2.11.2.1 verhoogd met

€ 102,00

11.2.3

een verzoek tot het overschrijven van een sloopvergunning als bedoeld in de Bouwverordening de Bilt

€ 70,10

Hoofdstuk 12

Spoedbehandeling

12.1

Indien de aanvrager schriftelijk verzoekt om een spoedbehandeling van zijn aanvraag om bouwvergunning (licht, regulier, eerste of tweede fase regulier) zodanig dat burgemeester en wethouders de bouwvergunning binnen vier weken na de datum van ontvangst van de aanvraag verlenen, wordt overeenkomstig hoofdstukken 1, 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en/of 13 het totale bedrag aan leges verhoogd met 50%.

12.2

Indien de aanvrager schriftelijk verzoekt om een spoedbehandeling van de beoordeling van de gegevens die op een later tijdstip mogen worden ingediend (ingevolge artikel 4, lid 2 en 3, van het Besluit indieningvereisten aanvraag om bouwvergunning, als bedoeld in paragraaf 1.5 van de bij dat besluit behorende bijlage), zodanig dat de aanvrager binnen zeven werkdagen na zijn schriftelijk verzoek hiertoe, in kennis wordt gesteld van de beoordeling van deze gegevens, dan wordt overeenkomstig hoofdstukken 1, 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en/of 13 het totale bedrag aan leges verhoogd met 50%.

Hoofdstuk 13

Teruggavenbepalingen

13.1

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder verleende bouwvergunning, wordt het voor de oorspronkelijke vergunning verschuldigde legesbedrag verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief van hoofdstuk 2, met dien verstande dat het bedrag nimmer minder zal bedragen dan

€ 272,00

13.2

Verrekening van leges vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de aard en omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouw- of sloopplan.

13.3

Voor een bouwaanvraag waar nog niet op is beslist en welke wordt ingetrokken, wordt 50% van de verschuldigde leges in rekening gebracht.

13.4

Indien door een afwijzende beslissing, een beschikking als bedoeld onder hoofdstuk 1 (bouwvergunning), 4 (monumentenvergunning), 10 (aanlegvergunning) of 11 (sloopvergunning) , niet wordt verleend, wordt 75% van de verschuldigde leges in rekening gebracht.

13.5

Indien van een verleende beschikking als bedoeld onder hoofdstuk 1 (bouwvergunning), 4 (monumentenvergunning), 10 (aanlegvergunning) of 11 (sloopvergunning), geen gebruik wordt gemaakt en de vergunninghouder verzoekt om intrekking van de verleende vergunning, wordt op schriftelijke aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. De schriftelijke aanvraag tot teruggaaf van deze leges dient binnen één jaar na verzenddatum van de beschikking te zijn ontvangen.

13.6

Indien een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten in verband met het niet voldoen aan ontvankelijkseisen, wordt 25% van de verschuldigde leges in rekening gebracht.

13.7

Indien een aanvraag terzake van het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase direct buiten behandeling wordt gesteld in verband met het ontbreken van een hieraan

gerelateerde verleende bouwvergunning eerste fase, worden geen leges in rekening gebracht.

Hoofdstuk 14

Kadaster

14.1

Het tarief bedraagt voor het raadplegen van kadastrale gegevens, per halfuur of gedeelte ervan:

14.1.1

indien daarbij de bijstand van een ambtenaar is verkregen

€ 15,20

14.1.2

in de overige gevallen

€ 8,30

14.2

Het tarief bedraagt voor het door belanghebbende nemen van afschriften van of uittreksels uit de in artikel 2.13.1 bedoelde stukken

€ 8,30

14.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een opgave van gegevens uit de in artikel 2.13.1 bedoelde stukken, per perceel of gedeelte daarvan

€ 15,20

Hoofdstuk 15

Reclamevergunning

15.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 143,10

15.2

Voor het in handen van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) stellen van een reclameaanvraag zulks ter beoordeling hiervan, bedragen de leges de advieskosten, waarvan de tarieven, exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van voornoemde commissie.

15.3

Voor het in handen van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) dan wel de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) stellen van een reclameaanvraag zulks ter beoordeling hiervan, bedragen de leges de advieskosten,

waarvan de tarieven, exclusief BTW, zijn vastgesteld door het algemeen bestuur van voornoemde commissie respectievelijk dienst.

Hoofdstuk 16

Inzage tekeningen

16

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van inzage in tekeningen betreffende een bestaand bouwwerk, per tekening, per dag

€ 9,15

Hoofdstuk 17

Volkshuisvesting

17

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van:

17.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Huisvestingswet

€ 18,30

17.2

een vergunning tot het tijdelijk (laten) verblijven op een kampeerterrein (in een recreatiewoning) bij wijze van tijdelijke huisvesting gedurende een half jaar of minder, per geval

€ 23,60

Hoofdstuk 18

Woningcarthoteek

18

De leges bedragen voor het verstrekken van gegevens uit de opnameformulieren van de gemeentelijke woningcarthoteek per gegeven, niet de persoon van de bewoner betreffende

€ 11,25

Hoofdstuk 19

In deze titel niet benoemde beschikking

19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 18,50

Titel 3

Dienstverlening vallende onder de Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 106,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 30,90

3.1.4

Publicatie in verband met 3.1.1 t/m 3.1.3 vermelde

€ 55,10

Hoofdstuk 2

Exploitatievergunning

3.2.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.2.1.1

een vergunning ingevolge artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 110,00

3.2.1.2

een ontheffing sluitingsuur ingevolge artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 27,60

3.2.2

publicatiekosten in verband met het onder 2.1.1 genoemde

€ 55,10

Hoofdstuk 3

Organiseren van evenementen of markten

3.3.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.3.1.1

het verkrijgen van een evenementenvergunning ingevolge artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 60,50

3.3.1.2

Bij het verkrijgen van de vergunning genoemd in artikel 3.2.1.1 worden geen aparte leges geheven voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 30 Ontheffing geluidshinder).

3.3.1.3

Het bedrag genoemd onder 3.3.1.1 wordt verhoogd met € 55,10 indien publicatie noodzakelijk is, hetgeen de aanvrager vooraf wordt medegedeeld.

Hoofdstuk 4

Prostitutiebedrijven

3.4

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.4.1

een vergunning ingevolge artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 1.653,00

3.4.2

publicatie in verband met het onder 3.4.1 vermelde

€ 166,00

Hoofdstuk 5

Onttrekking, samenvoeging, omzetting en splitsing woonruimte

3.5

Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.5.1

het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet is

€ 55,00

3.5.2

het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet is

€ 55,00

3.5.3

het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet is

€ 55,00

3.5.4

het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet is

€ 55,00

Hoofdstuk 6

Brandbeveiligingsverordening

3.6.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.6.1.1

het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het

brandveilig gebruik van een bouwwerk, als bedoeld in het Gebruiksbesluit

€ 87,00

3.6.1.2

vermeerderd met een bedrag per uur voor het behandelen en eenmaal handhaven

€ 49,00

3.6.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing tot het in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben, op grond van artikel 5.5.1, tweede lid, Algemene Plaatselijke Verordening:

3.6.2.1

geldig voor één keer

€ 8,50

3.6.2.2

geldig voor één jaar

€ 84,20

Hoofdstuk 7

Ventvergunning

3.7.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

een ventvergunning geldig voor:

3.7.1.1

een dag

€ 27,60

3.7.1.2

een week

€ 82,40

3.7.1.3

een maand

€ 165,00

3.7.1.4

een jaar

€ 329,00

3.7.2

Bij het verkrijgen van een vergunning genoemd in artikel 3.6.1 wordt geen leges geheven als het een niet-commercieel doeleinde door een niet-commerciële organisatie betreft.

Hoofdstuk 8

Verordening Peuterspeelzaalwerk

3.8

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Verordening Peuterspeelzaalwerk 2005

€ 79,90

Hoofdstuk 9

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 18,50

Mij bekend,

de griffier van gemeente De Bilt,

Mr. Drs. J.L. van Berkel